
Het is of hele dagen dit, of elke dag brol.
Stoppen met roken gaat super tot één trek van een sigaret weer naar een volledig pak leidt, want het plan is toch om zeep. Diëten lukt wonderwel tot een jarige collega met een zak snoep aan komt zetten en alle goede voornemens voor minstens de rest van de week on hold gaan. Een glas wijn wordt altijd een tweede glas wijn. Herkenbaar? Indien niet: aangenaam. Deze blogpost wordt u vriendelijk aangeboden door een schoolvoorbeeld van het fenomeen.
Ontbrekende versnelling
Er zijn zaken die ik aan sommige mensen steeds weer moet uitleggen. Waarom ik niet gewoon een beetje kon minderen met Facebook, in plaats van er volledig mee te stoppen. Hoe het komt dat ik er ooit in slaagde om vijfendertig kilo af te vallen op pure wilskracht, en enkele jaren later toch een maagverkleining moest aanwenden omdat al het gewicht dat ik verloren was mij in een razendsnel tempo terug had weten te vinden. Hoe kon het toch weer zo dramatisch uit de hand lopen, vragen mensen die anders in elkaar zitten dan ik zich af. Eén dag waarop mijn motivatie onvindbaar leek, is mijn antwoord. Daar ook nog eens zo oprecht teleurgesteld in zijn dat ik mezelf wijsmaakte dat ik (zie je wel!) toch niet uit het juiste hout was gesneden om blijvend af te vallen, en hup, de balans sloeg letterlijk weer over naar de andere kant. Meteen de reden dat stoppen met roken me wel goed afgaat: zo lang ik erin blijf slagen om die eerste levensgevaarlijke sigaret niet aan te raken zit ik safe. Roken moet -in tegenstelling tot eten- gelukkig niet elke dag, en zo gaat het ondertussen al meer dan tien jaar goed. Tegelijk weet ik dat één sigaret op een onbezonnen moment ervoor kan zorgen dat die tien jaar niks meer voorstellen, en ik vanaf dat moment weer begin te roken alsof mijn leven ervan afhangt.
Zwart-witdenken, of extreem generaliseren, zoals deze manier van naar de wereld kijken in de psychologie wordt genoemd, heeft me al heel wat paden doen bewandelen waar ik niet altijd even enthousiast over was. En ik ben lang niet de enige die een prijs betaalt voor haar absolutisme. Afkickcentra zitten vol met alles of niks-denkers die hopen dat therapie hun val kan breken, omdat één foutje er vaak voor zorgt dat ze zich vol bravado op hun verslaving storten. Fouten worden immers niet getolereerd door de alles of nikser, en er is bijzonder weinig ruimte voor zachtheid en menselijkheid in het hoofd van de perfectionist die geen grijswaarden kan onderscheiden. Gaat iets niet honderd procent zoals verhoopt, dan ziet de eendimensionale denker de uitkomst vaak als compleet falen. Alsof er een versnelling ontbreekt tussen volle kracht vooruit en helemaal niks, en er niks zit tussen succesvol zijn en mislukken.
Hemel of ramp
Ook in intermenselijke relaties is zwart-witdenken geen cadeau. Niet alleen omdat een prins op het witte paard bijzonder snel van zijn knol kan afdonderen, maar ook omdat mensen onderverdelen in goed of slecht zorgt voor conflicten en diffuse wereldbeelden. Niemand is helemaal eersteklas of een ongelooflijke klootzak, al zal een alles of nikser dat wel snel zo aanvoelen. Een zeer vruchtbare voedingsbodem voor allerhande vormen van radicalisme. Hetzelfde met gebeurtenissen: voor de radicale denker is iets makkelijk of compleet geweldig of een radicale ramp. Een job verliezen betekent in onze hoofden al snel dat we voor de rest van ons leven werkloos zullen blijven en op straat zullen belanden, terwijl het voor een gematigder denker gewoon een kleine tegenslag kan zijn op de boeiende weg naar ander en beter.
