Eerst moest ik nog heel hard lachen om de crisis.
Compleet met op mijn rechterbil slaan met vlakke hand en alles.
De crisis, haha. Stemmingmakerij van die dekselse Paul D’hoore was het, niet meer dan dat.
Van dezelfde aard als de vogelgriep, de dioxinecrisis, de varkenspest, ons land dat op springen staat en de waaslandwolf: als je je televisie uitzet heb je er compleet geen last meer van. En anders eigenlijk ook niet.
En dus wuifde ik de crisis nonchalant weg met mijn handje, en had ik wel betere dingen te doen dan hamsteren en steenkool inslaan en nog andere dingen die mensen die in crisis zijn doen. De crisis, dat waren de anderen.
Maar toen, toen was er ineens een vergadering op de werkvloer, en daarna nog één. Een heule, heule serieuze vergadering. Er werd een project voorgesteld met een naam die in het begin nog een beetje lachwekkend was, en tussen collega’s onder elkaar werd vergeleken met de titel van een boek van Aspe. Wahaha. Maar toen ze plots lampen begonnen uit te draaien in de gang wegens De Besparingen was de lol er ineens wel af.
De Besparingen zorgden er algauw voor dat mijn bureau in een nog veel grotere puinhoop veranderde dan anders, omdat de schoonmaakster minder vaak komt schoonmaken. En door De Besparingen lopen de vuilnisbakken ineens ook keihard over omdat niemand nog snapt hoe het zit met papier ophalen en wie dat dan wel moet doen. En ik kan me vergissen, maar ik verdenk het keukenpersoneel ervan om sinds De Besparingen ongevraagd minder mayonaise op onze broodjes te doen dan in de gouden jaren 2008. Maar kijk, à la crise comme à la crise, natuurlijk.
Tot twee weken geleden. “Lilith”, zei collega R. “Ik heb slecht nieuws”.
Ik zette mijn gezicht op dat ik altijd gebruik als iemand slecht nieuws voor me heeft.
Een soort “laat maar komen, Grietje”-gezicht, maar dan zonder de warme gloed die verjaardagen en het vallen van groteske dobbelstenen met zich meebrengen.
“Het is de kar”, zei collega R.
Ik voelde hoe het bloed uit mijn gezicht weg trok.
“Ze stoppen met de kar. Door De Besparingen.”
Collega R. keek me bezorgd na toen ik “O neen, toch niet De Kar???!!!!!” schreeuwend door de gang rende, op zoek naar enige vorm van houvast. Die er niet kwam.
Jawel, beste vrienden, als u dit leest moeten wij op Het Bedrijf dankzij De Besparingen zelf achter onze koffiekoeken gaan. Naar de keuken, helemaal beneden. Het begin van het einde.
Sorry, dat vind ik nu eens zo intriest dat ik wel weer moest beginnen bloggen.
En jullie? Moeten jullie ook al Besparen?
En hebben jullie nog werk, eigenlijk?
Babbel er gerust over in mijn kotteken, het is hier volledig crisisproof. ;)
(Volgende keer: ben ik zwanger, of toch niet?)