Monthly Archives: januari 2005

Nachtlectuur

* de CJP-voordelengids 2005, inclusief alle voordeelbons, interviewtjes en opsommingen van concertzalen (twee keer)
* een reclamefolder voor de nieuwe Honda FR-V
* het volledige Clickx Magazine van 9 oktober 2004 (van voor naar achter Èn van links naar rechts!)

Het is pretty amazing hoeveel informatie ik tot mij heb genomen tijdens een slapeloze nacht gevuld met koortserig en misselijk van en naar het toilet slenteren. Zo weet ik nu dat ik al jaren korting had kunnen krijgen in cinema en theaterzaal, had ik voor de dag gekomen met het embleemken van de CJP dat op mijn bankkaart staat. Jammer dat zo’n ontdekking immer in de herfst van je administratieve jeugd moet gebeuren, in het midden van de nacht en op momenten dat je ervan overtuigd bent dat je de volgende dag niet haalt.

En nu ik de morgenstond – wonder boven wonder – wel heb gehaald interesseren ze me plots niet meer, alle voordelen waar ik me vannacht zo krampachtig aan heb vastgeklampt. Bij nader inzien heb ik hoop geput uit een dode mus, want drie euro korting lijkt alleen maar veel als je niks anders meer hebt om voor te leven, zoals ik vannacht, helemaal alleen op het toilet.
CJP is een wederom typisch voorbeeld van een stelletje psychologische oorlogsvoerders dat rijk wordt op de rug van zieke mensen die in al hun ijlen niet meer weten waar in of waar uit. Ja, zo kan ik het dus ook.

lilith pinkt een traantje weg

peter.jpg

Als kind waren er twee dingen die ik vaak deed: me vervelen en naar video’s kijken. En meestal was het ene dan ook nog eens het rechtstreekse gevolg van het andere, want zo simpel zaten de jaren tachtig dan weer wel in elkaar: je vervelen, spandex koersbroeken dragen en kijken naar videobanden, daar ging het uiteindelijk in the end toch allemaal om. Wij hadden thuis geen hele collectie video’s zoals mijn verwende nesten van vriendinnen, wij hadden er welgeteld twee. Maar gelukkig wel de twee allerbeste video’s die ze ooit hebben gemaakt: Hector en Peter en de draak.

De rolverdeling in mijn kindertijd ging als volgt: mijn broer wilde immer naar Hector kijken, en ik smeekte altijd om Peter en de draak te mogen zien. Dus dan kregen we ruzie, mijn broer en ik. Na al die jaren besef ik dat het gewoon een leuk excuus was om ruzie te maken, want ik hield ook van Hector, en mijn broer vond Peter en de draak ook leuk, dat weet ik wel zeker. Maar goed: ik koos altijd voor Elliot, mijn allerfavorietste draak ooit. Hij had het hoofd van een kameel en de nek van een krokodil. Hij was tegelijk een vis en een zoogdier en hij had de oren van een koe. Ik vond Elliot fantastisch, en ademloos keek ik honderden keren na elkaar hoe hij met zijn vriendje Peter door Passamaquoddy vloog. Elliot getekend, Peter echt.

En misschien had ik dat verhaaltje moeten vertellen toen ik deze middag met tranen in mijn ogen op de trein zat en de verbaasde blikken van mijn medereizigers probeerde te ontwijken. Maar hey, op mijn iPod kwam tante Nora voorbij, die zong van “I’ll be your candle on the water”. En net toen ik alles weer had weggeslikt klonk “Razzle Dazzle Day” door mijn oortjes. Het was lang geleden dat ik het nog zo moeilijk had gehad.

lilith is bang voor Jo met de Banjo

tsunami.jpg

“Dames en heren” zei Jo met de Banjo bij wijze van publieksopwarming. Daarna bleef hij even stil om er zeker van te zijn dat iedereen zich aangesproken voelde. ‘Dames en heren’ zei Jo met de Banjo nog eens. Ik schoof heen en weer in het rode pluche van het Casino Kursaal en snoof de grandeur van het geheel op. ‘We zullen even een paar dingen afspreken, want dit is een tv-show!’ zei Jo met de Banjo streng, alsof we ons moesten schamen dat wij, schorriemorrie van zijn voeten, klootjes-en werkmansvolk van na de vieren, het in ons hoofd hadden gehaald om ons te komen moeien in dit staaltje media-event die zijn naaste niet zou kennen. In de verte zag ik de rug van Martine Tanghe. Ze bleef er kalm onder, onder alles, vond ik. Of dan toch zeker haar rug.

