Monthly Archives: juli 2004

Lilith begint opnieuw

U durfde het me waarschijnlijk niet vragen, en dat snap ik best. Hoe het komt dat het deeltje waarin staat dat ik kill bill-schoenen ga kopen als ik nog anderhalve kilo afval niet meer wordt besproken. Waarom ik doe alsof dat deel niet meer bestaat. U kent het antwoord waarschijnlijk zelf al, en dus vraagt u het niet. Maar het geeft niet, ik vertel het u zelf wel.

Die 18.7 kg, die trouwens ooit een stuk meer was, is nu al weer een stuk minder. Toch volgens de weegschaal, die mij vanmorgen het slechte nieuws meldde na meer dan een maand genegeerd te zijn. Alsof hij me wilde straffen voor mijn totale gebrek aan interesse: ‘Goeiemorgen, trut. Wil je weten hoeveel je weegt? Ben je zeker? VEEL!’ *weegschaal grijnst en verdwijnt uit beeld*

Ik heb geslikt, ook al had ik natuurlijk zelf al door dat er een paar kilo lilith was bijgekomen. Na het slikken heb ik even overwogen om treurig in een hoekje te gaan zitten, en te zuchten dat het allemaal niet eerlijk is. Want zij mogen alles eten, en ik niks. Als ik triest ben wil ik eten, dus ik zag de bui al een beetje hangen. Maar ik heb me verzet met alle macht die ik nog in me had, dat heb ik! Ik heb een schriftje genomen, er de datum van vandaag in geschreven en ik heb al mijn punten opgeschreven, zoals ik het vroeger meer dan een jaar aan een stuk heb gedaan. Ik heb fruit gegeten, in plaats van een chocoladekoek, en ik heb de overheerlijke kip met frietjes van Youri’s moeder laten staan voor een slaatje met appels en witlof. Ik heb gefitnesst vanmorgen, en deze namiddag heb ik mijn oude vriend de hometrainer van stal gehaald. Vergeet die min 18.7 kg, doe alsof u hem niet ziet staan. Ik kan niet blijven teren op resultaten die ik meer dan een jaar geleden heb behaald. Ik begin opnieuw, met het gewicht dat vanmorgen op de teller stond. Die kill bill-schoenen zijn ondertussen toch al een beetje passÈ.

Overdonderd worden, en dan sterven

De Amerikaan naast ons, die gedurende de hele vliegreis had liggen snurken, opende zijn ogen net op het moment dat het vliegtuig over VenetiÎ vloog. ‘Daar ligt het’, dacht ik, met open mond koekeloerend door het kleine venstertje. Een massa water, en dan een stad, helemaal volgebouwd en bij de eerste aanblik al even surrealistisch als bij de laatste. De Amerikaan uitte zijn verbazing luidop: ‘Look, it’s the leaning tower!’ Zijn metgezellen knikten, eveneens onder de indruk. If this is Monday, it must be Italy.

Vanuit de lucht leek VenetiÎ niet eens zo heel ver van het vaste land af te liggen, maar vanuit de boot wilde de stad maar niet dichterbij komen. Gelukkig valt er in de lagune meer dan genoeg te zien: watertaxi’s (die eigenlijk gewoon peperdure speedboten zijn die mannen met een te hoog jaarinkomen en hun blonde, uit zonnebril opgetrokken deernes naar de stad sjeezen), lieflijke kleine eilandjes waarop ÈÈn villa staat, hier en daar een hoop kleine eilandjes die er ongebruikt uitzien, en water, enorm veel water. Telkens we ergens aanmeerden leek het alsof de boot tegen een rots onder de waterspiegel aanknalde en het geluid van krakend ijzer resulteerde in verschrikte blikken van de VenetiÎ-newbies die we toen met z’n allen nog waren. Een uur en vijfentwintig minuten later ging de eerste echte schok door de boot: vanaf het schitterende helgroene water komt het uitzicht over de aanlegsteigers van San Marco overdonderend aan. De toeristen staakten hun gefotografeer: zoveel schoonheid kan zelfs de beste camera niet vastleggen.

Tijdens het uitstappen kwam de tweede schok: VenetiÎ wemelt van de toeristen. Wemelen, met een heel erg grote w. Het San Marcoplein deed denken aan de dagen na de dood van koning Boudewijn, toen duizenden mensen hun vorst wilden gaan groeten. Het bleek de rij te zijn naar de ingang van de Basiliek. Geen enkele basiliek is het waard om langer dan een uur onder de blakende zon te gaan staan, en dus zetten we onze weg verder.
Op weg naar ons hotel werd al snel duidelijk dat een kaart in VenetiÎ heel erg nutteloos is: de straatjes zijn zo klein dat je ze zo bent voorbijgelopen, en de beste manier om VenetiÎ te verkennen heet ‘goed geluk’. Het was aan onze zijde, gelukkig.

