Monthly Archives: januari 2006

[GLEEEDI2006] week 3, whining the kilo’s away

scales.jpgWell kids, ik had gehoopt dat ik het positieve GLEEEDI2006 yeah!yeah!yeah!-gevoel had kunnen aanhouden tot aan de foto waarin ik twee keer in mijn huidige jeansbroek pas, but I failed. Miserably.

De roes van de eerste twee weken was plots met de noorderzon verdwenen, en aangezien dat moment net samenviel met een drukkere periode wat interviews en artikels betreft was het resultaat als volgt: ik heb deze week geen fitnesstoestel van dichtbij gezien, ik ben er twee keer in geslaagd om geen tijd te vinden om een volkorenbrood te gaan kopen, waardoor ik voor het eerst dit jaar bij de Panos ben beland (voor een broodje met enkel groentjes, but still), en ik heb wel verse soep gemaakt, maar ik heb ze mogen weggieten omdat ze om de ÈÈn of andere reden nooit in mijn werk-thermos is geraakt. Slabakken noem ik dat, slabakken!

Nu had ik natuurlijk twee mogelijkheden: ik had mezelf kunnen prijzen om alle andere dingen die ik deze week wel goed heb gedaan (gezonde avondmalen met veel groentjes! Erg weinig cola en erg veel water! Geen snoep/ongezonde tussendoortjes op mijn werk! En al!) of ik kon gewoon lastig zijn op mezelf, en trunten, en vinden dat ik nu al suckte in GLEEEDI en dat na amper twee weken en een beetje. Ik zou mezelf niet zijn als ik niet voor de laatste optie koos, vaneigens.

Ik weet uit dieetervaring dat mijn slaagkansen volledig afhangen van concentratie, motivatie en waanvoorstellingen van mijn hoofd op het lichaam van Veronique De Kock. En net die eerste twee factoren laten het afweten als ik van mezelf vind dat ik niet goed genoeg mijn best heb gedaan. Als ik me concentreer op wat gezond is en wat niet, dan is er geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om een stuk chocolade te eten. Als ik vind dat ik te weinig sport en al mijn energie steek in mezelf daarom slecht bezig vinden, dan kan een stuk zero-chocolade er gerust ook nog bij. En als ik zo’n stukje chocolade ongeconcentreerd binnenspeel, dan geniet ik er niet eens van, en als ik er niet van geniet dan is het alsof het niet gebeurd is en dan kan een stukje cake van een jarige collega de volgende dag ook niet zoveel kwaad. Vicieus is het.

Al bij al vielen mijn ongeconcentreerde snoepmomenten best mee, en al helemaal in vergelijking met wat ik eet als ik niet GLEEEDI, maar ik heb moeite om mezelf daarvan te overtuigen, blijkbaar. Ik heb een plan nodig, en voornemens op korte termijn. En het besef dat er nog veel mindere momenten gaan komen, probably nog erger dan een stukje zero-chocolade, en dat het niet helpt om dat je motivatie te laten afbrokkelen. Dat je moet voortdoen lilith, potverdorie, en focussen en alles!

Mijn voornemens voor volgende week zijn: minstens twee keer intensief gaan sporten; mezelf verplichten om eerst een goede reden te vinden voor ik iets van snoep/chocolade in mijn mond steek; meer groenten eten en soep drinken; en van mezelf vinden dat ik geweldig goed bezig ben.

Oe, en ik heb nog een tip voor iedereen die even weinig tijd heeft om de goede huismoeder te spelen als ik, en tegen de namiddag altijd met de handen in het haar zit over wat er vanavond op tafel komt. Ingevoerd sinds GLEEEDI2006 in the crib, en uitermate fantastisch bevonden: het weekmenu!

menubord_kl.jpg

Men neme een whiteboard en een stifte, men gaat ÈÈn keer per week uitgebreid winkelen en stelt het menu voor de rest van de week samen. Het is eventjes werk (al wordt het al gauw een gewoonte), en het heeft tons of voordelen:

  • je moet maar ÈÈn keer per week je hoofd breken over voedsel, en alle andere dagen is het gewoon geen issue
  • je moet de helft van je frigo niet rottend in je vuilbak gooien omdat je vergeten was dat je het had gekocht, want je verwerkt alles elke week in je menu
  • je geeft minder uit als je ÈÈn keer naar de supermarkt gaat in plaats van drie keer per week
  • je kunt een hele week uitkijken naar je lievelingsmaaltijd
  • er zijn geen discussies meer over eten
  • moet je onverwacht ergens blijven eten, dan schuif je alles gewoon door

