‘Moet je dan helemaal alleeejn eeten?!!’ riep ik zo verbauwereerd als op dat moment binnen mijn mogelijkheden lag.
‘Ja’ zei hij.
Ik keek hem ongelovig en met gigantische ogen aan. Hij keek terug. En dan ik weer. Zelfs een eeuwige buitenstaander kon zien dat er hier iets gaande was. Dat dit geen doordeweekse huis-tuin- of keukenblikken waren die we uitwisselden. Je zag gewoon al van ver dat we samen al kijkend een idee aan het opbouwen waren.
‘We kunnen natuurlijk ook’ zei hij. Ik keek op. ‘Samen eten vanmiddag ofzo. In het station.’ zei hij. Ik vond het bijlange geen slecht idee. Meer nog: ik moest me werkelijk inhouden om niet van pure vreugde en opwinding te beginnen schuimbekken/raaskallen, want hoe kinky is het eigenlijk wel niet om midden in de city met je lover af te spreken in de hall van het station, omdat zijn ouders op vakantie zijn en hij zijn stuutjes daar niet kan gaan opeten? Pretty kinky, vond ik persoonlijk. En dus zei ik ‘Oke, om ÈÈn uur voor de Panos!’, ik kuste hem gezwind vaarwel en stapte uit de auto.
Vijf uren gingen voorbij, maar toen was het ook wel zover: lichtjes gespannen duwde ik de deur van de hawll open. Want je weet het natuurlijk maar nooit, hÈ! Je kunt het gewoon niet weten met de liefde! Ook niet als je een date hebt met iemand waarmee je in een stabiele relatie bent verbonden, o neen. Integendeel zelfs, zou ik durven zeggen, want mannen met een stabiele relatie zijn de eersten om er in een onbewaakt moment van door te gaan met het negerinnetje van de Panos dat niet begrijpt dat weinig mayonaise iets anders is dan geen mayonaise. Relationeel stabiele mannen worden daar week van, en bronstig.
Vanuit mijn ooghoek zag ik mijn uitverkorene zitten op een blinkende plastieken stationsstoel. Samen schoven we aan voor een broodje dat met liefde gemaakt was door het negerinnetje, en ik voelde geen seksuele spanning what so evah tussen hem en haar. Het was goed. Het was mooi. Het werd nog beter. Want toen herinnerde ik me plots dat ik niet enkel en alleen naar deze hall was gekomen omdat ik een date had met hem. Ook niet enkel en alleen omdat ik binnen minder dan een uur een trein te nemen had. Neen, er was nog iets, en ik was er niet ongelooflijk gerust in.
‘Ik moet nog pasfoto’s laten nemen voor mijn abonnement’ zei ik zo zorgeloos mogelijk, maar met een ongeruste trilling ter hoogte van mijn keel. Ik wees zenuwachtig naar het pasfotohokje waar ik al zo vaak met rasse schreden aan voorbij was gelopen richting perron vier, en waarvan ik de binnenkant nog nooit had gezien. Ik werd nog zenuwachtiger bij de aanblik van het hokje alleen al, want ik snapte het hokje niet.
‘Oke, ik wacht wel’ glimlachtte hij bemoedigend. Ik keek hem geschrokken aan. Hij zag het. Hij stond op en ging met me mee naar het pasfotohokje, zodat ik niet helemaal alleen naar een pasfotohokje moest waarvan ik niet wist wat ik er precies in moest gaan doen. ‘Waar is die camera? Is er een knopje? Lachen mensen niet heel hard als ze je benen zien, maar je hoofd niet meer? En hoe moet je kijken als je het gordijntje wegtrekt en weer naar buiten stapt? Niet triest, want dan denken ze dat je foto mislukt is. Maar ook niet blij, want dan ben je een fotohoer. En lachen, dat doen ze toch.’
Maar hij begeleidde mij dus. Hij ging voor mijn gordijntje staan zoals achtjarige klasgenootjes vroeger voor je wc-deur moesten staan om je te beschermen tegen handjes die wel eens naar de klink zouden kunnen grijpen. Hij wachtte geduldig tot ik het pasfototrekken onder de knie had, en toen ik het gordijntje wegschoof lachtte hij me niet uit. Onbezorgd wachtten we samen gedurende zeker vijf minuten op de strook met pasfoto’s die tergend traag uit een gaatje in het hokje kwam. Eens eruit was het duidelijk: de foto’s waren BE-LA-CHE-LIJK, zoals ik had gevreesd. Hij beweerde van niet, hoewel het kleinste kind kon zien dat mijn vel blauwachtig wit was en mijn haar paarsachtig zwart, om van mijn gangsterblik nog niet te spreken. Ik had een visioen waarin alle conducteurs die ik ooit nog zou ontmoeten zo ongelooflijk hartelijk moesten lachen met de belachelijke foto dat hun ballonbuiken schudden. Maar hij vond de foto’s dus gewoon mooi, zei hij, en niks wees erop dat het zijn manier was om me af te leiden van wat er zich ondertussen tussen hem en het negerinnetje afspeelde.
