Monthly Archives: maart 2006

culinaria

manicmondaylogo.gif Daarrr gaan we weer!

Als je vandaag helemaal zelf kon kiezen wat je at, zonder te moeten denken aan je lijn, je gezondheid of wat anderen daarvan denken, wat komt er dan op het menu? Ontbijt, middagmaal, avondmaal en tussendoortjes, graag.

Ik zou mijn dag beginnen met een grote kom chocopops in ijskoude melk, die dan liefst zo snel mogelijk verandert in ijskoude chocolademelk. Eens dat naar binnengelepeld neem ik als ontbijtdessert van die mini-chocoladekoekjes/croissants/ronde suissen. Rrrr.

’s Middags: spaghetti zoals enkel mijn moeder (en youri, die het recept van haar heeft overgenomen) hem kan maken. Als het even kan met volkorensliertjes, die ik de laatste weken nog meer apprecieer dan witte. Liefst met tabasco en veel kaas.
Fruitsla als dessert graag.

’s Avonds: Spicy Mexicaanse burrito’s met tonnen kaas op in de oven.
Als dessert een soort chocoladetorentje dat hard is vanbuiten en warm en smeuig vanbinnen, met ÈÈn bolleken vanille-ijs op. Verkrijgbaar in Delhaize, geloof ik.

Overheerlijkste tussendoortje: rijstkoeken met preparÈ. Om zot van te komen zo lekker.

Wat heb je altijd al eens willen eten, maar nog nooit de kans toe gehad?

Echte cous-cous. PaÎlla. Mousaka. Japans.

Wat heb je ooit gegeten waarvan je wenste dat je dat niet had gedaan?

Ik heb ooit geproefd van een italiaans pastabordje dat Youri in VenetÔe had besteld, en die was zo pikant dat we een kwartier naar adem en brood hebben moeten happen, want drinken hielp niet. Nooit eerder zoiets slechts gegeten als toen, denk ik.

Kun je zelf koken? Wat maak je het liefste klaar? En wat het beste?

Ik vind dat ik best goed kan koken, al heb ik de grootste moeite om recepten te onthouden. Ook al heb ik iets al tien keer gemaakt, nog weet ik niet meer hoe het ook al weer juist in elkaar zat. En dan is het of improviseren, of raad vragen bij mijn moeder. Ik maak het liefste chocoladetaart klaar met echte cote d’or, waarop iedereen verlekkerd is. Ik veronderstel dus dat dat ook hetgene is dat ik het beste kan klaarmaken, maar mijn curryschotel met kip en kokos is volgens mij ook niet te versmaden, zulle!

Van welke keuken hou je het meeste? Italiaans? Chinees? Of toch maar Vlaamse boerenkost?

Mexicaans, denk ik. Maar Chinees en Italiaans gaan er ook altijd in. De traditionele keuken zijnde vlees/groenten/aardappelen wordt zelden klaargemaakt in de crib, wegens veel te veel leukere alternatieven met pasta, vis en kip.

Petra is verliefd!

beebie.jpgEr zit een tijdslot op mijn geheugen.
Het is een vreemdsoortig embargo waardoor herinneringen voor enkele jaren achter slot en grendel worden geplaatst, om dan als bij wonder plots weer uit het niets te komen bovendrijven.
Vaak heb ik maar ÈÈn woord, beeld of geur nodig om me iets te herinneren dat gedurende vijftien jaar geen enkele keer in me is opgekomen.

Wat las jij eigenlijk als kind?” vroeg mijn broer me onlangs, toen ik vertederd naar een paar van zijn oude urbanus-strips zat te kijken. “Zo goed als alles van Roald Dahl“, zei ik, en ik voelde hoe ik wazig uit mijn ogen begon te kijken. Op dat eigenste moment sloeg de langverloren herinnering bij me in als een bom. Ik hapte naar adem, compleet overmand door een mengeling van verbazing en ontroering.

De Babysitters Club! Honderden boeken van de Babysitters Club!

