Monthly Archives: maart 2018

Gastblog: Talitha van Talitha heeft een blog

garrhet-sampson-178990-unsplashEr zijn mensen die dus die veertig dagen bloggen uitdoen. Echt waar een welgemeende proficiat aan elk van hen, want it takes doorzettingsvermogen, serieuze planning and cojones. Een van die doorzetters is Talitha, wiens blog ik intensiever ben beginnen volgen dankzij deze lijst van deelnemers (waar trouwens een boel toffe blogs op te vinden zijn, voor mensen die leesvoer zoeken).

Waarom ik bij Talitha bleef hangen? De redenen zijn veelvuldig: Talitha schrijft supertof. De naam van Talitha haar blog begint met dezelfde letters als mijn blog. Talitha is afkomstig uit hetzelfde boerendorp als ik, en ging zowel naar dezelfde lagere school als dezelfde middelbare school als ik. Ze heeft van schrijven haar job gemaakt, maar dan niet onder de kerktoren, maar in Amsterdam. Mijn haar was ooit een beetje zoals dat van Talitha. Eigenlijk doet Talitha mij nogal hard aan mezelf van tien jaar geleden denken: ambitieus, kinderloos, zot van taal, en ze eet even graag taart, maar heeft zo te zien in tegenstelling tot mezelf van twaalf jaar geleden geen maagverkleining in het verschiet. Bless her. 

Dat is nog het meest onnozele: hoewel Talitha in dezelfde koffiehuizen wareert als ik en blogt hebben wij elkaar nog nooit ontmoet. We gaan daar eens verandering in brengen, ik voel het aan mij theewater.

Toen zij op het idee kwam om met gastbloggers te werken dacht ik: awel ja. Dus schreef ik deze post. En zij deze, speciaal voor jullie:

—————————————————-

“Je moet je passie vinden.”

“Je moet van je hobby je werk maken.”

“Je kan alles hebben wat je wil, als je er maar hard genoeg voor werkt.”

Uuuugggh. Millennials, amirite? Oké, ik geef toe: ik ben zelf ook zo’n grijp-het-leven-keihard-bij-de-ballen-exemplaar uit het gezegende jaar 1991. Ik ben ‘creative copywriter’ bij een ‘digitaal mediabedrijf en contentmarketingbureau’ enal. Ik typ op een MacBook Air en eet al eens een avocado en hou van ingewikkelde koffies van vijf euro. Toch zat ook ik met mijn ogen te rollen toen Kelly en Anouck in de derde aflevering van Werk & Leven deze welbekende inspirational millennial Pinterest-ellende opdreunden. (Voor alle dertigers onder jullie die nog steeds afgeleid zijn door mijn geboortejaar: ik weet dat het voor u lijkt alsof ik dus 12 ben, maar ik ben 26. Ik heb precies hetzelfde met wettelijk meerderjarigen uit 2000. Geloof me.)

Een heel interessante aflevering, vond ik, over passie in je werk en leven. Daarom duik ik ook graag even in het labo voor een staalafname: hoe gepassioneerd ben ik op dat vlak?

Wat wilde je vroeger worden?

Als kind wilde ik binnenhuisarchitect worden. Lekker specifiek. Omdat ik interieurboekjes leuk vond. En graag tekende. Vooral woonkamers. En oké, omdat er ooit een mevrouw over zo’n tekening had gezegd: “Wauw, zo gedetailleerd, zelfs met stopcontacten! Je zou binnenhuisarchitect moeten worden!” en ik als zevenjarige nu eenmaal bijzonder hard openstond voor carrièreadvies van een volslagen onbekende mevrouw. Op de middelbare school is die droom samen met mijn gebrekkig ruimtelijk inzicht en talent voor meetkunde in het water gevallen.

Hoe gelukkig ben je met je huidige job?

Laatst zei een bloglezer dat ze mij als een workaholic millennial zag. Iemand die lééft voor haar job. Dat beeld was gebaseerd op een momentopname in mijn leven: een periode met een gigantisch werkproject, waardoor ik dagenlang 11 uur op kantoor doorbracht en één snede brood met Nutella als lunch at. Terwijl ik ook privé nog grote projecten oppakte. Met als gevolg dat ik de meest hysterische en mentaal uitgeputte blogposts in de geschiedenis van #40dagenbloggen uit mijn toetsenbord ramde.

