lilith en de warrige specialiste

kalenderblaadje87.jpg“Hihihi. Hi”, zei de specialiste. Ze tikte iets in op haar toetsenbord. Uit beleefdheid schonk ik haar een glimlach terug, en ook om de ongemakkelijke stilte op te vullen, en de gedachte weg te duwen dat ik misschien een superlachwekkende aandoening had. Ik was nog harder in de war dan toen ze vijf minuten eerder erg stuurs had gereageerd op een casual opmerking van mij die eigenlijk een hihi had moeten uitlokken. De daaropvolgende minuten werd ons contact er niet beter op.

Er was geen oogcontact. Er werd weer gegiecheld op rare momenten, door haar, allesbehalve door mij. Ik moest aan dat programma op Vitaya denken met die schaamtelijke ziekten. Die ik trouwens niet heb, mind you, bloglezers. Toen keek de specialiste heel serieus op van haar tikwerk: “Alles is heel normaal”, zei ze. Nou, dat vond ik niet. Al helemaal niet toen ze ook nog eens minutenlang in zichzelf begon te praten, en tegen haar computerscherm, in medisch jargonees, waardoor ik na een tijdje geen idee meer had of ik überhaupt al eens persoonlijk werd aangesproken in het half uur dat ik er zat, of me gewoon keihard belachelijk had gemaakt door af en toe “ja” en “neen” te zeggen. Plots onderbrak ze haar gemompel: “We gaan eens zien of we je er nu tussen kunnen nemen”, zei ze, en ze deed teken met haar hand dat ik recht moest staan. Op dat moment zag ik dat haar kapsel wel erg was blijven hangen in de eighties.

“Wat gaan we doen?”, vroeg ik, omdat ik dat niet wist.
Ik kon me weinig momenten herinneren waarop ik zo hard in de war was geweest als nu, hier, in de deuropening tussen haar kabinet en de lange witte gang.
Ze rolde bijna met haar ogen: “Dat filmpje van uw hart”.
Ik wist helemaal niet van een filmpje van mijn hart. Had deze informatie deel uitgemaakt van haar interne speech achter de computer? Was ze toch tegen mij aan het praten geweest, en had ik alles gemist? Was er reden om aan te nemen dat er iets mis was met mijn hart? Ik heb een goed hart, dammit.

tftcdag87.jpg

“Als het hartfilmpje klaar is mag u het busje naar boven nemen.”
Ze schonk me samen met die uitspraak een glimlach van alles komt in orde kind.
Ik staarde haar aan.
Ik stond boven. Er was helemaal geen busje.
Ik was in het ziekenhuis voor een routinecontrole.
In het ziekenhuis rijden geen busjes.
“Of u kunt ook naar huis gaan”.

Achtennegentig euro later deed ik dat dan ook maar.
Eén van ons beiden moet dringend wat minder joints roken, iets anders kan ik echt niet uit concluderen uit deze blogpost.

Reacties

  1. Misschien zit er te veel medische stuf in haar hoofd, heeft ze in haar studententijd te veel dope genomen om “erdoor” te geraken , oftewel is ze nog vrijgezel en is ze daar ongelooflijk door gefrustreerd! Vreselijk zo’n dokters, die je alleen maar de daver op je lijf bezorgen , waardoor je gaat denken dat je serieus ziek bent, maar het misschien alleen om een beetje geldklopperij gaat!
    groetjes

  2. RL

    Ik dacht tot de laatste zin dat je gewoon heel vreemd gedroomd had ;-) Spijtig genoeg niet blijkbaar…

  3. Ann

    Euhm, ben je zeker dat je bij de juiste dokter zat?! En dat zij de juiste patiënte in gedachten had en je niet verwarde met iemand anders? Zo spooky…en bevreemdend. Al veel dokters gezien, maar dit gelukkig nog nooit meegemaakt! Ga maar eens bij iemand anders, zou ik zeggen. Echt gerustgesteld en geholpen zal je je nu toch niet voelen.

  4. Suzanne

    Doet me een beetje aan Kafka denken. Of inderdaad aan één van die übervreemde dromen die heel erg realistisch aandoen.

  5. Owkeej, ik dacht dat ik de afgelopen dagen raar deed door mijn nieuwe pijnstillers (de apotheker zei tg de mama: ze zal daar nogal high van worden)…

Reageer zelf

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>