Mijn broer en ik waren slechts enkele centimeters verwijderd van complete nostalgiehysterie, want ook hij herinnerde zich plots hoe ik uren en uren in de kleine pocket-boekjes van de Babysitters Club had zitten lezen, en niet kon wachten tot ik weer een nieuw boekje kreeg zodat ik de dolle meisjesavonturen van die ¸berhippe babysit-chicks kon verslinden, met hoid en hahr! Ze heetten Gertie, Petra, Joke en something something, en ze konden niet alleen babysitten als de besten op de kids van de buren, maar ze werden ook verliefd op redders en ze maakten hun oorringen zelf.

Voor mij ging het om veel meer dan de verhalen, die ik ÈÈn zomer lang zo maniakaal heb gelezen dat ik het wel zeker wist: ik moest en zou ooit full time de kost verdienen als babysit, ik was vooral gek op de tekeningen op de covers. Steevast zag je ze gevijven leuke dingen doen, als daar zijn: op een zetel de tiener afgeven en bellen naar jongens, verliefd naar een redder staren aan het strand, beenverwarmers dragen die geweldig goed bij het rosse haar van Gertie/Petra pasten, enzovoorts. Kortom: alle dingen die meisjes van negen diggen.

Toen ik tien werd ben ik een spin-off beginnen lezen over dierenartsen ofzo, maar daar zat te weinig seks in, en toen ben ik er maar gewoon mee gestopt.

deze week in knack

knek_kl.jpg

En wat nog veel fijner is: het verschijnen in de nationale media van mijn geliefkoosde uitdrukking “halve wiewies”.

Vanaf dit weekend dan ook hoogstwaarschijnlijk de hoogste nieuwkomer in de zevende dag: “laten we elkaar geen halve wiewies noemen“.

spaak

kommil foo.jpgHet heeft jaren geduurd voor ik ze ¸berhaupt een kans wilde geven. Want Kommil Foo, waren dat niet die vreemde broertjes Walschaerts die in niet nadergenoemde Woestijnvis-programma’s aantraden en daar eigenlijk een beetje het tempo uithaalden? Waren dat niet die half-humoristische sketches die nergens heen gingen, in mijn toen nog zeer jeugdige ogen? Neen, Kommil Foo was niks voor mij.

En toch probeerde tomadde mij te overtuigen van het tegendeel. Hoewel ik besef dat tomadde mijn muzieksmaak wel enigzins kent, en weet waar ik van hou en waar helemaal niet van, was ik ervan overtuigd dat hij met Kommil Foo de bal compleet mis sloeg. Kommil Foo, dat was echt niks voor mij, dus. Na maanden van verwoede pogingen van zijn kant om de wereld van de schoonheid van enkele van hun nummers te overtuigen ben ik uiteindelijk toch gezwicht, en heb ik ÈÈn nummer aan een luistersessie onderworpen. Dat nummer was “Madrid”. Het bleek een wondermooi stukje muziek te zijn met dezelfde stemmen van toen, die plots heel warm en mooi klonken, in plaats van vreemd en een tikje irritant. Een tekst over een verloren liefde en hoe die gevoelens niet altijd snel genoeg weer overgaan. Of toch niet zo snel als je zelf zou willen.

Ik was verkocht, en beluisterde via hun website wat andere nummers. Ik nam ze mee in mijn iPod en in de wagen, en toen was youri ook plots helemaal mee in de hype. De volumeknop ging steevast hoger telkens er in de auto een liedje van Kommil Foo langskwam. En na een paar maanden is het zeer vertrouwd geworden: de autostrade tussen Ieper en Kortrijk, en daar de stemmen van Mich en Raf op. Perfection.

Gisterenavond eindelijk de kans gekregen om ze live aan het werk te zien, en om het met de woorden van Johnny Logan te zeggen: completely blown away! Ik had al heel wat goede recencies gelezen over “Spaak”, en het feit dat ze er de Poelifinario-prijs mee hebben gewonnen in Olland schept natuurlijk verwachtingen, maar hastn: zelden zo genoten van twee uur show als gisteren.

Alles klopte, ik heb gelachen en geknikt, geluisterd en bij momenten zelfs geslikt van ontroering. Als ge dat al amaal kunt!

Bij deze: leve Kommil Foo! Hoe ik daar ooit aan heb durven twijfelen.

manic monday is owkay!