Maar dat was een periode. Doorgaans kader ik mijn werkdagen netjes af. Zodra ik thuis kom en – bh uit, chill pants aan – op de bank neerplof, glijden alle werkgerelateerde besoignes bijzonder makkelijk van me af. Ik ben ook faliekant tegen structureel overwerken: voor een belangrijk project wil ik gerust extra uren draaien als het dan af is, en ook goed is, en ik er trots op ben. Sure. Maar ik maak er geen gewoonte van. Daar vind ik mijn huis en mijn Lief en mijn kat en mijn vrije tijd veel te leuk voor, dank je feestelijk.

Wat is je passie?

Goh. Wat maakt iets een passie? Een onstuitbare drang bezitten om datgene te doen? Of dat het allerleukste ter wereld vinden? Of is het zo simpel als iets waar je talent voor hebt?

De rode draad doorheen mijn leven is taal. Ik studeerde literatuurwetenschap. Ik verslind boeken. Mijn werk is schrijven. En ik blog. Ik schrijf af en toe voor Bedrock.nl en Charlie Magazine. Ik heb als columnist gewerkt. Als freelance copywriter. Maar toch durf ik schrijven niet mijn passie te noemen. Ik voel die drang bijvoorbeeld niet. Ik heb niet gevoel dat ik moét schrijven om gelukkig te zijn. Ik leef er niet voor.

En ik vind het niet altijd leuk. Zeker als het een moetje is, kan het uren duren voor ik eraan begin, gewoon, omdat ik écht geen zin heb. Totdat ik ga zitten en m’n laptop openklap en eraan begin en na vijf zinnen al in de flow zit en ja, oké, het toch wel leuk vind. Maar ik begin meestal niet bijzonder enthousiast aan dat schrijven. (Ook niet voor dit stuk.)

Ik durf wel te stellen dat ik goed ben in schrijven. Maar ook niet zó goed dat het mijn ultieme roeping in het leven is.

Dus ja. Is schrijven mijn passie? Ik weet het niet. Maar het lijkt me ook niet zo belangrijk om dat te weten. Wat ik wel weet is dat dit de eerste job is waarbij ik zo hard het gevoel heb dat ik het kán. Een job die ik leuk vind. Eentje die ik niet snel zou verruilen voor iets zonder schrijven. Wat ik weet is dat het woord ‘passie’ heel gewichtig klinkt, maar eigenlijk vrij weinig betekent. Schrijven is niet alles, is niet mijn leven, is niet het enige wat ik kan of leuk vind.

Ik sluit me dan ook aan bij Anouck’s standpunt dat je prima meerdere passies kan hebben. Dat je alles wat je graag doet en goed kan en boeiend vindt kan combineren om iets te doen in je leven dat je écht blij maakt. En ja, misschien is dat dan lastig te definiëren als één duidelijke ‘passie’. Maar dat boeit toch geen ene pepernoot? You do you, girl. En laten we die hele term en alle druk die erbij komt kijken gewoon lekker verbannen naar tegeltjesteksten op de virtuele prikborden van deze wereld, where they belong.  

Typte ze vol passie op haar MacBook Air.

(Maar wel een beetje tegen haar gedacht. Want bleh. Schrijven.)

Wil je meer lezen van Talitha? Allen hierheen!

lilith weet nog altijd niet goed waar haar passie ligt

foto: ellen van den bouwhuysen

foto: ellen van den bouwhuysen

Er zijn een paar termen waar ik stress van krijg.
Moederinstinct. Buikgevoel. Passie. Roeping. In je kracht staan. Ah neen, bij dat laatste geen stress, enkel gefrons.

Maar ik weet dus zelden waar mensen het over hebben bij de eerste vier.
Of ik weet wel waar ze het over hebben, maar ik krijg stress omdat ik zelf niet weet wat of waar dat van mij zich bevindt.

Net daarom vond ik episode 3 van onze podcast Werk & Leven weer zo leuk om maken: die gaat namelijk over al dan niet je passie moeten vinden en volgen.

Je kunt hem hier beluisteren, en als je je abonneert via iTunes, dan krijg je elke keer een update als er een nieuwe podcast is.

Doen zulle!

