Monthly Archives: april 2005

Merci GB, merci GB, mËËËËËerci!

G.B.betaalt vanaf vandaag 53 producten integraal terug.
Lilith’s allerliefste schoonzus en schoonmama hebben vandaag files van 45 minuten getrotseerd aan de kassa van de lokale GB-supermarkt, maar het resultaat mag er wezen.

DrieÎnvijftig producten maal vijf, dat ziet er een beetje zo uit:

vreten_kl.jpg

Tijd voor allerliefste schoonzus twee om te beginnen met het overpennen van barcodes and such..
Bedankt meiden en G.B., we kunnen weer voort hiero! *steekt duim omhoog*

lilith gaat naar de fitness (deel 1)

w05_list_fitness.jpgHet was nog niet erg genoeg dat mamie en ikzelf het in onze bol hadden gestoken om te gaan fitnessen. Dat we ergens diep vanbinnen hadden toegegeven aan het malle idee dat ook wij strak in het vel konden zitten, als we maar elke week als een stelletje malloten in een trainingsbroek zouden rondhuppelen op een houten vloer. Dat was echt nog niet erg genoeg. Nu moesten we ook nog eens gaan kiezen waar we zouden gaan huppelen. Ieper telt twee fitnesscentra namelijk: dat op 15 meter van de crib, en dat op 850 meter van de crib. De keuze was dus snel gemaakt, want ik wil gerust wel mijn ass in shape werken, maar enkel als ik er niet te ver voor moet lopen.

Mamie en ik wandelden atletisch richting het fitnesscentrum op 15 meter van de crib. Onderweg deed ik af en toe een stretchbeweging op een losstaande vrachtwagen of een achteloos opgestelde vuilnisbak. Ik vind: qua stretching kan een mens simpelweg niet zeker genoeg zijn, en zeker niet de eerste keer. Volledig opgaand in het stretchen waren wij ondertussen aan de grote houten poort van het fitnesscentrum aangekomen. Hier zou ik dus mijn spierloze lichaam omturnen in een kathedraal van strakheid. Dit was het, en diep vanbinnen voelde ik plots al dat ik hier niet meer weg te branden zou zijn. Ik wierp mijn moeder nog een laatste bemoedigende blik toe, en hup, daar gingen wij al, de gang door richting waar naar alle waarschijnlijkheid de infobalie zou zijn. Ach, de infobalie, met de obligatoire bodybuilder, zijn blonde madam en energydrinks aan 3,40 euro ’t stuk.

Het ware mooi geweest qua begin van een sportieve carriËre, maar niks van dat. Wij keken rond. Op de toestellen zaten kinderen hun kinderkonten in vorm te fietsen. Achter de balie stond niemand. Rechts van ons stond een schrikbarende hoeveelheid bodybuilders mean te doen aan de optrekbaar, waaronder W., het magere jongetje dat in het zesde middelbaar naast mij zat en waarop vriendin J. smoorverliefd was geweest. Onder zijn t-shirt rolden zijn gigantische spieren zo hard dat het een beetje vies was, zo vond ook mijn moeder. Blozend wendden wij de blik af. Tien minuten later stonden we er nog steeds. Niemand leek van plan om ons te informeren. Wij waren het zat! Wij gingen naar het fitnesscentrum op 850 meter van de crib als er ons ier toch niemand wilde helpen! Onze buik, billen en borsten verdienden beter dan dit marginaal fitnesscentertje!

En zo geschiedde. We gingen erheen. We verdwaalden er in het gebouw. We maakten er kennis met onze personal trainer Johan. Personal Trainer Johan ziet er verbazingwekkend lekker uit in al zijn drill-instructorness, maar dat was buiten mamie gerekend: zij vindt Personal Trainer Johan ‘heel erg bangelijk’. Om ons volledig in te dekken maakten we Johan terstond wijs dat we over de conditie van een amechtige kamerplant beschikten. Het werkte: morgen om 15u30 hebben we onze eerste sessie met Hij Die Ons In Shape Zal Drillen.

En het doet ons niets, hÈ!
Al vertrouwde mamie mij daarnet wel stiekem toe dat ze uit pure doodsangst voor Jehan vanavond al aan het buikspieroefenen slaat. Maar ik zeg: buikspieroefeningen, dat is pas voor jeanetten.

het hoevekesdilemma

‘En ik heb groooot nieuws!’ zei vriendin J.
Ze is zwanger, dacht ik. Het is een erg vreemde gedachte, dat vriendin J. ooit zwanger zou zijn, maar iedereen in mijn omgeving is zodanig zwanger dat ik er niet van zou opkijken als mijn vader ook plots zou melden dat hij zwanger is. Zo’n gewoonte is het dus al geworden, voor mij dan. En dus kon vriendin J. er ook wel nog bij. Geen punt.

