Monthly Archives: februari 2007

arnon, begod

tirza.jpgIk hou van lezen, en toch ben ik een slechte lezer.

Mijn verhouding met boeken is zelfs redelijk moeilijk, vind ik.
Ik hou, net als bij films, niet van middelmatigheid. Daardoor zie ik maar heel weinig films (een vijftal per jaar, misschien), maar meestal wel erg goede. En ik begin aan erg veel boeken, maar ik lees er maar weinig uit. Na twee hoofdstukken weet ik doorgaans genoeg, en dat is meestal dat ik het niet kan opbrengen om tijd te steken in het verhaal, omdat het mij niet genoeg pakt, of verwondert, of meesleept.

Als mijn aandacht verslapt ben ik verloren. Ik kan niet blijven lezen als ik niet overloop van nieuwsgierigheid of bewondering om het talent van de schrijver. Ik kan een boek ook niet laten liggen: ofwel lees ik het in een paar dagen uit, ofwel lees ik het nooit uit. Om de week eens een hoofdstukje lezen is helemaal niet weggelegd voor een lezer als ik, want na een week is mijn aandacht zodanig slap geworden dat ik niet meer warm te krijgen ben.

Het resultaat is dat ik honderden boeken een beetje heb gelezen.
En heel soms eens een boek helemaal. Die boeken, die zijn dan zo speciaal dat ze mij meer dan driehonderd pagina’s aan een stuk zo hard hebben weten te boeien dat ik het einde heb bereikt. Een groter compliment kan een schrijver niet krijgen, denk ik: dat iemand met zo weinig geduld als ik zijn boek heeft kunnen uitlezen. Daar kan geen Pulitzer tegen op.

Ik had het de afgelopen maanden met Joe Speedboot van Tommy Wieringa, dat ik waarlijk heb verslonden. En ook bij Komt een vrouw bij de dokter van Kluun kon ik met de beste wil van de wereld niet meer stoppen met lezen.

En nu heb ik het weer met Tirza van Arnon Grunberg. Soms moet ik me door heel wat crappy eerste hoofdstukken worstelen, maar het gevoel van nog meer dan honderd pagina’s te gaan hebben in een werkelijk fantastisch boek is heel wat waard. En daarna moet ik dringend mijn laatste Harry Potters uitlezen, en liefst nog voor iemand mij komt vertellen hoe het allemaal afloopt.

Nog tips, anders?

kuisziek

cleaning-specialist02.jpgMet voorsprong het meest trieste stukje televisie dat ik deze week heb gezien: de kuiszieke vrouwen in Man Bijt Hond, deze avond. Drie huisvrouwen werden gefilmd terwijl ze manisch hun kast stonden af te kuisen. Enkele uitspraken die ik even met u wil delen:

“Ik stofzuig elke dag drie keer: ’s morgens, ’s middags en ’s avonds, en als er een beetje vuiligheid uit de kachel gevallen is, ja dan nog een keer.”
Reporter: En waarom doet u dat?
*verbaasde blik om domme vraag*: “veur d’hyhiëne. :/”

“Sommige mensen in de straat gaan soms drie keer in de week weg”. *gedegouteerde blik*“Wanneer dat die dan unne kuis doen, ik weet het niet. Drie keer weggaan in de week? Ik heb daar geen tijd voor, ik zou nooit door mijne kuis geraken.” *trotse blik*

“Ik kuis mijn ramen elke week een keer vanbinnen en een keer vanbuiten.”

“Als ik 21 uur per week heb gekuist dan is dat een week waarin ik erg weinig heb gekuist. Ik kuis elke dag minstens drie uur, en dan nog eens de vrijdag of de zaterdag een hele dag.”

“Ik weet niet wanneer de andere mensen ier in de straat unne kuis doen ze. Oftwel kuisen die ’s nachts, ofwel kuisen die nie.” *smetzieke blik in de camera*

Er is een tijd geweest dat ik me enigzins ongemakkelijk zou hebben gevoeld omdat ik nog niet van ver in de buurt kom van eenentwintig uur kuisen per week (! :aah:), maar daarnet heb ik simpelweg naar de televisie gestaard en mij afgevraagd hoe erg een mens zijn leven kan verspillen. Aan kuisen dan nog, en niet eens aan den drank of het spel of andere leuke dingen. Ik ben in elk geval goed op weg om geen perfecte huisvrouw te worden, en daar ben ik plots erg blij om.

(Het meest leutige stukje televisie dat ik deze week heb gezien was dan weer “IN UW GAT!” van Wim Helsen, ook al in Man Bijt Hond. Het is maar om te zeggen.)

de leeftijd van mijn hart

heartbecel.jpgIk ben altijd de laatste om mee te doen aan medische experimentjes, vooral omdat ik mijn gewicht pas vrij durf te geven als ik driehonderd procent zeker ben dat niemand het achteraf kan tracken via de cookies van mijn pc. Ik ben ook doodsbang voor hackers die het cijfer zouden doorverkopen aan de gazetten en andere al dan niet internationale nieuwsdragers. Sinds ik weet dat je dankzij een simpel rekenoefeningetje dat ik zelf niet snap aan de hand van mijn BMI en een inschatting van mijn lengte ook aan mijn gewicht kan geraken kan ik niet meer door donkere straatjes lopen zonder om de drie seconden psyched over mijn schouder te kijken. Ik ben dus nogal anal wat mijn gewicht betreft. En dat is het minste dat je ervan kan zeggen.

