Monthly Archives: januari 2005

lilith krijgt het vervolg

visite.jpg

Omdat ik vandaag vier weken en ÈÈn dag gestopt ben met de stokken des doods. Omdat ik op die manier 743 sigaretten niet heb gerookt. (zevenhonderddrieÎnveertig, ik zou ze geen eten willen geven, zulle!). En ook een beetje omdat ik zo tot nu toe het fantastische bedrag van Ä136.71 heb uitgespaard in plaats van opgerookt.

Daarom kreeg ik deel twee van de retro-collection: een heuse visitekaartjeshouder! Dankuwel, Youri’s moeder! :)

Binnen twee weken deel drie. Zet het in uw agenda’s! (En neen, hier zit geen geheime tip in over het wel en wee van de paddenfluisteraar. Al zou het natuurlijk wel kunnen dat ik in het bezit ben van zijn visitekaartje. Dat… kan. Maar een garantie, dat is het zeker niet.)

lilith wil een kruidenrekje

Youri en ik, wij zijn nogal bezeten van kruiden. Nu is bezeten een groot woord, natuurlijk, maar kruiden, daar hebben we het dus wel voor. En dus dacht ik: zou het niet leuk zijn om onze kruidenverzameling uit te stallen in een kek kruidenrekje?

Maahaar, in de GIFi hadden ze dus gewoon geen enkel kruidenrekje in voorraad. In de Blokker trouwens ook niet. Je zou bijna denken dat het een beetje een tegenvallende namiddag geworden is. Maar neen hoor, toen vonden we plots een doek aan de helft van de prijs. Een doek! En toen, toen heeft Youri het aan de muur in de gang gehangen. Het werd al bij al een leuke namiddag.

EINDE

lilith ontmoet de paddenfluisteraar – part deux

In het midden van de kamer stond een lange tafel, en zo goed als alle stoelen rond die tafel waren bezet door mannen met een baard. Zij staarden naar mij. Ik keurde hun baarden. Zij staarden nog steeds. Samen met Youri (die zo hard opviel door zijn onbedekte babywangetjes dat ik me ongemakkelijk voelde in zijn plaats) zocht ik een stoel uit. We gingen helemaal vooraan zitten, vlak bij een wit doek dat tegen de muur hing, en toen ging het licht uit. Drie uur later werd ik wakker in het ziekenhuis.

***Neen hoor, natuurlijk niet. Dat van het ziekenhuis was een grapje, maar het licht, dat ging dus daadwerkelijk uit. Lees vooral verder, dan weet u dra waarom dat zo kwam.***

‘Mijn collega Rudy zal nu wat uitleg geven over de amfibieÎn’ zei iemand die hoogst waarschijnlijk bij deze Rudy in kwestie werkte. Hij had een baard en een lap-top. De collega van Rudy, that is. Rudy zelf had enkel een snor en hij mocht alleen kijken naar de lap-top. De collega van Rudy duwde op een knop op de lap-top, en Rudy begon te spreken. Ik keek onder tafel maar zag geen kabels lopen van Rudy naar de lap-top. Dit moest dus wel een draadloze Rudy zijn. De collega van Rudy duwde weer op een knop, en op het scherm naast ons verscheen een gigantische foto van een enorme pad.

Ik voelde een rilling down my spine lopen. Ik heb niks tegen amfibieÎn, maar ze moeten met hun vieze wratten wegblijven van witte doeken naast mij. ‘Kikkers hebben geen wratten en padden wel’ zei Rudy. Ik dacht aan alle dingen die ik nu had kunnen doen als ik niet zonodig de paddenfluisteraar had willen ontmoeten. Hups door een weide lopen op blote voeten. Met mijn nagels gaatjes maken in de stengeltjes van madeliefjes. Er andere madeliefjes doorhalen. Hups door een weide lopen met madeliefjes in mijn haartooi. Zoveel mooie dingen, waarover ik had kunnen zingen. Dan moet je het nog niet eens gedaan hebben, maar weten dat je het kunt, dat is al een oneindigheid waard.