‘Dit is een serene show!’ sprak Jo met de Banjo met een kwade frons, die evengoed een serene frons kon zijn, of een plichtsbewuste. Jo is zo oud aan het worden dat zijn gezichtsuitdrukkingen en rimpels vlekkeloos in elkaar beginnen over te vloeien. Ik keek geschrokken naar Youri. Ik was naar Oostende gekomen voor een beetje entertainment en een goed gevoel na een zware werkweek, niet om de levieten gelezen te worden door een applausmeester. ‘In het begin van de show applaudiseert u NIET’ snauwde Jo. ‘Uw eerste applaus houdt u voor na de oproep van Axelle Red’. De twee meisjes van een jaar of zeventien die naast mij in het rode pluche zaten keken schuldbewust naar het podium. ‘Nog twee minuten!!’ riep iemand. ‘En verzorg uw houding!’ blafte Jo. Ik ging op het puntje van mijn stoel zitten, buik ingetrokken en schouders naar achter. In de zaal kon je een speld horen vallen.

Op het grote scherm zagen we Tom Lenaerts een aankondiging doen die doordrenkt was van de Pax Media, en toen sprongen de tellers in het Kursaal op nul. Bart Piejeters en Koen Wauters kwamen het podium op (dat even daarvoor honderd keer was gemopt door de madammen van Mister Clean) en zongen van ‘Iedereen is van de wereld, de wereld is van ie-der-een!’
Toen het voorbij was durfde niemand in heel de zaal in de handen te klappen. Dit was een serene tv-show. En ik moest plassen.

Axelle Red vertelde een verhaal over de misÈrie in het getroffen gebied, en toen ze daarmee klaar was sprong Jo met de Banjo buiten beeld vanachter de coulissen. Met wilde handgebaren maakte hij ons duidelijk dat we uit ons dak moesten gaan. Ik dook dieper weg in mijn rode zetel. Youri neep in mijn hand. Boven zijn hoofd maakte Jo cirkelende bewegingen, als wilde hij op dat eigenste moment liever helikopter zijn dan publieksopwarmer van Tsunami 1212. Gedurende de rest van de show zou Jo met de regelmaat van de klok draaiende vuistbewegingen maken ( als Koen en Bart Piejeters grapten dat ze hun haar zouden milimetreren eens de kaap van de 38 miljoen overschreden), we-want-more-bewegingen (als premier Verhofstadt moest beloven dat hij bij 40 miljoen hetzelfde zou doen), en ow my god ik hou het niet meer!!!-bewegingen eens de kaap van 38 miljoen euro werkelijk was bereikt.

Tijdens een gesprek met een reporter ter plaatse snelde ik eventjes naar buiten om te gaan plassen (ook al was dat aan het begin van de show expliciet verboden door fuhrer Jo). Een tienjarig meisje dat ook moest plassen liep met me mee. ‘Het is wel lang zitten hÈ’ zei ze. ‘En al dat klappen’ het meisje zuchtte stilletjes. We wasten onze handen in stilte, beiden beseffend dat dingen er echt wel altijd beter uitzien op tv. Toen we terugkwamen zagen we dat Jo met de Banjo ‘w00t w00t!!!!’ riep en bijna uit zijn gerimpeld vel sprong van hilariteit. Koen Wauters en Bart Piejeters hadden waarlijk hun haar afgeschoren.

Ook lilith valt ten prooi aan het stokje

Ientje stelde zich de vraag welke muziek er zoal weerklinkt in de crib. Awel:

1. Wat is de totale grootte aan muziekbestanden op je computer?

Schrikt niet, mijn kind: 64,55 GB ofte 12205 liedjes. Waarvan van zeker de helft nog de tags moeten juistgezet worden. Ooit eens, als we op pensioen zijn.