Van lifehacking gesproken, quoi!

contrast

notepad.jpgDinsdagnamiddag: ik zit in een zetel die zo doorzeten is dat het lijkt alsof je er in kan blijven wegzakken tot aan de andere kant van de wereld, en ik heb net gezegd dat ik geen koffie lust. Elk meubel in de woonkamer ziet eruit alsof het al zeven keer is doorgegeven van grootmoeder op kleindochter, en de laatste kleindochter zit voor mij, klein, stil en zo verlegen dat het bijna pijnlijk is. Ik probeer allerhande manieren uit om de verhalen uit haar te krijgen die ik nodig heb, maar niks lukt. Na een kwartier zijn we nog niet verder gekomen dan een paar hakkelende zinnetjes die zo stil zijn uitgesproken dat ik me bijna geneer voor mijn stemgeluid, dat in de habitat van deze timide kunstenares veel te luid klinkt.

Soms prevelt ze zo stil dat ik geen woord versta, maar ik wil het haar niet aandoen om te vragen of ze de vorige zin even kan herhalen, en dus knik ik. En ik voel dat dit nergens heen gaat. Bijna geef ik op, voor de eerste keer in al mijn interviews. Ze wil me even wat tonen, zegt ze, en ze loopt de oude trap op die in het midden van de sobere woonkamer staat, om terug te komen met haar fotoboek. En dan gebeurt het: ze vertelt. Nog altijd erg stil voor gewone mensen, maar luid voor haar doen.

Ze vertelt verhalen over de kinderen waarmee ze ooit workshops heeft gedaan met klei, over haar werkstukken die de vreemdste invloeden blijken te hebben, over de stoelen die ze maakt van weggegooide rolluiken. Soms lijkt het alsof ze zich betrapt voelt, klapt ze even helemaal dicht en verontschuldigt ze zich voor haar melancholie, en het feit dat ze zo moeilijk kan vertellen waar ze naartoe wil met dit leven. Dat heeft ze nooit goed gekund, fluistert ze.

Als ik bij haar vertrek bedankt ze me zo erg voor het gesprek dat ik even denk dat ik mijn hand niet meer zal terugkrijgen. Nadat ik haar de tekst voor controle heb doorgemaild vind ik een stil berichtje op mijn antwoordapparaat: ze vindt het echt heel, heel mooi.

Deze namiddag, een bar waarin ik heb afgesproken voor alweer een interview. De seconde dat mijn onderwerp komt binnengewandeld zuigt ze alle aandacht naar zich toe: bloedmooi, groot, erg zelfzeker en ondanks al het vorige uitermate vriendelijk en charmant. De volgende twee uur zal ze me amuseren en verbazen met het gemak waarmee ze me heel haar leven uit de doeken doet. Ze is even oud als de timide kunstenares, maar staat aan het hoofd van drie zelfopgerichte dansscholen. Ik hoef bijna niks te vragen: ze blijkt perfect te weten wat een journalist nodig heeft om een goed stuk te kunnen schrijven, en ze vertelt het me zoveel naturel dat ik het gesprek bijna letterlijk zal kunnen uittikken. Bij het afscheid geeft ze me een zelfverzekerde hand en een stralende glimlach, waarop ze het complex uitfladdert, en iedereen, inclusief mezelf onder de indruk achterlaat.

Best een interessante bezigheid, journalist spelen.

hels

Youri had me gisterenavond nog gewaarschuwd toen hij na een dag hard werken en in baksteen schijven terugkwam van de nieuwe crib: “Het was de hel.” Aangezien ik toen nog te zwak en ziek was om er lang bij stil te staan ging ik ervan uit dat het ÈÈn en ander niet was gegaan volgens plan, en het gewoon zijn dagje niet was geweest.

Pas toen ik deze namiddag uitgeziekt en wel de crib binnenging om het groene behangpapier in de gang te gaan aftrekken zag ik dat hij meer doelde op de kleur dan op de sfeer.

tomat_kl.jpg

Alles, van plafond tot lichtknopjes tot plankenvloer op het eerste verdiep tot voordeur: tomaatrood. Behalve de gordijnen. Die zijn roze.