Naast een persoonlijkheidskenmerk is generaliseren ook een sign of the times. Psychiater Dirk De Wachter omschrijft in zijn bestseller Borderline Times een wereld waarin steeds meer en steeds beter hoogtij viert, een zwart-wit klimaat waarin de vaak impulsieve alles of nikser makkelijk wordt meegesleurd. Er is geen tussenweg meer, je bent of een succes of iemand stuurt een #fail op je af. Sociale media waarop heel snel meningen worden gevormd en gepost in een honderdtal tekens doen daar weinig goed aan. Die is goed, die is slecht. Dat doe je niet, dat wel. Je bent niet druk , je hebt ADHD. Dat moet wel een hele slechte ouder zijn, en die ene op Instagram met haar ontroerende babyfoto’s in zwart-wit een hele goede. Stoppen met suiker doe je voor altijd. Suiker is vergif. Je leven lang slank word je zo. Slaag je er niet in dan heb je geen karakter en ben je een zwakkeling. De boodschappen dat bepaalde dingen vergif voor ons zijn, zijn zo streng dat je maar beter nooit nog naar die dingen kijkt, laat staan dat je ze nog aanraakt. En zo sluipt alles of niksen via de reguliere media onze hoofden binnen, zelfs bij wie er van aanleg minder gevoelig aan is.
Allemaal kommer en kwel is het -zoals bij de meeste dingen- niet. Mijn zwart-witte hoofd heeft me in dit leven even zo goed al heel wat opgeleverd. Alles of niksers zijn vaak van de meest creatieve, verrassende en innemende mensen die er zijn, en dat zeg ik niet enkel omdat ik er zelf een ben. De gevoeligheid die doet doorslaan naar excessen zorgt ook voor een enthousiasme en gedrevenheid waar andere mensen dan weer jaloers op zijn. Het is een eigenschap die ik ook bij mezelf herken, en waardoor ik mijn extreme kantje niet zou willen ruilen voor een gematigder hoofd. Alleen lijkt het me wel fijn om af en toe net een beetje te kunnen terugschroeven.
Van alles of niks naar net iets gematigder in vijf stappen
- psychologen raden aan om jezelf te trainen in wat zij “en en denken” noemen, als tegenwicht voor het destructievere “of of”. Als er tijdens je dieet een onweerstaanbare boule de berlin op je pad komt, dan kun je de rest van de week ook gewoon een paar keer wat minder aardappelen opscheppen om die ontmoeting weer recht te trekken. Liever dat dan jezelf een loser te vinden en stopt met proberen omdat je het duidelijk toch niet in je hebt.
- probeer plezier te vinden in de weg ernaartoe, in plaats van te obsederen over het resultaat. Op die manier begin je als alles of nikser ook gemakkelijker ergens aan. Ook de start is immers vaak een probleem, onder het motto “als ik niet direct heel de zolder kan opruimen begin ik er maar beter helemaal niet aan”.
- probeer realistisch te zijn: je zult fouten maken tot op de dag dat je sterft. Zachthandig met dat gegeven leren omgaan is waardevoller dan je om de zoveel tijd in een nieuw onrealistisch project te storten waarbij de regels zo streng zijn dat geen mens eraan kan voldoen.
- verander je scripts: zeg niet “ik zal nooit meer pizza eten”, maar “ik zal meestal voor een alternatief proberen te kiezen.
- let op extreme woorden als “nooit”, “niemand” of “altijd”. Check of je ze kunt afzwakken. ‘Het lukt me nooit’ of ‘ik maak altijd alles kapot’ is behoorlijk extreem, maar als je ze altijd gebruikt begin je je stellingen na een tijd wel te geloven en ernaar te leven. Hetzelfde geldt voor ‘niemand begrijpt mij’ en ‘dit komt nooit meer goed’.
Dit stuk verscheen eerder in De Standaard Magazine. Zeer benieuwd of er zich nog alles of niksers onder mijn lezerspubliek bevinden, trouwens.