old farts

old-bday_lady.jpgIk heb maag- en urinesondes overleefd, en ik kan u verzekeren dat vooral het verwijderen van de eerste sonde niet bepaald een herinnering is voor rond het haardvuur met een pak pringles in de aanslag. Ik heb kleine schuurwondes aan mijn rug en nek door bij uitermate hoge temperaturen pogingen te doen om mij te verleggen zonder de wondjes aan mijn buik open te rijten. Ik ben kotsmisselijk en kortademig geweest doordat een verpleegster mij veel te snel rechtop heeft laten zitten in een ziekenhuisstoel. Ik heb in vijf nachten hooguit vier uur geslapen, wat een absoluut dieptepunt in mijn relatie met Morpheus was: zelfs op het folkfestival van Dranouter sliep ik meer.

Bovenstaande ongemakken vielen allemaal nog mee in vergelijking met mijn encounters met twee vrouwen van middelbare leeftijd die mij in de loop van vijf dagen als roommate werden toegewezen. Als er ÈÈn reden was dat ik op dag vijf overwoog om uit het raam van de vierde verdieping te springen, dan gaan alle credits naar hen.

De eerste dag van opname maakte ik kennis met L., een praatziek mens van 74 dat geopereerd was aan een navelbreuk. Naar eigen zeggen was ze content dat die “knurfte” eindelijk weg was, waarop ze meermaals blazend over haar navelstreek wreef alsof ik zo beter zou snappen wat een knurfte was all about. Het was een mooi begin van een relatie waarvoor ik binnen enkele maanden waarschijnlijk in therapie zal moeten gaan.

Het probleem met oudere vrouwen is dat ze geen seconde kunnen zwijgen. Dat komt doordat ze luidop denken, en van omstaanders verwachten dat zij luidop met hen meegaan in dat warrige denktreintje. Ik ben meer iemand die veel denkt, en in vergelijking met oudere vrouwen immens weinig zegt. Het verschil is dat ik enige vorm van kwaliteitscontrole uitvoer op mijn woorden, en L. dus niet. Als een gemiddeld vrouw zevenduizend woorden op een dag zegt, dan trok L. het nationaal gemiddelde al omhoog enkel met de meldingen van dingen waar ze niet meer tegenkon na haar twee hartaanvallen. (parfum, lawaai, kinderen, het geritsel van kranten, televisie, dieetvoeding, warmte, koude, zeep, bezoekers, geen bezoekers, die verpleegster wel maar de andere niet, ziekenhuisbrood, …)

Hoewel ze beweerde niet tegen lawaai te kunnen heeft ze vier dagen tegen me aangetetterd als een mitraillette die afging. Ik ben niet zo’n smalltalker als ik net mijn maag heb laten halveren, en dus kreeg ik constant uitingen van medelijden op mijn bord: “Je bent niet in je haak, hÈ, Kellytjen. Ik zie dadde. Ik zie dat rap, zo’n dingn. Gij wilt dat niet gewet’n en, maar ik zien dadde.” Binnensmonds riep ik alle vloeken die ik kende op L. af, in de hoop dat ze eindelijk eens drie seconden zou stoppen met babbelen. Het heeft niet mogen zijn, en toen ze op mijn vierde ziekenhuisdag uit het ziekenhuis ontslagen werd en er zowaar bijna een emotioneel moment van probeerde te maken (“achter vier doagn zijde toch al een beetse an malkander gehecht hÈ kellytjen”) was ik zo blij dat ik wel kon huilen. Rust, allesoverheersende rust!

Twee uur later zwaaide een ambulancier de kamerdeur open om een bed binnen te rijden waarop de zeer hardhorige B. lag, een meer dan waardige opvolger voor L. Even oud, ook een navelbreuk, even babbelziek maar tien keer geschifter. Na amper twee uur in dezelfde kamer begon ik L. bijna al te missen. Als kiespijn, MOEWAHAHA! (6)