Als andere kindjes bij wijze van biologie-vraagstukje even op de weegschaal moesten gaan staan was dat leuk voor de statistieken, als ik erop ging staan hielp ik twintig jaar schoolstatistieken naar de vaantjes. Ik ben er dus niet aan, aan medische testjes en onderzoeken, zelfs niet als ze leuk bedoeld zijn voor de massa. Zoals dat berekenen hoe oud je hart is van Becel. Ik had er al wel van gehoord bij Peter van de radio, maar ik had werkelijk niet de behoefte om te vernemen dat mijn hart nog ouder is dan hoe ik me de laatste tijd soms voel. Uiteindelijk was het mijn broer die mij kon overtuigen, door zonder schaamte te zeggen dat zijn hart drie jaar ouder was dan hijzelf. Als hij dat durfde, dan ik toch ook.

En zo hebben we mijn taille gemeten, heb ik mijn gewicht durven ingeven met enige trots in plaats van schaamte, heb ik in alle eerlijkheid ingevuld dat ik een zittend beroep en gat heb, en toen stond het er, zwart op wit. Mijn hart, beste lezers, is geen jaar ouder dan 18! Ikzelf ben 25. Ik wijt het geweldige resultaat aan mijn wespentaille en het ontbreken van vragen als “hoe oud voel je je?” (54), “wat is je favoriete tijdschrift van het moment?” (de Libelle) en “wat zijn je hobbies?” (koken en scrapbooken).

dag niet

ijs_coupe_2.jpgBleh.

Bleh is het perfecte woord om over deze dag, die compleet de mijne niet is, te draperen zodat ik hem niet meer moet zien. Zodat ik niet moet constateren dat ik me doodverveel maar nergens zin in heb. Dat ik niet wakker word van een bad waar ik anders als een nieuw mens zou uitstappen. Ik ben moe. Ik wil slapen maar ik vind het zonde van mijn zondag, ook al is het punt gekomen dat ik deze zondag *vul onwaarschijnlijk lelijk woord in* begin te vinden. Ik zou iets kunnen doen of maken, maar het is al op voorhand mislukt omdat de negatieve energie uit al mijn porieën stroomt. Non-fucking-stop.

Het is zo erg mijn dag niet dat ik mezelf bij wijze van ultieme Bridget Jones-troost in de zetel heb geploft met een kom suikervrije (!) ijskreem, en er toch ziek van geworden ben. Van een kom SUIKERVRIJ ijs. Dan moet het wel supererg je dag niet zijn, dunkt me.

hoe zou het met de gastric bypass zijn?

schaaltjen.jpgVanmorgen ben ik drie keer op mijn weegschaal gesprongen, drie keer er af, en dan nog eens erop. Ik heb met mijn ogen geknipperd en in mijn arm genepen, en toen het cijfer echt waar bleek te zijn heb ik er een erg subtiel overwinningsgebaar tegenaan gesmeten. Toegegeven: mijn gewicht was de laatste weken niet meteen mijn grootste zorg, maar het is wel stilletjes en beetje bij beetje blijven zakken. Tot op een punt waar ik vanmorgen heel erg content mee was: min 39 kilogram, en in een gewichtsklasse die ik al jaren alleen nog maar van horen zeggen kende.

Ik krijg nog regelmatig mailtjes van mensen die via Google op oude gastric bypass-postjes zijn beland, en mij vragen of ik het opnieuw zou doen. Als ik terugdenk aan de lilith die acht maanden geleden compleet wanhopig naar zichzelf lag te kijken in een ziekenhuisbed dan kan ik niet anders dan “ja” zeggen. Ook al had die lilith zich toen totaal niet kunnen voorstellen dat ze niet onverdeeld gelukkig zou zijn op het moment dat er veertig kilogram af zou zijn. Om de simpele reden dat die lilith toen niet kon inschatten dat er plots kanker zou zijn, en chemodagen en niet-chemodagen, en andere zaken die een kilo meer of minder plots erg relativeren. Maar ik weet wel dat ik zonder gastric bypass nog een extra probleem zou hebben gehad dat er nu niet is: van stress werd ik heel snel dik. En van dik werd ik ongelukkig. Waardoor er weer extra stress kwam.

Ik heb er de eerste maanden na mijn operatie van gedroomd om in een maat 38 te passen en alle winkels leeg te kopen die ik tegenkwam op mijn slanke pad. Ik hoopte op een perfect slank en vrolijk leven zonder zorgen om vet en medische onderzoeken. En botjes die rond mijn enkels pasten en broeken die te groot werden in plaats van te klein. Maar dat mijn gewicht nu, tijdens minder makkelijke momenten, geen reden tot extra paniek en wanhoop meer is, daar ben ik uiteindelijk nog het meest gelukkig om.