Dingen die ik deed toen ik geen veertig dagen bleef bloggen

28660973_193804111380004_4878385616150069248_o
  • fruitsla maken
  • groentjes roosteren
  • zwemmen
  • wandelen
  • in bad liggen met een boek
  • naar Blind Getrouwd kijken
  • wenen in mijn auto op de parking van de Aldi
  • naar de muur staren
  • veel cappuccino’s en verrassend lekkere alcoholvrije Gin Tonics drinken in tof gezelschap
  • slapen. En nog slapen. En me nog altijd niet uitgeslapen voelen, maar dat komt vast wel weer
  • neen zeggen op nochtans toffe dingen
  • het niet zo erg vinden dat ik de veertig dagen niet uit zal maken
  • dit stuk over prinses haar lepels lezen, en een en ander herkennen, net als van de vorige keer dat ik bijna door mijn lepels heen zat

Het was leuk, ik heb weer wat dingen geleerd over hoe ik blog (die ik binnenkort eens ga delen), en ik ben blij dat ik ondertussen voel wanneer iets van leuk naar ‘er net te veel aan’ gaat. En besef dat ik dan gewoon mag stoppen van mezelf. Lord knows dat dat ooit heel anders was. Ik hoor die stem van die ene collega bij Flair die ik ooit over mij hoorde roddelen dat ik een opgever ben bijna niet meer in mijn achterhoofd. You know who you are. *wijst*

Dus merci, gij allen, om met zo veel zo enthousiast te komen lezen.
En merci ook voor de warme, lieve, boeiende reacties op mijn vorige post, die deden deugd.
Ik hoop dat jullie dat blijven doen nu ik weer op een iets grilliger en minder voorspelbaar blogpatroon overstap.

(de foto hierboven hoort bij een stuk dat in Femma staat. Ik heb zo hard met die tekening moeten lachen. Ahaha. Geweldig gedaan, Rutger Van Parys!)

lilith voelt haar hart breken boven een potje garnalen

IMG_2271Een tijd geleden overleed de meme van Liese.
Daar schreef ze dit mooie stukje over.
Over de meme die honderd werd.
En hoe hard ze haar zal missen.

Ik las het en was vooral blij dat ik niet kwaad was.

Mijn kwaadheid, die duikt op de gekste momenten op, namelijk.

En ja, al eens als mensen in mijn ogen te lang blijven hangen in verdriet om een hele oude oma die gestorven is. Wat hadden ze dan gedacht, hoor ik mezelf denken, dat hun oma wel voor eeuwig zou blijven leven? Als enige oma ooit? Een paar jaar geleden zat ik zwaar geïrriteerd in mijn auto naar Studio Brussel te luisteren omdat de hele wereld zo’n drama maakte van de dood van David Bowie, een man die ze niet eens persoonlijk hadden gekend. Typisch voor mensen die zelf geen nabije doden hadden te betreuren en zich dan maar wentelden in iets dat in mijn ogen weinig impact op hun leven had. Hoor ik mezelf dan denken.

En dan wil ik wegkruipen onder mijn jas omdat ik ook wel weet dat het niet helpt, en een beetje flauw is om daar mijn kwaadheid op te richten. Omdat die mensen echt aangeslagen zijn door de dood van hun muzikale held. Omdat ik weet dat dat hun goed recht is. En dat oude oma’s verliezen die de negentig hebben gehaald helemaal niet impliceert dat het verdriet minder waard is dan dat van mij.

Zo kan ik kwaad worden op mensen die publiekelijk treuren om hun overleden kat.
Een hamster of kanarie vind ik nog erger.
Dat durf ik haast niet schrijven maar ik doe het toch.
Zo kwaad dat ik daar soms voor kan zijn.

Trots ben ik er nooit op.
Ik weet dat hun verdriet oprecht is.
Dat dat verdriet er ook in duizendvoud mag zijn.

Er schuilt jaloezie in mijn gedachten, en bitterheid.
Ik zei altijd dat het geen zin had om kwaad te zijn, want op wie?
Ik zei dat ik dus niet kwaad was.
Wie had er immers schuld aan, dat mijn kindjes geen oma’s hebben?
Niemand. Niemand had beloofd dat er oma’s zouden zijn.
Neen, ik wist niet op wie ik kwaad moest zijn, dus deed ik het niet.

Dacht ik.
Tot er dus iemand treurt om een kat op Facebook, of om een hele oude grootouder.
Dan slaan mijn ogen aan het rollen.
Dan voel ik mijn vuisten ballen in mijn zaken.
Dan vind ik dat zij minder recht van spreken hebben, met hun voorspelbaarder verdriet.
Neen, trots ben ik daar niet op.

Net zo min op de momenten waarop ik zou willen roepen dat het allemaal niet zo simpel is als de kindjes even een weekend bij de grootouders doen zodat wij tijd hebben voor onszelf. Soms wil ik roepen dat alle oma’s dood zijn, terwijl ze nog lang geen zestig waren, mijn mama zelfs nog lang geen vijftig, en dat ik dan wel doe alsof dat meevalt, maar dat het dat echt niet altijd doet.