[GLEEEDI2006] week 2, waarin het plots snel gaat

scales.jpgIk stond de afgelopen week in een Standaard Boekhandel de solden aan mijn kritisch oog te onderwerpen, toen datzelfde oog plots op een kast viel die uitpuilde van de dieetboeken. Allemaal even goedbedoeld, vol lekkere recepten met veel wortels en aubergines, maar weinig vet, en stuk voor stuk voorzien van ronkende en veelbelovende titels als daar zijn: “Ik ben slank want ik eet”, “Het little black dress dieet” en “10 kilogram eraf, zonder moeite!”

Ik weet uit ervaring dat er slechts twee manieren zijn om af te vallen, waaronder eigenlijk maar ÈÈn die echt lukt. En dat heeft niks met Atkins, South Beach, Weight Watchers of de eerste dag soep, de tweede dag geen soep en de derde dag melk met bananen te maken. Ik raak er meer en meer van overtuigd dat elk dieet evenveel kans op slagen heeft als het andere, en dat slagen of niet slagen helemaal niks te maken heeft met de inhoud van die diÎten, maar wel met ÈÈn van de vreemdste factoren die er bestaan: “de tussen je oren”-factor, jawel.

Twee diÎten dus: het dieet waarbij je je constant zit af te vragen waarom nu net jij of all people niets mag eten en alle anderen alles, wanneer je je eindelijk nog eens op frieten met andalousesaus mag storten en hoe het toch mogelijk is dat dit juist jou weer moet overkomen. En dan heb je ook het dieet dat geen dieet is, maar gewoon een beslissing: ik ga vanaf nu zoveel als ik kan kiezen voor gezonde dingen, zodat ik het mijn lichaam niet te lastig maak.

Ik heb er exact een jaar over gedaan om alles tussen mijn oren weer enigzins op orde te krijgen en te kiezen voor dieetmethode twee, die niet eens een echt dieet nodig heeft, maar gewoon een beetje gezond verstand. Wat mij in 2005 hoogstens twee uur na elkaar lukte, lukt in 2006 toch al weer twee weken, en zonder zware problemen. De knop is omgedraaid, eindelijk weer. Het beangstigende is dat het veel makkelijker is om die knop weer op de oude vreetstand te krijgen dan om hem omgedraaid te laten, maar op dit moment voel ik me erg goed bij de nieuwe stand van De Knop, en ik kan enkel hopen dat dat zo blijft.

Ik ben in tijden niet meer zo bewust omgesprongen met voedsel, en ik vind zowaar weer plezier in bladeren door gezonde recepten en experimenteren met vis en groenten. Een mens zou verwachten dat ik na twee weken zou blaken van herwonnen gezondheid, maar niks was minder waar. Vrijdagmorgen verandere mijn gelaatskleur plots van gewoon mensenroze naar vaalgroen, ging mijn temperatuur van gloeiend heet naar ijskoud, en stond ik zo te beven op mijn benen dat een gemiddelde parkinsonpatiÎnt er het nakijken bij had. Eens de avond en nacht begon te vallen kwamen daar ook nog eens koortsaanvallen bij, en het laatste waar ik aan kon denken was voedsel.

Ik zat voor mijn ziekteaanvalletje al helemaal uit te kijken naar het moment waarop ik mijn blogpubliek kon vertellen dat ik zo maar eventjes drie kilogram was afgevallen in veertien dagen, en dat zonder ÈÈn calorie te hebben geteld. Maar dankzij die tweedaagse ziekteaanval kan ik met nog meer trots vertellen dat het er vier kilo en een half zijn geworden in veertien dagen. Een absoluut record wat mijn dieetverleden betreft, en ik ben natuurlijk heel erg van plan om die voorsprong niet meer af te geven.

Op naar week drie!

spandex-hotpants

pants.jpgHet kan geen toeval zijn dat de zoekopdracht “dikke madam op een loopband” ervoor zorgt dat surfers op deze website terechtkomen, want ik ben sinds kort inderdaad weer op regelmatige basis op een loopband/crosstrainer/hometrainer aan te treffen.

Ik loop, ik stretch, ik fiets over virtuele bergen, ik kijk naar mijn collega-fitnessers die zich in het zweet werken in de nabije omgeving van het marteltuig waarop ik me bevind, en het enige dat ik kan denken is: “Ik ben met voorsprong het dikste lid uit het ledenbestand van mijn fitnesscenter.” Net zoals ik in de wachtzaal bij de dokter nog nooit een zieke mens heb ontwaard, zo heb ik ook nog nooit een probleemgeval in mijn fitnesscenter gezien.

