Dat blijft toch boeiend, jong, stilstaan bij jezelf en je leven en de redenen waarom je bepaalde zaken op bepaalde manieren aanpakt. Waarom sommige dingen fout zijn beginnen lopen. Tegen welke muren je al honderd keer bent geknald.
Het heeft mij in elk geval al een hoop inzichten opgeleverd. En aangezien delen het nieuwe zwart is:
1. We leggen veel en veel te veel druk op onszelf.
Ja, ook gij. We willen allemaal zeventien borden tegelijk draaiende houden en raken gefrustreerd en teleurgesteld als enkele van die borden niet in perfecte rondjes draaien. Als we niet én een creatieve zichzelf ontplooiende zelfstandige zijn, én een goede moeder met toffe kinders die proper zijn op hun eigen, én een toffe om mee op café te zitten, én een zorgzame vrouw, én een goede kok (liefst ook een beetje vegetarisch en milieubewust, met groenten uit onzen onbespoten hof), én een modieuze hipster met een tof huis (met van die coole zelfbeschilderde meubels uit de kringloopwinkel, als het even kan), én niet elke week drie keer vijf kilometer gaan lopen ter voorbereiding van de ten miles, onze eigen rokken naaien en zelf confituur maken, af en toe in het hipste sterrenrestaurant van het moment gaan eten, vier boeken per maand lezen, én onze blog over al die activiteiten niet minstens een paar keer per week updaten, dan vinden we onszelf niks waard. Terwijl al die dingen apart al heel wat inhouden. Alle dingen samen willen is niet minder dan waanzin. Misschien moeten we wat vaker durven kiezen, en beslissen dat we nu eenmaal niet alles kunnen. En beseffen dat dat totaal niet erg is, ook.
2. We moeten weer leren content zijn.
Met wie we zijn, en ook met wat we hebben. We kunnen veel en we hebben veel, maar we laten met zijn allen onze hoofden zot maken door artikels vol lijstjes met “vijf manieren om productiever/gelukkiger/zorgelozer te worden”. We moeten alsmaar beter worden van onszelf. Sportiever. Slanker. Vrolijker. Gezonder. Terwijl het geheim wel eens zou kunnen zijn om onszelf gewoon oke genoeg te vinden. Dat al de rest maar van productiever doet zonder ons. Dat al de rest maar op jacht gaat naar “dé must haves voor de zomer!”. Zonder ons. Dat onze buren maar slag om slinger gaan werken om al hun nieuwe dure meubels te kunnen betalen die ook in het huis van hun buren staan. Zonder ons. Minstens het proberen waard.
3. Het is nu, niet gisteren of morgen.
Als we er nu niet in slagen om gelukkig te zijn, dan is de kans dat we het in de toekomst wel zullen zijn ook niet geweldig groot. Perfectie bestaat niet. Er zal nooit een moment komen waarop alles perfect bolt, en er een hemelse gelukzaligheid over ons heen daalt. Niet als we twintig kilo minder wegen, niet als we eindelijk dat boek hebben geschreven waar we al tien jaar van dromen, niet als we grotere borsten hebben of een marathon kunnen lopen. Ook op die momenten zal er altijd wel iets zijn. We hebben alleen nu, de toekomst en het verleden zijn complete onzekerheden en dingen die gepasseerd zijn. Geluk is soms gewoon nu efkes tijd hebben voor een kop koffie en een boekje. De zon zien als hij schijnt. Wie wacht op het perfecte leven kan heel lang wachten.
4. Geluk is overrated.
In elk normaal leven zijn er periodes waarin we minder, of zelfs niet gelukkig zijn. Dat is zo. We zijn daarom niet ziek in ons hoofd, moeten het niet dezelfde dag nog oplossen met een pilletje. Soms moeten we leren accepteren dat het leven zwaar is, en dat we niet altijd overal even vlotjes en gelukkig doorheen zullen kunnen fietsen. Dat is het leven, en niemand heeft het ons ooit anders beloofd. We hebben het onszelf wel wijsgemaakt, dat geluk het hoogste doel is en we daar volledig zelf verantwoordelijk voor zijn. Hetzelfde geldt voor onze relaties. Soms gaat het minder goed. Het zou vreemd zijn als het niet zo was, met alles dat op dagelijkse basis op ons afkomt. En toch is het not done, om toe te geven dat je je niet geweldig goed voelt. Dat het al een paar maanden totaal niet bolt tussen jou en je vent. Daar kun je maar beter over zwijgen. In stilte voort doen. Niet te veel mensen lastig vallen met je miserie. “Goed” antwoorden als je “slecht” denkt.
5. Kwetsbaarheid tonen loont.
Echt waar. Wie zich kwetsbaar durft opstellen krijgt kwetsbaarheid terug. En dat is schoon en dat doet deugd, andere mensen die durven toegeven dat ze het ook soms geweldig lastig hebben, en niet goed weten waar in of waar uit. Mensen die kwetsbaarheid afstraffen zijn je tijd niet waard, dus hoe sneller je ze eruit kunt halen, hoe liever.
6. Onze vergelijkingen kloppen niet.
Iedereen vergelijkt zijn binnenkant met een ander zijn buitenkant. De resultaten van die vergelijkingen kunnen nooit ergens op slaan. Uw gebuur mag er dan wel uitzien als een ongelooflijk zelfzeker sociaal beest, de kans bestaat dat hij zichzelf elke dag enorm moet oppeppen om niet weg te kruipen in een hoekje. We hebben allemaal geen benul van hoe anderen zich echt voelen, en zaken als Facebook en Twitter helpen daar niet bij. In mijn queeste om niet te veel te zagen en te focussen op het positieve heb ik al de opmerking gekregen dat mijn leven geweldig happy happy joy joy lijkt. Dat klopt niet.
7. We moeten wat vaker onze eigen beste maat zijn.
Als ik even streng zou zijn voor anderen als voor mezelf dan zou ik mezelf een vreselijke vrouw vinden. Ambities zijn goed en ambities zijn leuk, maar ik zou nooit van iemand verwachten dat hij een foutloos parcours aflegt in om het even wat. En toch kan ik van mezelf bijzonder weinig fouten verdragen. We zouden allemaal wat vaker onze toffe beste maat moeten zijn. Af en toe eens een arm om onze eigen schouder leggen en zeggen “maar ge hebt wel uw best gedaan, kind”, in plaats van “maaaat, wat voor een ongelooflijke loser zijt gij eigenlijk?”.
Aanvullingen? Opmerkingen? Schiet ze maar af!