Laat mij starten met een disclaimer: ik heb getwijfeld of ik deze post zou schrijven. Ik heb me afgevraagd waarom die twijfel er was. Ik schrijf over huilbaby’s en postnatale depressies. Ik heb het gehad over mijn strijd met eten en stoppen met roken. Maar om de een of andere reden vond ik het lastiger om het over alcohol te hebben. Op een dag had ik het er met Youri over, en dacht ik: alleen al daarom moet je erover schrijven, kind. Omdat het duidelijk iets is waar eens over geschreven moet worden. En waarom dan niet door jou?
2 september 2016. Toen ik de gin tonic die ik bij mensen thuis kreeg op mijn gemak had opgedronken wist ik het. Het is klaar. Omdat ik het er niet met bijzonder veel mensen over heb gehad op voorhand leek het vast een impulsieve beslissing. Maar heel de zomer voor die gin tonic dronk ik ook amper, op een uitspatting na die het vermoeden dat al lang in mij leefde bevestigde: ik kan niet matig drinken.

Dit is hem. De laatste gin tonic.
Mijn verhaal is er gelukkig geen van drinken voor het ontbijt en ik ben ook blij dat ik hier geen dingen moet vertellen over betrapt zijn op dronken rijden of ander grensoverschrijdend gedrag. Tegelijk vind ik dat de hoeveelheid die je drinkt er eigenlijk minder toe doet dan je op het eerste zicht zou denken. Toen ik de eerste keer tegen Youri zei dat ik wilde stoppen met drinken snapte hij niet waarom. Zoveel dronk ik niet, vond hij, en een mens mocht zich af en toe toch eens laten gaan? Zelf dronk hij toen al zelden of nooit, en misschien maakte dat het contrast tussen ons wel groter op de avonden dat ik in de wijn vloog en hij op het gemak een gini of twee dronk. Ik heb heel vaak dezelfde reactie gekregen als ik tegen iemand in mijn omgeving zei dat ik wat minder wilde drinken. Dat er toch geen probleem was. Er lag ook geen rock bottom aan de basis, zoals ze dat noemen. Wel een artikel over alcohol en angsten.
Angst is een thema bij mij, daar heb ik eerder al over geschreven. Ik ben bang opgevoed. En alcohol was er al rond mijn veertiende, en wat bleek? Het was de gemakkelijkste en leukste manier om even een break te nemen van mijn angstige hoofd. Het ene moment kon ik dan nog wel denken dat niets ooit goed kwam, na vier pintjes kwam alles goed. En voelde ik me minder sociaal ambetant en was ik volgens mij ook nog eens veel grappiger en leuker. Win fucking win.
Ik heb hele periodes in mijn leven niks gedronken, maar het zal niet als een verrassing klinken dat in tijden waarin zowel mijn moeder als mijn schoonmoeder stierven, ik niet bijzonder vruchtbaar bleek te zijn, uiteindelijk toch een baby kreeg die maar niet stopte met krijsen, en er nog wat dingen minder smashing liepen, een glas wijn op het einde van de dag wel een bijzonder gemakkelijke vakantie weg uit mijn hoofd kon zijn. Net als in de periodes waarin ik verzoop in het werk en moederschap, en het altijd wel ergens wine-o-clock was. En ik het verdiend had, dat vooral.
Ik heb me er lang weinig vragen rond gesteld. Tot ik me wel vragen begon te stellen. Over het feit dat ik altijd meer dronk dan ik me op het begin van de avond had voorgenomen. Over de regeltjes die ik met mezelf afsprak: nooit in de week, wel in het weekend. Waarop ik op vrijdagnamiddag al op het gemak aan de aperitiefjes ging want TGIF. Aja.
Wat alcoholinname betreft had ik volgens de regels in de krant amper een probleem. Maar als je er zoveel energie in begint te steken door constant met jezelf in discussie te gaan over of je al dan niet een probleem hebt of zult krijgen, dan heb je volgens mij al een alcoholprobleem. Ik kon het na een tijd niet meer opbrengen. Het nadenken over al dan niet drinken. De twijfel over of het me wel deugd deed, met mijn baby van een paar maanden oud. Tijdens de zwangerschap van Flo had ik niet gedronken, en erna was ik stilletjes weer aan het herbeginnen, en hell, heb ik mezelf soms vervloekt als ik de avond ervoor was weggeweest en al rond zes uur werd gewekt door mijn twee bloedjes. Ik begon me ook vragen te stellen over hoe ik wilde dat zij mij zagen. Een moeder die om de zoveel tijd als een zombie in de zetel tegen een kater zat te vechten, of erger nog: een moeder die niet naar huis wilde omdat ze liever met de minuut zatter werd, ik bedacht me dat ik dat eigenlijk allemaal niet zo fijn vond.

