“Dat is de beste aanpak” wijst de man die het vocht komt meten in de muren naar wat ooit de woonkamer was. “Er een hoop volk opsmijten en er tegenaan gaan”. Zijn vochtmeter gaat volledig in het rood tegen de buitenmuur en hij pent iets neer op een papiertje, terwijl ik slik en snel uitreken dat ons budget voor vochtbehandeling welgeteld een euro of tien is, indien echt nodig. Waarop de vochtman een verkleurde lakmoesproef voor mijn neus houdt, met de gevleugelde woorden: ““Er zit beerputwater in uw muur, madam”. Ik houd het hoofd koel.
Vandaag. Na een weekend keihard werken in een stoffige, vochtige en koude living plof ik me voor de tweede keer in korte tijd in bad. Mijn spieren voelen aan als na de bodypump, maar dan vier keer zo erg. Ik was het plakkende stof uit mijn haar en bedenk me dat ik het eigenlijk wel zal missen als de grootste werken gedaan zijn. Grote repen papier in ÈÈn keer naar beneden proberen te trekken, terwijl de verf als sneeuw in je haar, neus en mond terechtkomt. Zien hoe de oude vloer met veel moeite toch uiteindelijk zijn vertrouwde omgeving wil loslaten. Met zijn allen aan een geÔmproviseerde tafel (lees: plank op een wasmand) bokes met hespeworst eten en niet meer recht geraken omdat de benen moe zijn, om van de armen maar te zwijgen. En er dan toch nog in slagen om twintig centimeter aarde met belachelijk veel baksteenbrokken in uit te scheppen en naar de container te slepen. Om dan vanmorgen weer te herbeginnen met evenveel enthousiasme/ leedvermaak om de spierpijnen die bij iedereen even hard hebben toegeslagen tussen gisteren en vandaag.
Het fantastische aan familie is dat je helemaal niks moet vragen, en ze er toch gewoon staan. Beton laten gieten mag dan wel een een stuk minder lastig worden, ik durf wedden dat het een pak minder gezellig zal zijn ook.