Category Archives: trein

Overwegetiquette, een introductie

Elke dag voel ik hoe mijn treinexpertise groeit.
Dat komt doordat ik zo vaak trein de laatste tijd, en doordat ik iemand ben die ogen en oren openhoudt, dat ook.
Diep in mij huist de mogelijkheid om expertise op te bouwen op elk vlak, maar dat het deze keer op treingebied is, dat kunnen u en ik natuurlijk enkel maar toejuichen.
‘Waarom begin je dan geen treinblog, lilith?’ vraagt u mij. Wel, omdat ik nu ook weer niet te hard van stapel wil lopen. Maar een nieuwe categorie, genaamd ’trein’, kan er wel vanaf!
Geen dank, hoor, geen dank.

Er zijn twee soorten overwegen dus, voor de treinen.

De snelle overwegen, waaraan de trein achteloos voorbijsjeest en waarbij je dus niet goed kunt zien wat er zich zoal afspeelt bij de mensen die moeten wachten om over te steken. Daar houd ik niet zo van. Ik heb altijd het gevoel dat ik mijn hoofd razendsnel moet meebewegen met de trein om toch iets meer glimp van de wachtende massa op te vangen, maar telkenmale draait dit uit op een teleurstelling. Je ziet gewoon te weinig om echt van de overweg te kunnen genieten.

De tweede soort overweg is meteen mijn favoriete overweg. Het is de trage overweg, waaraan de trein gezapig voorbijrijdt omdat hij bijvoorbeeld in de buurt van een station ligt. Dan kun je dus alle gebeurtenissen in je opnemen vanachter je treinraampje. Ik kies er altijd ÈÈn gebeurtenis uit. Soms bekijk ik een meisje dat verveeld staat te wachten tot ze kan overfietsen. Soms richt ik mijn arendsblik op bejaarden die naar de treinen gapen alsof ze er elk moment vloekend met hun wandelstok naar zouden kunnen zwaaien. Vanachter mijn treinraampje kijk ik dan hautain in hun richting. Zij zien het toch niet en ik heb het gevoel dat ik ballen aan mijn lijf heb. Het is een win-winsituatie.
Soms is de keuze van het tafereeltje zo vanzelfsprekend dat je naar niets anders kan kijken. Zoals gisteren.

Er stond een mevrouw aan de overweg. Ze zat op een fiets en ze leek een beetje op een verstandelijk gehandicapte, maar dat kwam door haar kapsel en haar kledij en haar rode wangen. Het is vreemd hoe sommige vrouwen die de kaap van de veertig hebben overschreden plots op mentaal gehandicapten beginnen te lijken, vind ik. Dat je denkt ‘hoe ver heen moet je zijn om nu nog met een fleece-trui met pandabeermotief rond te fietsen?’. Zou het genetisch bepaald zijn, of is het een nieuwe trend die toe te schrijven is aan de verspreiding van de wibra in heel het land? Als ik god ÈÈn vraag mocht stellen, mijn keuze was snel gemaakt hoor.

De vrouw met de gehandicaptenlook stond nietsvermoedend te wachten aan de treinoverweg, toen de auto achter haar plots begon te toeteren. Ik vind, je kunt wel eens lachen met mensen die eruit zien als gehandicapten, of je kan er eens een stukje over schrijven, maar er gewoon goedkommetuit naar beginnen toeteren op straat, dat vind ik er persoonlijk een beetje over. Ik keek berispend naar de auto waar het toetergeluid vandaan kwam. Het was potverdrie nog een vrouw ook! Ze zwaaide naar de vrouwelijke gehandicapte.

Toen werd het dus leuk, want toen zwaaide de gehandicapte terug. Ze kenden elkaar.
En toen was er een probleem, want je kunt niet tegen elkaar babbelen als de ene in een auto zit en de andere op een fiets. Maar je kunt elkaar wel steeds zien. Minuten lang.
‘Wanneer gaat die rottige overweg weer open?’ zag je de gehandicapte dame denken terwijl ze manisch bleef lachen naar de kennis en dan naar alle richtingen die je je kon indenken. De kennis in de wagen durfde ook niet meer kijken, want dan moest ze nog eens zwaaien en lachen, zonder iets te zeggen. Naar iemand die er niet al te snugger uitzag, nota bene!

Seconden duurden eeuwigheden, en er hing zoveel ambetante spanning in de lucht dat ik even heel hard moest grinniken.

Jaja, vanop mijn trein ben ik best stoer, hoor.