Mijn zoon en ik delen een mocktail.
Dus ben ik gestopt. Eigenlijk zonder veel moeite. Ik ben beter in helemaal niks dan in een beetje. Ik heb niet gedronken toen Trump president werd. Ik dronk geen druppel tijdens de feestdagen. Op mijn verjaardag dronk ik een limonade bij mijn eten. Ik ben al meerdere keren zwaar uit geweest op bruiswater. En ik ken ondertussen elke plek in Ieper waar ze lekkere mocktails of homemade icetea verkopen. Het loopt allemaal veel makkelijker en beter dan ik op voorhand kon vermoeden.
Na een jaar kan ik wel wat dingen vertellen:
- alcohol maakte mij net depressief en angstig. Ik was al een tijd in therapie, en toen ik het artikel las dat zei dat alcohol angsten net in de hand kon werken, vond ik dat dat geen sense maakte. Keihard aan jezelf werken en dan elke week wat dingen in je lichaam gieten die dat weer teniet doen. Ik was die angsten zo beu dat ik het minstens eens zonder wilde proberen. Awel, na een jaar kan ik het u met zekerheid zeggen: bij mij blijkt het te kloppen. Ik ben emotioneel stabieler, en veel minder bang. Mijn angsten zijn nooit helemaal weg, maar ze zijn heel doenbaar geworden. En ja, ik ben nog soms heel erg moe, en ik voel me soms alleen in alles, en dan ween ik even heel hard en roep ik dingen die ik niet meen. Maar ik ga niet over tot het openen van een fles wijn, ik kruip niet in bed om daar slecht te slapen en ik word de dag erna niet wakker met het gevoel dat ik weer heb gefaald en het allemaal niet kan. Ik ga wandelen, of lopen, of schrijven, of iets eten met vriendinnen. Geloof me: dat scheelt, qua zelfbeeld.
- niet drinken maakt mij productiever. Mijn leven zit bij momenten zo vol dat het eigenlijk een beetje belachelijk is om het moeilijker te maken door iets in mijn lichaam te gieten dat mij niet zoveel deugd doet. Ik las ergens dat iemand een kater vergeleek met “playing life in extra hard modus“. Hoe waar is dat? Laat ons eerlijk zijn: twee jonge kindjes, een job als zelfstandige, weinig uren waarin ik veel gedaan moet krijgen, dan is een kater echt geen cadeau.
- ik ben fitter. Niet enkel in mijn hoofd. Mijn spijsvertering ligt minder vaak overhoop. Ik heb minder de neiging om vet te eten, wat ervoor heeft gezorgd dat ik ook een kilo of vier ben afgevallen die ik toeschrijf aan stoppen met drinken. Ik voel me fysiek gewoon beter.
- ik amuseer me beter als ik niet drink. Ik weet het, dit klinkt als iets dat alleen iemand die zo ongezellig is om nooit nog alcohol te drinken zou zeggen om zichzelf te troosten. Ik mag doodvallen als het niet waar is: ik amuseer me nu beter als ik met vrienden afspreek. Hoe dat komt? Ik denk nooit meer na over of ik ga drinken en hoeveel. En of ik niet te veel aan het drinken ben. En waarom andere mensen zoveel trager drinken dan ik. En of het fout zou overkomen als ik al een nieuw glas wijn bestel. Niks van dat. Nog beter: ik blijf heel de avond fris en ad rem. Dat kon niet gezegd worden van mijn vroegere avondjes uit, toen ik vaak al na een glas of drie minder geconcentreerd was en na nog meer soms gewoon hele flarden miste. Ik ben er ondertussen behoorlijk zeker van dat ik veel leutiger gezelschap ben als ik niet drink dan als ik wel drink. En dat was eigenlijk het beste besef van het afgelopen jaar, want daar was ik bang voor: dat het allemaal minder leuk zou zijn zonder wijn. Totaal niet waar. Ik heb op mijn nuchtere avondjes bij momenten zo hard gelachen dat mensen zich afvroegen of ik niet te veel had gedronken. Neen jong. Gewoon high on life. En geen kater de dag erna.