49292_imageMain200.jpgFijn was het zeg, Manic Monday. Al die vieze verhaaltjes over gebarsten tenen en vreemdsoortige putjes in duimen hebben mij doen beslissen om er gewoon keihard mee verder te gaan. Dat wordt dus bang afwachten tot maandag, hastjes!

En dan nu: mijn medisch verleden, open en bloot op het internet.

Heb je ooit een beugel gedragen? Welke herinneringen heb je aan die periode?

Ik heb twee jaar en half een blokjesbeugel gedragen, en ik herinner me vooral de pijnlijke ongemakken van dat ding. De wilde begroetingen van een klasgenootje die steevast zorgden voor een bovenlip die vast zat in al dat ijzer met bloeden als een rund tot gevolg. Al die keren dat mijn elastiekjes spokten tijdens een belangrijk gesprek, en er niet alleen een raar “plong”-geluid uit mijn mond kwam, maar je ook nog eens twee beige draadjes tussen mijn gebit zag hangen, wat werkelijk zeer onaantrekkelijk was. De pijn toen ze mijn beugel hadden aangespannen. En dan uiteindelijk ook die verlossende keer toen hij er na twee jaar en half afzien eindelijk uit mocht, en ik honderd keer met mijn tong over mijn tanden ging omdat ik vond dat ze aanvoelden als kauwgom.

Ben je in het bezit van littekens? Welke?

Zeer weinig. Ik heb drie kleine putjes op mijn knie van in glas te vallen, ÈÈn klein streepje op mijn enkel van blootsvoets door de duinen te wandelen en gegrepen te worden door een vlijmscherp takje, en dan nog eentje in mijn wenkbrauw van een piercing, en hetzelfde geldt voor mijn neus.
Edit: ik was nog vergeten dat heel mijn arm volstaat met verwijzingen naar mijn zondige jeugd, waarin ik samen met mijn vriendjes allerlei veelbetekenende dingen met een breekmes in mijn arm sneed. We waren niet ongelukkig, we verveelden ons enkel in de biologieles, en zo zit ik voor de rest van mijn leven met enkele initialen en een bloemetje opgescheept. O well.

Heb je ooit iets gebroken?

Neen, bones run strong in our family.

Teloefening: hoeveel dagen heb je in dit leven al in een ziekenhuis doorgebracht als patiÎnt? (geboorte niet meegerekend)

Twee, en nog geen enkele nacht. EÈn dag om mijn poliepen te laten verwijderen, en ÈÈn dag voor mijn wijsheidstanden.

Hou je wel of niet van televisie-programma’s waarin open en bloot wordt geopereerd?

Aangezien ik een moeder heb die niet wil toegeven dat ze er zwaar aan verslaafd is heb ik tijdens mijn jeugd zo goed als elke operatie zien uitvoeren op tv. Twee keer ben ik slecht geworden: bij een operatie van een schedel, toen de huid van iemands gezicht zo maar eventjes werd afgetrokken, en bij een routine-operatie omdat ik net spaghetti zat te eten. Nu ik niet meer thuis woon zoek ik het niet op, maar ik ga de programma’s zeker niet uit de weg.

Manic Monday

manicmondaylogo.gifEr zijn mensen die van vragenlijstjes houden, en er zijn er die er walgend van weglopen. Indien u tot de tweede categorie behoort adviseer ik u nu om te stoppen met lezen, en door te klikken naar de linkjes in de linkjesbalk. Mocht u ook al niet houden van linklijstjes in linkbalkjes, dan weet ik het eerlijk gezegd ook niet meer. Om maar te zeggen!

Als u wel van vragenlijstjes houdt dan moet u zeker aan het begin van elke week even langskomen op tales from the crib. Vanaf deze week komt hier namelijk elke maandag een lijstje van vijf vraagjes te staan dat vrij mag worden overgenomen en beantwoord op uw eigenste weblog. Voor inspiratieloze maandagen, dus. In the US of A doen ze het al jaren, en hup hoi, in de vloanders nu dus ook.