Rudy vertelde iets over de verspreidingsgraad van groene kikkers, en gaf daarna een quasi onzichtbaar knikje. Zijn collega drukte op het knopje. Op het scherm verscheen een foto van een weids weiland. Ook dat nog. Wezenloos diepte ik een balpen en notitieboekje met gekleurd papier op uit mijn handtas. Ik wist niet wat ik moest noteren, maar man man man, dit was me het conferentiezaaltje wel! In grote letters noteerde ik ‘DE PADDENFLUISTERAAR 2005’ op een geel notitieblaadje. Ik keek naar het blaadje. Ik keek naar het scherm en vroeg me af of ik het niet beter op een groen blaadje had geschreven vanwege de link met de natuur. Ik kuchte en doorschrapte 2005. Tijdlozer kon een onderwerp niet zijn. Het meisje naast mij noteerde driftig de eigenschappen van de kamsalamander. Ik keek op en voelde hoe mijn adem stokte. Ik keek recht in de ogen van de paddenfluisteraar.

*wordt vervolgd*

lilith ontmoet de paddenfluisteraar

‘Conferentiezaal’.
Ik las het traag en duidelijk voor, terwijl ik geÔrriteerd naar Youri keek. ‘Waarom is hier dan helemaal geen conferentiezaal? Want ik zie hier dus gewoon geen conferentiezaal’ siste ik nog geÔrriteerder. ‘Misschien staan de pijltjes gewoon verkeerd’ zei Youri. Youri is de koning van de logica. Zonder Youri zou ik voor de rest van mijn leven in cirkels blijven lopen en het niet eens door hebben. Tot mijn stappen een gang van een halve meter diep in het slijk der aarde zouden gegraven hebben. Dan, en pas dan, zou ik een frank horen vallen.

In het spoor van Youri’s logica gingen we de compleet andere richting uit van deze die het bordje ons aanwees. We keerden het verraderlijke bordje als het ware de rug toe, en beenden er met ferme passen van weg. Ik liep voorop. Ik was hier per slot van rekening voor mijn werk, en Youri was hier gewoon voor de fun. We liepen een trappetje op, waarna we een aansluitend donker gangetje inbeenden. Op het einde van het gangetje brandde licht dat duidelijk afkomstig was van een tl-lamp. Even stond ik nog in dubio. Tot ik de stemmen hoorde. De stemmen, die wezen op een vorm van leven in de brouwerij. Daar zou het zijn. Daar moesten wij die avond wezen.

‘Zijn jullie rapers?’ vroeg de poortwachter, die aan de ingang van het gebeuren opgesteld stond. ‘Toch niet opzettelijk’ zei ik, enigzins verward. Ik had niet eens bij Youri kunnen informeren of wij rapers waren, zonder dat ik daarvan op de hoogte was misschien. Het ging ook zo snel allemaal. Maar daar zijn poortwachters op getraind, natuurlijk. Net die vragen stellen die je helemaal away blowen. Tjak tjak tjak! Met een poortwachter solt men niet!
Het werd stil. Ik keek naar de poortwachter. Zou ik een rijksdaalder moeten betalen om binnen te mogen, vroeg ik me af. Een eeuwenoud raadsel oplossen, perhaps? Een roestig zwaard uit een stenen blok pulken? Wie zou het zeggen?

De poortwachter keek me nog vragender aan dan dat ikzelf haar aankeek. ‘Ow’ zei ik, want ik voelde aan mijn kleine teen dat zij verwachtte dat ik iets zou zeggen. ‘Ik werk voor de krant’ fluisterde ik. ‘Ik kom voor de paddenfluisteraar’. De vraagtekens verdwenen uit de ogen van de poortwachter. Met een armgebaar en een hoofdknik leidde zij ons binnen in de met tl-licht gevulde kamer. Alle hoofden draaiden zich naar ons om.

