
De beurtenkaart. Als je je aansluit bij een sportinstelling kun je doorgaans daarvoor kiezen, of voor een abonnement. Een abonnement is zo goed als altijd voordeliger. Op voorwaarde dat je niet zoals de meeste mensen al weer stopt na een paar weken, want dan moet je er naast de prijs die je maandelijks betaalt om niet te gaan sporten ook nog eens de kostprijs van een advocaat genre Jef Vermassen bijtellen om er ooit nog vanaf te geraken.
De beurtenkaart heeft ook een beetje de reputatie van voor slackers te zijn. Oeioei, die neemt maar een beurtenkaart, die zal het wel niet serieus menen met dat sporten. Die zien we hier niet meer dan een keer per week. Om wat te kletsen en af en toe een pedaal rond te draaien. Die verhalen.
Voor mij is 2019 by far het jaar waarin ik besef dat de verhalen in mijn hoofd op dat vlak mijn leven ernstig bepalen. Dat heb ik geleerd van Brooke Castillo, en daar ben ik haar dankbaar voor. Die verhalen. Soms zo subtiel, vaak zo vreselijk bepalend voor van alles en nog wat.
Dat je een sport moet kiezen en dan alleen maar die sport doet. Drie keer per week fitnessen. Drie keer per week bodypump. Zodat je opbouwt. Ergens beter in wordt. RESULTAAT ZIET. :aah:
Het zorgt er al vele jaren voor dat ik gedemotiveerd raak, en snel. Want dat resultaat, daar kun je lang op wachten. Zeker als je hoopt op een strakker lijf en een lager gewicht. Die focus, in combinatie met me snel beginnen vervelen als ik te veel van hetzelfde doe, en het stemmetje in mijn hoofd dat dingen roept als “dit heeft geen zin“, heeft ervoor gezorgd dat ik nog nooit in mijn leven een regelmatige sporter ben geweest. Een paar weken wel, dan weer heel lang niet.
En de verhalen, jongens, de verhalen.
Een greep uit het assortiment:
- sporten is iets voor tijdens het jaar, maar in de vakantie gaat de riem eraf (los van het feit dat ik het sowieso zelden volhield tot in een vakantie maakte ik er altijd iets van dat moest, terwijl de optie dat het ook wel eens leuk of deugddoend kon zijn precies niet bij me opkwam)
- als ik niet én sport én leef als een asceet maakt het allemaal niet veel uit
- als ik geen drie keer per week kan gaan, maakt het allemaal niet veel uit
- als ik niet binnen de maand resultaat begin te zien, dan blijf ik beter gewoon thuis
- als ik altijd de minst sportieve ben van de groep, dan is het gewoon echt niet tof
- sport moet altijd tof zijn
- ik suck gewoon keihard in sporten en daardoor maak ik me alleen maar belachelijk bij de echte sporters. Dat is echt niet tof
- ik hou nooit iets vol
- ik ben geen sporter
- als ze me maar een keer per week zien in de fitness dan zullen ze me vast maar een sukkelaar vinden
- ik vlieg er altijd te hard in in het begin, en dan val ik toch stil. Waarom zou ik dan überhaupt nog beginnen?
- ik heb daar geen tijd voor
- er bestaat gewoon geen enkele sport die ik leuk vind
- je moet focussen op één sport en daar dan goed in worden
- mensen die van alles door mekaar doen weten niet wat ze willen
Ik zal u eens iets vertellen dat ik de laatste maanden heb ontdekt: het maakt wel uit. Het helpt gigantisch als je het minder laat draaien rond resultaat zien in centimeters en kilo’s, en meer rond het doorbreken van patronen en dingen die je jezelf vertelt. Rond leren om te stoppen met keer op keer tegen diezelfde steen te knallen, en dat proberen op te lossen door knal hetzelfde te doen als de vorige keer.
Door te denken dat ik nooit iets volhou in plaats van me af te vragen waaraan dat ligt, hou ik inderdaad nooit iets vol. Door het te zien als een leerproces, in plaats van iets dat ik allemaal direct moet nailen, gaan dingen veel beter. Net als door het feit dat ik het niet direct nail niet te zien als een bewijs van een falende persoonlijkheid, maar deel van het proces.
Sinds ik bewegen ben gaan zien als een soort smörgåsbord (ik heb dit gekopieerd uit Google, nvdr.) van mogelijkheden waaruit ik elke week mag kiezen, vind ik het leuker. Ik probeer drie keer per week te bewegen. Lukt niet altijd, maar ook dat is oké. Soms ga ik bodypumpen. Soms waag ik me aan een uur step, met bewegingen die voor een beginneling zo lastig zijn dat ik alleen maar kan hopen dat er nooit video’s surfacen van ik die compleet in een knoop lig met mijn voeten, step en routines. Not a pretty sight, maar zweten doe ik wel. En in de douche achteraf voel ik me wel heel wat.
Ik ga binnenkort weer beginnen met start to runnen. Niet drie keer per week, zoals ik altijd vond dat het moest, zodat ik in week twee als het maar twee keer lukte mijn loopschoenen al over de haag wilde gooien want zie je wel dat lukt allemaal toch nooit. Door mijn falend karakter. Mijn gebrek aan wilskracht. Mijn leven dat dat allemaal gewoon niet toelaat.
Ik wil deze keer niet beginnen lopen om 5 kilometer te kunnen lopen, en daarna tien, en dan misschien wel nog verder. De enige reden is dat ik dan een extra optie heb als ik wil bewegen.
Als ik zin heb in lopen ga ik lopen. Als ik zin heb in iets anders wil dat niet zeggen dat ik de slechtste sporter ooit ben. Ook voor dat lopen heb ik in mijn hoofd een beurtenkaart, net als voor de fitness en het zwembad.

Neen, vast niet het voordeligste (hoewel daar serieus over te discussiëren valt, als je het leven ziet als een smörgåsbord), maar voor mij marcheert het perfect. Vanmorgen ging ik zwemmen. De keer ervoor deed ik een uur cardio in de fitness. Tegenwoordig hangen er uren van verschillende sportinstituten aan mijn frigo, en ik kies uit waar ik zin in heb. Als ik eens een week minder zin heb, dan impliceert dat niet dat ik de beurtenkaart ritueel moet verbranden. Ik blijk een creatieve generalist, maar dan in een sportbroek.
Zo’n eeuwig leerproces dat dat is, het leven.
Waar het op dit moment nog het meest oplevert is in mijn hoofd.
Ik heb me nog nooit niet duizend keer beter gevoeld na een uur sporten dan ervoor.
Het is dat je dat soort dingen niet kunt meten met een Fitbit, maar geloof me als ik zeg dat ik het voel.
Nog niet aan mijn gat, neen, maar wel op een hoop andere plaatsen die misschien essentiëler zijn dan dat.