Nog meer dan L. was B. compleet geobsedeerd door het laten van winden. Nog zoiets: blijkbaar bestaat er een regel dat alle elementaire beleefdheid wegvalt eens de ziekenhuisgrens binnen, zodat iedereen zomaar mag beginnen keiharde scheten laten in het bijzijn van anderen, en dagen mag vullen met erover te vertellen. B. was bij haar vorige ziekenhuisopname drie dagen langer moeten blijven omdat ze geen “winden kon maken”, en dus probeerde ze de komende anderhalve dag in mijn gezelschap te ruften alsof haar leven ervan af hing. En het spijt mij stijf, maar op vragen als “Ej gij al vele wienden kun’n loat’n?” kan ik niet anders dan gedegouteerd staren. Ik ben een vrouw, ik laat geen winden. En als ik er al zou laten zou ik zeker geen behoefte hebben om erover te praten met iemand die geen andere ambitie in het leven heeft dan de grootste, knallendste wind te laten het moment dat de verpleegsters binnenkomen met het middagmaal, om toch maar naar huis te mogen gaan.

Ook fijn: hoe B. van mijn laatste ziekenhuisnacht een hel heeft gemaakt door enkel te willen slapen met het TL-licht aan en om de vijf minuten luid te roepen “IS DAD EEN MACHINE DIE BUIT’N AANSLAAT?!!!” *lilith schrikt zich een aap* “IK GELOVE DAT REGENT!!!” *hartstilstand nummer twee* “IK EN BIJNA EEN WINDE KUN’N LOSN!!!” *begraaft hoofd in kussens en hoopt op verlossing die nooit gekomen is*

Een verzoening tussen mij en de bejaardencommunity is enkel nog mogelijk als ze mij al hun geld geven. En zelfs dan vrees ik er immens hard voor.

Reacties

  1. karo

    hahaha, heb me weer kostelijk geamuseerd met het lezen van uw blogje haha, gij daarentegen hebt het precies moeilijker gehad
    LOL!

  2. pricelessmingvase

    howhow. Dees komt mij allemaal zoooo bekend voor! Heb verpleegkunde gestudeerd. Maar dat van die winden heeft niks met het passeren van de ziekenhuisgrens te maken hoor! Dat is eigen aan bejaarden. Degoutant. Scheten tegen de sterren op. Liefst nog als ge hun gat aant afkuisen zijt of aant wassen zijt. En rochels ophoesten in uw gezicht, en boeren laten zonder zich te excuseren. Precies of die dingen zijn even aanvaard als ademen. Echt waar, er is een goeie reden waarom ik bij de prematuurkes ga werken zenne. (I’m looking at you, nasty elderlings!)

  3. Met het oog op mijn nakend ziekenhuisbezoek ben ik plots bijzonder blij dat er bitter weinig bejaarde dames in de materniteit resideren. OEF!

  4. i.

    Magische woorden: “hospitalisatieverzekering” en “vergoeding van de opleg voor een eenpersoonskamer”. Doen!

  5. anais

    Oh. My. God. Dat kom je toch alleen in de Westhoek tegen denk ik… Leuk stukje!

  6. flowerangel

    oei
    Dat komt nu mss verkeerd over. Kbedoel dus wel de vreselijk zagende oude menskes he, NIET de ongelooflijke hilarische Lilith :)

  7. Jammer dat je niet meer de kans hebt gehad om Duitsland-Polen samen met hen te bekijken. Oorlogsverhalen ‡ volontÈ!

  8. Blij te horen dat het allemaal goed is gegaan en nog steeds goed gaat :)

    Die oudjes, daar kan je niet omheen. Gelukkig ben ik de twee keer dat ik op pneumologie lag gespaard gebleven, ik denk dat de verantwoordelijken ervoor gezorgd hebben dat ik twee keer alleen lag op een eenpersoonskamer om mij te sparen van al dat gehoest. In Brussel, voor mijn transfer back to Oostende, lag ik op de kamer met een chronische bronchitis-patiÎnte die ’t niet kon laten mij in alles goede raad te geven, allÈ tussen de hoestbuien door dan.

  9. March

    Mijn zus heeft heeft ook al tweemaal het “geluk” gehad om als -30-jarige met dolgedraaide bejaarden op een ziekenhuiskamer te liggen. Nu ik ook jouw verhaal lees, organiseren de hospitalen dat volgens mij zelf zo, in het kader van psychologische experimenten.

Reageer zelf

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>