Leesshock

September 1987. De op dat moment zesjarige lilith leert samen met een veel te grote meute andere zesjarigen lezen. Vooraan in het klaslokaal hangt het vol met educatief verantwoord materiaal dat ons daarbij moet helpen. Op vergeelde kartonnen bladen stonden zinnen geschreven in het typische kindergeschrift waarmee leraars lager onderwijs gezegend zijn: JAN EET VIS UIT DE POT. DE REUS HEEFT EEN NEUS. Welke neus dat dan wel was deed op dat moment nog niet terzake, wegens te veel lettergrepen.

Niet zo heel veel later mochten we zelf ook zinnen schrijven. Maar niet nadat we avonden lang over ons kladschrift gebogen hadden gezeten om de precieze vorm van de letters onder de knie te krijgen. Na een hele avond tot in den treure O’s te hebben getekend, kreeg je de volgende dag je schriftje terug met als commentaar dat je ‘O’s te veel op eitjes’ leken. Op naar de P dan maar.

Het lezen en schrijven ging mij verbazingwekkend goed af, zo goed zelfs dat ik bij het niveaulezen direct mocht beginnen in niveau vijf. Sommigen schopten het nooit zo ver in hun lagere schoolcarriËre, dus dat was wel wat. Het leverde mij zelfs een artikel op in het schooltijdschriftje, dat waarschijnlijk ‘schoolkrantje’ heette, heel creatief waren ze nog niet in de Vlaanders van midden jaren 80.

Andere zesjarigen hadden het dan weer heel wat moeilijker met letters. Zo moeilijk zelfs dat ze er al tienjarigen nog steeds niet in slaagden om een zin van vijf woorden uit te spreken binnen het kwartier. Tegen de tijd dat ik tien was was ik al een tijdje ‘leesmoeder’, dus ik weet waarover ik het heb. Ik heb een stoere jongen van twaalf ooit zeventien keer laten proberen om het woord ‘wolken’ te lezen. Het is nooit foutloos gelukt. (For the record: leesmoeder zijn was een locale bezigheid voor gepensioneerde mevrouwen die niet wisten wat te doen met hun tijd. En ÈÈn uitzonderlijke keer dus ook voor kindjes die zodanig goed konden lezen dat leeslessen geen nut meer hadden.)

Soms, maar dan ook heel soms, als ik echt niks beters te doen heb, vraag ik me af wat er van die moeilijke lezertjes geworden is. En gisteren besefte ik het plots. De moeilijke lezers van toen zijn de ÈÈnentwintigjarigen van nu die zichzelf op internet SwEeTiEkEn21 noemen en dingen typen als :
elaba *vul naam in*tjeeeeuh!

Jaja, NU emmek wel al gekeken naar u site :) goe È van mij? kweet ’t ;) hËhË
moekik nu ook vertellen wadakik vandaag gedaan em? Kzal ma meedoen me de rest zeker? :)

EÈn vraag rest mij nog: als ze ooit zoveel moeite hebben gehad om door te hebben dat een o en een e samen oe vormen, waarom hebben ze dan wel de kracht om een eigen hyperirritant kwebbeltaaltje te bedenken dat ze zelf niet kunnen lezen?

Zoveel vragen, zo weinig zin in hun vermoeiende antwoorden.

Reacties

  1. Jochen

    [kwoot]
    deel met het schuin tekstje
    [/kwoot]

    lijkt mij eerder van een 16-jarige :)

  2. Schitterend !! :-)

    En wat jouw lagere school prestaties betreffen : ik mocht na de herfstvakantie meteen naar het 2e leerjaar, alwaar ik dan weer massaal gepest werd omdat ik dan zelfs nog de beste van de klas was …

    Life is a bitch … was ik maar in het eerste leerjaar gebleven en ook leesmoeder geworden :-)

Reageer zelf

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>