Het verbaast mij hoe kalm ik blijf onder het feit dat mijn maag binnenkort voor een groot deel wordt afgekoppeld en een stuk van mijn darmen voorgoed bij het groot huisvuil wordt gezet.
Ik ben de laatste jaren nogal hyper geworden over mijn gezondheid, namelijk. Onderzoeken mogen dan wel uitwijzen dat vrouwen om de tien minuten aan seks denken, ik denk om de tien minuten aan kanker.
Ik geef de schuld aan alle verhaaltjes die ik in mijn grootmoeder’s Libelle-collectie heb gelezen, bij voorkeur die met ronkende tussenkopjes als “de ene dag was ik gezond, en de volgende dag had ik lymfeklierkanker en ging ik op zeer pijnlijke wijze dood”. Na het lezen van dergelijke stukjes word ik me plots zo bewust van mijn klieren dat ik ze namen begin te geven en ze doe beloven dat ze geen tumoren zullen ontwikkelen als ik even niet kijk. Tegen klieren met een tumor zeg ik neen.
Ik mag dan wel nergens pijn hebben en op het eerste zicht niks mankeren, toch ben ik er bij momenten rotsvast van overtuigd dat een sluimerende kanker ligt te wachten om ontdekt te worden. Ik ben dan ook als de dood voor onderzoeken, maar als ik onderzocht ben en weer blijkt dat ik kerngezond ben voel ik me alsof ik net genezen ben verklaard van teelbalkanker. Daar doe ik het in the end dan ook allemaal voor.
Op dit moment ben ik volledig geobsedeerd door een zeer klein bruin sproetje ter hoogte van mijn linkerpols. Huidkanker. Nadat mijn omgeving op mijn vraag naar het bruin stipje had gekeken luidde de diagnose gewoon “een sproetje”, maar als ik echt zeker wilde zijn moest ik maar eens naar de huidarts gaan op de dag dat dat gratis was, een paar weken terug. Ik ben niet geweest uit angst dat hij me plots zeer ernstig doch compassievol zou aankijken en zou zeggen dat het kwaadaardig melanoompje al was uitgezaaid over mijn cardiovasculair systeem, en dat ik dra dit aardse bestaan zou moeten vaarwel zeggen. Sinds dat moment maak ik mezelf wijs dat het maar een sproetje is. En dat is het ook. EEN SPROETJE!
Ik heb zo’n dingen alleen als het over ziektes gaat hoor, voor de rest ben ik eigenlijk heel nonchalant en cool. Ik wou alleen dat ik niet thuis was geweest op de avond dat KOPPEN die reportage uitzond over mensen bij wie de verdoving niet werkte, zodat ze drie uur aan een stuk vlijmscherpe messen in hun buik hebben gevoeld. En ze riepen wel, maar hun stem werkte niet meer, en dus bleven de chirurgen maar steken en snijden en ploeteren en boren. Ik kan met moeite wachten tot vrijdag!