
In de crib zijn we amper bekomen van de komst van Flo, of het is al aftellen naar de volgende baby. Gelukkig niet van ons, god sta me bij, maar wel de eerstgeborene van mijn kleine broer, die zich als alles goed gaat al binnen enkele weken laat zien. Mijn kleine broer zal niet kwaad zijn als ik zeg dat hij op dit moment niet ongelooflijk gespecialiseerd is in pasgeboren mensenkinderen. Hij heeft er al wel eens een gezien, maar de echte nuts en bolts zullen zich de komende maanden op natuurlijke wijze aan hem en mijn schoonzus moeten openbaren.
Je kunt jezelf dan wel wat sussen met lijstjes afvinken en geboortelijsten leggen, als puntje bij paaltje komt is er een voor en een na de komst van de baby, en dat krijg je pas uitgelegd aan iemand die die transitie zelf heeft doorgemaakt. Life can only be understood backwards but must be lived forwards en andere Pinterestspreuken, ik weet het, maar toch zijn er een paar zaken die ik ondertussen heb geleerd die de eerste weken met een kersverse baby wat makkelijker kunnen maken. Wat werkt is voor iedereen anders, dat besef ik wel. “Slaap als je baby slaapt” werkt bijvoorbeeld niet voor mij, maar andere zaken hebben wel een en ander vergemakkelijkt. Je weet maar nooit dat ze iemand helpen die met de handen in het haar zit.
Drie dingen die ik had willen weten toen ik thuiskwam met mijn eerste baby:
– hoe goed het nachtelijke shiftensysteem werkt:
Ik weet het, uw man moet gaan werken den duts, en gij moet niet anders doen dan wat in de zetel lummelen met uw pasgeboren baby, dus is het maar normaal dat gij elke nacht opstaat terwijl hij blijft liggen. Gelukkig zijn de jaren vijftig gepasseerd, en mogen mannen ook gerust eens een hand toesteken als het lastig wordt. Zelfs als het niet lastig wordt. Waarom hebben we anders onze bustehouders verbrand, eigenlijk? Youri en ik werken met het systeem van opgesplitste nachtelijke verantwoordelijkheid. Mede omdat er weinig dingen irritanter zijn dan ’s nachts niet weten aan wie het is om op te staan voor een huilende baby of voeding. Als wij uit een diepe slaap komen zijn wij allebei soms zo cranky dat we elkaar zouden kunnen slaan, en om dat te voorkomen doen wij van afspraak. De ene nacht geef ik de laatste voeding (meestal rond tien uur) en ben ik vanaf dan van dienst tot aan de volgende voeding. In het begin was dat een shift van een uur of vier, en als ze in die shift niet wilde slapen dan was het aan mij om dat op te lossen.
Ondertussen slaapt Flo al blokken van een uur of zeven na elkaar (wij zijn dankbaar en hopen het niet gejinxt te hebben nu), dus begint de shift van Youri in dit geval om vijf uur ’s morgens met een voeding. De volgende nacht is het dan omgekeerd. Op die manier weet je altijd dat je toch zeker vier uur kunt slapen, ook al zorgt het kind voor een zware nacht. Helemaal in het begin lieten we Flo de eerste shift beneden slapen en sliep de verantwoordelijke van dienst in de zetel tot aan de aflossing, maar nu loopt alles zo vlot dat we al weer met zijn allen samen slapen. Zij in haar bedje naast ons bed, evenwel. En dat werkt perfect. (ik weet het: als je borstvoeding geeft dan kan de man niet veel doen bij honger, maar een baby is lang niet altijd wakker van de honger. En voor vrouwen die kolven kan dit natuurlijk wel perfect, al is het om wat rust te hebben)

– dat je het zo klein mogelijk moet maken:
Een gouden raad uit de tijd dat we compleet kapot bij de kinderarts zaten met Dexter de kleine huilbaby. Ook al kun je soms weinig doen om krampen weg te nemen bij een baby, toch kun je het voor hem of haar wel zo klein mogelijk maken. Dat was toen nieuw voor mij, maar ondertussen heb ik al zoveel gelezen dat die theorie bevestigt (zie het werk van de geweldige Harvey Karp, over inbakeren en sussen en wiegen en andere tovermiddeltjes) dat het eigenlijk logisch is: een baby heeft negen maanden krap behuisd in je buik gezeten, en als hij het zwaar heeft, dan is dat meestal omdat zijn omgeving plots te groot is, te imposant en te veel impulsen op hem afvuurt. De oplossing is dan om het weer klein en knus te maken. Inbakeren helpt bij ons geweldig (Flo wordt elke nacht ingebakerd en ondergaat dat ook veel makkelijker dan Dexter destijds, die zich elke nacht als een Houdini los wist te maken. De kans bestaat evenwel ook dat wij toen nog niet zo goed konden inbakeren, maar kom), en een draagdoek waarin de baby dicht tegen je hartslag aanzit is ook fantastisch. Iemand raadde het me aan in de reacties van de vorige post, maar Flo wordt dus al eens gedragen.
Ik volgde deze keer een draagconsult aan huis bij Bieke van Draaggraag (en kan dat iedereen aanraden). Flo wordt of in mijn tricot slen (een rekbare doek zoals deze) gehesen als ze het lastig heeft, of als ik het lastig heb dan kies ik voor de fantastische Bondolino die ik heb van bij Babybij, de draagdoekenshop van Webkim. Het grote voordeel aan die Bondolino is dat je hem niet hoeft te knopen, en je baby dus nog veel sneller in de juiste houding in de drager krijgt. Lees: echt waar op een paar seconden. Ik zou iedereen die wat bang is voor het knopen maar toch wil kiezen voor een ergonomische drager waarin de baby perfect in kikvorshouding zit (en dus niet zoals in de Baby Bjorn carrier die je vaak ziet wat hangt te hangen) de Bondolino aanraden. Fantastisch geboortegeschenk ook, volgens mij, en Webkim is de perfecte vrouw om je alles uit te leggen, zo bewijzen ook haar geweldig populaire filmpjes op Youtube die mij alles geleerd hebben dat je maar over dragen wilt leren.

– dat vergelijken alle pret wegneemt.
Zeker als je zo’n eeuwige piekeraar bent als biebie hier. De curves van Kind en Gezin. Het aantal voedingen en de hoeveelheden waaraan een baby al vanaf dag één moet zitten. Of de baby al doorslaapt (dat wordt tegenwoordig soms al gevraagd als het kindje twee weken oud is, merkte ik. Met een zorgelijke “ah, oei” als je ontkennend moet antwoorden). Ik kan alleen maar zeggen dat ik me al over van alles zorgen heb gemaakt en dat de meeste dingen gewoon goed komen als je het tijd geeft. Is dat niet zo, ga dan naar een goede kinderarts en ga niet te veel voort op volkswijsheden en internetfora. Allemaal goed bedoeld, maar ik heb vorige week nog meegemaakt dat een veronderstelling rond medicatie die iedereen van elkaar overneemt helemaal nergens op leek te slaan. Altijd best eens checken, dus.
Heb jij nog tips voor ouders in spé? Ik lees ze graag in de reacties hieronder!
(Het zijn dit soort blogposts die ervoor zorgen dat ik tegenwoordig vaker aangesproken word met “beste mamablogger,” dan ik op een nuchtere maag aankan hé? Dju toch.)