Dat ik denk dat veel van mijn vermoeidheid te maken heeft met al meer dan tien jaar geen moeder meer hebben om op te trommelen of tegen te zagen of dingen van te verwachten. En dat mijn schoonmoeder dat met veel liefde overnam, maar dat zij er ook al een hele tijd niet is. En dat ik zeer blij ben met iedereen die helpt en met de opa’s die keihard hun best doen, maar soms ook gewoon boos ben en vind dat iedereen met dode katten moet zwijgen.

Ik was dan ook opgelucht dat ik het bij de post van de powermeme van Liese niet had.
Ik vond het jammer voor haar, kon ook snappen dat het zeer doet.
En toen vriendin I. onlangs vertelde dat haar oma was gestorven had ik het ook niet.
Was er weer plaats voor empathie.
Gelukkig, dacht ik.
En dat mijn kwaadheid misschien aan het passeren was.

Maar gisteren reed ik voor mijn werk naar de zee en hoorde ik mensen praten met het Koksijds accent van mijn moeder en mijn pepe. Allebei dood.

Ik bracht garnalen mee, vers van de boot, en toonde ’s avonds aan Dexter hoe je die pelt, zoals ik het leerde van mijn ondertussen dode mama en mijn ondertussen dode pepe, waar ik dus geen foto’s als deze meer naar kan sturen.

IMG_2269

En dan ben ik toch soms nog een beetje kwaad.
Ook al weet ik niet op wie.
Dan stuur ik een sms’je naar mijn papa en dan zegt hij dat ze inderdaad trots zouden geweest zijn.
Dan ben ik ook een beetje blij.
Ook al weet ik niet voor wie.

Ik denk dat het erbij hoort.
Maar trots ben ik nu ook weer niet.

Deze post maakt deel uit van de 40 dagen bloggen-challenge. Dit is dag 26/40. Ik heb 2/6 van mijn skipdagen gebruikt. 

[onze bouw] van eerste spadesteek tot ruwbouw

IMG_3092

We kochten dus een lap grond. Toen moest er veel nagedacht worden, want we wilden er een crib op laten bouwen die aan onze goesting voldeed. Geen sleutel op de deur dus. Er werden aannemers gezocht, en een architect, en we deden van eerste spadesteek, waarop de foto hierboven werd genomen.

Toen er plots echt iets begon te gebeuren op ons lapje, vlak voor de zomervakantie van vorig jaar, en toen alles plots snel begon te gaan, toen wilde ik daar eigenlijk een tentje opzetten om te blijven kijken. Zo zot. Zo indrukwekkend. Dat was wel ons huis he. En elke dag werd dat hoger en hoger. Ik zweefde bijna.
4. Op de werf.Alleen duurde de vreugde niet bijzonder lang. Al ergens op dag vier werd er een muur verkeerd gemetst. Wij moesten dat vaststellen, want niemand die het had moeten zien zag dat. Het zou de story van onze bouw worden, die eerste maanden. Fouten, nog fouten, wij die met de meetlat overal op moesten zitten. Waanzin was het. En toen vertrok onze ruwbouwaannemer ook nog eens met de noorderzon. Net nadat onze dorpels verkeerd werden geplaatst, en de ramen daardoor niet konden opgemeten worden. Wat ons gigantisch veel vertraging opleverde.

De ramen die voor het bouwverlof van de zomer zouden opgemeten worden werden uiteindelijk eind november opgemeten. Eind januari zaten ze erin, in plaats van in september, ergens.

15. de werf

Al mijn vertrouwen in de goede afloop was weg.
Er waren weken waarin ik al misselijk werd als ik nog maar aan ons bouwproject dacht.
Zat ik in de eerste weken constant rond de crib te hangen, dan werd deze periode getypeerd door “ik wil er niks meer over horen”. En veel wenen. En niet kunnen slapen.
En vreselijk kwaad zijn. Op mensen die hun werk niet deden.
Op mezelf, omdat ik me had laten wijsmaken bij de bespreking van de offerte dat ze dat wel zouden doen.

Omdat er stenen loszaten.
Omdat elk bezoek aan de werf een nieuwe fout leek op te leveren.
Omdat diegenen die het moesten oplossen niet meer bereikbaar waren.
Omdat we van bepaalde mensen zo veel meer hadden verwacht.
Omdat het suckte.
KEIHARD.
Veel harder dan ik me had ingebeeld, en ik had me best wel bouwmiserie ingebeeld.
Maar niet zoveel miserie, bij elke stap.
Niet zoveel onkunde en boertigheid.
Ik heb me in mijn leven nog maar weinig zo in het zak gezet gevoeld.

