Category Archives: personal

#lockdownlessen over vanzelfsprekendheid en voetjes op de grond

“Ik ben zo blij om je te zien”, zeg ik tegen twee vriendinnen die ik random los van elkaar tegenkom terwijl ik onderweg ben naar een winkel, en waarmee ik op anderhalve meter zo lang blijf tetteren dat we plots de winkel achter ons horen sluiten.

En dat niet erg vinden, want we waren net al in die andere winkel, waar we al jaren vaste klant zijn, en iedereen terugzagen en zeiden dat we zo blij waren om elkaar te zien. Van ver, maar toch. Zo fijn.

Doordat we elkaar weigeren te kruisen in zeven haasten, zijn de gesprekken op straat anders dan anders. Ik vind het goed. Er is tijd en er is goesting. Minder gehaast, een gesprek op straat is plots niet een van de vele dingen die op een dag moeten gebeuren. Een gesprek op straat voelt haast als een kleine vakantie.

“Ik heb er deugd van om mijn papa te zien”, zeg ik tegen Youri, nadat die buiten in onze tuin een koffie is komen drinken, als enige in onze bubbel. De kindjes zijn ook blij als ze hem zien, en ook dat doet deugd aan mijn hart. Elke week een uur gaan wandelen voelt als iets geweldigs, terwijl we daar vroeger nooit tijd voor maakten. Het moest altijd meer zijn dan dat, dan zomaar wandelen. Waardoor het niks was, want weer een etentje organiseren en iedereen zijn agenda op elkaar afstemmen leek soms wat te veel werk.

Gewoon is plots minder gewoon, en dat is zo goed. Het is Dexter zien thuiskomen na zijn eerste vier uur op school, en merken hoeveel deugd een paar uur rond kinderen van zijn leeftijd hem heeft gedaan. Het is mijn dochter horen smachten naar weer spelen met haar vriendin, en dat zo mooi vinden. Zien hoe ze genieten van de zoom-calls waarbij ze maar speelgoed blijven bijhalen om aan de camera van de laptop te tonen.

De hoogmoed is weg. De appreciatie en ontroering zijn terug.
Misschien maar even, maar ik hoop voor veel langer.

Weer mogen, al is het iets kleins.
Hoe speciaal is dat?

Honger is de beste saus, en een semi-lockdown is voetjes op de grond.

Ik merk dat ik dat absoluut kon gebruiken.

#lockdownlessen: over alcohol en mildheid

Kunnen we allemaal overeenkomen om de lat voor wat beschouwd wordt als “een alcoholieker” tijdelijk wat hoger te leggen?“. – komiek Conan O’ Brien, vanuit quarantaine.

Een goeike, gelijk we zeggen, een paar weken geleden op Twitter.

Hell do we feel you, rosse vriend. Als we dan toch voor onbepaalde tijd in semi-lockdown zitten, dan zijn de feiten helder: om dit te doorstaan zullen er shitloads aan drank en eten aan te pas moeten komen. Alles dat drie maanden geleden normaal was, is weg. Verdoven lijkt de enige optie.

Ik snap het.

Een paar jaar geleden had ik knal hetzelfde gedacht. Ik zou die gedachte vol overgave omgezet hebben in actie, en een set nieuwe regels over eten en drinken. Zoals in de luchthaven, waar warm eten en een cocktail om half tien in de ochtend valabele keuzes zijn. It’s always COVID-19 somewhere, dus het ware zeer de vraag geweest of het dan wel nog nodig was om te wachten tot elf uur voor den aperitief.

Het zou gevoeld hebben als een vorm van mildheid. Zelfzorg zelfs. Niet te streng zijn ook, het is per slot van rekening wel een pandemie. Onze eerste. We zijn dat nog niet gewend. Terwijl het natuurlijk het tegenovergestelde van mildheid is.

Om dat te beseffen moet ik bijna vier jaar gestopt zijn met alcohol drinken, zo blijkt.

Ik dronk niet uit mildheid, maar omdat ik een klootzak was tegen mezelf.

Ik dronk omdat ik absoluut niet kon verdragen dat ik het soms lastig had.

Ik dronk omdat ik het zagende en klagende kind in mij wilde verdoven en lamleggen, zodat het zweeg.

En als ik dan gedronken had, dan voelde ik me alleen al daardoor zo slecht, dat ik zo snel mogelijk weer wilde drinken, om er niet te veel over te moeten nadenken.

Het was van alles, maar mildheid was het niet.

Ik dacht dat ik kinderen van vlees en bloed kreeg, maar ze zijn voor een deel ook gemaakt van weerspiegelend materiaal. Het zijn kleine handspiegeltjes die me doen inzien dat het geen zin heeft om hun ambetantigheden te verdoven door er grote hoeveelheden cola of chips in te duwen.

Dat werkt even, en daarna knallen die ambetantigheden als een bal die je onder water probeerde te duwen in je wezen. Eerst moest ik leren om een arm rond mijn kinderen te leggen als ze bang, moe of overprikkeld waren. Ik had dat anders geleerd, dus dat was niet simpel en ik leer het nog elke dag. Om “vertel eens” te zeggen in plaats van “STOP NU MET WENEN HASTEN”.

Stoppen met drinken was leren om een arm rond mezelf te leggen op de momenten dat ik het lastig had, zonder te verdoven of te zeggen dat ik moest stoppen met zagen. Het was me afvragen wat ik nodig had, en dat durven vragen of nemen. Het was voelen en neen leren zeggen. En dat te doen al struikelen en strompelen.

Stoppen met drinken gebeurt vaak in stilte. Het is geen verhaal van grote pieken en festiviteiten omdat je al een jaar bent gestopt, of twee. Ik weet uit ervaring dat wie wat kilo’s afvalt vaak niet weet waar gekropen van het enthousiasme en de complimenten van buitenstaanders, maar dat wie stopt met drinken het eerder met gefrons en bezorgde blikken moet doen.

Ook dat is oké. Ik vier het met mezelf. In mijn hoofd. In hoe ik nu leef.

Af en toe, als ik wakker word na een avond waarop ik mezelf een paar jaar geleden compleet lazarus had gedronken, en zo blij ben met geen kater en geen slecht gevoel over de avond voordien. Als ik besef dat deze lockdown heel anders had kunnen zijn, als ik mezelf nog altijd wijsmaakte dat ik het alleen verdoofd aankon.

Soms is het een flits van contentement en trots, soms overvalt het me harder en zou ik kunnen wenen van blijdschap om de weg die ik heb afgelegd. Ben ik zotcontent met die ene beslissing die duizenden andere wegnam. Wel of niet bezatten vanavond? Niet. Ik ben gestopt. Helder. Ik wens het iedereen die worstelt toe.

Deze pandemie, we hebben hem niet gewild. Hij was er.
Soms zouden we willen doorspoelen, of onder een steen willen kruipen tot het over is.
Soms denken we dat we wat hierna komt niet aankunnen.
Pre-traumatische stress, heet dat.
De gedachte is mij niet vreemd.
Ik heb bijvoorbeeld lang gedacht dat een leven zonder alcohol geen optie kon zijn. Dat ik te veel zou verliezen.
Er waren momenten in mijn leven die zo lastig waren dat ik ze amper dacht aan te kunnen.

Nu weet ik, en ik meen het, dat het mijn meest waardevolle momenten waren. De breuklijnen. De cesuren. Het worstelen en struikelen en soms vier keer na elkaar tegen dezelfde muur knallen.

Ik wilde niet dat mijn moeder en mijn schoonmoeder jong zouden sterven. Ik was liever niet in een post-natale depressie gerold na de geboorte van mijn eerste kind. Als ik had kunnen kiezen aan het begin, dan had ik vast niet voor een burn-out en verschillende verslavingen en een maagverkleining en nog een hoop schijnbare obstakels gekozen. De vraag is of het echt obstakels waren. En zoja: op welke weg dan.

Ik was nooit zo gelukkig geweest in mijn job nu zonder de vele aanpassingen die ik doorheen vele jaren deed na mijn burn-out op mijn 25ste. Het is een werk dat toen begon, en waarmee ik nooit ben gestopt. Het was een startpunt, net als de dood van mijn mama, net als de dag dat ik in therapie ging omdat mijn baby niet stopte met huilen en ik ook niet meer.

Deze pandemie, met al het verdriet dat erbij komt. Alle kwetsbaarheden die worden blootgelegd. Wij hebben dit niet gekozen, maar het is er, voor ons allemaal. Dat is vreselijk, en fascinerend en soms mooi en soms helemaal niet. Dat is van alles door elkaar.

