Ik hou van lezen, en toch ben ik een slechte lezer.
Mijn verhouding met boeken is zelfs redelijk moeilijk, vind ik.
Ik hou, net als bij films, niet van middelmatigheid. Daardoor zie ik maar heel weinig films (een vijftal per jaar, misschien), maar meestal wel erg goede. En ik begin aan erg veel boeken, maar ik lees er maar weinig uit. Na twee hoofdstukken weet ik doorgaans genoeg, en dat is meestal dat ik het niet kan opbrengen om tijd te steken in het verhaal, omdat het mij niet genoeg pakt, of verwondert, of meesleept.
Als mijn aandacht verslapt ben ik verloren. Ik kan niet blijven lezen als ik niet overloop van nieuwsgierigheid of bewondering om het talent van de schrijver. Ik kan een boek ook niet laten liggen: ofwel lees ik het in een paar dagen uit, ofwel lees ik het nooit uit. Om de week eens een hoofdstukje lezen is helemaal niet weggelegd voor een lezer als ik, want na een week is mijn aandacht zodanig slap geworden dat ik niet meer warm te krijgen ben.
Het resultaat is dat ik honderden boeken een beetje heb gelezen.
En heel soms eens een boek helemaal. Die boeken, die zijn dan zo speciaal dat ze mij meer dan driehonderd pagina’s aan een stuk zo hard hebben weten te boeien dat ik het einde heb bereikt. Een groter compliment kan een schrijver niet krijgen, denk ik: dat iemand met zo weinig geduld als ik zijn boek heeft kunnen uitlezen. Daar kan geen Pulitzer tegen op.
Ik had het de afgelopen maanden met Joe Speedboot van Tommy Wieringa, dat ik waarlijk heb verslonden. En ook bij Komt een vrouw bij de dokter van Kluun kon ik met de beste wil van de wereld niet meer stoppen met lezen.
En nu heb ik het weer met Tirza van Arnon Grunberg. Soms moet ik me door heel wat crappy eerste hoofdstukken worstelen, maar het gevoel van nog meer dan honderd pagina’s te gaan hebben in een werkelijk fantastisch boek is heel wat waard. En daarna moet ik dringend mijn laatste Harry Potters uitlezen, en liefst nog voor iemand mij komt vertellen hoe het allemaal afloopt.
Nog tips, anders?