2. Wat is je laatst gekochte CD?

Ik heb vorig jaar in totaal drie volledige cd’s gekocht, en toevallig drie belgische dan ook nog. De laatste was More Than Gold van Tom Helsen. Naar aanleiding van deze, naar mijn bescheiden mening, heel erg mooie single.

3. Wat is letterlijk het laatst geluisterde nummer voor je dit berichtje las?

I will remember you van Sarah McLachlan.

4. Geef 4 nummers die je vaak beluisterd of die veel voor je betekenen.

1. Crush van Dave Matthews Band. Mijn all time favorite “ik zit in een bruine kroeg en ik word dronken van bruin bier en opkomende verliefdheid”-nummer. Als ik me niet goed voel word ik hier wat vrolijker van, en als ik vrolijk ben word ik er overenthousiast en hyper van.

2. Anna Begins – Counting Crows. Of die keer dat Adam Duritz een nummer schreef dat helemaal over mij ging. (en over alle andere mensen die zichzelf en bepaalde situaties er al honderd keer in hebben herkend) Laat ons zeggen dat ik al heel veel aan het liedje en de tekst heb gehad, en dat ik er telkens nieuwe dingen en betekenissen in hoor. Een absolutieve favoriet daterend uit mijn middelbare schoolperiode.

3. Romeo & Juliet – Dire Straits. Ik heb meer dan drie vierden van mijn leven gedacht dat ik Dire Straits niet kon horen of zien, omdat ik enkel en alleen Sultans of Swing kende, en er fysiek ziek van werd. Maar toen hoorde ik dit, en dan ook nog eens Brothers in Arms, en toen wist ik dus wel beter. Anyway: fantastisch nummer, dit, en altijd heel leuk om terug te horen.

4. Fly me to the moon van Frank Sinatra. Moet ik hier iets over vertellen, behalve dat ik er altijd een heel warm gevoel bij krijg? Neen toch? Luister en enjoy!

5. Aan welke 3 (4 of 5 is te zot) mensen geef jij het stokje door en waarom?

Ik zou wel eens durven gooien naar… Jochen, tomadde und damon-brooks. Zij die willen mogen het komen halen.

Lilith gaat naar de donkere vlek

We draaiden het donkere landweggetje in. De ootoolichten (vrij naar Frank Boeijen) zorgden ervoor dat je nog net een hand voor je ogen had kunnen zien als je een hand voor je ogen had gehouden, for some reason, op het moment dat je het landweggetje opreed. Maar echte real life straatverlichting, daar was dus helemaal geen sprake van, ho maar. Dat is ook best logisch, als je bedenkt dat het landweggetje leidt naar ÈÈn huisje, waarin ÈÈn mensje woont. Het huisje van Youri’s grootmoeder: de zwarte vlek op de lichtpolutiekaart van BelgiÎ. In stilte reden we op de oprit op.

In alle eerlijkheid was ik er niet echt op gevierd, op nieuwjaren met het vrouwtje van het huisje van de vlek. Het vrouwtje dat tijdens onze eerste ontmoeting met een glansrijke opmerking in huis viel over vet en er ook goed inzitten. Achteraf gezien bleek het ÈÈn van die opmerkingen te zijn die mensen die de oorlog nog hebben meegemaakt klasseren onder de noemer ‘complimentjes’, maar op het moment zelf ging bij mij het licht met een grote knal uit. Tijdens de enkele keren dat ik haar daarna nog heb gezien viel ik op door zwijgzaamheid, bang voor alweer een rake opmerking van het anderhalve meter tellende vrouwtje, door Youri ook wel eens meme genoemd.

En dus liet ik Youri vanavond voorlopen, door de deur die altijd openstaat, langs de accordeon op de stoel naar de salontafel en naar haar. ‘Gelukkig nieuwjaar!’ sprak Youri haar onbevreesd toe. Zij wenstte hem hetzelfde, en toen was het aan mij. ‘Gelukkig nieuwjaar’ piepte ik, mezelf pijnlijk bewust van elke sinds vorig jaar bijgewonnen kilo lichaamsvet. Ze wenstte me met de glimlach een gelukkig nieuwjaar toe, en gebood ons om aan tafel te gaan zitten en de nieuwjaarswafeltjes te eten die ze vroeger al bakte, samen met Youri in de keuken. Youri wist het nog. Ze vertelde dat hij altijd de deegballetjes opat voor ze aan de wafeltjes kon beginnen. Ik vertelde dat hij daar nog altijd goed in is, en er ontspon zich een verhaal over Youri’s eeuwige snoepaanvallen. We moesten samen lachen om de herkenbaarheid.