*wordt vervolgd*

lilith kiest er eentje uit

Vijfjarenplan

Ik hou van jou. Hou jij van wat niet kan.
Hou jij van je capaciteiten, ik van je gebreken.
Jij van je trots, en ik van hoe die zacht kan breken
in mijn armen. Jij van je moed. Ik van je zwakte
nu en dan.

Hou jij van de toekomst. Ik van wat voorbij is gegaan.
Hou jij van de honderd levens die je wilde leven.
Ik hou van dat ene dat is overgebleven
en van hoe je daarom zo ver weg kunt zijn dicht
tegen me aan.

Ik hou van wat is. Jij van wat zou.
Hou jij van mij. Ik hou van jou.

Herman De Coninck

Het is gedichtendag. Dat kan niet slecht zijn.

lilith had het kunnen weten

billiez.jpg

Nu ja, ik ben natuurlijk ook heel open van persoonlijkheid. Anders begin je ook niet met een dagboek waarvan je een reservesleutel aan de halve wereld geeft. Maar het is gewoon ongelooflijk vervelend als je zo open bent dat je je niet eens meer kan herinneren dat je al eens iets hebt gedeeld met de buitenwereld. En het is helemaal om zot van te worden als je er ook nog eens een spanningsboog omheen hebt gebouwd. Een enorme superspannende spanningsboog zoals je ze nog nauwelijks vindt.

‘Wat is het voorwerp op de foto’, vroeg ik. Ik leunde er zelfs een beetje bij achterover. Het was een opwarmvraagje, hoor, ik wilde dat iedereen er een beetje inkwam. ‘Een mickey mouse!’ zouden de enen zeggen. ‘Retro-mickey’ aldus d’ andren. ‘Een retro-mickey met paperclipjes in’. En ja hoor, dat was het correcte antwoord op beklijvende vraag numero ÈÈn. En aangezien het niet zo moeilijk was zat iedereen klaar voor vraag twee, met een wee en kriebelig gevoel in de onderbuik.

‘Goed zo!’
Tijd voor het moeilijkste: proberen te achterhalen wie mij de retro-mickey cadeau had gedaan en waarom. Wie o wie o wie was die gekkerd geweest die er mee aan was komen zetten. En of er zaterdag nog een vervolg op zou komen. Dat zat ook in de spanningsboog ingebakken.

Het idiote is: ik had het al eens verteld. Niet dat ik iemand ben die alles zeven keer vertelt, echt niet, maar dit dus wel. Twee keer, waarvan twee keer op internet. Om dood te vallen,dat. Alsof Bavo Claes vandaag zou vragen om te raden wat de nieuwe naam van tv1 wordt. En dat hij dan monkelend achteruitleunt vanachter zijn brilmontuur.
Rest mij alleen nog te bevestigen dat ik dit cadeau kreeg van Youri’s moeder omdat ik twee weken met roken gestopt was, en dat ik zaterdag, aangezien ik dan vier weken sigaretteclean ben, deeltje twee krijg van de set.

Het stelt zo bedroevend weinig voor omdat het een onbestaand superspelletje is dat al is gestorven in de baarmoeder. Zo bedenk je een fantastisch vraagspel, zo maakt iemand het kapot. Hooch. Onthou die naam. En hou hem uit de buurt van dat andere fantastische blogproject. Ik kan het maar zeggen.

lilith’s laatste stokje

Ik neem er nog eentje aan van dominiek, maar dan ook enkel en alleen omdat het een leuk stokje is en het me een beetje aan Belgian Bloggies doet denken (wanneer komen die er? Wanneer kom IK op de radio?). Na dit stokje hou ik een stokjesbreak tot 2007, volgens paragnosten het jaar van het stokje.