‘We hebben een huis gekocht!’ riep vriendin J. terstond door de telefoon. Voor de baby natuurlijk, dacht ik. EN IS DAT WEL ZO’N GOED IDEE, LUID ROEPEN MET EEN BABY IN JE BUIK?!!! Waarna het vijf minuten duurde om te beseffen dat er geen baby was, maar dus wel een huis. En een tuin. ‘Om in te barbequÎen’ straalde vriendin J. door de telefoon. Leuk was dat, hoor. Dat dat dus gewoon kon, een huis kopen. En dus moest ik ook een huis. Appartementen zijn zo 2003, vond ik trouwens al wel een paar weken. Een huis, dat is het nu weer helemaal. Mijn koninkrijk voor een huis, want het is ook zoveel meer dan een huis. Een huis is ook een hond. En gras. En ’s avonds buiten zitten in je eigen gras naast je eigen hond. Wauwie.

Gelukkig kon ik Youri snel overtuigen van het feit dat er niks mis is met het concept ‘huis’. Stiekem denk ik dat hij ook al een paar weken doorhad dat appartementen niet meer zijn wat ze ooit geweest zijn. Zodoende zijn we onszelf sinds dat moment aan het treejnen op het speuren naar witte bouwvallige hoeves in de streek van heuvelland ende Ieper. Dat ging goed, hoor, want het was enkel maar speuren en niks meer. Vrijblijvend speuren, voor binnenkort misschien maar vooral eventueel.
Toen we na zo’n vrijblijvend speurtochtje terugkeerden naar het appartement waarvan we in ons hartje al afscheid aan het nemen zijn (eventueel!) sloeg het noodlot toe.

‘Die man lijkt op Ivan Devadder’, zei ik.
‘Die man is Ivan Devadder’, zei ik.
‘YOURI IVAN DEVADDER IN ONZE STRAAT!! MO GOW OE KAN DA NU?!’, wees ik geshockeerd naar Ivan Devadder, die zich nu op slechts enkele meter van de voordeur van de crib bevond.
Ook Youri keek nu naar Ivan Devadder en beaamde dat het echt wel Ivan Devadder was die daar casual liep te wandelen bij onze voordeur.
Ik belde naar mijn moeder. Mijn moeder begreep de ernst van de situatie, maar kon er toch nog een vadderifanclubmopje uitpersen. Twee dagen later vernamen wij dat Ivan Devadder hemzelve ergens in Ieper een appartement heeft gekocht.

Wel.
Dat verandert de witte bouwvallige hoeve-situatie natuurlijk weer helemaal, niewaar.
Al was het maar omdat ik vriendin J. in deze toch wel eventjes te snel af ben op presentatorisch gebied, qua neighbourhood. Aha! Hahaha!

Vergeten!

Geef maar toe dat ook u het over het hoofd had gezien.
Uw favoriete weblog bestond gisteren exact een volledig jaar.

Herinnert u zich deze nog?

raster3_kl.jpg

blogpop2_kl.jpg

gordijn_kl.jpg

scapats_kl.jpg

bordje_kl.jpg

Ik hoop het voor u, eerlijk gezegd.
En dan nog eentje voor de statistieken:

Total Posts: 531 †|† Total Comments: 2759
Totaal aantal pageviews tot nu toe: 74071
Drukste dag tot nu toe: 6 januari 2005
Pageviews: 898

Toi toi toi, hoor!

burgertrut

‘Kijk’ zeg ik tegen mijn moeder als ik het splinternieuwe begin van mijn Tupperware-collectie op tafel leg. Ik toon haar hoe je de wonderkommetjes hermetisch afsluit, dat er niks van mijn nieuwe snijplank kan afdruppelen omdat hij perfect is gevormd en ik doe voor hoe ik puree zal maken met mijn superbe donkerblauwe pureestamper, eventueel zelfs in mijn Tupperware beslagkom.

Mijn moeder is onder de indruk, of doet toch zeker alsof.
Onverstoorbaar begin ik te vertellen over de maatbeker die ik nog wil, en de messen, en dat ik binnenkort zal bellen naar de tupperware-demonstratrice of ze niet eerder kan komen dan volgend jaar. ‘En je moet zeker komen’ zeg ik, ‘want het is leuk en ze hebben echt wel fantastische dingen! En als je veel koopt krijg ik dan weer sterren, waarmee ik dingen voor niks krijg!’

Net als ik het sterrensysteem wil beginnen uitleggen hoor ik aan de andere kant van de woonkamer hoe mijn vader begint te lachen. En het lijkt op uitlachen, miljaardemilleju! ‘Lilith…’, zegt hij fijntjes, ‘Je beseft toch heel goed dat als je moeder vijf jaar geleden had gezegd dat ze hier een tupperwareparty zou houden, er niemand meer en harder had gelachen dan jij?’
Waarop mijn moeder knikt en de lilith van vijf jaar geleden begint te imiteren: ‘maaaar mama, je gaat d‡‡r toch niet aan meedoen zeker?!’