Toen we meer dan een uur en zeven verhaallijnen later via het donkere weggetje de snelweg weer opreden moest ik tot mijn eigen verbazing toegeven dat het best leuk was geweest bij het vrouwtje van de vlek. Mijn grommende maag maakte mij erop attent dat het risico op omkomen van de honger al een uur gigantische proporties aan het aannemen was, maar ik had me niet laten kennen. EÈn nieuwjaarswafeltje heb ik durven nemen, met trillende hand en heen- ende weerschietende blik. In de oorlog kregen ze ook niet meer, en een crisisjaar is gauw gefaket, dat weet u vast ook wel.

*waarna zij met een vette knipoog uit beeld verdween*

Lilith heeft een superdate

‘Moet je dan helemaal alleeejn eeten?!!’ riep ik zo verbauwereerd als op dat moment binnen mijn mogelijkheden lag.
‘Ja’ zei hij.
Ik keek hem ongelovig en met gigantische ogen aan. Hij keek terug. En dan ik weer. Zelfs een eeuwige buitenstaander kon zien dat er hier iets gaande was. Dat dit geen doordeweekse huis-tuin- of keukenblikken waren die we uitwisselden. Je zag gewoon al van ver dat we samen al kijkend een idee aan het opbouwen waren.

‘We kunnen natuurlijk ook’ zei hij. Ik keek op. ‘Samen eten vanmiddag ofzo. In het station.’ zei hij. Ik vond het bijlange geen slecht idee. Meer nog: ik moest me werkelijk inhouden om niet van pure vreugde en opwinding te beginnen schuimbekken/raaskallen, want hoe kinky is het eigenlijk wel niet om midden in de city met je lover af te spreken in de hall van het station, omdat zijn ouders op vakantie zijn en hij zijn stuutjes daar niet kan gaan opeten? Pretty kinky, vond ik persoonlijk. En dus zei ik ‘Oke, om ÈÈn uur voor de Panos!’, ik kuste hem gezwind vaarwel en stapte uit de auto.

Vijf uren gingen voorbij, maar toen was het ook wel zover: lichtjes gespannen duwde ik de deur van de hawll open. Want je weet het natuurlijk maar nooit, hÈ! Je kunt het gewoon niet weten met de liefde! Ook niet als je een date hebt met iemand waarmee je in een stabiele relatie bent verbonden, o neen. Integendeel zelfs, zou ik durven zeggen, want mannen met een stabiele relatie zijn de eersten om er in een onbewaakt moment van door te gaan met het negerinnetje van de Panos dat niet begrijpt dat weinig mayonaise iets anders is dan geen mayonaise. Relationeel stabiele mannen worden daar week van, en bronstig.

Vanuit mijn ooghoek zag ik mijn uitverkorene zitten op een blinkende plastieken stationsstoel. Samen schoven we aan voor een broodje dat met liefde gemaakt was door het negerinnetje, en ik voelde geen seksuele spanning what so evah tussen hem en haar. Het was goed. Het was mooi. Het werd nog beter. Want toen herinnerde ik me plots dat ik niet enkel en alleen naar deze hall was gekomen omdat ik een date had met hem. Ook niet enkel en alleen omdat ik binnen minder dan een uur een trein te nemen had. Neen, er was nog iets, en ik was er niet ongelooflijk gerust in.

‘Ik moet nog pasfoto’s laten nemen voor mijn abonnement’ zei ik zo zorgeloos mogelijk, maar met een ongeruste trilling ter hoogte van mijn keel. Ik wees zenuwachtig naar het pasfotohokje waar ik al zo vaak met rasse schreden aan voorbij was gelopen richting perron vier, en waarvan ik de binnenkant nog nooit had gezien. Ik werd nog zenuwachtiger bij de aanblik van het hokje alleen al, want ik snapte het hokje niet.

