Bewegingen

Er rijdt een meisje voorbij. Wij wonen langs een wandel-en fietspad waar dag in, dag uit heel wat meisjes voorbijrijden. Daarnaast gebeurt het wel eens dat lokale wandelclubs als de Heuvellandstappers en de Drevetrotters ons wandelpad implementeren in hun wandelroutes. Het meisje dat voorbijreed had een rugzak in de vorm van een gitaar. Ze ging dus hoogst waarschijnlijk naar de muziekles, of ze kwam ervan terug. Op zondagmorgen. Wandelaars die lid zijn van de Heuvellandstappers/Drevetrotters schrikken er ook al niet voor terug om op zondagmorgen ons wandelpad aan te doen. Net als jeugdbewegingen vol fietsende jongeren getooid met oranje sjaaltjes. Zondag is duidelijk verenigingsdag.

Ik krijg de kriebels als ik het woord ‘vereniging’ hoor. Al is het nu zwem, jeugd, wandel of studenten. En dan heb ik het nog niet gehad over clubs. Ik verafschuw clubs. Ook ik heb het allemaal nog meegemaakt. Niet dat ik een kind was dat Èn naar de muziekschool, Èn naar de turnles, Èn naar de judo moest van mijn ouders. Ik ben hen daar nog altijd heel erg dankbaar voor, maar ÈÈn enkele keer kregen ze me zover om toch in een vereniging te stappen. Waarschijnlijk onder druk van een groep jeugdleiders die bij ons had aangebeld om onschuldige kindjes te ronselen. De verhalen over kampvuren en samen pannenkoeken eten en op kamp gaan zullen op dat moment aannemelijk genoeg hebben geklonken om mij ernaartoe te sturen. Ook dat was op zondagnamiddag.

Ze hadden me verteld dat het leuk zou zijn. Er waren veel leeftijdsgenootjes, en we mochten wat kleingeld meenemen om er snoep te kopen. En we zouden samen spelen. Ze waren er vergeten bij te vertellen dat jeugdbewegingen heel leuk zijn voor sociale kindjes. Ik was de meest asociale zesjarige die op dat moment in mijn gemeente rondliep. Ik las liever een boek, of ik maakte tekeningen, liefst alleen.
Op een zondagnamiddag werd ik naar het lokaal gebracht door mijn vader. Het bleek een vervallen hok te zijn naast de lokale sporthal. Er lagen matrassen en moussen ballen, en in een hoek stonden een paar gezelschapsspelletjes, voor als het regende.
Ik werd voorgesteld aan de leiders, die me nog maar eens vertelden hoe leuk het er wel was. Ik werd misselijk van het idee dat ik er heel de namiddag moest blijven, maar ook mijn vader zei dat het echt heel leuk zou zijn daar. Met de andere kindjes. En hij vertrok. ‘Iedereen mag in de kring komen zitten!’ riep ÈÈn van de leidsters veel te luid en veel te vrolijk. Mijn maag trok samen. Ik ging toch maar mee in de kring zitten, wanhopig wachtend tot het leuk zou worden. We zouden een toneeltje in elkaar steken, vertelde ze, en we mochten al het materiaal gebruiken dat in het vervallen hok lag waar we ons in bevonden. Ik wilde naar huis. Ik wilde helemaal geen toneeltje spelen met kindjes die ik niet kende. Drie minuten later was ik ‘de tante’. Ik was de tante in een stom toneelstuk zonder publiek. Alle andere kinderen leken een blast te hebben, ook toen we een raar soort tikkertje moesten spelen waarbij de enen een vogel waren en de anderen een nest.

Elke zondagnamiddag kwam het misselijke gevoel terug. Ik mocht weer naar de jeugdbeweging, waar we voor 5 frank een Leo konden kopen en ons voor geen geld gigantisch mochten amuseren. Het mocht wel, maar het lukte mij niet. Mijn misselijkheidshoogtepunt kwam er toen we met z’n allen 5 dagen op kamp moesten naar Houtem, een onooglijk dorpje in de buurt van Veurne. In een oude boerderij speelden we spelletjes waarbij we elkaar mochten bekogelen met chocoladevla, we maakten lange wandelingen die zomaar nergens heen gingen, en hoe langer het duurde, hoe groter mijn kinderlijke depressie werd.

Bij de terugkomst kwam het eruit: ik vond dit allemaal helemaal niet leuk. Ik wilde er nooit meer heen. Ik moest ook niet, het was voorbij.

Niemand krijgt mij ooit nog zo gek om mijn zondagnamiddagen op te offeren aan een vereniging van mensen die samen leuke dingen doen. Mijn zondagnamiddagen zijn voor de rest van mijn leven enkel nog voor mij.

Reacties

  1. tomadde

    Toen ik die leeftijd had vond ik het ook allemaal niet zo leuk , maar eens de 14 gepasseerd zijn jeugdbewegingen dikke fun en vooral veel gortige dingen samen doen :k:

  2. Lynn

    Hum, nachtelijk lezen :)

    Deze entry kon zo door mij geschreven zijn. Ik werd ook eens in de zoveel tijd naar de scouts, de rode valken (klinkt eng, eigenlijk) of een andere jeugdbeweging gestuurd. Dan moesten we tikkertje spelen, of over een baan met groene zeep lopen, terwijl ik gewoon alleen in de zandbak wou spelen. Maar m’n ouders stuurden me er toch weer elke zondag heen… Tot na het kamp. Waar we nachtwandelingen moesten maken (ik deed alsof ik in slaap viel zodat ik niet met het nachtspel moest meemaken), we vies eten kregen en ik gepest werd omdat ik nog steeds met een fopspeen sliep. Na zo’n kamp weigerde ik steevast om terug te gaan en dan mocht ik thuisblijven. Tot m’n ouders een paar maanden later weer wat anders hadden gevonden, natuurlijk.

Reageer zelf

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>