1. Welke zijn je 5 favoriete belgische blogs ? (uitleg mag)

smintjes: naast het feit dat hij een schrijfstijl heeft die me niet verveelt schrijft hij ook nog eens over dingen waarover ik wil lezen. Het is niet veel (belgische) bloggers gegeven, en dus klap ik eens luid in mijn handen en smeek ik om meer updates.

kruimels : omdat ik hou van rustige, kabbelende blogjes die heel stilletjes mooie dingen doen.

appelblauwzeegroen: omdat beider dames heel herkenbaar en vlot schrijven, en omdat het zo leuk is dat de link naar de comments per post verandert. (waha! Leuk datdaties!)

druppels: ik lees hem te weinig, maar ik sta elke keer weer versteld van zijn talent. Deze mens is enorm goed bezig.

chips and cookies: intelligente, goedgeschreven stukjes die soms nergens en soms overal over gaan.

2. Welke belgische blog(s) vind je inhoudelijk/qua schrijfstijl eigenlijk maar niks, maar bezoek je om een of andere reden toch regelmatig? (uitleg mag, moet niet)

uren.dagen.nachten: is gewoon mijn ding niet. Het kan ook zijn dat het komt door de lay-out die mij niet vasthoudt ofzo, maar ik klik hier te vlug weg om een grondige analyse te maken.

dykes and the city: maar dan ook enkel en alleen omdat ik allergisch ben voor belgische blogs in het engels. Soms blijf ik wel hangen en zie ik heel leuke dingen, maar ik kan het gewoon niet opbrengen om over typisch vlaamse dingen te lezen in een andere taal. Jammer, vind ik dat.

Ik gooi het stokje heel ver weg, naar kruimels, wereldkeuken en hulla.

Vanaf heden ben ik stokjesclean!

Bureau with a view

mickey2.jpg

Ik wilde dus iets vertellen over een object op deze foto. Maar toen besliste een object op de achtergrond om een beetje belachelijk te gaan doen. Hey, het komt voor in de beste gezinnen.

En toen ontspon er zich een spel.
Wat ziet u?
Wat wilde ik vertellen?
Van wie heb ik het gekregen en vooral: waarom dan???
En last but not least: komt er zaterdag aanstaande een vervolg op, denkt u?

(Op de megablog wordt dit een vaste rubriek, ik voel het).

Het kapstokje

Jochen was de stokjes beu en gooide maar meteen met een kapstok naar ons hoofd. De opdracht is simpel, maar meedogenloos:
Ga naar je kast en haal er iets uit dat op een kapstok hangt.
Geen probleem, zou je denken, ware het niet dat ik geen kapstokkenmens ben, en zo goed als al mijn kledij mooi opgevouwen (haha, dit zeg ik enkel omdat mijn ouders meelezen, natuurlijk) in de kast ligt. Het enige dat ik ¸berhaupt ophang zijn jassen. Omwille van hun overduidelijke hangbaarheid kan ik daar dus niet omheen.

veste.jpg

Maar lilith, waarom kies je deze lelijke, doorhangende, versleten jas uit je waarschijnlijk fantastische collectie, hoor ik een oplettende lezer al vragen. Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste is deze jas nog van mijn overgrootvader, bompa gaston, geweest. Toen bompa gaston enkele jaren geleden in het bejaardentehuis Sint Bernardus verbleef vond ik de jas terug in de kast van mijn oma, en aangezien ik toen toch al rondliep met legerbottinen vond ik dat een jas van voor de oorlog er ook nog bijkon. En bompa gaston kwam toen al niet meer vaak buiten, en dus had hij ook geen jas meer nodig. Het was een geweldige deal.

Naast het feit dat dit een familiestuk is zien oplettende lezers ook nog een spitant detail aan de jas: een rood driehoekje ter hoogte van de kraag. Ik heb het ooit opgespeld gekregen van een klasgenootje, en ik herinner me dat het tegen iets was. Ik weet alleen niet meer of het tegen abortus, racisme of bouwvergunningen was. Wie o wie helpt mij uit de nood in deze?

For the record: ik heb deze jas al jaren niet meer gedragen. Maar ze heeft voor immer een plaatsje in mijn hart.