Daar kun je op heel verschillende manieren mee omgaan, zie ik elke dag.
Ik ben erg bezig met het thema van privilege en wat dat nu betekent, waarover later vast nog meer. Je kunt zeggen dat iedereen onder dezelfde omstandigheden leeft en dit beleeft, maar dat is natuurlijk helemaal niet zo. Was het maar zo.

Dat heb je lang niet altijd te kiezen.

Ik denk wel dat je altijd kunt kiezen hoe je over iets denkt.

Als iemand als Viktor Frankl, die de Holocaust overleefde, het heeft over dat de ruimte tussen stimulus en respons je vrijheid geeft, ook in de ergste omstandigheden, dan ben ik mee.

Controle is een illusie. Nu, en altijd al.
Chronisch piekeren dan weer een belabberde manier om met angsten om te gaan. Ik heb ondertussen geleerd dat het geen enkel effect heeft op de toekomst, maar wel op het huidige moment. Dat het waar is, ook al klinkt het wat te wollig om iedereen aan te spreken: dat wat je aandacht geeft, groeit.

Dat je kan kiezen om hoopvol te zijn of net niet, los van je omstandigheden.
Ook nu.
Dat het niet strafbaar is om elke dag de slappe lach te hebben tijdens een pandemie. Dat dingen tegelijk rottig en mooi kunnen zijn.

Dat je niet verplicht bent om te ondergaan en te reageren. Ik weet dat ik geen leuker mens ben door heel de dag doom en gloom te lezen, dus doe ik het niet.

Dat wat je je hoofd voedt, minstens even belangrijk is als wat je eet en drinkt.

Dat dingen vaak lastig zijn door de woorden en de taal die we eraan geven.

Dat de vraag “hoe is dit zonder woorden?” veel weghaalt, waardoor alleen wat er is overschiet. Dat dat soms verrassend is, als je vastzit in je eigen hoofd.

Dat het oké is om je niet oké te voelen.

Dat het kan dat je meer doodsangsten uitstond voor het gewone leven van een paar jaar geleden, toen de baby niet stopte met huilen, dan nu, zoveel jaar verder temidden van een pandemie. Dat je niet naar andere mensen moet kijken om te beslissen of je nu in paniek wilt zijn of niet. Dat je dat zelf kan kiezen.

Dat het in het leven niet draait om je altijd dolletjes voelen en al de rest wegduwen, zo hard je kan. Met verdoving als alcohol of eten. Dat het juist gaat om te leren dat het oké is om je niet oké te voelen.

En dat radicaal te accepteren. Dat we misschien denken dat we afgelopen paasvakantie in Italië hadden moeten zitten op vakantie, en dat het door dat stomme virus niet kon zijn. Hetzelfde met de scholen en de educatie van onze kinderen. Maar dat we nooit in Italië hadden gezeten. Dat onze kinderen nooit op school zouden gezeten hebben.

We dachten het, maar we hadden altijd al in quarantaine gezeten nu, alleen wisten we dat toen nog niet. Er is geen “zoals het had moeten zijn”, er is alleen zoals het is.

Wie zich verzet tegen de realiteit, verliest niet alleen honderd procent van de keren, hij wordt er vaak ook niet bepaald gelukkiger van.

Dat geldt voor nu, en voor de rest van ons leven.

Je kunt denken dat je veel gaat reizen na je pensioen. Dat je daar recht op hebt. Misschien dacht mijn mama dat wel. Ze stierf toen ze 47 was. Nog jaren verwijderd van dat waar ze misschien recht op dacht te hebben.
Ook dat is het leven.
Het is deel van de deal.

Ik ben elke dag blij dat ik mezelf niet lam moet leggen met alcohol, en ook dit mag meemaken.

Net als al de rest.

Als ik zou moeten kiezen, ik koos hiervoor. Als ik mijn geld zou willen terugvragen, dan had ik niet eens een been om op te staan.

En dat is helemaal oké.

I’ll take it, met alles dat erbij komt.

Disclaimer: Ik ga de komende tijd wat thema’s delen die bij mij spelen, tijdens de lockdown en anders. Ik hoop dat mensen die worstelen steun vinden, en na het lezen van mijn ervaring beseffen dat er een weg terug is. Dat hulp vragen het moedigste is dat je in sommige omstandigheden kan doen. En dat je niet alleen bent, al voelt dat misschien zo. Vraag hulp. Begin klein. Erken. Schaam je niet. Zeg eens wat vaker “vertel eens” tegen jezelf, en wees bereid om echt te luisteren.

De psychologie van een pandemie

Deze pandemie heeft me al veel geleerd. Over mezelf en over anderen. Over hoe mensen leven in verhalen, waardoor een ervaring die misschien ietwat gelijkend is (als dat ooit al echt zo is), voor de ene een hel is, en voor de ander een welgekomen pauze.

Als ik terugga doorheen de dagen van mijn eigen leven, zie ik die frank echt vallen nadat mijn mama en die van Youri overleden waren. Hoe wij daarmee omgingen, hoe anderen daarmee omgingen, daar zat verschil op.

Met het verstrijken der jaren wordt het effect van dat verschil duidelijker. Alleen al de invloed van keuzes in woorden en taal. Die keuzes tekenen zich uitgesprokener af met de tijd die over dingen heen gaat, als lijnen die almaar verder uit elkaar lopen.

Ik hoed me voor het aanwijzen van juiste manieren om iets te doen, want die bestaan volgens mij niet in een wereld waarin iedereen vertrekt vanuit zijn eigen menselijkheid en ervaringen.

Als er al iets fascinerend is aan een pandemie (hell, is er iets niet fascinerend aan een pandemie?), dan is het dat heel veel mensen voor hetzelfde staan, en toch allemaal hun eigen narratief toekennen aan de situatie.

Neem nu die quarantaine. Je kunt vastzitten in je huis, of je kunt veilig in je huis zitten. Je kunt dankbaar zijn voor het feit dat slimme mensen voor je op zoek gaan naar een plan van aanpak, of je kunt je zo beknot voelen in je vrijheid dat je de weg naar het ziekenhuis verspert met je SUV waarop je een “LAND OF THE FREE”-karton hebt gelegd. (ik ken de nuances, ik weet dat ik hier wat met de voeten aan het treden ben, maar je vangt vast mijn drift)

Je kunt knal in de risicogroep zitten en elke dag kinderen en kleinkinderen bij je thuis ontvangen en als je ernaar wordt gevraagd antwoorden met een verbaasd “maar het is toch familie?”. Je kunt blij zijn en nooit meer terug willen naar hiervoor. Je kunt doodsangsten uitstaan en het nooit meer goed zien komen. Je kunt je uit je lood laten slaan door elke verandering. Je kunt beseffen dat niemand je iets had beloofd.

Gisteren wandelde ik naar huis na mijn wekelijkse wandeling op anderhalve meter met vriendin J. die ik nu meer zie dan hiervoor, en alleen al dat zet mij aan het denken. Ik hoorde Esther Perel – de relatietherapeute wiens podcast “Where should we begin” ik nu nog meer kan aanraden dan anders- iets zo omschrijven dat ik naar adem hapte: “the entitlement of the deprived“. Een zo’n zin, en mijn hoofd wordt gevoed voor dagen.

Je kunt aftellen en je bedenken hoeveel dagen je al opgesloten zit.
Je kunt dit zien als een kans om eens deftig na te denken.
Je kunt dankbaar zijn voor wat je hebt, of kwaad om wat ze je hebben afgepakt.
Je kunt niet doodgaan, of je kunt leven.
Je kunt lachen met de absurditeit van een briefje in de etalage van het stoffenwinkeltje, en lachen voelt nog altijd goed, ik heb het voor u getest.

Je mag kiezen.
Niet het virus, wel hoe je omgaat met de omstandigheden.
Niet iedereen heeft op dat vlak even veel keuze, ik weet goed hoe geprivilegieerd ik en heel wat mensen rondom mij zijn, dat ze dat scala wel hebben. Dat wil niet zeggen dat het niet lastig kan zijn. Ik blijf me ervan bewust dat wat ik denk, en de woorden die ik hier in mijn hoofd aan geef (is het een ramp?), invloed hebben op het collectieve, omdat het mijn gedrag bepaalt. Dus vind ik het de moeite om erbij stil te staan, elke dag opnieuw.

P.S: ik blijf het lonend vinden om een licht te schijnen op wat er in mijn eigen hoofd gebeurt, en dat doe ik nog het liefst door naar andere mensen te luisteren via podcasts, te lezen en dingen op te schrijven. Dat voelt voor mij, nu nog meer dan anders, als een cadeau waarvan ik smul. Schoonheid in taal en boekvorm doet mij belachelijk goed.

