“Je zult het wel niet zo bedoelen”, zei Mirjam op mijn Facebookpagina, “maar ik lees veroordeling in je blogpost. Net of je vindt dat alle ouders die veel speelgoed in huis halen het slecht aanpakken.” Toen ik mijn blogpost herlas dacht ik: “Ze heeft gelijk”. Ik deed exact waar ik zelf zo hard kriebels van krijg: een opvoedkundig waardeoordeel uitspreken. En dat had ik eigenlijk niet moeten doen.
Ik snap waarom ik het deed. Ik snap het vanuit mijn achtergrond, ik bedacht me ook dat het me zo fel maakt omdat er een pak andere dingen spelen die ik eigenlijk niet in mijn post heb opgenomen. Maar dat het eigenlijk allemaal op hetzelfde neer komt: natuurlijk doet elke ouder het vanuit liefde, een kind verwennen met speelgoed. En wie ben ik, met mijn kind van nog geen zes maanden die in zijn mond steekt wat ik hem geef, en niet zaagt als ik hem iets niet geef, om te zeggen dat anderen het slecht aanpakken met hun kinders. Kinders die op school worden aangepraat dat een bepaald stuk speelgoed zo cool is dat het niet te snappen is dat je het niet in huis hebt. Die elke dag de druk van de reclame en de Studio 100-merchandising op zich af zien komen.
Ik denk dat ik me vooral daar kwaad over maakte. Niet over die individuele ouders, die blij zijn als ze de gezichten van hun individuele spruiten zien oplichten als ze thuiskomen met een tof stuk speelgoed. Wel over het feit dat al die ouders het gevoel krijgen dat ze niet anders kunnen, omdat de manier waarop we met kinderen en met bezittingen omgaan in dertig jaar zo hard veranderd is. Omdat het nooit meer genoeg lijkt. Waardoor kinderen de kans niet meer krijgen om tegen hun twaalfde al deze dingen te hebben gedaan. (bedankt voor de link, Tine!)
Ik sta nog altijd achter mijn vurig betoog, alleen was het meer gericht tegen een zeer moeilijk te stoppen verandering in opvoeding, niet tegen iemand in het bijzonder. Niet tegen u in het bijzonder, speelgoedkopende ouder met de beste bedoelingen ter wereld. Sinds ik een kind heb doe ik mijn petje af voor alle ouders, trouwens. Superhelden zijn het. Maar ook alle mensen zonder kinderen vind ik tof. *wijst*