Een andere manier is de stroom toeristen te volgen, die allemaal op weg zijn naar dezelfde plekken: de Rialto-brug, vlakbij ons hotel en ongelooflijk gezellig om er ’s avonds aan de rand van het water iets Italiaans naar binnen te werken. Het San Marco-plein, waar het goed verbroederen is met gevederde vriendjes en Japanners, en de aanlegsteigers voor de gondels, waar het goed verbroederen is met Japanse vriendjes en gondeliers die stukken van mensen vragen voor een tochtje over het Canal Grande.

Gedurende vijf dagen heb ik geprobeerd om achter de schermen te kijken. Om iemand te betrappen die heel het Venetiaanse ballonnetje doorprikte. Om plots achter een muurtje te kijken en te zien dat het allemaal ÈÈn groot decor is, dat er wel auto’s rijden en dat het een fabeltje is dat alles, maar dan ook alles er per boot moet gebeuren. Maar ik zag niks: geen kartonnen muren, geen studiobelichting die de perfecte lichtinval over het Canal Grande regelt, geen styliste die de zongebruinde Italianen vertelt welk kostuum ze best dragen. Na vijf dagen was het nog altijd heel moeilijk te geloven dat de stad gewoon echt is. Dat je, als je er een wasmachine koopt, moet wachten tot ze hem met een bootje komen brengen. Dat de ambulance er gewoon een speedboot met een sirene is. Dat het ondanks de grote massa ÈÈn van de allermooiste dingen is die ik al ooit heb gezien. En dat het er nu nog steeds ligt, mooi te wezen in de mooie lagune.

Rept u erheen, voor het te laat is en de stad is overleden aan de overvloed aan bezoekers, die net als wij heel mooie dingen hebben gezien.

Meer foto’s.

En hoe is het met jullie?

venetie.jpg

Of we goed thuis zijn gekomen? Ja hoor, best wel, behalve alweer meer dan een uur vertraging en wat lichte turbulentie viel de trip VenetiÎ-Brussels goed mee. Wat we ondertussen hebben gedaan? De vierhonderdennegen foto’s op de computer gezwierd en in een diavoorstelling gesmeten zodat we onze trip nog eens konden herbeleven met ‘That’s Amore’ van Dean Martin op de achtergrond. Dean is duidelijk ooit in VenetiÎ geweest, dat kan niet anders. Genoten van alle blogpopverslaggevers, met enige vertraging. Jullie hebben dat goed gedaan, al zeggen we het zelf!
Geslapen hebben we ook, in ons eigen bed, zonder schreeuwende Italianen om twee uur des nachts en onder een aanvaardbare nachttemperatuur, zonder het gezoem van killermuggen rond onze oren. Je zou bijna vergeten dat ook dat mogelijk is. Vanmiddag spaghetti (ja echt!) gaan eten bij mijn ouders, en de foto’s laten zien. En straks beginnen we aan onze officiÎle tripreport. Maar eerst de leukste foto’s eruitpikken. En nog eens naglimlachen om onze dolle fratsen op het San Marcoplein. Onder andere. Het is heel erg mooi geweest.

Fun runs wild

Goeiemiddag allen.

Sinds begin deze maand ben ik vijf dagen per week te bewonderen als attractie-operator (lees: knopjesduwer en kindjestemmer) in Bellewaerde Park, net zoals de vorige twee jaar overigens. De laatste keer dat ik als kind het park heb bezocht moet eind jaren ’80 geweest zijn, maar ik meen me nog te herinneren dat het allemaal geweldig was. Groot is dan ook de cultuurschok wanneer je plots elke dag moet gaan arbeiden in een plaats die grotendeels is opgetrokken uit vage jeugdherinneringen en in primaire kleuren geschilderde gezelligheid.

Ik ben nu immers zelf de Meneer (of bij uitbreiding, le Monsieur). Ik mag graag denken dat de Meneer voor sommige kinderen een soort mythologisch figuur is, een indrukwekkende verschijning in een bijzonder foute groen-en-oranje bermuda-en-polo combinatie die niet enkel gezag heeft over hen, maar ook over hun ouders. De Meneer die met een mysterieuze glimlach het ingangspoortje van de attractie benadert, opgewacht door glinsterende kinderoogjes en nerveus gefluister, een groepje binnenlaat, dan verdwijnt in zijn bedieningscabine en met een simpel handgebaar de attractie in werking zet. De Meneer die, door zoveel routineuze elegantie en zwijgzame behulpzaamheid, het respect wint van iedereen die zijn pad kruist.

De realiteit is jammer genoeg iets minder poÎtisch. De job van een Meneer komt neer op twee dingen: geduwd en geschopt worden door kinderen en ouders alike, en proberen te overleven in een hok van anderhalf vierkante meter waar het ofwel vriest ofwel warm genoeg is om schoenzolen te doen smelten.