Journaliste Hade Wouters heeft een corona-cursus gemaakt die ik kan aanraden. Doorheen verschillende (schrijf)oefeningen zorgt ze voor creatieve benaderingen die voor perspectief en ademruimte zorgen. Zo vraagt ze je om na te denken over de eerste dingen die je opnieuw wilt doen, als dat weer kan. Maar ook om je voor te stellen dat je 104 bent, en over deze tijd vertelt tegen je nakomelingen. Over wat je leerde. Wat het gekste was dat je overkwam. Hade laat je stapjes terugzetten, en dingen tegen het licht houden.

Ik heb heel vaak zitten glimlachen toen ik de opdrachten van Hade invulde, maar ook serieus nagedacht en mijn leven van hiervoor eens op de rooster gelegd. Dat voelde bijzonder en als iets dat ik absoluut kon gebruiken. Wat Hade heeft gemaakt, voelt als een pleister op pijnlijke plekken, en gaf mij goesting en hoop.

Ik volgde zelf de basisversie van de cursus, de verschillende mogelijkheden vind je hier. Lezers van mijn blog krijgen 20 procent korting met de code ‘crib’ in kleine letters.

lilith en het virus (dag 7?)

Ik ben mijn tel al een beetje kwijt, ook omdat mijn eigen quarantaine al wat vroeger begon. Ik ben een introvert, zo’n dingen gebeuren mij wel vaker.

De afgelopen dagen dacht ik vaak aan Anne Frank. Aan het Achterhuis waarin ik ooit stond in Amsterdam (ach, Amsterdam!), en aan de grote boom die zij enkel door het raam kon zien. Ik prijs me gelukkig met mijn grote ramen en de mogelijkheid om ’s avonds nog een toer te gaan wandelen. Om te kunnen Facetimen met de opa’s. Tegelijk mis ik de wereld nu al, de simpelste dingen eerst. Koffie drinken en terwijl mensen kijken. Fun shoppen. Goedkoopste maand ooit wel, in YNAB. Toch tot er geen geld meer binnenkomt, maar dat zien we dan wel weer. (zo dankbaar voor mijn emergency potje, dat bewijst wat ik altijd zeg: je kunt de toekomst niet voorspellen, maar wel dat je beter wat aan de kant hebt staan voor momenten als deze)

Kijken naar de foto’s van maandag, de laatste keer dat hier vriendjes van de kinderen waren, en bedenken dat het al weer zo lang geleden lijkt.

Ik moet aan stomme dingen denken. Big Brother I. De Bio-Dome. De Bus. (herinner je je deze nog?) Ik sta heel vroeg op om nog werk gedaan te krijgen, en ik voel me best moe, en daardoor soms een beetje triest. Sommige dagen gaan prima, andere minder prima.

Ik laat het allemaal toe. Blij zijn als ik zie hoe Dexter voor zijn zus zorgt en haar voorleest. Triest zijn om de mensen en de wereld en de dagen en weken die plots zo anders zijn dan verwacht. Door mijn stille, stille stad wandelen en die nog altijd zo graag zien, maar mijn hart ook zwaar voelen worden als ik het sippe gezicht van de meneer van mijn krantenwinkel zie door plexiglas. Trots zijn op Flo die -ondanks het feit dat ze elke dag wel eens “weerol het coronavirus heeft”- ondertussen leerde fietsen en haar eigen boterhammen smeren. Als dit allemaal achter de rug is, heb ik daar dus niks van werk meer aan.

Ik schreef een tijd geleden dat Londen mijn gevoelens versterkte.
Blijkt dat een quarantaine dat ook doet.
Dat is volgens mij iets goeds.
Ik ben steeds minder bang voor mijn gevoelens, hoe groot ze ook zijn.
Ik ben steeds beter in mijn hoofd managen, iets waar ik het trouwens over had in deze FB-live op Werk & Leven. Die al zot veel bekeken is, en waar we al heel wat fijne reacties op kregen. Nu de podcast even verplicht op het schap ligt, zijn we aan het bekijken om het vaker op die manier te doen. Stay tuned, en volg ons daar zeker.

Dit alles is voor mij een oefening in mildheid.
Voor anderen, maar zeker ook voor mezelf.
Dit is een klop. Laat ons eerlijk zijn. Ik heb nog altijd deadlines te halen, alleen nu met kinderen rond mij die beginnen beseffen dat we nog even aan elkaar en ons huis vast zitten. Youri en ik verdelen de dagen, en dat lukt, en ik ben dankbaar. Voor wat er nog is, voor het feit dat we niet ziek zijn, voor de hulpverleners, voor iedereen die zijn best doet.

Ik kan het ook niet allemaal zijn: een journalist die haar eigen kwaliteitseisen haalt. Een gemotiveerde en getalenteerde thuisonderwijzer. Een moeder die speels is en een partner die op elk moment aangenaam gezelschap is. Ik probeer het ook niet. Ik doe wel elke dag mijn best. Ik probeer in te gaan op verzoeken als “ik wil dat jij mij schminkt in Rocky”, en ik probeer te snappen dat zij van vier vindt dat ik het er belabberd van af heb gebracht in vergelijking met de foto op Pinterest.

Ik heb mijn shit nog niet together, wat betreft mijn werk en hoe ik dingen ga doen. Ook dat verwacht ik niet. Geen paniek. Er is tijd. En veel. Ik ga die nemen.

Volgende week ga ik mij er eens aan zetten. Nu laat ik mezelf toe om mijn nieuwe realiteit in de ogen te kijken. Af en toe eens te wenen omdat ik vind dat ik nog nooit zo’n slecht artikel heb ingediend in de geschiedenis van mijn artikels. Kwaad te zijn. En teleurgesteld.

Ik probeer de juiste vragen te stellen, en de andere met de glimlach te laten passeren. Hoe wil ik me voelen? Wat maakt mij blij? Hoe kan ik hier voordeel uithalen met mijn kindjes? Wat kunnen we hieruit leren? Wat heb ik vandaag nodig? Soms is dat drama en wenen. En ook dat mag. Het moet zelfs.

Hoe gaat het ondertussen met jullie?
Neen serieus, hoe is’t?

Kan ik jullie ergens mee helpen? Deel het gerust, mijn agenda is behoorlijk leeg. Heel veel courage voor iedereen, we kunnen dit, en dat wil niet zeggen dat we niet al eens mogen vinden dat het serieus tegensteekt. #fuckthisshit #yeswecan

Hoe ik kalm blijf in tijden van chaos

What a year this last week has been“, las ik gisteren ergens. Ik las gisteren niet veel (toch niet online), waarover straks meer, maar het deed me glimlachen.

De afgelopen week was voor ons allemaal een van de vreemdste die we ooit hebben meegemaakt, en alle signalen wijzen erop dat dat niet snel zal veranderen. Mensen zetten zich schrap, worden overvallen door angst, hamsteren, weten niet naar wie ze moeten luisteren en naar wie niet. Het minste hoestje gooit planningen door elkaar, de kinderen zijn thuis en wij ook, niemand weet of en hoe ons werk ooit nog zal gedaan geraken en of dat nu überhaupt nog zo belangrijk is.

In mijn omgeving zie ik op dit moment gelukkig nog weinig fysiek zieken, maar wel heel wat mensen die afzien door de chaos in hun hoofd. Chaos die veroorzaakt wordt door hun gedachten over de situatie die voor ons ligt. Niet de situatie maakt ons bang, maar de gedachten die we over de situatie hebben. Angst bestaat nergens, behalve in je hoofd.

Het is iets dat ik heb geleerd van de geweldige Brooke Castillo, en het is een gedachte waar ik iets mee kan: ik heb geen enkele invloed op de evolutie van dit virus, maar wel over wat ik erover denk. Wat je denkt is een keuze, en op dit moment mag je ook kiezen voor kalmte en compassie. Ik zie dat als een belangrijke verantwoordelijkheid, als een vorm van burgerzin ook, dat zoals we weten het nieuwe sexy is. Kalm blijven is op dit moment een van mijn hoogste prioriteiten.

Mijn gezin en de mensen met wie ik leef en werk hebben niks aan een Kelly die zich laat meesleuren door paniek. Ik heb daar zelf ook niks aan. Integendeel: het is nadelig voor mijn gezondheid, en laat gezond blijven nu ook een van mijn prioriteiten voor de komende tijd zijn. Ik ben geen psycholoog en ook geen dokter, ik ben wel een ervaringsdeskundige in het omgaan met mijn gedachten (die, laat ons daar eerlijk over zijn, ook in tijden dat er geen vuiltje aan de lucht is met mij op de loop durven gaan. Op dat vlak ben ik een serieuze kenner, believe you me). De afgelopen jaren heb ik veel tijd gespendeerd aan mijn gedachten zo te kiezen dat ze mij dienen, en niet saboteren. Aan het verschil leren zien tussen wat er is en wat ik denk. Om mijn gevoelens te voelen in plaats van ze weg te duwen (en ze weg te eten of te drinken of te shoppen). Om mild te zijn voor mezelf en anderen, iets waar we de komende tijd ook aandacht voor moeten blijven hebben.

