Monthly Archives: september 2005

de huizenjacht (the end?)

1.jpgZeg lil, dat huis met die hoge plafonds en smashing dubbele deuren, alwaar jij onlangs geen seconde over kon zwijgen, hoe zit het daar eigenlijk mee? Was het een grove leugen, om je blog wat interessanter te maken? Had je aandacht nodig? Is er iets heel erg mis gegaan en durf je het niet vertellen? Kom op meid, stop nu eens met korte nietszeggende stukjes te posten en verteeeel!

Well..
Yves van de Casa ontpopte zich tot een regelrecht irritantje toen hij een handtekening rook. Wij wilden eventjes nadenken, dit was precies geen tube tandpasta, dit was een huis. Kon niet! Snelsnel beslissen, jongelui! Er waren nog honderden andere geÔnteresseerden, en allemaal belden ze hem dag en nacht voor Het Huis. En allemaal waren ze er al geweest met hun architect/bankier/schatter. Gek werd hij, GEK!

Het ware allemaal niet zo hemeltergend irritant geweest om zaken te doen met Yves van de Casa als hij dit alles op een rustige manier had aangebracht, maar ook dat zat niet mee: Yves spreekt van nature sneller dan Kim Clijsters die echt niet veel tijd heeft. Zo snel dat ik gemiddeld om de drie minuten een volle minuut geen woord meer van een ander kon onderscheiden. Maar uit zijn wilde gesticuleringsbewegingen en geschifte klanken kon ik telkenmale opmaken dat we snel zouden moeten beslissen. Wat we dan ook deden.

Het was een geweldig huis, en na een paar maanden zoeken weten wij hoe snel een huis aan je neus kan voorbijgaan. En zeker een huis als dit, met dubbele deuren en hoge plafonds, en met mogelijkheid tot het implementeren van een scrapbookroom. Om nog maar te zwijgen over de grote living en het stadstuintje met het verhoogje, waarmee je geweldige dingen kan doen. Ook la mama vond het meteen geweldig. En dus belde ik maandagmorgen naar Yves van de Casa, en zetten wij maandagavond onze handtekening op een voorlopige compromis, die pas van tel zou worden als alles in orde was met de bank. En als de verkopers akkoord gingen met ons bod.

Op twee dagen tijd werden wij absolute experts op het gebied van vaste en minder vaste rentevoeten, rubden wij schouders met alle bankiers uit de streek en leek het alsof het halen van onze zevendaagse deadline een makkie zou worden. En toen sloeg el appendix keihard toe. En begon Yves van de Casa histerisch te bellen naar mijn gsm om te zeggen dat andere geÔnteresseerden hem maar niet met rust lieten, en aankoopbeloftes in zijn brievenbus dropten en dat hij het allemaal niet meer aankon. Kon dat attestje wat sneller? Want hij vertrok ook nog eens op congÈ voor het einde van onze deadline, en hij wilde het dossier afsluiten en aan de andere gegadigden vertellen dat het verkocht was.

En zo geschiedde: twee dagen voor de deadline was alles van onze kant helemaal in orde. En toen konden we de Casa niet meer bereiken voor een paar dagen. En we hadden nog geen tegenhandtekening van de verkopers. “Proficiat met jullie huiiiiis!!!” zei iedereen. “Er is heemaal geen huis!!!” riep ik dan hysterisch, want zolang er geen tegenhandtekening is is niks zeker, denk ik dan. Ook al hing er plots “verkocht” op de gevel. Maar niet “verkocht aan youri en lilith”, dus. Geen handtekening is geen huis. Easy like sundaymorning.

Gisteren kwam er eindelijk nieuws.
Ons bod is goedgekeurd, en morgen komen de verkopers naar Ieper om een tegenhandtekening op de compromis te zetten.
En nu ga ik eens uitzoeken wat een notaris doet, hoeveel een parketvloer voor de living zou kosten en welke plantjes het best gedijen in een stadstuin. En ondertussen mogen jullie nog wat dubbele deuren bewonderen, ditmaal van de gang naar de living.

living_kl.jpg

Verliefd

jake_kl.jpg

Tip voor een rainy zaterdagmorgen: ga naar een leuke dierenwinkel (als in: zo eentje met gezonde vrolijke dieren, in plaats van suffe trieste pups), hang een verhaal op over binnenkort een hond willen kopen, en knuffel en speel met een dikke engelse bulldog-puppy. Meermaals.

Probeer intussen om niet op slag smoorverliefd te worden.

Ik ben er jammerlijk in mislukt.

dingen die ik me wel eens afvraag (deel 2)

chimpanzee-thinking.jpgHoe weet een treinconducteur of hij je kaartje al dan niet heeft gecontroleerd ? Worden zij getraind op het onthouden van alle gezichten van alle mensen die zich in de trein bevinden? En zouden ze ons nicknames toekennen bij wijze van ezelsbruggetje?
En ook nog: hoe zit het eigenlijk met mensen die hun ticketjes op de trein kopen? Die reizen toch voor niks als er geen conducteur komt? En is dat niet.. STRAFBAAR?!

tussen Bergen en Mons

dume.jpgUitermate leuwk!