Nog mooier wordt het wanneer ouders je aanwezigheid proberen te gebruiken als drukkingsmiddel. Genre “Willem, kom daaraf, de Meneer zegt dat het moet”, gevolgd door een vette knipoog in mijn richting en complete onverschilligheid van mijn kant. De Fransen doen er vaak nog een schepje bovenop. “Guillaume ! Le Monsieur va se facher !”, waarbij ik dan word verondersteld me boos te maken op een vijfjarig kind om een reden die ik meestal zelf niet ken. Gelukkig ben ik gezegend met een bijzonder boosaardig oog, wat volstaat om de meeste kleuters twee keer te doen nadenken. Pogingen om collega’s deze skill aan te leren hebben tot nog toe weinig vruchten afgeworpen.

michel.jpg

Blijven proberen, Michel!

Emoties faken. Ik kan het niet. Nu niet, vroeger niet, nooit niet. Het idee alleen dat ik mijn gezicht in een lach moet plooien, of mijn stem verheffen zonder dat het oprecht is. Laat staan bulderlachen om de zoveelste bezoeker die voor de honderdduizendste keer dezelfde dwaze grap maakt. Het zal wel een soort sociale handicap zijn, maar dan wel ÈÈn waarop ik bijwijlen een soort vreemde trots over voel. Iemand onder jullie die zich hierin herkent ? Misschien kunnen we wel een zelfhulpgroep oprichten, genre Fight club, elke vrijdagavond samenkomen en gezellig niet om elkaars grappen lachen. Of neen, laat maar.

Ik denk dat ik het hierbij laat voor vandaag – immers, morgen komen Kelly en Youri terug van hun avontuur in het Brugge van het Zuiden. En geen doordeweeks verhaal over vakantiewerk kan op tegen de stortvloed van schitterende foto’s en ditto verhalen die ons allen te wachten staat. AdiÛs, ik vond Blogpop geweldig dit jaar (afsluiter was wat lauwjtes, maar soit) en ik hoop van u hetzelfde.

Flintstones, Meet the Flintstones

Vanavond is er weer zo’n keuze tussen twee films op VT4.
Mij krijgen ze nooit zover om te stemmen. Televoting gaat absoluut aan mij voorbij. Vandaar dat K3 ook niet naar het eurovisiesongfestival mocht.

Waarom moet ik uit mijn zetel opstaan, mijn gsm nemen en dan als een gek berichtjes sturen met diegene die mijn voorkeur krijgt? Kunnen ze niet gewoon es afwisselen? Vandaag film 1, morgen film 2? Dan krijgen we in elk geval minder herhalingen.

Toen ik voor een Missverkiezing werkte, haatte ik het zo erg om overal reclame te maken voor de televoting. Weet je dat je bij die verkiezing meer dan 60.000 televotingstemmen kan registreren op zes maand tijd? En voor de tweede ronde, die maar drie weken duurt, bijna evenveel? Het idee dat dat een eerlijke stemming is, gaat aan mij voorbij. De kandidates ronselen sponsorgelden. Met dat geld wordt dan ÈÈn avond een Call-center afgehuurd dat dan een massa berichtjes stuurt. De beste gesponsorden winnen vaak.

Geen televoting voor mij. Ik heb er gewoon geen vertrouwen in.

Maar Ik hoop dat The Flintstones winnen. Die K-911 heb ik al tientallen keren moeten zien.
Flintstones zijn fun, in een rustig tempo, vol leuke “moderne” gadgets.

Ik hou het hierbij wat betreft mijn gastblogavontuur. It was fun, en ik hoop dat ze nog vaak op reis gaan ;) Al was het maar om het gastbloggen. Al die verschillende karakters, invalshoeken, emoties. Gewoon alsof je op tv naar Friends kijkt.
Morgen is het de laatste gastblogdag. Ik kijk alvast vol nieuwsgierigheid uit naar de laatste gast.

Maar nu es gaan zien wie er won.
Hopelijk The Flintstones.
Ik ga alvast mijn gsm halen en beginnen stemmen.

En het werd zomer …

Heb je dat al ooit voor gehad?
Je hebt verlof, je begint uitgeslapen te raken na een paar dagen.
Als je wakker wordt, weet je wat voor geweldigs je die wil doen.
Je kijkt buiten, en de zonestralen doen met je mee.

Alleen, die buik voelt vreemd aan..

Na een kwartiertje weet je het al. Je gaat vandaag niet buiten. Jouw plaats vandaag wordt het bed, afgewisseld met het toilet.

En net dat heb ik vandaag voor.

Op zo’n dagen word ik melancholisch. Radio aan, muziekje zoeken, radio weer uit. Cd-speler aan, Roger Whitacker erin. Na tien minuten Ann Christy erin.