In het begin dacht ik dat het een trucje van het fitnesscenter zelf was. Iets als bedelaars die briefjes van vijf euro in hun hoed hebben liggen om aan te tonen dat het niet altijd vijftien cent moet zijn. Grotere bedragen mogen ook, madam. De eerste dagen in mijn fitnesscenter was ik er rotsvast van overtuigd dat alle mooie, slanke mensen betaald werden door mijn personal trainer Jehan, bij wijze van “na”-voorbeeld. “Dit kun jij ook worden, lilith!”

En heel soms, als ik niet goed in mijn vel zit en mezelf in de spiegels van het fitnesscenter van links naar rechts zie schommelen op de crosstrainer, dan denk ik dat de slanke fitnessers Jehan ervan verdenken mij te hebben ingehuurd om hen een goed gevoel te geven. Als eenzame “voor”.

Het is redelijk simpel: sommige mensen zien er ronduit geweldig uit in spandex-hotpants, en ik niet. Terwijl mijn moeder en ik onszelf in t-shirts en trainingsbroeken staan uit te sloven op de crosstrainer kunnen wij niet anders dan neerkijken op de knappe blondines die onder het mom van buikspieroefeningen hun laatste nieuw work-outtenuutje komen showen, en ja, het gebeurt dat wij daarbij eens snoeven, ja. En lelijke dingen zeggen, ook.

Maar boven alles stellen wij ons luidop de vraag: hoe ongelooflijk blond moet je zijn op allerhande plaatsen om je avond door te brengen in een fitnesscentrum als dat niet uitermate en onoverkomelijk hoogst levensnoodzakelijk is, wil je niet plots sterven?

waarlijk gehoord op de trein van kortrijk naar ieper

knar.jpgEen bejaarde man (ik schat hem 65) zit door het raam te staren, als bij de volgende halte een oudere vrouw tegenover hem gaat zitten. Ze legt haar fake millet-jas op de plaats naast hem. En om de ÈÈn of andere obscure reden is dat het enige dat de bejaarde man nodig heeft om uit te barsten in een erg luide en hevige tirade, waar heel de wagon moet van meegenieten.

Bejaarde man: “Phuh. Zo’n veste ekik ook. Ik en moen nooit zo’n veste niemeer en, madam! Zo’n veste, dat en es nietn weird!” De oudere vrouw schrikt van het luide stemgeluid van de bejaarde man, en knikt een beetje bedeesd, doch vriendelijk. Bejaarde man (onverstoorbaar): “Zo’n veste gelijk daj gij et, dat es alleene mor goed as’t min zevene es!” De vrouw heft haar schouders verontschuldigend op, en doet haar best om aan het gesprek te ontsnappen door in de METRO te lezen. Het mag niet zijn.
De bejaarde man wijst naar buiten, en de oudere vrouw voelt zich duidelijk moreel verplicht om zijn vinger te volgen en ook naar buiten te kijken, waar een groepje scholieren staat te wachten op de trein.

“GODVERDOMMEUH!“, aldus de bejaarde man, “ziet dat daar een keer staan, madam! Toen dakik die leeftijd adde moestekik nie op strate staan. ’t Was in de stal te doen! Te leeg da ze lev’n zij ze, en voor niks of niemanten geen respect niemeer, godverdomme!”
De oudere dame kijkt op. Dat vindt zij namelijk ook, en ze begint een verwaaide uitleg over dat de jeugd van tegenwoordig niks waard is, en dat er niks uitkomt en ook niks meer gaat uitkomen. Ik kijk door mijn wimpers en zie hoe het oude besje plots helemaal begint op te leven. Gedurende de rest van de treinreis komen flarden van het veel te luide gesprek door mijn HUMO-artikel gewaaid. En hoe meer woorden er komen, hoe meer het klinkt alsof ze uitgespuwd worden als een vieze ziekte.

… “En al die vuile frietekoten! Met al hun vetzakkerij! Ik ga nog liever dood dan dak ervan ete, madam! Wij adn vroeger geen frietekoten!”

…” wij mostn vroeger gans de weke dezelste kler’n droagn, en da gink em oowk, godverdommeuh!”