Ik wil hier de komende dagen graag delen hoe ik met dingen probeer om te gaan, in de hoop dat ik mensen die worstelen wat handvaten kan aanreiken. Niet om iemand te zeggen wat hij wel of niet moet doen, laat dat duidelijk zijn.

Deze tips helpen mij in tijden van chaos:

beperk je media-intake. Het is belangrijk om op de hoogte te blijven zodat je weet wat je moet en kunt doen om de veiligheid van iedereen te bewaren, maar het is voor de meeste mensen niet nodig om elke nieuwe update mee te krijgen. Integendeel: het zorgt alleen maar voor meer paniek en meer chaos. Ik beperk me tot het nieuws dat binnenkomt via mijn stad. Daar krijg ik updates door die van belang zijn voor mijn leven. Ik zit niet constant op Facebook en Instagram te kijken hoe andere mensen vanuit hun paniek dingen beleven. Ik kijk niet elke avond een uur lang naar het nieuws om te weten hoe erg alles is. Het is ook niet nodig om naar elkaar te kijken om te beslissen hoe jij je moet voelen. Je kiest daar zelf voor. Kalmte komt vanuit jezelf, niet vanuit anderen.

zorg dat wat je binnenkrijgt minstens in balans blijft. Vijftig procent nieuws dat je angstig maakt (al zou ik dat cijfer nog lager aanraden), vijftig procent dingen die je hoop en courage geven. Boeken, podcasts, wandelen in het bos, praten met je lief, knuffelen met je kinderen. Zorg dat die balans er is. Ik blijf mijn hoofd vullen met van alles en nog wat, en zie dit ook als een tijd van terugplooien en leren. Een virus komt en gaat, en neen, we weten niet hoe lang het zal duren. Maar in die tijd kunnen we wel met intentie kiezen wat we eruit leren. Niets dat zegt dat we in een hoekje moeten zitten refreshen tot we een hoopje ellende zijn.

oefen jezelf in dankbaarheid. Nog meer dan anders. In zien hoe mooi het is in je tuin, in beseffen dat de natuur gewoon verder doet. Heel wat mensen focussen op schaarste: er is te weinig toiletpapier voor iedereen, te weinig uren om te werken, te weinig informatie, te weinig oplossingen. Er is nog altijd heel veel wel. Zorg dat je niet in een complete tunnelvisie terechtkomt.

vergeef anderen. Ik weet het, het voelt als een valabele tactiek om boos te zijn op iedereen die alles verkeerd doet. Zij die pinten gaan drinken in Sluis. Zij die hun handen niet goed wassen. I get it. Tegelijk komt er helemaal niks goeds uit jezelf opdraaien over anderen. Ik ga ervan uit dat iedereen zijn best doet vanuit zijn eigen ervaringen, en dat we allemaal mensen zijn, en mensen zijn menselijk in alles dat ze doen. Liefde boven haat, ik ben misschien een hippie, maar het is makkelijker leven als je niet constant kwaad bent op heel de wereld. We moeten hier samen door, en liefst niet al vechtend en hatend. Geloven dat iemand anders iets verkeerd doet en daar keihard op focussen, zal je niet helpen. Niet. Je zult je alleen maar hulpeloos voelen. Je hulpeloos voelen is een keuze. Geloven dat jij weet wat er moet gebeuren en dat al de rest verkeerd is ook.

neem je verantwoordelijkheid waar je kunt. Doe wat van je wordt gevraagd. Help waar je kunt. Besef dat je een voorbeeld bent voor je kinderen. Geloof in je eigen veerkracht en die van anderen. Maak het verschil bij de mensen rond je. Focus op wat je wel kunt doen, altijd.

breng niet te veel tijd door in de toekomst. Die is onzeker en beangstigend. We kunnen de toekomst niet controleren. Onze gedachten wel. Neem het een dag met een keer. Zie de helpers en zij die keihard hun best doen in de vuurlijn. Zie hoe creatief en mooi mensen zijn. Blijf schrijven en dingen maken. Maak jezelf slimmer en sterker. Leer bij. Focus op wat je wel kunt doen.

schaam je niet voor je angst. Je bent angstig omdat je een mens bent, en omdat je een brein hebt dat niet graag omgaat met onzekerheid. We zijn bang door de gedachten en zinnen in ons hoofd, en die zinnen die zijn op dit moment niet bevorderend voor onze emoties. Het is belangrijk om dat te beseffen. Om allerhande redenen is het de job van je hoofd om nu te flippen. Je hoofd denkt beangstigende zinnen, en die zinnen veroorzaken een emotie. Niet de situatie op zich. En dat is niks om je over te schamen. Maar het is wel handig om te weten wat er gebeurt, en op basis van die kennis te kijken hoe je kunt ingrijpen.

Ik hoop dat het goed met jullie gaat. Ik hoop dat iemand hier iets aan had. Ik ben van plan om hier vaker te bloggen, en deze namiddag vertrekt er een nieuwsbrief van Werk & Leven met tips om de komende dagen wat makkelijker te maken. Ben je nog niet geabonneerd, dan kun je dat hier doen.

Zorg goed voor jezelf en voor anderen. We kunnen dit.

lilith bedenkt een podcastseizoen #fotologdag

Het zijn drukke tijden achter mijn schermen, en daar heb ik nog niet veel over gedeeld, mede omdat het zo druk is. Misschien moet ik nog eens een fotologdag doen, dacht ik vorige week, en verhip, ik slaagde er gedurende een volledige dag behoorlijk goed in om op regelmatige tijdstippen te denken aan het nemen van een foto. Alleen al om dat te vieren, vind ik dat ik mijn dag moet uitschrijven. En ook omdat ik denk dat ik zo nog eens wat dingen kan delen die er hier niet van gekomen zijn. Allez kom, we zijn weg voor A Day in the Life.

6u11. Ik ben een uur en elf minuten wakker als ik besef dat ik mezelf had voorgenomen om mijn dag fotografisch te documenteren. Ik besef ook dat ik een leeftijd heb bereikt waarop ik zo’n dingen beter op een strategische plek schrijf, wil ik het niet vergeten. Foto’s dus. En een bullet journal van Werk & Leven die tegelijk professioneel overkomt, en doet vermoeden dat ik ergens een dochter heb zitten die haar obsessie met Paw Patrol met de wereld wil delen.

7u16. Die dochter werd vier dagen eerder vier jaar, en dat hebben we geweten. Ze heeft er zeker vier maanden op dagelijkse basis naar afgeteld, en dus kunnen we het ook niet maken om de ballonnen vlak na het feest weg te halen. Ze liggen trouwens nog altijd in mijn weg as we speak. Zonsopgang met ballonnen dus, maar kijk eens wat een schoontje weer. LOVE IT.

7u33. De dochter van vier is wakker en kan al zelf haar kleren aandoen. Als ze geen woedeaanval heeft waarbij de stoom uit al haar lichaamsholtes schiet, heb je daar in principe niet zoveel werk aan. :aah:

7u45. Een foto van een van die zeldzame momenten waarop broer en zus geweldig lief voor elkaar zijn. Hier las Dexter Flo voor uit een van zijn encyclopedieën met zijn “ik ga Flo eens iets leren”-stemmetje dat mijn hart in duizend stukjes breekt in a good way. Geloof me: momenten om stil te koesteren hier, want het is weer een fase van “wat moeten we hier in godsnaam mee?” en “wetegijhet, Youri?”. #thistooshallverzekerwelpass #maarkom

7u49. Dagen die vroeg starten, zorgen er meestal voor dat moeder nog tijd heeft voor een koffietje in de leeszetel voor we naar school vertrekken. Bliss, want in de zon!

8u29. Geen foto’s van aan de schoolpoort, want compleet niet aan gedacht, maar hier ben ik al opgepikt door Anouck, mijn co-host van de podcast Werk & Leven en tevens dikwijls mijn chauffeur als we naar ergens buiten Ieper moeten, want ik mag dan wel tegenwoordig elke dag groot-Ieper doorhotsen, ik maak mezelf blijkbaar nog altijd graag wijs dat autostrades zo mijn ding niet zijn.