Als u wilt mag u ook een linkje naar uw beantwoorde vraagjes in de comments plaatsen, maar u moet niet! U moet niet. Mensen die geen weblog hebben (jep, ze bestaan nog in een verre uithoek van de limburg, naar het schijnt) en mee willen doen mogen ook de comments misbruiken. De antwoorden maak je zo kort of uitgebreid als je zelf wilt. Maar remember kids: uitgebreid is fijner.

Und this zijn de vraagjes van deze week: (die ik zelf ook wel eens beantwoord op een iets later tijdstip)

Heb je ooit een beugel gedragen? Welke herinneringen heb je aan die periode?

Ben je in het bezit van littekens? Welke?

Heb je ooit iets gebroken?

Teloefening: hoeveel dagen heb je in dit leven al in een ziekenhuis doorgebracht als patiÎnt? (geboorte niet meegerekend)

Hou je wel of niet van televisie-programma’s waarin open en bloot wordt geopereerd?

lilith en de oubollige journalistenclan

cameraman2.jpgHelemaal typisch was het.

Ik had zojuist het hele traject van onze tijdelijke verblijfplaats in Gullegem naar het station van Kortrijk, van dat station van Kortrijk via het station van Izegem naar het station van Roeselare, en van datzelfde station van Roeselare naar het stadhuis van Roeselare spotless and clean afgelegd. Ik was gewoon geen meter verkeerdgelopen, en dat terwijl ik zelfs totaal niet bekend ben met Roeselare in het biezonder. Het moge duidelijk zijn: ik moet gewoon over een uitzonderlijk orientatietalent beschikken, ergens diep vanbinnen. Maar typisch als het was ging het net voor de eindstreep natuurlijk helemaal mis: in het stadhuis kon ik nergens de toegangsdeur vinden tot de Gemeenteraadszaal, die ik vaneigens net heel hard nodig had. Ik had al wel een deur gevonden die hoogst waarschijnlijk naar die Gemeenteraadszaal liep, maar die was dicht. Tot plots!

Een oude, gerimpelde hand draaide aan de deurknop die waarschijnlijk naar de Gemeenteraadszaal leidde. Ook nu was die gesloten. Aan de hand echter hing het lichaam van een mens, en die kon ik wel gebruiken. Zeker toen ik zag dat er nog een andere mens bij was die een joekel van een camera rond de nek had hangen. Journalisten, net als ik! Ik trok mijn Canon-rugzak recht en zei: “Hallo, zoekt u ook naar de Gemeenteraadszaal?” De twee oude journalisten keken me aan alsof ik was opgetrokken uit een vieze plakkerige substantie die in de oorlog vele doden had gemaakt in de westhoek. “Voor de uitreiking van de sportpersoonlijkheid, toch?” voegde ik er eventjes voor de duidelijkheid aan toe. De journalisten morden iets tegen elkaar en liepen van mij weg. Aangezien ik toch echt wel een foto nodig had van die desbetreffende sportpersoonlijkheid hobbelde ik wat achter hen aan, als een vriend die ze nooit hadden gewild. Een paar gangen later stonden we gedrieÎn aan de ingang van de Gemeenteraadszaal, tussen een hele bende oubollige mannen in kostuum.

Plots herinnerde ik me weer waarom ik zo weinig mogelijk regionale journalistiek probeer te bedrijven.
Ik was het enige jonge veulen in een clan van oude bloedbroeders die waarschijnlijk op wekelijkse basis in dit stadhuis samenkwam om over politieke agenda’s en schepenen te praten. Ik werd een persmap in mijn handen geduwd door een kalende man, kreeg een stevige handdruk van de schepen van Sport en hoorde hoe de twee oude journalisten zowel hartelijk als storend opdringerig deden tegen iedereen, behalve mij. In een hoekje van de gemeenteraadszaal speelde een tweekoppig bandje “Guantanamera”, de ene jongen op keyboard, de andere jongen op pijnlijk over het hoofdgeziene zang.