“… studer’n studer’n.. kstonne kik van mijn tien joar in de staln, en k klappekik ook frans!”

“… Ik en nietn tegen vreemdeling’n, mor ’t zen godverdommeuh profiteurs die te leeg zijn van nen poot uit te stek’n… In onznen tijd ging et genen woar zijn, madam…”

“… ik moetn nie wet’n van de jeugd, ik. Vuile leeghangers, dadde, die nie anders wiln doen dan achter bureau’s zitt’n! Bureau’s, dat es voe nietn nie nodig, ’t zijn al profiteurs!..”

“… Binn’n ier en viftien joar, der gon ging geweune belgn mi rondlop’n! Allemale vremde! Alemale!”

“… Medicament’n, ik en da nog nooit gepakt en ik gon da nooit pakn! Smeerlapperie es dadde! Ik gon nog liever dood dan medicament’n te moen pakk’n! Thee mee tijm en laurier, en ge kunt gij nie mer ziek kom’n, madam, da bestoa nie!”

“… Eerlijkheid es nog ’t belangrikste, madam! Mo ’t zijn de profiteurs die ’t allemale kapotmak’n! Ik: heel m’n leven geweirkt en een klein pensioentje, en dien die geen poot en uitgestokn eet: volle pot! GODVERDOMMEUH! De weireld is no de klot’n, madamtje!”

Waarop de oudere mevrouw stilletjes vertelt dat ze geen recht heeft op pensioen omdat ze in haar leven te weinig jaren heeft gewerkt.
Bejaarde man: “Oe is da nu toch meuglijk?! Oevele joar ej geweirkt? Get er toch mor 20 nodig veur pensioen?”
Oudere mevrouw: “Ik em er mor 17..
Bejaarde man barst los: “Schande dadegij geen pensioen krijgt madam! SCHANDE! KLOTELAND DAT DAT ES! Kende gij niemand mee een lang arme? Ik kenne enen mee een lang arme, die da kan regel’n veur ui. Dadde volle pot trekt. ‘k ga ui zijnen nuumer gev’n! SCHANDE EST!”

Alzheimer en consequentie, het blijft een schrijnende combinatie.

where everybody knows your name

cheers.jpgMaaj oow maaj lurkers, wat zijn jullie met veel! En wat zijn jullie aangenaam! En proper op jullie eigen!

Het de-lurken was een hele openbaring, want plots kreeg ik het inzicht dat niet alle lezers van tftc mensen zijn die ik enigzins ken. Dat jullie ook dolende zielen zijn in de schemering van het internet, met eigen nicknames en eigen e-mailadressen, en perhaps ook eigen hang-outs met eigen dresscodes en eigen smilies enzo. Net als ik.

Ik ben er altijd een beetje van blijven uitgaan dat jullie of real-life familie en vriendjes waren, of mensen die mij kenden van Het Forum. U leest het goed ja: Het Forum, de plaats op het internet waarop ik al meer dan vijf jaar mijn dagen slijt, 14000 posts heb en meer kostbare tijd heb verprutst dan u en ik zich enigzins kunnen inbeelden. Het is geen makkelijke plek om als hang-out te hebben, dat forum van mij, maar het is zeker wel een interessante, vol gekke personages in hoofd- en bijrollen, sommigen betrekkelijk nieuw, anderen al vijf jaar even verslaafd als ik. En vijf jaar is lang.

Zo lang dat de gemiddelde forummer er Limp Bizkit-pubermeisjes van 12 heeft zien uitgroeien tot mooie intelligente madammen van zeventien, en zichzelf niet van de indruk kan ontdoen enigzins mee te hebben geholpen aan hun geslaagde opvoeding. Zo lang dat die-hard forummers (zoals ikzelf) elkaar beetje bij beetje vijf jaar ouder hebben zien worden, en dag na dag de evolutie van bijna-student naar student naar gebuisde student naar opnieuwproberende student naar afgestudeerde werkloze hebben kunnen volgen.

Zo lang dat alle pertinente en genante problemen al de revue zijn gepasseerd. Van schaamhaar in je mond krijgen tot geen schaamhaar in je mond krijgen en terug. Noem mij een ziekte of vreemdsoortigheid en ik kan in het echte leven zeggen dat ik iemand ken die hem heeft (gehad). Noem mij een afgelegen boerendorp in de Limburg en ik ken iemand die er woont. Van op Het Forum, ja, maar dat hoeft eigenlijk niemand te weten.