‘Oke, ik wacht wel’ glimlachtte hij bemoedigend. Ik keek hem geschrokken aan. Hij zag het. Hij stond op en ging met me mee naar het pasfotohokje, zodat ik niet helemaal alleen naar een pasfotohokje moest waarvan ik niet wist wat ik er precies in moest gaan doen. ‘Waar is die camera? Is er een knopje? Lachen mensen niet heel hard als ze je benen zien, maar je hoofd niet meer? En hoe moet je kijken als je het gordijntje wegtrekt en weer naar buiten stapt? Niet triest, want dan denken ze dat je foto mislukt is. Maar ook niet blij, want dan ben je een fotohoer. En lachen, dat doen ze toch.’

Maar hij begeleidde mij dus. Hij ging voor mijn gordijntje staan zoals achtjarige klasgenootjes vroeger voor je wc-deur moesten staan om je te beschermen tegen handjes die wel eens naar de klink zouden kunnen grijpen. Hij wachtte geduldig tot ik het pasfototrekken onder de knie had, en toen ik het gordijntje wegschoof lachtte hij me niet uit. Onbezorgd wachtten we samen gedurende zeker vijf minuten op de strook met pasfoto’s die tergend traag uit een gaatje in het hokje kwam. Eens eruit was het duidelijk: de foto’s waren BE-LA-CHE-LIJK, zoals ik had gevreesd. Hij beweerde van niet, hoewel het kleinste kind kon zien dat mijn vel blauwachtig wit was en mijn haar paarsachtig zwart, om van mijn gangsterblik nog niet te spreken. Ik had een visioen waarin alle conducteurs die ik ooit nog zou ontmoeten zo ongelooflijk hartelijk moesten lachen met de belachelijke foto dat hun ballonbuiken schudden. Maar hij vond de foto’s dus gewoon mooi, zei hij, en niks wees erop dat het zijn manier was om me af te leiden van wat er zich ondertussen tussen hem en het negerinnetje afspeelde.

Dit was de beste date die ik al ooit in deze hall had gehad, dat was wel redelijk zeker. Om dat te staven grijnsde ik diabolisch naar het negerinnetje, dat net een gigantische kwak mayonaise op een smos stond te kletsen. Jezus houdt meer van mij dan van het negerinnetje, en dat werd ook eens tijd.

Must

muts.jpg

EÈn jaar, negen maanden en twintig dagen heeft hij erover moeten doen om me ervan te overtuigen: een muts is niet nutteloos, een muts is niet per definitie belachelijk en als het koud is is je muts je beste vriend.

Om hem een plezier te doen droeg ik vandaag voor het eerst in zeker vijftien jaar een muts. Het was even gigantisch wennen, maar mijn oren, die hadden een reuzenlol. Net als ik, toen ik bij thuiskomst in de spiegel keek en even in de waan was dat ik mijn rood haar terughad.

Ici Paris XL

‘We moeten nog naar Ici Paris XL’ zei ik, mezelf en Youri een weg sleurend door een stroom vrijdagnamiddagshoppers. Voor ons wandelde een gigantische neger die gekleed was volgens de Von Bikkembergscurve. ***Trui: Von Dutch. Heuptas: Bikkembergs. Broek: Von Dutch. Schoenen: Bikkembergs.*** En hij wandelde niet eens, hij cruisde.

‘Vraag jij je dan ook altijd af welke onderbroek hij draagt?’ wees ik. Neen, dat deed Youri per definitie niet, wat ik kon opmaken uit zijn verbaasde hoofdschudding. Zijn goed recht, hoor. Van mij moet hij niet nadenken over negers en hun ondergoed, integendeel, en even was ik zelfs trots dat hij zo eigenzinnig niet nadacht over negerondergoed. Ik zie Youri graag zoals hij is, en ik heb hem niet gekozen om hem te veranderen. Maar toch.. We zouden zoveel inside fun kunnen beleven als hij eens in de zoveel tijd met een kwinkslag naar een negerkont zou wijzen. En het hoeft niet eens een neger te zijn (ik ben daar gelukkig heel los in) , een notaris of een dakwerker kan ook interessant zijn, mits de juiste context. (kontekst, mahaa!)
Oh, those mental views!