Het is gelukkig ook weer beginnen keren.
Waarover meer in deel drie.

Deze post maakt deel uit van de 40 dagen bloggen-challenge. Dit is dag 25/40. Ik heb 2/6 van mijn skipdagen gebruikt. 

5 beelden, 5 dingen

IMG_2250IMG_2243IMG_223928783618_1762174030528621_8235449225706471424_nIMG_2256
  1. Sinds ik niet meer op Instagram zit neem ik veel minder foto’s. Dat is eigenlijk maar goed ook, want ik verzoop in de foto’s. Nu maak ik aan het einde van de maand zelfs een selectie van de beste, en die loopt met moeite in de tientallen, terwijl dat niet eens zo lang geleden over honderdtallen ging. Good riddance, vind ik.
  2. Na drie nachten van bijna twaalf uur slapen voel ik dat ik er nog niet ben. Ik blijf moe, en voel me een beetje uitgewrongen. Mijn rechterschouder zit vast en ik heb hoofdpijn. Gelukkig heb ik ondertussen wel een week verlof ingepland, op een moment waarvan ik anders zou vinden dat het compleet niet uitkomt want dicht tegen de paasvakantie en een hoop verplichte brugdagen aan, maar kijk, het zal echt moeten om mijn hoofd even te laten rusten. Geen zin om nog eens twee weken te zitten wenen zonder stoppen. Been there, done that, bought the t-shirt.
  3. Op dat vlak weet ik ook nog niet wat ik met de veertig dagen bloggen challenge ga doen. Het is tof enal, en het is ook niet dat ik het tegen mijn zin doe, maar tegelijk is het toch ook iets dat er nog eens bijkomt. Ik word er wel blij van, maar ik voel dat ik de laatste dagen weinig zin heb om ideeën te bedenken en wat vooruit te werken. Met een drukke week voor mij en weinig zin om een uur van deze zondag te spenderen aan mijn blog zou het kunnen dat ik ergens ga stranden. Geen ramp, maar het kan ook dat het zover niet komt en ik morgen fris en monter opsta met een hoop goesting en inspiratie.
  4. Ik heb de laatste dagen meer tv gekeken dan in de zes maanden ervoor. Omdat ik ook als ik niks doe het gevoel heb altijd te zitten inhalen in de vorm van het volgen van online cursussen en podcasts en blogposts. Dit weekend was het wat “Comedians in Cars Getting Coffee” op Netflix (love love love) afgewisseld met wat “Call the midwife“. Niet dat ik er mijn aandacht geweldig bij weet te houden, maar ik probeer tenminste om ondertussen niks anders te doen.
  5. Hoe tof is het uitzicht in de nieuwe crib? Vanmorgen heb ik me eventjes met de kindjes op onze poep op de nieuwe chape gezet en geluisterd naar de geluiden. Die er niet waren, behalve die van vogels en als je heel goed luisterde die van een boer die stille voort ploegde. Maar jongens toch, wat een zaligheid, eigenlijk.

Deze post maakt deel uit van de 40 dagen bloggen-challenge. Dit is dag 24/40. Ik heb 2/6 van mijn skipdagen gebruikt. 

hoe de crib verkocht werd zonder dat de crib werd bezocht

IMG_2238Youri en ik hadden heel wat scenario’s in ons hoofd als het over de verkoop van de crib ging.
Dat niemand zou willen komen kijken. (niet gebeurd, het aantal aangevraagde bezoeken kunnen we kort omschrijven als ‘niet normaal’)
Dat mensen direct zouden willen komen kijken, die avond al. (dat was ons zo voorspeld en dat bleek ook zo)
Dat er met tijd wel geboden zou worden op de crib, maar dat mensen daar misschien twee bezoeken voor nodig zouden hebben en we er dus nog niet direct zouden zijn.

Wij hadden geen zin om een paar keer per week door de crib te lopen met vermoeide en verwarde kindjes rond onze benen, en dus dachten we: we organiseren een kijkdag. Als er twee mensen interesse hebben heb je immers al een kijkdag. Een gemak.

Deden die twee zielen dan geen bod (toch eerder waarschijnlijk, dachten wij, want wij kennen er duidelijk iets van), dan zouden we bij interesse een nieuw kijkmoment organiseren, zodat we konden bundelen en maar één of twee of drie keer babysit moesten regelen. Hopelijk geen twaalf. We zouden wel zien.