En plots. Zonder reden, waterlanders.
Tien minuten heb ik daar zonder reden zitten bleiten. Geen idee waarom. Als vent wordt je niet verondersteld te huilen.

En dan kreeg ik een telefoon. Mijn vriendin. Ze voelde plots dat ze me eens moest bellen.

Telepathie? Toeval? Liefde? Geen idee, maar ik kreeg het plots wel warm …

Heb jij al ooit zoiets voor gehad?

The Audience is listening…

Nee, jullie willen niet weten waarom ik net nu wakker ben …

Maar omdat mijn lichaam zich toch even wilde rechtzittend wil houden, toch even binnen wippen.

Waarom in Godsnaam die lelijke foto? Jeezes, hoe zie jij er uit, man! Hey, die foto ken ik nog! Man, wat was jij toen in de wind gezet!!!

Jaja, vrienden van me komen ook langs. En die vrienden kennen die foto nog. Ik heb ooit es in een vlaag van nieuwsgierigheid een reis geboekt naar Ibiza. Neen, niet om op de meiden te gaan jagen. Geen Bakvissen en Garnalen voor mij. Neen, ik wilde zon, dat wel. Maar vooral was ik benieuwd naar de marketingmachine van enkele megadancings aldaar.

Op een avond waren mijn vriendin en ik al aardig in de bubbels gaan zitten, toen we naar het vissersdorpje gingen. Veel vissers wonen er vast niet meer: de ene bar naast de andere vol house, dance en trance lawaai.

Opvallend waren de vele groepen van “circusacts”: jongens en meisjes, net twintig, in outfits die hun moeder schaamrood zou geven. Slangen, vuurspuwers, … allemaal spektakel om bezoekers naar de grote discotheken te lokken. Heel wat jonge gasten wilden persÈ met die schaarsgekleede jonge deernen op de foto. “Voor ons moe, die ga denken da’k daar allemaal mee uit gegaan ben.” “Voor op cafÈ bij de Vettige Jos, zijn broek zal afzakken van goesting”. Hilariteit alom bij de collega-fuifbeesten. Ik denk dat ze het vooral als persoonlijke trofee bewaarden in hun portefeuille, als herinnering aan de grote hoeveelheid lef om de vraag te stellen.

Mijn vriendin werd wel twintig keer gevraagd om ook es op de foto te gaan, wat ze pertinent weigerde. Net toen zo’n bakvis afdroop, besloot een vriend van ons es een foto te maken van ons twee. Mijn vriendin deed het met tegenzin, ik moest gewoon doen alsof ik fier was da’k ook nen foto had.

Vandaar onze vreemde blik, vandaar de titel van “Aartslelijke foto”.

Voor alle duidelijkheid. Dit ben ik (de oudste van de twee).

Al wakker, bakker?

Da’s het eerste dat ik net zag verschijnen in een msn-raampje, toen ik mijn pc opstarte.

Neen, ik ben eigenlijk nog wakker.

Ik ben net thuis van een ziekenbezoekje. Beetje laat in de nacht thuis, maar het was niet tegen de deur.

Anyway, dit is mijn dag!
Het is vreemd, hoe ik plots mag gaan bloggen op andermans site. Alsof je ergens inbreekt en lekker in de zetel gaat zitten met een glas cola en de tv open zet.

En de reacties, wat gaat dat geven?
Als je in de show van Madonna mag optreden, dan volstaat een Eddy Wally-optreden niet. Britney Spears of Christina Aguillera mogen dan al es zoenen met Madonna, mijn blogniveau zal het moeilijk hebben om te tippen aan dat van Lilith en Youti.

Anyway, ik geniet alvast van deze dag. Hopelijk jullie ook?

Straks: Waarom in godsnaam zo’n lelijke foto?

RTT

rtt.jpg

Een beetje in de traditie van het huis blijven: abandoned places. Dit keer het voormalige RTT-gebouw in Oostduinkerke. En daarmee geef ik het stokje voor deze blogpop door aan El Mystica.

Grazie

Titicaca moet weer gebeld hebben terwijl we nog lagen te slapen. Of de stoedie nog vrij was en of ze eens kon komen kijken. Ik ga het kind maar ‘ns terugbellen want ik wil koste wat het kost mijn stoedie kwijtgeraken. En ja – ondertussen wakker. In tegenstelling tot de trippers in VenetiÎ zijn de omstandigheden hier iets minder gunstig:

– stinkende bakken frieten op de hoek van de straat
– een stropdragende, vals zingende Gentenaar op een terrasje
– veel te veel volk langs het water
– huilend kind (met tomantenroomsaus) langs de andere kant van de Korenmarkt.

Mijn liefje dringt erop aan dat ik met hem naar Samoerai Jack moet kijken op Cartoon Network… Ik groet u!