Dit was de beste date die ik al ooit in deze hall had gehad, dat was wel redelijk zeker. Om dat te staven grijnsde ik diabolisch naar het negerinnetje, dat net een gigantische kwak mayonaise op een smos stond te kletsen. Jezus houdt meer van mij dan van het negerinnetje, en dat werd ook eens tijd.
Ik krijg plots geheel onverwacht een AmÈlie-dÈj‡-vu. …
en ik krijg plots erg veel zin om die foto te zien te krijgen … TONEN !!
hey stukje romantiek, er staat je nog wat te wachten: Onze auto hebben ze een keer leeggeladen aan de Frans-Italiaanse grens, en ik denk sterk dat de fotohokjesgangsterfoto op mijn rijbewijs de aanleiding voor deze ijverige douane-actie is geweest. Ze hebben nog net mijn vingerafdrukken niet genomen. Maar misschien heeft jouw foto wel net een iets minder boefgehalte!
Met zo’n foto zouden ze zelfs niet durven om ons te laten stoppen (h)
Neen, hij zag er wel oke uit :-)
IS dat spoor 4 in Kortrijk? B)
toen ik dirngend pasfoto’s nodig had en dat in station i gent wilde doen in zo’n kotje had ik ook “back-up” mee onder de vorm van een vriendin..;helaas het lukte me niet onopgemekrt dat kotje binne te sluipen alsof ik een routinÈ was en ik moest af en toe het gordijntje weer opentrekken om te vragen, kijk, als ik hier op duw, dan zal dat toch gebeuren hÈ?
uitiendleijk stonden we allebei gespanne te kijken naar het reutelende ding om het resultaat in ontvangst te nemen.
bevredigend, overbelicht en halswervels nogal zichtbaar, de ene kant van mijn kraag in mijn trui de andere erboven…
nu ja, ’twas maar voor op een treinkaart hÈ ;-)
cms
wow … wat een geweldig stukje. Jij kunt schrijven, of wa?
Gisteren ontdekte ik dit blogje. Tijdens de werkuren. Moet toegeven dat ik *schaamrood op de wangen* sindsdien niet veel meer gewerkt heb. Gelukkig was er niet zoveel werk. Zo weinig zelfs dat ik hier ondertussen alles gelezen heb en het nog gepresteerd heb een postje te schrijven over deze parel van de blogosfeer en dat nog wel op mijn eigen miezerige beginnersblogje. Two thumbs up for Tales from the Crib!!
Met vriendelijke groetjes,
Liza from the blog (http://liza.skynetblogs.be)
Zelf heb ik nog niet de moed gevonden om zo’n hokje binnen te stappen. Vrees voor eeuwige schaamte overvalt me, elke keer ik pasfoto’s nodig heb. En hoewel die dingen bij een “echte” fotograaf even lelijk zijn (hoe komt dat toch? heeft er eigenlijk iemand ooit al pasfoto’s gehad waar hij tevreden over was?) durf ik zo’n ding niet binnen. De laatste keer was dus weer bij het knappe ventje van op de hoek. Elke keer ben ik blij dat hij mij kent irl, en dus wÈÈt dat ik niet echt zo lelijk ben.
BTW, heel leuke blog! ;-)En om in the spirit van het begin van je blog te blijven: ik ben AV en ben hier terecht gekomen via de blog van Liza. ;-)
Hallo, aangenaam, mijn eerste bezoekje hier. Leuk leuk, deze blog moet ik meteen tussen mijn favorietjes plaatsen!
En die pashokjes? Vreselijk zijn ze. Toen ik ook een foto nodig had voor mijn treinabonnement, zag ik eruit alsof ik net een oorlog overleefd had, maar dan zonder het bovenste stuk van mijn haar…
Tot blogs!
De foto die momenteel op mijn treinabonnement prijkt is voldoende om mij ’s ochtends direct wakker te helpen. Mij, de conducteur en iedere andere pendelaar die een glimp van het onding te zien krijgt. Als het aan mij lag had ik het onding reeds lang 6 voet diep onder de grond begraven en er een boom op geplant.