Woensdagavond ging het verkoopszoekertje online.
In de loop van donderdagnamiddag bleek dat ik al met gemak een kijkdag of vier kon organiseren, en dat het zo lang duurde voor ik contact opnam dat mensen kwamen aanbellen en op twee stappen in de crib een bod stonden te doen.

Ik was nog maar net bekomen van de shock toen de bel opnieuw ging.
Wat me deed beseffen dat een nieuwe strategie zich opdrong, wilde ik niet zot worden in eigen woonst.

Ik wil het dan ook correct spelen. Ik had de eerste tien mensen die gebeld hadden naar de notaris mooi properkes in die volgorde ingepland op de kijkdag, en hen beloofd dat er daarvoor niemand zou bezoeken. Ze mochten gerust zijn. Als ze direct na hun bezoek aan de crib een bod deden bij de notaris hadden ze eerste kans, en daarna een half uur later de tweede, etcetera.

Ik wilde op vrijdagochtend net naar de notaris bellen om te overleggen toen ik een minuut voor half negen nog even mijn mailbox opengooide en een bod zag. Met handtekeningen en alles. Mind you: niemand had op dat moment de crib bezocht. Wat bleek? De nummer twee op de lijst van de kijkdag wilde de crib zo graag dat ze de vraagprijs boden. Zonder bezichtigen. Op basis van de foto’s alleen. SAY WHAT?

Ik liet mijn notaris dan maar eens bellen naar die mensen, met waarschuwingen en alles.
Maar ze wisten wat ze deden.
En ze wilden na twee jaar zoeken naar een huis zoals de crib het risico niet lopen om het te mislopen aan de eerste op de lijst van de kijkdag.

En zo kwam het dat ik “bieden zonder bezichtigen” googelde.
Me ervan vergewiste dat dat kon en mocht.
Zo kwam het dat de nieuwe bewoners de crib maar voor het eerst bezochten toen ze hem al hadden gekocht.
Een rare blind date, maar wel een toffe, met koffie en al ineens een straf verhaal.

Al een chance, ze waren content met hun aankoop.
Wij ook met de verkoop.

Het leven is aan de rappe, en wij doen zondag geen kijkdag.
Net als alle komende zondagen.
HOERA!!

(EINDE)

Deze post maakt deel uit van de 40 dagen bloggen-challenge. Dit is dag 23/40. Ik heb 1/6 van mijn skipdagen gebruikt. 

lilith gaat van kaka naar tjakkaa (of toch ongeveer)

IMG_2236Vanmorgen had ik het vlaggen. Dat zat er al een paar dagen aan te komen. Heel veel verschillende dingen door elkaar op mijn to do lijst. Een deadline waarbij dingen niet gaan zoals gepland en ik op de tijd van een telefoongesprek van drie cases naar een terugval. De ontlading van de snelle verkoop van het huis, misschien. En dan vannacht: Dexter die nachtmerries combineerde met een plots opstekende nachtelijke jeukaanval en ik die klaarwakker lag vanaf één uur, piekerend over de stomste dingen eerst. (geloof me vrij)

Vanochtend stond ik op, en was de blauwe lucht in mijn hoofd loodgrijs.
Alsof de gevoelstemperatuur in de loop van de nacht met 20 graden zakte.
Moe.
Triest.
Wenen en alles.
The works.

Gelukkig had ik het zien komen.
Ik heb mezelf op dat vlak goed leren kennen, de laatste jaren.
Ik weet dat ik al te lang aan het doordoen ben zonder break.
En dat ik dringend een moet plannen, maar geen idee heb wanneer dat nog eens kan.
Ik weet dat de zelfzorg op dit moment op niks trekt.
Ik weet dat er dan een dag komt waarop er niet veel nodig is om het niet meer te zien zitten.
Vaak net in een periode dat alles behoorlijk vlot.
Ik weet ook dat dat geen reden tot paniek is. Niet wil zeggen dat ik het niet aankan. Dat het gewoon is wat soms gebeurt.

Ik weet dat het een combinatie is van veel dingen.
Kindjes die hun furten op hun al gestresseerde moeder uitwerken en de moeder die zich dat persoonlijk aantrekt omdat ze moe is.
Dingen die niet gingen zoals ik wilde.
Gesprekken die zijn blijven hangen.
Een ordinaire tegenslag die mijn gemoed omduwde als een dominosteen.