9u29. Dit soort heerlijke ontbijten is dan weer wel mijn ding. Misschien een interessant detail: mijn tweede of derde ontbijt van heel 2020, dit. Say whut? Wie de podcast of mijn Facebookpagina volgt, heeft vast al opgevangen dat ik een intermittent faster ben. Daar heb ik zoveel boeiende dingen over te vertellen dat ik er binnenkort eens een digitaal workshopken over plan (who’s in?), maar lang verhaal kort: ik vast elke dag een aantal uur, en meestal zijn dat er 18, soms wat meer, soms wat minder. Klinkt extreem, is het niet, ik leg het graag eens uit, maar alleen aan mensen die met een open geest willen luisteren. Verhalen over mijn vuurtje brandende moeten houden door zes keer per dag te eten zijn niet nodig, ik ben een wandelend bewijs dat dat verhaal veel mensen niet dient. En ik ben nog nooit zo slank geweest in mijn volwassen leven als nu. Ik heb me nog nooit zo gerust gevoeld over eten. All is geweldig well. Maar dus: ik eet doorgaans nooit voor twaalf uur, maar doordat het systeem schuiven met uren keihard toelaat, dacht ik vandaag: awel ja. En #omnomnom. Gent dus. Pain Perdu. Altijd een goed idee.

11u12. Mijn business buddy en ik zijn er vaneigens niet enkel om te eten, wij hebben een vierde seizoen van onze podcast in elkaar te boksen. Tien afleveringen liggen voor ons, en die zijn nog hagelwit qua invulling. Hier trouwens al niet meer, want ik denk dat we de titels al aan het ingeven waren. Dat ging vlotjes. We weten steeds beter wat we willen doen met onze podcast, en onze luisteraars geven ons op dat vlak zoveel inspiratie dat we een lijst van 30 hadden kunnen vullen, met even veel gemak. Geloof me: seizoen 3 was ons beste tot nu toe, seizoen 4 wordt nog stukken beter. En we hebben er zot veel goesting in, gastjes.

11u14. Nu nog niet waar, zo dadelijk wel. Stay tuned! Heerlyk!

12u08. Kijk hier, onze stagiaire, Eva! De afgelopen maand stond bij Werk & Leven voor een groot deel in het teken van het uitbouwen van ons team, want er is veel werk, en wij kunnen dat niet alleen. Eva komt stage bij ons lopen, en mag voor ons aan de content werken. Episodes researchen, nadenken over SEO en freebies, een plan opstellen voor onze social media, een hoop dingen waar zij geweldig veel zin in heeft en wij ook. Kijk eens hou enthousiast. :)

14:50. Na een copieuze maaltijd (stoemp met worst, I die!) zeggen Anouck en ik Eva vaarwel, en wandelen we door lovely en zonnig Gent naar De Krook, waar we nog een tijd verder werken en plannen en kijken of er geen agendaproblemen zijn en of we alles dat we graag willen doen ook kunnen doen. We hebben zwaar geïnvesteerd in stylo’s in de Fnac, en we plan on using the shit out of them, zoals je ziet.

17u34. Ai, een serieus hiaat in mijn fotorol. Als ik me niet vergis heeft Anouck mij afgesmeten in Ieper, waar ik van plan was om nog wat verder te werken in een koffiehuis, terwijl mijn man thuis de kindjes entertainde. Alleen kwamen er exact op dat moment minstens twintig Britse schoolkinders op hetzelfde idee, wat me dan maar deed terugkeren naar huis, waar ik boven verder travakte terwijl het ook nog eens begon te regenen. Het zijn soms lange dagen, maar als ge uw werk graag doet, dan is dat allemaal minder erg. En geen paniek, dankzij het systeem dat we aanleren met Baas over eigen Tijd is er ook genoeg tijd voor sport en ontspanning.

19u50. Elk verhaal heeft een held nodig, en hier is hij, zie. De man die mij toelaat om de dingen te doen die ik wil doen, omdat hij zich niet te goed voelt om de kindjes even vaak te brengen en op te halen als ik en als eens een paar avondspitsen alleen te draaien zonder morren ever. Even met wat bloemen smijten, want hij is de beste, en ik ben altijd zo blij dat ik ’s avonds naast hem in de zetel mag ploffen. Steun en toeverlaat, en ook sound engineer van Werk & Leven, net als designer van onze fantastische nieuwe website die as we speak in de stellingen staat. #omgyes

Zo van die dagen waarop de basis wordt gelegd voor wat eraan komt, ik hou daar steeds meer van. Ook al zijn ze best pittig, omdat alles goed doordacht moet worden, en op de realiteit van elke dag moet worden gelegd. Hebben wij hier tijd voor? Kunnen we dit maken? Is dit combineerbaar met het leven en de vrije tijd die we hebben? Anouck is daar net zo hard mee bezig als ik, en dat zorgt voor geweldig veel vonken en ook soms wat knarsende hersenen. Maar seizoen 4, echt. Volgende week batchen we onze eerste opnames, en ik kan zo zo hard niet wachten.

Wie gaat luisteren?
RAISE YOUR VOICE!

Lilith laat Londen binnen

Ik heb talent voor bewonderen. Kan in de auto overvallen worden omdat ik Brihang hoor zingen dat ik het los moet laten.

Je denkt dat je die boodschap ondertussen kent uit Frozen, en dan is daar Brihang. En moet je je inhouden om niet uit te stappen en tegen random voorbijgangers te zagen dat ze nu echt eens moeten luisteren hoe geweldig dat nummer is. Hoe geweldig dat hele album is, en Brihang erbij. Hoe geweldig Brihang eigenlijk ook is als artiestennaam. Allez jong, Brihang.

In een stad gaan de sluizen der bewondering pas echt open. Misschien eerder ontroering. Ik weet niet wat er exact plaatsgrijpt aan fysieke processen, maar als ik alleen ben in een omgeving met veel impulsen, en ik heb ook nog eens tijd, dan lijkt het alsof ik mijn zintuigen op beast modus kan zetten. Ontroering aan de lopende meter. Als dat knopje aanligt, dan kijk ik als de Terminator naar dingen. Met een schermpje dat menselijkheid detecteert, in plaats van gevaar.

Het stomste komt eerst binnen. Een garçon die me vertelt over zijn opa die “grand” zei als iets lukte, terwijl hij me helpt om mijn breakfast tea te strainen omdat ik dat stoemelings vergeten was en nu opgescheept zit met breakfast tea, de brokjes edition. Na zijn actie met breakfast tea zonder brokjes en een tafel vol breakfast tea. We lachen om zijn “only 20 percent failure“. Ik lach omdat ik hem in een doosje zou willen meenemen op de Eurostar.

Een farsi omelette en bun maska als ontbijt bij Dishoom en er amper overheen raken hoe machtig lekker alles is. Het nog niet hebben over de chai die ze komen bijvullen uit een kan en die bij elke slok in mijn mond lijkt te ontploffen van smaak. De lekkerste toast ooit in mijn leven gegeten, geroosterd boven de kolen of zo smaakt het en alleen mezelf om mijn complete verbazing over een stuk toast mee te delen.

Bijna moeten wenen van hartzeer om de vele daklozen die moeten overleven bij snijdende wind, en me amper kunnen inbeelden hoe een dag er voor hen moet uitzien. Toch proberen en er niet goed van zijn. Bijna moeten wenen omdat niemand opkijkt van zijn smartphone en alles nochtans echt daar niet aan het gebeuren is, de laatste keer dat ik keek.

If you wish for more, you need only ask” op een menukaart. Tussen contrasten geslingerd worden alsof het niet is. De rokende dame naast het bordje “no smoking in this area“. “Laugh if win, don’t cry if loose” opschrijven in mijn bullet journal met nieuwe stiftjes uit Selfridges die verdacht blij maken. Nadenken over waarom dat eigenlijk is en waarom ik dat opschrijf. In stilte popelen om het gezichtje van mijn Flokie te zien bij het ontwaren van het hysterische unicorn-badpak dat in mijn handtas zit. Flokie die om de twee seconden mijn vriend niet meer wil zijn, maar niet kon stoppen met zoentjes te geven aan de telefoon waarop ze met mij aan het FaceTimen was.

Er wordt wel eens gezegd dat alleen reizen minder aangenaam zou zijn omdat je niet kunt delen wat je beleeft. Maar bij mij lijkt het omgekeerde waar: het is net het alleen zijn dat mij laat voelen en stilstaan. Dat mijn talent voor bewondering en ontroering nog harder aanwakkert dan anders. Dat ervoor zorgt dat ik kwetsbaar en open als Bart De Pauw in Buiten De Zone door de stad stap (kijk daar, een dood vogeltje!), en dingen zie die me meestal ontgaan. Mijn hart sprongen voel maken om een billboard met steengoede copywriting, een gebouw dat ik totaal niet had zien komen bij het inslaan van een straat, een manier van dingen aanpakken die me doet vertragen en terugkeren en fronsen en overwegen.

