Antiek

‘Zijn jullie niet een beetje jong voor zo’n appartement?’, vroeg de man achter het bureau, zijn wenkbrauwen gebruikend om zijn vraag te ondersteunen. Ik vond het een beetje een vreemde vraag, destijds. ‘Alsof je oude mensen in zo’n hip appartement zou steken..’, dacht ik. Ja dus, en veel.

Op de kijkdagen die elk weekend worden georganiseerd om de nog leegstaande appartementen te verkopen lijkt het hier bij momenten een bejaardentehuis. En kopen doen ze, die oude knakkers. Hele vrachtwagens vol foeilelijk antiek worden naar binnen gesleept onder het goedkeurend oog van de bejaarde vrienden van de nieuwe bewoners. Eiken kasten, groenige staanlampen en stoelen met krullen die ooit de hype waren eind jaren zestig. Bruin en groen, de kleuren van een generatie in de herfst van hun leven. Het uiteindelijke resultaat van al dat lelijks in een mooie en moderne ruimte had ik nog niet mogen aanschouwen. Tot een paar weken geleden.

Ik stapte in de lift, en duwde knop twee in. Een seconde of drie later stond ik op het verdiep van Lucien, onze bovenbuur die de indruk geeft dat hij hier al van voor de oorlog woont, ook al zijn de appartementen gloednieuw. Ik wist zeker dat hij thuis was, en toch deed niemand open. Ook niet na zeven keer bellen. Ik duwde de bel nog harder in, hopend dat het een bel was die luider ging klinken als je er harder op duwde. Bij de tiende keer was het raak. Mevrouw Lucien opende de deur, keek me doordringend aan en op het moment dat ik vreesde dat ze zou beginnen tieren sleurde ze me mee naar binnen. ‘Lucien! Het is het meisje van hieronder!’ Ik stond in het midden van de woonkamer, tussen zeker zeven gepensioneerden, die me allemaal aankeken alsof ik op elk moment een mes kon trekken. ‘Ik kom gewoon even vragen waar jullie jullie vuilniszakken zetten..’, vermande ik mezelf. Tijdens de verhalenstroom die daarop volgde (ik had blijkbaar een gevoelige snaar geraakt) nam ik de tijd om het interieur in me op te nemen. Het werd snel duidelijk: wat bejaarden uitmeten met moderne appartementen kan niet anders dan strafbaar genoemd worden.

Op de glazen deuren die de gang van de woonkamer scheiden waren witte stickers gekleefd die leken op de randen van servietten. Nog liever dat dan elke morgen met mijn dementerend hoofd tegen de deur lopen, zullen ze gedacht hebben. De woonkamer, die bij ons ruim en licht is, was volgestouwd met kasten en zetels die alle licht en ruimte leken op te zuigen. Nergens was er plaats om meer dan drie stappen te zetten, en ondanks de grote kristallen lusters was het er donker en somber. Grote vazen met lelijke, valse bloemen maakten het geheel af. En het rook er naar oud.

‘Wil je een stukje taart?’ vroeg Lucien, wijzend naar een grote antieke schaal met hier en daar wat beslagroomde cake op. Weg wilde ik, weg! ‘Neen, bedankt, ik moet nog dingen doen.’ Met drie grote passen stapte ik weg uit 1945, de lift in.

Reacties

Reageer zelf

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>