Wat volgde was wat ik al lang had zien aankomen. Oude journalisten met pen in de aanslag en camera met supersonische telelens op de borst die heel erg aanwezig stonden te wezen op de eerste rij, terwijl de sportschepen van dienst lokale sportkwinkslagen en insiders uitdeelde aan al die het horen wilde. Ik op de laatste rij, bladerend door een persmap en de zinnen tellend die in de speech stonden, om enigzins een indicatie te krijgen van hoe lang dat grapje nog zou duren. Oubollige journalisten die erg luid en haha-funnay! lachen om grappen die de eerste de beste aflevering van “twee straten verder” niet eens zouden halen. Een sportschepen die een kwinkslag over “de pers” naar de oubollige journalisten in het bijzonder gooit. Diezelfde oubollige journalisten krijgen bijna een orgasme, en verdringen zichzelf en lilith even later om toch maar een foto te hebben van de Roeselaarse sportpersonality van het jaar.

Doe mij maar deskresearch.
Maar dat had ik al gezegd.
Al was dat waarschijnlijk niet luidop, die keer.

Open brief aan de fabrikanten van dikkemensenkledij

170UllaPopkenFloral-Print-L.jpgBeste fabrikanten van dikkemensenkledij,

Ergens tijdens het naaien van de gigantisch tentzeilen the size of canada die u “hippe zomerbroek tot maat 56” noemt zijn er een paar dingen serieus misgegaan, en daar wil ik het erg graag even met u over hebben.

Fact: dikke mensen hebben kleren nodig.

Dat weet u, want het is uw gat in de markt geworden. U verdient uw dikke villa en dikke BMW op de dikke ruggen van mensen met dikke billen, buiken en kuiten. En dat is uw goed recht, natuurlijk.
U keek ooit naar een gevuld achterwerk dat de jeans errond bijna aan flarden liet scheuren, en u dacht: dikke mensen passen niet in gewone mensenkleren. U dacht: ik ga dikkemensenkleren maken en die voor dik veel geld verkopen, zodat die malle dikkerdjes eindelijk ook eens iets aankunnen in hun eigen, niet-standaard maat. Ik vind dat een zeer nobel en bewonderenswaardig initiatief. Maar wat ik dan even niet goed snap: waarom dacht u daar ook nog eens achteraan dat dikke mensen absolute mongolen zijn als het aankomt op smaak/stijl/kleurenleer?

Kijk, ik ben me ervan bewust dat dikke mensen vaak aanzien worden als gezellig en goedlachs, en Margriet Hermans heeft daar niet echt veel goed aan gedaan toen ze verscheidene malen bijna in haar blommekesbroek pieste bij “Zeg eens euh”. Maar wij, gewone dikke mensen die niet in tv-shows optreden, zijn geen clowns, beste fabrikant, en dat hoeft u ook niet van ons te maken. Onze hersenen functioneren op modegebied niet anders dan de hersens van mensen met een standaard-kledingmaat, namelijk. Ik kan snappen dat dit hard aankomt, zo ineens, maar voor eens en voor altijd: wij zien dezelfde dingen als mensen die wel slank zijn.

Wij vinden de potsierlijke bloemetjesmotieven die u ons te pas en te onpas wil laten dragen even afschuwelijk als slanke mensen, alleen hebben wij vaak geen andere keuze. Wij houden evenveel van mooie kleuren als om het even welke andere bevolkingsgroep, maar hoe is het mogelijk dat u onze lijven het liefste wil hullen in de meest extreme vadsige combinaties als lila met vaalgroen? Wij zijn al die tijger-en pantermotiefjesbloezen al honderd jaar zo beu als koude pap, en het is niet omdat wij geen maat 38 bezitten dat wij extreme obsessies hebben voor vormeloze tuinbroeken met een bebloemd boordje aan, of strikjes aan de achterkant van onze broekspijpen, of beertjes op onze truien. Het is niet omdat wij niet slank zijn dat wij ons willen aantoortelen als halve wiewies, beste fabrikant van dikkemensenkledij.

En dus vraag ik u, al is het het laatste wat ik doe: wat is er mis met gewone mensenkledij een maat groter maken? Als dat lukt tot aan maat 46, waarom dan niet tot aan 48, wat zeg ik, misschien wel 50? Of missen mijn dikke mensenhersentjes iets hiero?