Vroeger had ik een beperkende gedachte dat ik dan vast te veel zou nadenken over alles als ik een paar dagen alleen was met mezelf, maar dat is niet zo. Ik blijk aangenaam gezelschap. Ik bekijk. Denk na. Ontdek. Neem op. Hou geen rekening met een ander. Geniet. Laat het los.

“Tlig voor je neus en het blinkt in het licht
Tstaat er al lang ma je ziedet nie meer
Ma ajet zoe wegpakken, zieje pas wa voor een prachtig ding dat het is”.


(Benieuwd wie ik zo nog allemaal bewonder? Luister dan zeker naar de laatste podcast van Werk & Leven over mijn persoonlijke helden.)

lilith is een work in progress #worldmentalhealthday

Vandaag is het #worldmentalhealthday. Een belangrijke dag, vind ik, want hoe meer er gepraat wordt over mentale gezondheid, hoe beter. Al was het omdat ik me herinner hoe het voelde om te starten bij een psycholoog met de gedachte in mijn hoofd dat ik niemand kende die in therapie was. Dat dat dus vast betekende dat ik zwak was. Dat er iets heel erg mis met mij moest zijn, dat ik hulp nodig had om gewoon de dagen door te komen. Nu, zeven jaar later, weet ik wel beter.

Praten over mijn angsten en de hulp die ik heb gezocht, heeft ervoor gezorgd dat mensen hun verhalen en worstelingen met mij delen. Via mail, in het echt, ze zijn er, en ze zijn veelvuldig. Iedereen loopt in zijn leven wel tegen zaken aan, en hulp inroepen is dan nooit een teken van zwakte. Ik kan het iedereen aanraden. En ik hoop dat er een moment komt dat we op dezelfde manier kunnen praten over therapie als over naar de fitness gaan, of gaan lopen.

Ik hoop ook dat praten en schrijven over je mentale gezondheid met tijd iets wordt dat we zonder schaamte kunnen doen, al was het omdat onze mentale gezondheid impact heeft op alle aspecten van ons leven. Onze relaties, ons werk, hoe we omgaan met stress en tegenslagen, het is de bril waardoor we de wereld zien. Doen alsof alles altijd op en top is, maakt dingen vaak nog minder op en top.

Ik ben ondertussen niet meer in behandeling bij een therapeut. We zijn daar in onderling overleg mee gestopt toen Flo enkele weken oud was, en alles erop wees dat ik niet nog eens door een loodzware periode met een huilbaby heen zou moeten, zoals bij Dexter het geval was.

Was ik toen genezen? Ik denk eerlijk gezegd niet dat ik “te genezen” val. Angst is een belangrijk thema bij mij. Ik weet nog dat ik mijn hart in mijn schoenen voelde zakken toen mijn therapeute me in een van onze eerste sessies duidelijk maakte dat die angst altijd deel van mijn ervaring zou uitmaken. Dat ik nooit iemand zou zijn die niet angstig was. Dat mijn angsten net zo goed bij me hoorden als mijn enthousiasme.

Ik wilde toen alleen maar dat iemand die vreselijke angsten, die me al overvielen bij het openen van mijn ogen ’s ochtends, kon wegnemen. Omdat ze toen onleefbaar aanvoelden. Omdat ik ze amper onder controle had. Mijn angsten gingen met mijn dagen aan de haal, en dat was beangstigend. Vicieus cirkeltje, ja. En absoluut niet simpel voor iemand die zo tuk is op controle als ik. (later leerde ik dat die nood aan controle gewoon een gevolg is van mijn angsten, maar dat had ik toen nog niet door)

Die angsten zijn nu gelukkig veel leefbaarder dan een paar jaar geleden. Dat heeft met kennis te maken. Zelfkennis, weten wat mij triggert en waar alles vandaan komt, maar ook boekenkennis. Ik lees veel, en dat helpt. Om milder te zijn tegenover mezelf, maar ook om te zien dat ik niet de enige ben die de weg struikelend aflegt.

Daarnaast heeft de verbetering ook te maken met mijn dagelijks onderhoud, zoals ik dat noem. Ik weet dat ik angstig word als ik moe ben, of overweldigd, of te veel binnen zit. De herfst- en wintermaanden zijn voor mij dus tricky, ik ben gevoelig voor een gebrek aan licht en zuurstof, en dus moet ik zo vaak als mogelijk naar buiten.

Bewegen helpt ook om uit mijn eigen hoofd te geraken en te stoppen met nadenken. Ik geef daar de laatste maanden dus absolute prioriteit aan in mijn agenda, ook in periodes zoals nu, die druk zijn. Net dan moet ik sporten. En zorgen dat ik voldoende uren slaap. Daar ben ik heel streng op. Wat niet altijd simpel is, want ik heb veel slaap nodig. Heb ik een paar dagen te weinig slaap, dan word ik vreselijk triest en negatief. Doen we beter niet te vaak.

Voeding is ook belangrijk in dit verhaal. Ik probeer intentioneel te zijn en geen dingen te eten die mij slecht bekomen, al heb ik ook weken dat ik te veel suiker eet en me alleen al daar mottig van voel. Mottig, triest en angstig.


Ik was de afgelopen weken te veel aan het focussen op mijn gewicht en daar een beetje ongelukkig van aan het worden, dus probeer ik me nu wat weg te houden van de weegschaal en me zo veel mogelijk aan enkele basisregels te houden. Geen frisdrank. Wel veel thee en water. Veel gezonde voeding, groenten en fruit, weinig uit pakjes. Weinig pasta en brood, daar word ik ziek van. Het blijft een zoektocht en soms voelt het ook als een gevecht, zeker in weken dat ik het erg druk heb en mijn hoofd dan wat durf te laten hangen, maar het is zo belangrijk dat ik elke keer weer opsta en opnieuw begin.

Geen alcohol drinken. Alcohol verergerde mijn angsten enorm, besefte ik nadat ik ermee was gestopt. Ik drink dus nooit alcohol, ondertussen al meer dan drie jaar. Geen uitzonderingen op die regel. Dat voelt nog altijd als een van de betere beslissingen van mijn leven.

Praten. Ik heb de chance dat ik een man heb bij wie ik mij van mijn meest kwetsbare kant mag tonen. Het lijkt me vreselijk om dat niet te kunnen of mogen. Ik mag al eens instorten bij Youri, en dat is fijn, al weet ik niet of hij hetzelfde zou beweren. :aah: Ik heb ook vriendinnen waarmee ik makkelijk kan praten over angsten en twijfels en dingen die minder goed gaan. Dat is een cadeau.

Bepaalde stressoren wegnemen door te plannen is ook essentieel voor mij. YNAB gebruiken zorgt er bijvoorbeeld voor dat ik geen financiële stress meer heb. Elke week tijd maken om na te denken over wat ik met mijn uren ga doen zorgt ervoor dat ik de dingen gedaan krijg die ik gedaan wil krijgen. (ik heb daar een online cursus over die in november nog eens live gaat, de moeite!)

Plannen zorgt ervoor dat ik tijd heb voor de dingen die ik belangrijk vind, zoals sporten en bij mijn kindjes zijn en in het weekend iets leuks kunnen doen en koken uit Simpel van Ottolenghi. Ik word veel minder vaak overdonderd door mijn dagen, en dat komt door de systemen en rituelen die ik elke dag weer inschakel. Al zoveel geleerd op dat vlak, de afgelopen jaren.

Bibliotherapie. Ik lees heel veel, en ik heb daar mentaal veel deugd van. Ik luister ook naar heel wat podcasts en audioboeken. Motiverend en troostend. Zorgt ervoor dat ik niet alles geloof dat ik denk. (dit is trouwens een heerlijk boek over therapie)

Zelfzorg. Het modewoord van deze tijd. Voor mij betekent het: al eens een mental health-namiddag inbouwen met koffietjes en magazines. Leuke kleren kopen. Mijn nagels laten doen. Naar de kapper gaan. Mezelf niet verwaarlozen, iets dat ik in het verleden al eens durfde doen omdat ik te veel bezig was met iedereen rond mij om nog veel aan mezelf te denken.