We wonen er al zo lang dat we forummers van allerhande allooi hebben zien komen en gaan, soms zelfs blijven. We hebben de homoseksuele Betty-fan gehad. De radicale Vlaams-Blokker (ja, zo heette dat nog in die tijd). De falende tv-ster. De transseksuele werkloze met een ongezonde obsessie voor kindsterretjes en een voorkeur voor nylonkousen uit de Wibra. De doorratelende, gevoelloze pseudo-intellectueel. De zanger van een tributeband. De gehandicapte die forumt vanuit een instelling. Het nymfomane aandachtshoertje. De langharige overjaarse rocker.
En tussen dat zootje ongeregeld heb ik ook nog eens mijn lief opgedaan.
En ik ben al lang niet meer de enige.

Ik kan een forum als het mijne echt aan iedereen aanraden, bij momenten zelfs aan mijn grootste vijanden, maar u kunt er niet meer bij, jammergenoeg. Al was het maar omdat u vijf jaar schaamteloos gelilith zou terugvinden in de archieven, dat mij nu vast het extreemste schaamrood in tijden zou kunnen bezorgen mits lang genoeg zoeken. Maar laat het duidelijk zijn dat ik vind dat iedereen wel zo’n forum zou kunnen gebruiken, ergens.

Lang leve de forummers, dus. Naast de lurkers maken ook zij een groot deel van het tftc-publiek uit, en ze mogen zichzelf dan nu ook even een schouderklopje geven voor vijf jaar wicked entertainment. Yeah!

By the way: zoals u kunt zien heb ik geen naam of link naar Het Forum geplaatst, uit respect voor mezelf en andere bloggers waarvan compromiterend materiaal te vinden zou zijn. Ik zou het dan ook fijn vinden als u dat ook niet deed.

de-lurkingweek!

dday_2_3.jpgDankzij een tip van niet-lurker El Mystica las ik net dat het deze week de week van de lurker is. Een geweldig initiatief, vind ik zelf, vooral omdat ik me zelf ook wel eens durf afvragen wie mijn lurkers zijn.

Geen idee waarover ik het heb?

De term “lurken” staat voor mensen die blogs, chatrooms en discussiefora lezen, maar niet deelnemen aan het hele comment-gedeelte. Passieve lezers dus. Deze lezers worden deze week gestimuleerd om heel even (en misschien zelfs langer als het naar meer smaakt) uit de anonimiteit te komen.

Ik stel voor dat mijn lurkers zich eventjes voorstellen. Wie ben je, wat brengt je hier en vind je het fijn?

Fijne national de-lurking week, allen!

overpeinzingen bij de eerste eurosong preselecties

Hoe-Zo!-Bart-Peeters-bio-1.jpg

  • way back when, toen Brahim nog meedeed in Idool, praatte hij inderdaad een beetje vreemd. Maar wanneer is hij van een beetje vreemd naar onverstaanbaar tanden-op-elkaar-hollands-met-een-arabisch accent gegaan?
  • Johnny Logan inhuren om in de jury van de songfestival-preselecties te zetelen is op zich geen slecht idee. Johnny Logan inhuren en hem om de drie seconden onderbreken voor een overenthousiaste vertaling van Bart Peeters zou strafbaar moeten zijn in alle provincies
  • Bart Peeters voor om het even welke tv-klus inhuren had trouwens al jaren strafbaar moeten zijn. Ben ik echt de enige die heel dat “iekiekiek”, “wawawat”-gedoe al beu is sinds de Droomfabriek?
  • heel sympa hoor, om de dochtertjes van Jan Leyers een kansje te geven op tv, en ik ben er zeker van dat ze erg trots zijn dat ze on national television komen en all, maar hun rubriekje haalt alle vaart uit een op zich al veel te trage show
  • Fantoom had hun nummer gepikt van een nummer van op de tweede cassette van Clouseau. Het hunne heette “Hier sta ik”, bij Clouseau was het als ik me niet vergis “Hier ben ik”. Iemand met tijd: kijk het na!
  • Katherine is toch een overweldigend knap ding, en mag voor mij om die reden door. En ook omdat er niks anders tussen zat dat het doorgaan waard was. Ik blijf wachten op Belle Perez