Telefoontypes

helpdeskAls er vroeger één opdracht was waarmee je mij de stuipen op het lijf kon jagen dan was het wel bellen met een wildvreemde. Naar de tandarts bijvoorbeeld, of naar de AIDS-telefoon om informatie te vragen voor een schoolwerk. Ik vond het om te janken zo zenuwslopend. Altijd was ik bang voor vervelende stiltes, of vragen waarop ik niet onmiddellijk een antwoord zou vinden, waarna ik me genoodzaakt zou voelen om de telefoon gewoon weer in te haken en me wenend op de grond te gooien omdat ik nu eenmaal een mislukkeling ben. Vroeger was ik een bange beller. En toen ging ik op een helpdesk werken. Want zo ben ik wel: als ik ergens bang voor ben dan dwing ik mezelf om het toch te doen, en een helpdesk was daarvoor ideaal.

Het was een witte telefoon, met paarse en oranje toetsen. Bovenaan stonden nog eens twintig toetsen die nergens voor gebruikt werden, en daarnaast stonden twee rode lampjes die ik nog nooit had zien branden. En hij rinkelde om de haverklap. De telefoon dan, niet het lampje. Lampjes rinkelen bij voorkeur niet.

Als de telefoon rinkelde kreeg ik altijd eerst onze bevallige receptioniste aan de lijn, die mij een introductie gaf als was ik in Blind Date terechtgekomen. “Lilith. Aan lijn 1 heb ik een norse bakker uit Deerlijk, die graag zoete broodjes bakt en problemen heeft met zijn printer.” “Goedemorgen lilith, aan de andere kant van de lijn bevindt zich een Hollandse kalle met een spraakprobleem, en er scheelt ook iets met haar toestel maar ik heb totaal niet begrepen wat. Misschien scheelt er wel niks met haar toestel, je moet maar eens luisteren en zien of je haar kunt verstaan.” Nadat ik de magische woorden “Geef maar door!” heb uitgesproken wordt mijn oor blootgesteld aan een uitgebreid scala van kleine en onoverkomelijke problemen, smeekbeden en scheldtirades, gegiechel en geroep, maar bovenal: aan de homo telephonicus, de telefonerende mens.

Een overzichtje van deze soort in al zijn boeiende vertakkingen:

*de beller in familieverband:

Deze beller heeft al zijn gezinsleden opgetrommeld om rond de telefoon te komen zitten, inclusief domme schoondochter en demente oma. Samen gaan zij dit varkentje wel wassen, en diegene met het hoogste Franky Backeljauwgehalte heeft de eer om mij even te vertellen wat er allemaal mis is met zijn betaalterminal, die hij duidelijk voor veel te veel geld bij ons heeft aangekocht. Daarbij gaat de Backeljauw steeds luider en onverstaanbaarder praten, duidelijk opgejut door de zegevierende bewegingen van de enthousiaste omstaanders. Om het geheel nog onverstaanbaarder te maken roept elk familielid om de 10 seconden iets naar de beller, genre “Vroagt da na es van die tieketjes!” en “Zigt es dat da nie doidelik ies met die knoppekes!“.

*de doodsbange beller:

Dit type beller heeft zich een week angstvallig voorbereid op het telefoongesprek. Balancerend op de rand van een nervous breakdown declameert hij losse woorden en woordvormen met een onzekere, overslaande stem. Op de achtergrond is het geluid te horen van het papiertje vol ezelsbruggetjes dat als steun dient tijdens bange telefoonmomenten. Na elke vraag die ik stel om dichter bij de aard van het eigenlijke probleem te komen volgt een gestotter van jewelste, waarna deze helpdesk operator aan de slag gaat om uit de kakofonie van lettergrepen bestaande woorden te destilleren.
De doodsbange beller lijdt vaak aan astma en geeft blijk van slikproblemen als gevolg van een overmatige speekselproductie.
Zie ook: de panikerende beller.

*de panikerende beller:

Deze telefoongebruiker heeft zijn wereld zien instorten op het moment dat het apparaat dienst weigerde. De aard van het probleem wordt meestal omschreven als “”Alles is kapot, mevrouw!“.
Wanneer deze beller gevraagd wordt om op een toets te drukken breekt het angstzweet hem uit. Alles is immers voorgoed naar de haaien en op knopjes drukken zal het alleen maar erger maken.
De favoriete woordjes van deze beller zijn: “technieker”, “langskomen” en “vlug”.

*de overdreven familiaire beller:

Deze persoon heeft ooit in een ver verleden al eens gebeld en gaat ervan uit dat de helpdesk operator van dienst zich alle oproepen van maanden geleden nog perfect voor de geest kan halen. De helpdesk operator wordt steevast met de voornaam aangesproken en er wordt altijd eerst geïnformeerd naar de gemoedstoestand van ondergetekende met zinnen als “Haaa, lilith, hoe gaat het nog met jou? Je herinnert je nog wel dat ik een probleem had met mijn VISA in juni en…
Daarnaast hebben overdreven familiaire bellers de neiging om je elke dag op te bellen voor de allerkleinste te verwaarlozen problemen. De familiaire beller houdt van je.

*de eisenstellende beller:

Behoort tot het soort mens dat ergens onderweg alle voeling met de realiteit is kwijtgespeeld. Stelt vragen als “Kunt u ervoor zorgen dat de ticketjes in het blauw worden afgedrukt?“,  “Hoe zorg ik ervoor dat mijn display paars oplicht in plaats van geel, want dat past beter bij de infrastructuur van de winkel?” en “Is het mogelijk om een ghettoblaster aan te sluiten op mijn terminal zodat de klanten dat liedje van Big Spender horen als de transactie geslaagd is? HOE DAT KAN NIET? WAT VOOR BROL VERKOOPT GIJ EIGENLIJK?!.”

(welk type ben jij trouwens?)

Reacties

  1. De domme, eisenstellende beller, that’s me.
    Ik heb eisen, maar als ze mij zeggen dat het niet kan, haak ik dom als een koe in.

    Stond dit niet ooit op jimblogt?

  2. cms

    ik ben de domme beller, die vloekt en zich druk maakt en dreigt maar eenmaal een operator aan de lijn, snel anders piept en beleefd voorzichtig vraagt of er iets aan te doen is…
    en dan “nee” antwoord als er wordt gevragd, zit je diskette nog in” terwijl die diskette er effectief nog inzit en niet in had mogen zitten…en dan opeens zegt: hÈ nu werkt het !!!
    lol
    cms

  3. ishku

    Ik ben de beller die vraagt of het ook zo ruist aan de andere kant van de lijn & wordt goedgezind van een telefoontje met een vreemde omdat dat bewijst dat ik toch w‡t social skills heb.

  4. ishku

    Soms weet ik wel niet wat ik moet zeggen als openingszin. Mijn naam? Neen, want die vergeten ze toch.. dus schets ik een profiel.. en goeiemiddag, -avond of hallo?

    Het is me een raadsel.

  5. ik was/ben ook een bange beller. Maar op mijn werk moet ik zelf mensen lastig vallen, voor informatie, en ja…het wordt langzaam aan minder. Telefoons krijgen van vreemde mensen vond ik nooit eng daarentegen.

Reageer zelf

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>