Actie ondernemen. Je bent wat je doet, niet wat je denkt. Ik heb lang de neiging gehad om vooral te denken. Nog altijd soms. Maar ik weet nu dat je maar leert dat je iets kan, door het te doen, en soms op je bek te gaan, of te sterven van angst. Ik zeg soms dat ik wil dat er op mijn grafsteen staat “ze was altijd bang, en ze deed het toch”. Ik doe heel veel bang. Bang is op sommige dagen mijn default-emotie. Ik doe ook heel veel dingen niet, uit angst, maar het wordt beter.

Ben ik er? Ik weet niet wat dat betekent. Ik had nog jaren therapie kunnen volgen, om zaken uit te spitten die ik bewust niet tot op de bodem heb uitgespit. Het zou boeiend geweest zijn, dat weet ik zeker, maar ik had niet de nood om te blijven zoeken en graven. Ik wilde me meer richten op wat kwam dan wat is geweest, en daar heb ik zeker tools voor gekregen.

Voel ik me altijd geweldig en zorgeloos en zonder angsten? Neen gij! Helemaal niet. Er zijn best wat dagen dat ik het allemaal zwaar vind. Geen oma’s hebben voor de kindjes, zelf geen moeder en schoonmoeder meer hebben, een drukke job die ik zelf moet uittekenen en vormgeven, een menage, twee jonge kindjes, heel veel willen, daar niet altijd de energie voor vinden.

Ik merk dat veel met verwachtingen te maken heeft. Met vinden dat iets op een bepaalde manier moet gaan, en de kloof die er is met de realiteit. Soms lukt het beter om dingen klaar te zien, en soms helemaal niet. Soms is alles even een paar dagen heel donker. Het kan dat ik dan weer wat strenger moet zijn op mijn dagelijks onderhoud, maar soms overvalt het me ook schijnbaar zonder reden. Een wolk boven mijn hoofd, die daar dan even blijft hangen.

Dat kan me zwaar frustreren, ik ben iemand die snelle oplossingen wil, maar dan heb ik een man die dingen zegt als “dat gebeurt soms, en dat is niet erg”, en dan voel ik de druk om snel weer sterk op mijn benen te staan wegtrekken. Alleen al dat helpt. Tijd en boterhammen. Er bestaat een Pinterest-tegeltje over: het gaat beter met me sinds het oké is als het soms even wat minder gaat. Weten dat die gevoelens ook bij het leven horen, geeft mij rust.

Ik hoop dat iemand die worstelt hier iets aan heeft.
Ik zat ooit zo diep, dat ik me niet eens kon voorstellen dat er een dag zou zijn waarop ik er weer zin in zou hebben. Die dag ligt al lang achter me. Ik heb geen perfect leven, er is nog veel werk aan, maar ik vind het wel weer tof. De angsten zijn grotendeels sluimerend, en leefbaar. Dat is voor mij een enorm succes.

Ik wens iedereen die het lastig heeft luisterende oren en schouders om op uit te huilen toe. En het besef dat hulp inroepen juist waardevol is, helemaal niet iets om je voor te schamen.

Dirk zegt dat we elkaar weer allemaal eens wat meer moeten vastpakken.
Misschien is #worldmentalhealthday wel het moment om daarmee te beginnen. (of om hiernaar te luisteren. Een keer of tien, misschien)

lilith koestert haar Morning Pages

Als kind en tiener schreef ik dagboeken vol, maar latere pogingen om er opnieuw mee te beginnen vielen in het water. Mijn motivatie varieerde van “graag meer persoonlijke dingen schrijven” tot “dingen willen bijhouden voor later”, maar dat bleek nooit voldoende om het langer dan tien pagina’s vol te houden.

Ik had er te weinig aan op het moment dat ik ze schreef, besef ik nu.
In mijn dagboek schrijven was een to do op een al veel te lange lijst van to do’s.

Dat kan niet gezegd worden van mijn Morning Pages, de ochtendpagina’s die ondertussen al een paar maanden haast zonder fout deel uitmaken van mijn ochtendroutine en een serieus verschil maken op vlak van hoe ik me op dagelijkse basis voel.

Wat zijn het?

Morning Pages worden wel eens ruitenwissers voor je hoofd genoemd. Ze zijn zoals een swiffer waarmee je langs alle donkere hoekjes van je gedachten gaat. Het systeem komt uit het boek The Artist’s Way van Julia Cameron, en is een techniek voor blokkerende artiesten om hun blokkades weg te schrijven. Ik ben geen blokkerende artiest, maar bij mij werkt het ook, net als bij heel wat devote fans.

Je gaat zitten om te schrijven, en laat komen wat komt. Dat doe je liefst volgens een bepaald stramien (zie hieronder), want anders levert het je weinig op, zo weet ik uit ervaring. Als je eraan begint, doe het dan ook ineens zoals het hoort, en probeer het een paar weken te doen. Op die manier weet je of het voor jou ook een verschil kan maken.

Hoe pak je het aan?

Je schrijft je Morning Pages liefst voor je iets anders hebt gedaan. Het enige dat ik mezelf toesta is eerst naar het toilet gaan en koffie zetten. Mijn telefoon wordt niet bekeken, dat heeft altijd invloed op mijn humeur en gedachten, en dat probeer ik te voorkomen als ik mijn ochtendpagina’s schrijf. Ik zet me met mijn A4-atomaschrift dat enkel is voorbehouden voor ochtendpagina’s aan tafel, en ik begin te schrijven tot ik drie pagina’s heb gevuld. (niet in een bullet journal, neen, die zou te snel vol zijn, en het formaat is bij mij geen A4) Die drie pagina’s zijn belangrijk. Fans hebben het wel eens over de magie van pagina 2, omdat je na de eerste zinnen als “ik ben moe” en “ik weet niet wat schrijven” plots toch iets schrijft dat je niet had zien komen als stoppen geen optie is.

Dat schrijven van drie A4-tjes vol neemt tijd in beslag. Bij mij is dat een dik halfuur. Ik sta daar vroeger voor op, ja. Het loont, dus ik heb dat ervoor over. Ik schrijf, en als ik niet meer weet wat schrijven schrijf ik dat ik niet meer weet wat schrijven.

De bedoeling is niet: een goede of nuttige tekst hebben aan het einde. De bedoeling is: een leeg hoofd hebben aan het einde. Je schrijft dus alles op dat in je opkomt. Het is ook niet de bedoeling dat iemand anders het leest. Je wilt jezelf en je gedachten vooral niet censureren. Je wilt ze juist ontdekken.

Wat levert het op?

Heel wat. Al schrijven ontdek je waar je mee bezig bent. Ik zie van alles verschijnen. Van angsten tot overdenkingen tot dromen tot praktische zaken die ik niet mag vergeten tot triviale zaken die zo regelmatig terugkeren dat ik dankzij mijn Morning Pages besef dat ik ermee aan de slag moet. Morning Pages zetten zo vaak aan tot actie bij mij: als ik ergens vaak op terugkeer, dan is dat een teken dat ik er iets mee moet doen. Een beetje zoals toen ik elke week naar de psycholoog ging, en alleen al het antwoord op de vraag “hoe is het?” me tot inzichten deed komen. Dit is mijn afspraak bij de psycholoog, maar dan met mezelf en mijn ochtendkoffie.

De ochtendpagina’s helpen me ook mijn eigen verhaaltjes te doorprikken. Ik kan niet gezonder eten want blablabla. Ik heb nergens tijd voor want xyz. Ik kan niet sporten want ik hou toch nooit iets vol. Op mijn pagina’s ga ik soms na of dat wel echt zo is, en dat is verhelderend, om maar iets te zeggen.

Nog zoiets: ik heb soms de neiging om wakker te worden met honderden gedachten die mijn humeur razendsnel negatief beïnvloeden. Als in: wakker worden, zien dat de zon schijnt, en in plaats van te denken hoe fijn dat is denken dat de tuinaannemer nog altijd niet is gekomen HOE KAN DAT NU EIGENLIJK? En in plaats van dat ik Youri dan begroet met liefde, begroet ik hem met “HEB JIJ DEZE WEEK AL NAAR DE TUINAANNEMER GEBELD?! *grrrrrmbl* *erishiernooitietsinorde* *moetikechtalleszelfdoen*”. Niet bevorderlijk voor de ochtendhumeuren hier. En sinds ik Morning Pages schrijf valt dat allemaal veel minder voor. Ik schrijf het rustig op. Ik zaag erover op papier. Ik spuw het niet uit over mijn geliefden zonder nadenken. Iedereen tevree.

Ik heb al ongelooflijk veel over mezelf geleerd, de afgelopen maanden, en over wat er in mijn hoofd omgaat. Je zou denken dat je dat zo wel weet, maar geloof me: daar zou je nog van verschieten.

Wat is belangrijk?