Gelukkig weet ik ondertussen dat er een paar dingen zijn die ik dan kan doen.
Los van me vol zelfmedelijden op een glas witte wijn storten, want daar ben ik gelukkig mee gestopt.

Shortcuts om van kaka naar tjakkaa te gaan, toch minstens een klein beetje.

  1. Naar buiten gaan. Is bijna altijd stap één, als het enigszins kan. Ik word 9 keer op 10 beter van een wandeling. Zelfs in de regen, zoals vanmorgen. Doe er een zee bij en het is vaak nog beter, maar daar geraak ik tegenwoordig minder dan ik zou willen.
  2. Goed janken. Mag om alle miserie zijn, maar ik vind het vaak nog leuker om bewust naar bleittelevisie te kijken. Bevallingsprogramma’s ofzo.
  3. Een plan maken. Vaak crash ik omdat ik stress heb vanwege geen overzicht. Dan helpen er twee dingen. Een lijst maken met to do’s tot ik er geen meer kan bedenken, en daar dan een concreet plan van maken. Of: alles opschrijven waar ik me zorgen over maak, en per puntje nadenken over een oplossing, zoals ik ooit in dit stuk las: 3 Morning Journaling Techniques I use to tackle Anxiety. 
  4. Iets gezonds eten. Soep ofzo. Of een kom fruitsalade. Ik heb de neiging om bij trieste gevoelens naar iets vettigs te grijpen, maar dan voel ik me nog mislukter. Een berg groentjes snijden kalmeert mij, trouwens.
  5. Een bad nemen. Dat helpt bij mij zo goed als altijd. Nog beter: een boek lezen in mijn bad. Liefst een motiverend.

Na punt één (een wandeling in de regen met Flo, die thuis was van de crèche en hopelijk geen borstvalling zal overhouden aan het onbesuisde gedrag van haar depri moeder) was ik er al weer half door, en ik kan zeggen dat een goede kom soep en wat zelfcompassie veel hebben gedaan om de knop een duw te geven.

Morgen ga ik weer zwemmen.
Dat voelt achteraf toch ook altijd als een klein succesje op mijn mouw spelden.

Heb jij tips om van alles is kaka naar het gaat weer iets beter te gaan?
Deel ze gerust in de reacties.

Deze post maakt deel uit van de 40 dagen bloggen-challenge. Dit is dag 22/40. Ik heb 1/6 van mijn skipdagen gebruikt. 

lilith verkocht haar huis razendsnel (en vertelt hoe ze dat deed)

IMG_2230We gaan jullie verhaal hier de volgende twintig jaar niet snel vergeten“, zei de notaris gisteren, toen we de compromis van ons huis gingen tekenen. Met moeite vijf dagen nadat de crib op immoweb stond. “Wij ook niet“, zeiden wij, nog bollewaarde van de vijf dagen die geweest waren. Maar boven al ook ongelooflijk blij. Ik was langer bezig met het regelen van een telefoonkaart om de verkoop van de crib in goede banen te leiden dan met de verkoop zelf.

Ons droomscenario was dit: snel een volgens ons goed bod krijgen. Geen weken of maanden aan een stuk rondleidingen moeten geven. Pijnloos verkopen. Liever dat dan hopen op gouden bergen en dan voorhebben wat de verkopers van het huis naast dat van ons (een identiek huis, maar met meer werk aan) voorhebben: dat het al bijna een jaar te koop staat. Daar hadden wij geen zin in. Ik weet niet wat het is geweest. De prachtige foto’s van Lieselot? Mijn tekstje erbij? De stijl van het interieur? Toch de prijs? In elk geval: wat volgens mij gigantisch heeft geholpen om het hoofd koel te houden was deze blogpost van Dietemiet die ik enkele maanden geleden met bovengemiddelde belangstelling las: Hoe verkoop je snel je huis?

polenlaan_00032
Toen ik de post gisteren herlas kwam ik tot het besef dat ik heel veel van haar tips heb gevolgd. Met succes, gelijk ze zeggen.