- ik mis het veel minder dan ik op voorhand dacht. De voordelen zijn te veelvuldig, denk ik. Ik denk er zo goed als niet meer over na. Dacht ik in de eerste weken nog dat mensen me er constant over zouden aanspreken, dan is dat nu helemaal voorbij. Mensen zijn vooral met zichzelf bezig. Heel soms kijkt iemand naar mijn fruitsapje en krijg ik de vraag waarom ik niet gewoon een glas cava meedrink. Dan zeg ik iets als: ik heb al meer dan genoeg gedronken in mijn leven. En dan is het meestal voorbij. Als mensen echt meer willen weten, dan vertel ik er over, maar ik ben geen anti-alcohol warrior geworden. Helemaal niet. Af en toe krijg ik de vraag wanneer ik weer ga herbeginnen, en als ik dan zeg: “ik hoop nooit”, dan wordt er al eens bezorgd gefronst, alsof ik plots veranderd ben in een non die nooit nog plezier in haar leven kan hebben. Maar het ding is: ik heb plezier. Ik ga nog uit, ik ga nog op restaurant, ik amuseer me minstens even hard. En ik voel me beter en gezonder. Als het van mij afhangt, dan herbegin ik niet meer. En neen, dat is niet altijd makkelijk. Dat is bij elk etentje of aperitief weer beslissen om voor fruitsap of een watertje te gaan in plaats van voor de cava of wijn die van mij wordt verwacht, maar ik vind dat het het waard is. Ik ben blij met hoe dingen zijn gelopen, en als ik me al iets beklaag, dan is het dat ik niet eerder ben gestopt. Ik heb nog nooit gedacht: “damn, ik wou dat ik gisteren toch alcohol had gedronken“. Wat niet wil zeggen dat ik vind dat de rest van de wereld ook moet stoppen, verre van. Er zijn veel mensen die heel verantwoordelijk met alcohol kunnen omgaan. Maar ik was geen van hen.
Wil je graag meer lezen?
Ik had veel aan deze boeken:
This Naked Mind van Annie Grace was geweldig om te snappen hoe alcohol werkt en vooral: hoe alcohol niet werkt. Wat Stoppen met roken van Allen Carr was toen ik daarmee stopte was This Naked Mind nu. Zeer zeer boeiend en motiverend.
Blackout van Sarah Hepola. Grappig, herkenbaar, confronterend, en heerlijk geschreven.

Lien Braeckevelt heeft as we speak een nieuw boek uit, dat “30 dagen zonder alcohol” heet. Het staat vol getuigenissen, tips en recepten om er eens dertig dagen voor te gaan. Misschien een ideaal geschenk voor mensen die eens een testje met zichzelf willen doen.
Hoe ik weet hoe lang ik gestopt ben? Daar heb ik een app voor, natuurlijk. En zo heb ik wel meer hulpmiddeltjes om het makkelijker te maken.
Nog een disclaimer: ik weet dat diegenen die het vaakst geneigd zijn om op dit soort posts te reageren doorgaans de mensen zijn die zelden of nooit alcohol drinken. Dat lijkt een constante, mensen die posten dat ze niet snappen wat er zo moeilijk is aan geen alcohol drinken. Dat soort reacties zorgt er vaak voor dat mensen die het wel snappen niet durven reageren. Ik vind dat altijd jammer. Alsof je tegen iemand met een depressie zegt “ik ben altijd vrolijk, ik snap niet waar jij zo’n drama rond maakt”. Dat helpt niet. Compassie helpt, je proberen in te beelden hoe dingen er voor iemand anders uitzien ook. Oordelen of zeggen dat jij het helemaal anders zou aanpakken is soms behoorlijk kwetsend bij gevoelige thema’s als verslaving en afhankelijkheid. Tegelijk snap ik de frustratie van mensen die nooit drinken en daar in onze maatschappij op worden aangesproken ondertussen ook. Deze blogpost heb ik vooral geschreven voor iedereen die mij de laatste maanden heeft opgebiecht ook te twijfelen en te sukkelen. Ik hoop dat iemand uit die doorgaans stillere groep er iets aan heeft.