Dat je terwijl je schrijft ontdekt wat je te schrijven hebt. Dat het schrijven op zich een vorm van kennismaken is van wat er zich in je hoofd afspeelt. Dat je het dus niet ziet als: ik ga hier even nadenken over een goede tekst. Je schrijft zonder nadenken en je schrijft snel. Het is de bedoeling dat je het kritische stemmetje in je hoofd voorblijft dat zegt dat wat je aan het schrijven bent nu eens waarlijks nergens op slaat. Dat is ook de bedoeling. Uit je hoofd en op papier. Je hoeft het niet te herlezen, dat doe ik ook niet.

Het is veel belangrijker dat je consistent bent en het een langere tijd probeert, dan dat het perfect is.

Morning Pages maken onderdeel uit van een ochtendroutine waarin ik ook een kwartier mediteer met Headspace. Liefst doe ik dat nadat ik mijn Morning Pages heb geschreven, want dan zijn alle gedachten uit mijn hoofd die er vaak voor zorgen dat mediteren een ramp wordt. Mijn monkey mind is gestild, en dan is mediteren zoveel fijner. Als ik maar één ding kan kiezen, omdat ik te weinig tijd heb, dan gaan mijn Morning Pages voor. Ik doe ze niet elke dag, maar zeker vier dagen per week, en hoe meer ik ze doe, hoe beter ik me doorheen de dag voel. Hoe minder last van rondspringende gedachten en angsten ik heb, en hoe aangenamer ik ben voor mijn omgeving.

Absolute aanrader dus, wat mij betreft.

Meer lezen?

Prinses op de Kikkererwt doet het ook, en met succes.
Net als Tim Ferriss, op zijn manier.
Dit is ook een boeiende post.
Ik schreef er een stuk over voor de Feeling die nu in de winkel ligt.

Zijn er nog fans in de zaal?

lilith omarmt de beurtenkaart

De beurtenkaart. Als je je aansluit bij een sportinstelling kun je doorgaans daarvoor kiezen, of voor een abonnement. Een abonnement is zo goed als altijd voordeliger. Op voorwaarde dat je niet zoals de meeste mensen al weer stopt na een paar weken, want dan moet je er naast de prijs die je maandelijks betaalt om niet te gaan sporten ook nog eens de kostprijs van een advocaat genre Jef Vermassen bijtellen om er ooit nog vanaf te geraken.

De beurtenkaart heeft ook een beetje de reputatie van voor slackers te zijn. Oeioei, die neemt maar een beurtenkaart, die zal het wel niet serieus menen met dat sporten. Die zien we hier niet meer dan een keer per week. Om wat te kletsen en af en toe een pedaal rond te draaien. Die verhalen.

Voor mij is 2019 by far het jaar waarin ik besef dat de verhalen in mijn hoofd op dat vlak mijn leven ernstig bepalen. Dat heb ik geleerd van Brooke Castillo, en daar ben ik haar dankbaar voor. Die verhalen. Soms zo subtiel, vaak zo vreselijk bepalend voor van alles en nog wat.

Dat je een sport moet kiezen en dan alleen maar die sport doet. Drie keer per week fitnessen. Drie keer per week bodypump. Zodat je opbouwt. Ergens beter in wordt. RESULTAAT ZIET. :aah:

Het zorgt er al vele jaren voor dat ik gedemotiveerd raak, en snel. Want dat resultaat, daar kun je lang op wachten. Zeker als je hoopt op een strakker lijf en een lager gewicht. Die focus, in combinatie met me snel beginnen vervelen als ik te veel van hetzelfde doe, en het stemmetje in mijn hoofd dat dingen roept als “dit heeft geen zin“, heeft ervoor gezorgd dat ik nog nooit in mijn leven een regelmatige sporter ben geweest. Een paar weken wel, dan weer heel lang niet.

En de verhalen, jongens, de verhalen.

Een greep uit het assortiment:

  • sporten is iets voor tijdens het jaar, maar in de vakantie gaat de riem eraf (los van het feit dat ik het sowieso zelden volhield tot in een vakantie maakte ik er altijd iets van dat moest, terwijl de optie dat het ook wel eens leuk of deugddoend kon zijn precies niet bij me opkwam)
  • als ik niet én sport én leef als een asceet maakt het allemaal niet veel uit
  • als ik geen drie keer per week kan gaan, maakt het allemaal niet veel uit
  • als ik niet binnen de maand resultaat begin te zien, dan blijf ik beter gewoon thuis
  • als ik altijd de minst sportieve ben van de groep, dan is het gewoon echt niet tof
  • sport moet altijd tof zijn
  • ik suck gewoon keihard in sporten en daardoor maak ik me alleen maar belachelijk bij de echte sporters. Dat is echt niet tof
  • ik hou nooit iets vol
  • ik ben geen sporter
  • als ze me maar een keer per week zien in de fitness dan zullen ze me vast maar een sukkelaar vinden
  • ik vlieg er altijd te hard in in het begin, en dan val ik toch stil. Waarom zou ik dan überhaupt nog beginnen?
  • ik heb daar geen tijd voor
  • er bestaat gewoon geen enkele sport die ik leuk vind
  • je moet focussen op één sport en daar dan goed in worden
  • mensen die van alles door mekaar doen weten niet wat ze willen

Ik zal u eens iets vertellen dat ik de laatste maanden heb ontdekt: het maakt wel uit. Het helpt gigantisch als je het minder laat draaien rond resultaat zien in centimeters en kilo’s, en meer rond het doorbreken van patronen en dingen die je jezelf vertelt. Rond leren om te stoppen met keer op keer tegen diezelfde steen te knallen, en dat proberen op te lossen door knal hetzelfde te doen als de vorige keer.

Door te denken dat ik nooit iets volhou in plaats van me af te vragen waaraan dat ligt, hou ik inderdaad nooit iets vol. Door het te zien als een leerproces, in plaats van iets dat ik allemaal direct moet nailen, gaan dingen veel beter. Net als door het feit dat ik het niet direct nail niet te zien als een bewijs van een falende persoonlijkheid, maar deel van het proces.

Sinds ik bewegen ben gaan zien als een soort smörgåsbord (ik heb dit gekopieerd uit Google, nvdr.) van mogelijkheden waaruit ik elke week mag kiezen, vind ik het leuker. Ik probeer drie keer per week te bewegen. Lukt niet altijd, maar ook dat is oké. Soms ga ik bodypumpen. Soms waag ik me aan een uur step, met bewegingen die voor een beginneling zo lastig zijn dat ik alleen maar kan hopen dat er nooit video’s surfacen van ik die compleet in een knoop lig met mijn voeten, step en routines. Not a pretty sight, maar zweten doe ik wel. En in de douche achteraf voel ik me wel heel wat.

Ik ga binnenkort weer beginnen met start to runnen. Niet drie keer per week, zoals ik altijd vond dat het moest, zodat ik in week twee als het maar twee keer lukte mijn loopschoenen al over de haag wilde gooien want zie je wel dat lukt allemaal toch nooit. Door mijn falend karakter. Mijn gebrek aan wilskracht. Mijn leven dat dat allemaal gewoon niet toelaat.

Ik wil deze keer niet beginnen lopen om 5 kilometer te kunnen lopen, en daarna tien, en dan misschien wel nog verder. De enige reden is dat ik dan een extra optie heb als ik wil bewegen.

Als ik zin heb in lopen ga ik lopen. Als ik zin heb in iets anders wil dat niet zeggen dat ik de slechtste sporter ooit ben. Ook voor dat lopen heb ik in mijn hoofd een beurtenkaart, net als voor de fitness en het zwembad.

Neen, vast niet het voordeligste (hoewel daar serieus over te discussiëren valt, als je het leven ziet als een smörgåsbord), maar voor mij marcheert het perfect. Vanmorgen ging ik zwemmen. De keer ervoor deed ik een uur cardio in de fitness. Tegenwoordig hangen er uren van verschillende sportinstituten aan mijn frigo, en ik kies uit waar ik zin in heb. Als ik eens een week minder zin heb, dan impliceert dat niet dat ik de beurtenkaart ritueel moet verbranden. Ik blijk een creatieve generalist, maar dan in een sportbroek.

Zo’n eeuwig leerproces dat dat is, het leven.

Waar het op dit moment nog het meest oplevert is in mijn hoofd.
Ik heb me nog nooit niet duizend keer beter gevoeld na een uur sporten dan ervoor.

Het is dat je dat soort dingen niet kunt meten met een Fitbit, maar geloof me als ik zeg dat ik het voel.

Nog niet aan mijn gat, neen, maar wel op een hoop andere plaatsen die misschien essentiëler zijn dan dat.