Met het beeld van een negerachterwerk in OF een Von Dutch-boxer, OF een retro Bikkembergs spanÈe onderbroek op mijn netvlies geprojecteerd en met een vage glimlach op mijn lippen stapte ik verward maar tevreden de Ici Paris XL in. We leven per slot van rekening ook maar ÈÈn keer, niewaar?

Aan de kassa stond een rijtje vrouwen aan te schuiven. Ze zagen er stuk voor stuk uit alsof ze zelf een boetiekje hadden en in het dagelijks leven om de tien minuten ‘Kaaaan ik u helpen, ostjeblief?’ naar een opschrikkende klant riepen. Er ging een rilling langs mijn rug. Ik haat mensen die mij in een winkel willen helpen. Ik mag dan wel geen universitair zijn, maar de nobele kunst van het winkelen heb ik al jaren onder de knie, en als ik ooit hulp zou nodig hebben dan enkel in de Gamma of de Brico, noteer het alvast.

Als opgejaagde konijntjes liepen Youri en ik snel door naar achteren, weg van helpende handen, naar een koopjestafel zo far far away als enigzins mogelijk was. Aan desbetreffende koopjestafel begon ik als een gek merken, prijzen en kortingen voor me uit te roepen. EstÈe Lauder, min veertig %, 17,25 euro! Gucci Rush, min 35 %, maar 24,25 euro! Ik graaide een paar dozen samen en wilde net gaan zuchten dat ik niet zou kunnen kiezen op deze manier, te gek allemaal zeg, al die doosjes!

Doosjes dus. Gesloten doosjes, en een blaadje waarop stond dat openen gelijk was aan kopen. ‘Vraag hulp aan een verkoopster’ riep ik panikerend naar Youri. Ik las het af van een A4-tje dat op de koopjestafel lag. In tegenstelling tot wat velen denken ben ik geen tiran in onze relatie ofzo. De verkoopsters stonden met zijn allen far far away af te rekenen met de vrouwen die op verkoopsters leken, en ik wilde gewoon ruiken aan EstÈe Lauder zonder dat iemand mij uitlegde welke ingrediÎnten erin zaten. (‘Ruik die zeste van citroen! Het is… verfrissend! En jong ook.’) Een blik op de rest van de winkel bevestigde mijn vermoeden dat deze Ici Paris XL gewoon suckte: je kon aan geen enkel flesje ruiken zonder de confrontatie met een verkoopster aan te gaan, gewoon!

Een beetje verslagen trok ik een doosje Gucci Rush naar me toe en rook aan de verpakking. ‘Mmmmmm!’ zei ik, want ik rook dus echt iets, waarvan ik oprecht hoopte dat het Gucci was en geen uitgelopen parfum uit een ander flesje. Ik duwde het doosje onder de neus van Youri, die verveeld naar de andere doosjes stond te kijken, en na drie seconden antwoordde dat Gucci Rush naar plastiek rook. Alsof ik het nog niet lastig genoeg had, ja. Met rollende ogen en grote, dramatische passen beende ik de kut-Ici Paris XL uit zonder parfum, wanhopig proberend om het beeld van de negeronderbroek terug op te roepen. De humor bleek er nog eens volledig van af ook, ineens.

Het doet best wel iets

stats.jpg

Op het forum van een jeugdhuis noemde iemand mij een drellebelle. Op lvb.net ben ik in de ene comment een ‘mevrouw’ en in een andere ‘die huis-tuin-en-keukenblogster’.
Ene jean schrijft: ‘ik vond het een beetje denigrerend van VRT om eerst die mevrouw met haar huis, tuin, keuken weblog aan het woord te laten. Voor iemand die niet vertrouwd is, kon dat al aanleiding zijn om niet verder te blijven kijken. Ik bleef wel omdat ik al weken geleden bij jou had gelezen dat deze uitzending komend was.’

Toch bedankt aan de meute niet-zo-meerwaardezoekers voor alle comments, mailtjes en smsjes die ik nog niet allemaal heb kunnen beantwoorden.

Jullie zijn de allerliefste huis-tuin-en keukenlezers die ik al heb gehad! :)