Somebody slap me!
Hard!

lilith en de maternepotjes

urine-cup.jpgVele, veeele jaren geleden was ik een bang kind. Ik was bang voor dieven, ik was bang voor rugby, ik was bang voor go-carts, ik was bang voor Sardonis, maar boven al was ik bang voor het Medisch Onderzoek. Het Medisch Onderzoek in het Pee Em Es. Eerste middelbaar, derde middelbaar, vijfde middelbaar. Alleen al die wetenschap. Verschrikkelijk was het. En verplicht.

Het begon al de avond ervoor, met plassen in een potje. Het uitstellen, heel de avond, het geÔrriteerd je moedertje afblaffen als ze vroeg of je er bijna mee zou beginnen. ‘JAHAAA. JAAAAAAHA MAAMA!’. Het blozen bij het terugkomen uit het toilet met je potje. En waarom eigenlijk? Je was twee jaar ervoor toch al geweest?! Het was niet dat je kanker had ofzo.
De rijke kinderen kon je er de dag erna zo uithalen, met hun professionele urinepotjes met een neutrale vorm en een oranje deksel. Voor de arme kinderen zoals ik was het behelpen met maternepotjes en waterflesjes, die misschien wel niet zo goed sloten maar eens in een plastieken zak gewikkeld ook voldoende bescherming boden om heelhuids de klas in gesmokkeld te worden. De gËne en het loeren als de potjes allemaal verzameld dienden te worden in een grote doos. En hopen dat niet plots bleek dat jij opvallend geler plaste dan de rest van je klas. Want dat weet je gewoon niet.

En toen moest je nog naar het PMS. In groepjes van vijf, volgens alfabet. Ik was bij de D. Ver genoeg om je zenuwachtig te maken en dicht genoeg om te weinig tijd te hebben voor een grondige mentale voorbereiding. Niets kan je voorbereiden op rondlopen in je onderbroek tussen vijf klasgenoten en dan plots door die vieze kalle van een verpleegster naar de weegschaal geroepen te worden. Want ja je wist wel dat je te dik was maar daar moest je mee leren leven vond ik en trouwens ja en?! Gelukkig zijn met je rondingen! Iedereen is mooi! Haar blik op de weegschaal, dat ijskoude schrijven op je dossier, die afkeurende blik en die preek die je al vanbuiten kende. En hoe je stiekem wilde dat ze zou zagen over het feit dat je rookte, maar dat het steeds weer over diÎten ging. En jij dan, verschrikkelijk onstoer in je onderbroek.

Zeg mij nu eens, als volwassenen onder mekaar: waarvoor was dat nu allemaal nodig eigenlijk?
En ’t beste van al: morgen moet ik opnieuw hÈ hastn!

Ringedingding

Er zit deze week een ring bij de Flair.
Slimme truc hoor, een ring bij de Flair steken. Want dan koop je dus een Flair en ben je blij omdat er een grappige ring bijzit, en dan draag je hem toch maar niet omdat iedereen dus gewoon weet dat je een ring draagt die vorige week bij de Flair zat. Nu is het natuurlijk wel minder erg om doodgevonden te worden met een ring van de Flair rond je vinger dan met een ring van Goed Gevoel ofzo, maar leuk is het nooit. Zo gaat dat dus altijd: once again moet je beseffen dat je in het ootje bent genomen door een slinks marketingteam.

Dus toen ik dinsdag in de krantenwinkel stond besliste ik om me niet te laten doen. Ik heb betaald voor die gratis ring, dus ga ik hem dragen ook, zei ik tegen de krantenwinkelman. Ik weet niet of u hem kent, maar de krantenwinkelman in het station van Kortrijk is lelijk, man! Hij heeft een kapsel dat als twee gordijnen langs zijn niet echt flatterend hoofd hangt, en hij is in staat om zichzelf te hullen in een houthakkershemd voor je er erg in hebt. Hij zou er dus zeker niet mee zitten om rond te lopen met een ring die hij bij de Flair heeft gekregen. Ik ben er zelfs van overtuigd dat hij een russische berenmuts zou dragen als hij die voor niks kreeg bij aankoop van een paar van zijn lelijke lichtbruine mocassins. Neen echt, ik denk dat.

Toen ik buiten kwam uit de krantenwinkel pulkte ik de ring uit de verpakking en ging ik hem ostentatief zitten dragen in de stationshal. En later ook nog op de trein. Ik dacht aan alle mensen die een flair met ring in hun handtas hadden zitten en niet zo vrijgevochten waren als ik. Aan alle vrouwen die de ring alleen maar zouden durven dragen in huiselijke kring, als niemand het kon zien behalve hun man die dat toch niet ziet. Aan alle mannen die ook wel eens zo’n leuke ring wilden, maar bang zijn dat hun collega’s hen zouden uitlachen en het zouden rapporteren aan het hoofd van de sales.

Toen we langs een trage overweg passeerden wuifde ik uitermate traag met mijn ring naar de wachtenden. Zij applaudiseerden. Er is iets aan het verschuiven op het vlak van de gratis sieraden, dat kun je wel voelen.