Dit zijn (na eenmalig een huis te hebben verkocht) mijn belangrijkste tips om vlot te verkopen:

  • laat je huis schatten en vraag dat bedrag. Of een klein beetje meer. Wij hebben het twee keer laten schatten door verschillende experts, voor iedereen die bang is dat we veel te weinig hebben gevraagd. En we hebben er nog een beetje bij gedaan. Niet gigantisch veel. Nadat het de eerste keer werd geschat hebben we ons budget voor de bouw opgesteld, met de geschatte prijs in gedachten. Alles dat erbij kwam was dus extra. En we hebben de vraagprijs gekregen. Er was zoveel interesse in ons huis dat mensen wilden opbieden, maar wij waren heel duidelijk van in het begin: wie als eerste de gevraagde prijs bood, had de crib. Hierover meer in puntje twee.
  • denk na over je droomscenario. Als dat bij ons was geweest “250000 euro krijgen voor de crib”, dan hadden we het helemaal anders aangepakt dan nu. Maar dat was ons droomscenario helemaal niet. Wij wilden niet te veel tijd en energie in de verkoop stoppen, en een volgens ons correcte prijs krijgen.
  • denk na over je strategie. Voor zowel Youri als ik was het van in het begin duidelijk: wij hadden geen zin in opbieden en de stress die daarbij komt. We hadden ook weinig zin in constant mensen over de vloer krijgen die minder of meer wilden betalen, of commentaar zouden hebben op het feit dat ons dak nog niet geïsoleerd was. Onze strategie was: al biedt de tweede 50000 euro meer, de eerste die de vraagprijs biedt is gewonnen.
  • doe je best. Wij hadden het ongelooflijke geluk dat Lieselot de foto’s wilde komen nemen, maar dat ging niet vanzelf. Er werd serieus opgeruimd, nagedacht over het gevoel dat we op de foto’s wilden creëren (“denk vakantiehuis”, zoals Dietemiet het zo mooi zegt), ook de foto’s laten nemen kostte wat tijd en er moesten babysits ingeschakeld worden. Maar ik ben er ernstig van overtuigd dat dat ons zoveel tijd heeft uitgespaard aan zaterdagen en zondagen die nu niet meer gereserveerd moeten worden voor eindeloze huisbezoeken.
  • toon ook het leven, niet alleen het huis. Dit is iets dat ik in mijn workshop “content marketing” vertel aan mensen die teksten willen schrijven voor het internet. (ja, ik geef die! Waarover hier later meer) Tuurlijk is het boeiend en goed om weten hoe groot de oppervlakte van de woning is, en hoeveel toiletten er zijn, maar het spreekt nog meer aan om te zien hoe fijn wonen het is. Door te vertellen over dat heerlijk jaagpad langs het water, en de wandelingen naar de markt. “Wij zouden dat zelf nooit zo doen“, zei de notaris gisteren, maar ik zag dat ze zich met mij afvroeg waarom eigenlijk niet. Een huis kopen, daar horen emoties bij, net zo goed als specificaties.

Wij hebben maar één bezoek gehad, en het was dan nog een heel gek. Als ik het mag vertellen van de nieuwe eigenaars dan doe ik dat wel nog eens, want het is een behoorlijk zot verhaal.

Een hele dikke merci aan Dietemiet om haar kennis en ervaring te delen. Het heeft voor ons een serieus verschil gemaakt. (en het originele artikel staat nog vol tips, zeker gaan kijken als je overweegt om je huis te verkopen!)

Deze post maakt deel uit van de 40 dagen bloggen-challenge. Dit is dag 21/40. 

Werk & Leven: behind the scenes

Werk&Leven_Kelly&Anouck-63Vanmorgen hadden Anouck en ik een opname voor Werk & Leven. Wij moeten altijd geweldig hard lachen omdat dat meestal zowat het laatste is waar we tijd voor hebben: een podcast opnemen. Maar we doen het gewoon standaard toch.

Het is zo leuk om doen dat alleen echt zieke kindjes ons kunnen tegenhouden.

We hebben aan het begin van ons eerste seizoen alle beperkende gedachten bepaald die we willen behandelen. In aanloop naar de opname slaan we elke apart aan het brainstormen, en dat gooien we dan in de mix met heel veel koffie op de opnamedag zelf.

IMG_2213

Zo ontstaat er een soortement van script. Waarna er een soortement van opname gebeurt, bij Anouck in de logeerkamer.

IMG_2221

Hier waren we al weer klaar. De tijd vliegt veels en veels te snel when you’re having fun.

IMG_2223

Die podcast, die zorgt voor zoveel bulderlachen en energie dat ik er alleen maar heel blij mee kan zijn. En als dan blijkt dat jullie ons laten weten dat jullie ook nog eens graag komen luisteren, dan is dat nog een heel tof extra cadeautje.

De tweede episode over onze menages staat nu online.
Check it out!

Deze post maakt deel uit van de 40 dagen bloggen-challenge. Dit is dag 20/40.