  • de rodeoburgemeesters aan het begin van Man Bijt Hond (en vragen als: hoe geraken ze op die stier zonder nat te worden?)
  • tijdens een saaie treinreis plots de immer geweldige buze van ’t hof van commerce volgende zinsnede door je iPod horen rappen: “ik ben joenen dessert en ik servere mineign, wuvje kzoe ne kji kun joene zaedel besteihn, mo kgae tniet doen want je riekt nor andjoen
    en jet de contourn van ne waetermeloen”. Yeah!
  • En dan stiekem zin hebben om buze persoonlijk een high five te gaan geven, waar hij zich ook moge bevinden
  • die ene kerel in de belg-reclame van Cha-Cha. Jeweetwel, die ene die moet kiezen tussen Bergen en Mons. En zo content is dan. (l)
  • fietsende mannen in kostuum
  • dat de quiz in Man Bijt Hond nu in huiskamers wordt gespeeld.
  • Ein krokanten stuck fleiss mit chapeloere :aah:

En om een keer van eentwat anders te klapn: nog grappige reclames gezien/gehoord zo de laatste jaren?
Oed under voral nie in È zeg.

lilith denkt na in de stoasje

interview.jpgDe zon scheen zoals ze al jaren niet meer had geschenen, en de drie meisjes waren vrolijk kwebbelend naast me komen zitten op het stationsbankje. Alledrie zagen ze er op een heel andere manier erg leuk en interessant uit, en hun opgewekte gesprek was doorspekt met woorden en accenten die typisch ‘hier’ zijn. Geen “allee” maar “alli”, geen “Ieper” maar “Ipper”, en al helemaal geen “station” maar “stoasje”. Er zijn tegenwoordig teveel stads- en streekgenoten die van thuis uit meekrijgen dat je maar beter beschaafd praat, wil je jezelf ooit lostrekken uit de westvlaamse klei. Dat zou wel anders zijn als iedereen deze drie meisjes zou horen kwebbelen, bedacht ik me, en ik bleef geÔntrigeerd hangen in hun gesprek.

Uit het gesprek bleek dat de drie meisjes net waren afgestudeerd, en dat ze samen dezelfde studies hadden doorlopen. Iets met ergotherapie. Eentje zou in Gent blijven wonen, de anderen wisten nog niet goed waar het naartoe moest. Welke straat? Zijstraatje van de Sleepstraat. Je moet zeker eens op bezoek komen, primitief maar ik maak er wel iets van. Terwijl ik me beelden voor de geest haalde van de tijd dat ik nog in Gent studeerde (en telde hoe lang dat ondertussen al weer geleden was. Drie jaar alweer. Ik had geen idee.) vloeide het gesprek over in een hoofdstukje toekomstplannen.

Het leukste meisje had al drie sollicitatiebrieven geschreven, het meisje dat op Pocahontas leek vier, en het andere nog geen enkele, but hey. En die ene uit hun klas dan wel weer al vijftig. Maar zij hadden zich met zijn drieÎn voorgenomen om enkel te solliciteren voor jobs die leuk genoeg waren. Want je moest tenslotte nog heel je leven werken, en heeul misschien, als ze toch niet in de eerste weken een job vonden die supersuperleuk was, dan zouden ze eventueel iets doen in het begeleiden van kinderen met gedragsproblemen. Voor eventjes zo, niet helemaal binnen hun studies, maar ook best te pruimen.

Even overwoog ik om het te vertellen. Dat niemand zit te wachten. Dat ze je doodslaan met het woord “ervaring”. Dat je best blij mag zijn als je eens wordt uitgenodigd op een sollicitatiegesprek, ook al is dat dan voor een job als schilder/behanger. Want zo wanhopig word je na een tijdje. Maar ik zweeg, denkend aan mezelf drie jaar geleden, en hoe ik wel eventjes bij een lokaal krantje zou gaan werken in afwachting van. En dat dat lokaal krantje zich van mij afmaakte met een standaardbrief. Niet binnen het profiel. Blabla. En ik vond het zo erg oneerlijk voor de drie meisjes, die nog steeds wilde plannen maakten over werken op leuke plaatsen en wel zeker wisten dat het goed kwam. Maar ik zei nog steeds niets, en deed alsof ik naar een konijntje keek dat over de sporen huppelde.

Leuke meisjes moeten het ook met eigen ogen zien om het te geloven.
Dat je in drie jaar tijd meer illusies kan kwijtspelen dan dat je er had gemaakt, bijvoorbeeld.
En dat er achter elke hoek stroomversnellingen liggen, die het dan weer beter kunnen maken. Of erger. Dat dagen vroeger dubbel zoveel uren leken te hebben als nu. En dat ik bijna was vergeten hoe het was om mezelf drie jaar geleden te zijn. Dat het potverdrie toch zo rap gaat allemaal hÈ madam.

Appendix

Sinds youri woensdagmorgen na een pijnlijke nacht in het ziekenhuis werd opgenomen leef ik op het ritme van bezoekuren. Ik wandel de weg naar zijn kamer blindelings, eet ’s middags broodjes ziekenhuis in de cafetaria en keer elke avond een beetje teleurgesteld naar huis als de hoofdverpleegster vertelt dat hij nog te zwak is om de kliniek te verlaten.

Maar gisterenavond veranderde de ‘misschien morgen’ in ‘morgen’.
Binnen een half uur nog een afspraak lopen, en dan ga ik rechtstreeks naar de kliniek met nieuws over ons huis. Als er een opperste macht is die het toch nog goed met ons meent, dan wandelen we straks met een appendix minder en een huis meer het ziekenhuis uit.