Over naar Youri, die ook al het kapstokje mocht ontvangen van Jochen.

hempie.jpg

Indeeders, ik woon samen met een hawai-hemdjesdrager. Maar volgens de Glamit zijn prints deze zomer weer helemaal je van hÈt, en besides: Youri heeft dit hemdje ooit gekregen van Jochen hemzelve. Jochen, die by the way een sibling van Youri is, bracht het mee uit Spanje, waar flashy hemden tot op heden niet strafbaar zijn.

Ik heb drie stokjes weg te geven, en aangezien ik niet weet wie stokjesmoe is en wie nog helemaal niet, mogen kandidaten in de commentbox komen melden of ze er eentje willen of niet.

Ow, en om nog iets wetenschappelijks aan dit kapstokje te hangen: de link naar de pdf die Michel Vuijlsteke maakte over de vliegensvlugge verspreiding van het muziekstokje. Doe er iets vruchtbaars mee.

lilith heeft een ondefinieerbare ziekte

Er stond een berichtje op mijn voicemail. Mijn oma. Of ik even kon terugbellen, want ze had gehoord dat ik ziek was, en ze belde om te vragen hoe het was. Ik stond even versteld van haar duidelijk ingesproken, straight to the pointe boodschap op mijn antwoordapparaat. Zo versteld dat ik koos om het nog eens te beluisteren, om er zeker van te zijn dat mijn oma niemand had ingehuurd om haar na te doen aan de telefoon. Een voice-double ofzo.
Maar neen, het was dus echt mijn oma. Mijn oma, die er anders altijd in slaagt om de meest beangstigende berichtjes die nergens over gaan op mijn antwoordapparaat in te spreken. Gaande van ‘Lilith? Lilith? Lilith?! Ze is er niet…’ tot (met luide stem) ‘De meme van lilith!’ Ik belde haar op.

‘Hoe is het met je griep?’ vroeg de meme van lilith aan lilith via de telefoon.
‘Het is geen griep denk ik’ antwoordde ik duidelijk verzwakt.
Het werd even stil aan de andere kant. Ik hoorde hoe een scenario van gouden tips in elkaar stuikte.
‘Wacht, ik geef je pepe even!’ sprak mijn oma, duidelijk in de war en niet goed wetend wat ze met mijn mededeling aan moest. In de verte hoorde ik hoe ze snel snel de hoorn aan mijn opa doorgaf. Hij zou dit allemaal wel oplossen.
‘Lilith?’ hoorde ik de vertrouwde stem van mijn opa roepen. (mijn opa is er nog altijd van overtuigd dat je moet roepen door de telefoon om de afstand te overbruggen) ‘Ik heb gehoord dat je een ontsteking hebt, kind.’
‘Ik weet niet of het echt een onsteking is’ zei ik. ‘Het is een soort grieperige ontsteking met een verkoudheid ofzo.’ ‘Alright, veel beterschap van meme en mij!’ zei mijn opa. Sinds kort gebruikt mijn opa heel veel het woordje alright in zijn gesprekken. Mijn broer heeft een theorie ontwikkeld dat het iets is dat hij heeft overgehouden van bij de bevrijding, maar ik denk dat hij teveel naar TMF en jim tv kijkt de laatste tijd. In elk geval: voor mijn opa was het in orde.

Voor mij niet. Ik voelde me een onsamenhangend kleinkind dat iedereen in het ongewisse moest laten over haar ziekte. Ik had mijn grootouders en naaste omgeving uitsluitsel willen geven, namelijk. Want wat had ik eigenlijk? Was het een onsteking? Dat was het zeker, want het was even pijnlijk als your typical ontsteking. Maar het was ook mottigheid, zoals bij griep. En mijn hoofd zat vol met groene substanties, zoals bij een serieuze verkoudheid. Zelfs de dokter kon het geen naam geven, en dus gaf hij de verkeerde pillen, zodat de mottigheid en onsteking/verkoudheid nog even langer bleven hangen. En hoe langer dat dan duurde, hoe moeÎr ik dan weer werd.

Nog ÈÈn dag, en dan mag ik officiÎel uit mijn vicieuze ziektecirkel. Bij deze bent u dan ook weer gewaarschuwd.