Stop alstublieft voor eens en altijd met die zotte folietjes, want we houden er niet eens van. Wij haten uw bleekblauwe wijde jeansbroeken en truien waarin niemand onze borsten nog kan of wil onderscheiden van onze knieÎn. We dragen uw brol omdat we vaak niet anders kunnen, niet omdat we ons er onwaarschijnlijk sexy en aantrekkelijk in voelen. Want inderdaad, daar moet je pas echt helemaal marginaal voor zijn, om te denken dat je er goed uitziet in een ensemble dat “fatso coming through” uitschreeuwt naar iedereen die zich in je buurt bevindt.

U had ons kunnen helpen, beste fabrikant van dikkemensenkledij, maar in plaats daarvan duwt u ons nog dieper in de put, gekleed in een oranje bloemetjesponcho met daaronder een legging met roze katjes op. En het ergste van alles is dat u het ook nog eens aandurft om stukken van mensen te vragen voor uw afgrijselijke tenten ook.

Moge u branden in de hel.

lilith (met een beetje geluk maat 48, vaak met iets minder geluk maat 50)

fashion blunders

tyedye.jpgvreemde dingen die ik ooit droeg

  • groene haarmascara
  • bleke jeansbroeken die niet alleen superwijd waren, maar ook nog eens recht naar beneden liepen
  • een jas van mijn overgrootvader zaliger
  • zelfgemaakte tye and dye-shirts
  • hippybloezen met spiegels en belletjes
  • Doc Martens met gelukspoppetjes aan de veters
  • legerbottinen
  • brede zilveren ringen
  • een wenkbrauwpiercing
  • appelblauwzeegroene vlechtjes tussen mijn roodgeverfd haar (en het was nog eens echt mooi ook!)

vreemde dingen die ik nooit heb willen dragen

  • rokjes
  • buffalo’s
  • anything systËme nouveau of Zinno & fucking Judy
  • hoge hakken
  • nagellak
  • sportschoenen met vering
  • nylonkousen
  • lippenstift

De hippychick die in mij huisde is jaren geleden vermoord met een botte bijl en een waterpijp, maar het ziet er niet naar uit dat de voorwerpen uit het onderste lijstje ooit nog in mijn kast zullen terechtkomen.

Iedereen wordt vriendelijk uitgenodigd om zich in de comments vrolijk te maken over hun mode-verleden, en de tijd dat ze nog band-shirts droegen en alles! Ahahaaa!

bill is alles kwijt

kwijt.jpg“Billtje, kom”, zei ik.
“Kom, Billiewilliebillie!”
“Billie, kom eens naar ze vrouwke”
“Psssskrrrrwpss”, deed ik.

Maar niks hielp.
Vanachter de zetel keek Bill me met gebroken, vreemdstaande ogen aan.
“Het is door de verdoving”, zei mijn moeder.
Maar ik was wel zeker dat het door al zijn esoterische olieÎn was, dat hij ineens niet meer blij was om zijn moeder te zien.

“Billie” zei ik, enigzins teleurgesteld.
“Ze vrouwke komt speciaal een half uur met de auto naar hier gereden om je te zien.”
Weer die gebroken blik.
Een iet of wat verwijtend zuchtje ontsnapte zijn boezem, en toen, ja toen kwam hij ineens wankelend vanachter de zetel vandaan, duidelijk in een rotbui.

“Waar is mijn huis, lilith?” klonk het, met een iets hoger stemgeluid dan normaal.
Hier kon ik duidelijk niet onderuit.
“Het huis is verhuurd aan andere mensen”, zei ik, “maar we hebben al een nieuws huis, een leuker, en we doen ons best om het snel klaar te krijgen. Dan mag je er ook in. Met ons. En het heeft massief parket en alles.”
“En dat hoor ik nu maar of wat?” Misnoegd en trillend op zijn achterpootjes zag ik hem van mij wegstrompelen richting eetbakjes.

“Hij eet bijna niet meer”, sprak mijn moeder, enigzins bezorgd.
Mijn hart brak.

Naast zijn vertrouwde huis, zijn vertrouwde baasjes en zijn vertrouwde zetel is Bill eergisteren ook nog eens al zijn vertrouwde mannelijkheid verloren.

“En denk dus maar niet dat ik het hierbij laat”, aldus een korte reactie van Bill, die het hier duidelijk niet bij zal laten.