Monthly Archives: februari 2021

Het recept voor de beste koekjes ter wereld

Het is een slimme truc voor SEO. Jeweetwel, search engine optimization, waarmee je dankzij de juiste zoekwoorden hoger scoort op zoekmachines.

Zet ergens “beste x ter wereld”, en mensen gaan het nog geloven ook. Wat me dan weer doet denken aan een interview dat ik ooit had met Els Pynoo voor de Doodgewone Dingen in De Standaard Magazine. Daarin vertelde ze me dat ze zich graag liet inspireren door “de mooiste…” als zoekterm in te tikken op haar iPad.

“De mooiste Spaanse deuren, bijvoorbeeld, en me dan zitten vergapen aan supermooie Spaanse deuren. Die dan zelf willen maken. De mooiste gemetste waterputten is ook een goede.”

Wat me ook weer doet denken aan iets dat ik afgelopen week op Reddit las: dat je in elke receptenblogpost een moord zou kunnen opbiechten in de tekst die boven de ingrediƫnten staat, en niemand het zou weten omdat niemand die tekst leest.

Als je tot hier bent geraakt: welgekomen!

Lang verhaal kort: met Kerst kreeg ik van mezelf Sweet van Ottolenghi, omdat het bakboek in de boekhandel om een mij onverklaarbare reden aan min vijftig procent stond. Ik hou van ganser harte van Yotam Ottolenghi, maar had me nog nooit aan iets zoets van hem gewaagd. Ik heb me al beklaagd dat ik het boek niet eerder kocht, want de afgelopen weekends genoot ik al van belachelijk lekkere chocoladetaarten, cheesecakes met vijgen en koekjes, oh man, de koekjes. Met geroosterde pindanoten, of de Anzac-koekjes met havermout. Waanzin.

Favorieten tot nu toe? De chocolate-chip-koekjes met pecannoten. Als ik ooit sterf en in de koekjeshemel terechtkom (wat ik toch echt mag hopen), dan gaan die daar in grote kommen op mij staan te wachten.

Tot zo lang bak ik ze regelmatig. In grote hoeveelheden, want ze gaan nooit lang mee. Elk weekend zie ik mezelf zo beetje bij beetje in Mrs Doubtfire veranderen.

Wat mij betreft zijn dit de chocolate chip cookies to end all chocolate chip cookies.

Chocolate-chip-koekjes met pecannoten van Yotam Ottolenghi

  • 120 gram halve pecannoten (ik heb ook al een notenmix gebruikt met hazelnoten en walnoten, ook perfect)
  • 250 gram boter, op kamertemperatuur, in blokjes van 2 cm
  • 200 gram lichtbruine kristalsuiker
  • 200 gram fijne kristalsuiker
  • 1 1/2 theelepel vanille-extract
  • 2 grote eieren
  • 560 gram zelfrijzend bakmeel
  • 1 theelepel zout
  • 250 gram pure chocoladechips of callets (60-70 % cacaobestanddelen)

Verhit de oven tot 150 graden.
Verdeel de noten over een bakplaat en rooster ze tien minuten. Hak als ze voldoende afgekoeld zijn in kleine stukjes. Zet opzij en schakel de oven uit. Het deeg moet voor het bakken nog even in de koelkast rusten.

Doe de boter en de suiker in een standmixer met bisschopshaak. Klop twee minuten op hoge snelheid tot een lichte, luchtige massa. Voeg terwijl de mixer nog draait de vanille en een voor een de eieren toe en klop goed na elke toevoeging. Schakel de mixer naar een lage snelheid en voeg de bloem en het zout toe tot alles is gemengd. Daarna voeg je de chocoladechips en de geroosterde noten toe. Schakel de mixer uit en druk het deeg met de hand tot een bal.

Maak met de hand deegballetjes ter grootte van een flinke bowlingbal ahaha, golfbal, inderdaad. Elk circa 45 gram. Laat ze 1 uur opstijven in de koelkast. Probeer er met je fikken af te blijven. Faal miserabel.

Verhit de oven tot 180 graden. Bekleed twee bakplaten met bakpapier. Verdeel de ballen over de bakplaten en zorg dat ze 6 cm van elkaar afliggen. Bak af in verschillende batches. 12 minuten per bakplaat. Laat ze nadat je ze uit de oven haalt tien minuten afkoelen tot ze stevig genoeg zijn om op een rooster helemaal koud te laten worden.

Goed voor 36 koekjes die in principe vijf dagen meegaan in een koekjestrommel. Wij hebben dat nog nooit kunnen controleren.