Ik moest niet heel lang nadenken. Terwijl mijn klasgenoten hun hoofd braken over een onderwerp voor hun website in spÈ, zag ik het al helemaal voor me: de snorkels, Teddy Ruxpin, misschien zelfs Jakobus en Korneel. ’s Avonds ging ik onmiddellijk aan de slag. Op onze antieke kotcomputer tikte ik de namen van al mijn favoriete kinderserie’s in in Google, ik wachtte een kwartier tot elke foto was binnengehaald en control savede dat het geen naam had. Soms vond ik ook helemaal niks terug. Jakobus en Korneel bleken het nooit gehaald te hebben tot op het wereldwijde web, en noch Karolientje, noch bootje zorgden voor het beoogde resultaat.
Op naar de .nl’s dan maar, want iemand moest toch iets hebben geschreven over ome Willem en broodjes poep? Wonder boven wonder bleek edwin rutten zijn eigen website te bezitten. Mijn ome willem, op het internet, met foto’s en al! Hij was oud geworden, en bleek nu iets te doen in de seminariewereld. Wie hem nodig had kon hem gewoon mailen, schreef hij. ‘Dat zal wel’, dacht ik, ‘ Alsof het allemaal zo simpel is en Ome Willem je zelf een mailtje terugstuurt.’ Ome Willem zou wel een hoop secretaressen hebben die alle fanmail voor hem behandelden. Maar wat als Ome Willem gewoon een weemoedige oude man was geworden die thuis zat te wachten tot er een groepje 25-jarigen nerveus zou aanbellen voor een handtekening? Ik besloot het erop te wagen.
Zou ik hem aanspreken met meneer Rutten? Hij zou het vast leuker vinden om ‘Beste Ome Willem’ te zien staan.. Of was dat belachelijk voor iemand van mijn leeftijd? Ome Rutten dan maar? Ik nam het onzekere voor het zekere en schreef hem aan met de aanspreking die ik als kleuter zou hebben gebruikt. Ik vertelde hem hoe ik als kind uit volle borst meezong met ‘deze vuist op deze vuist’, dat mijn broer elk jaar drie drumstelletjes versleet om hem na te doen, en dat ik bij wijze van puur jeugdsentiment een deeltje van mijn site aan hem wilde wijden. Of hij toevallig nog fotomateriaal had? Opgelaten klikte ik op ‘verstuur’.
De dagen erna waren te spannend voor woorden. Stel je voor dat Ome Willem zelf mijn mailtje onder ogen had gekregen. Misschien had ik me wel onsterfelijk belachelijk gemaakt bij mijn kinderidool. Maar er kwam geen antwoord. Natuurlijk niet, wat had ik wel gedacht? Zo simpel kon het nu eenmaal echt niet zijn.
En toch! Drie dagen later kreeg ik wel antwoord, van Edwin Rutten zelf. Hij had het een heel leuke mail gevonden, was blij dat we hem nog niet waren vergeten en hij had me per post een verrassing toegestuurd. ‘Als het je leuk lijkt kun je me misschien eventjes bellen voor een interview voor op je site’, schreef hij. Ik voelde mijn moed in mijn schoenen kletsen. Dat durfde ik helemaal niet. ‘Doen! Je bent toch niet bang voor Ome Willem, zeker?’ zei mijn moeder. Ik mailde hem terug dat dat me wel leuk leek. Hij mailde me zijn telefoonnummer en een tijdstip door. Maandagmorgen om elf uur. Ik werd gek.
Die maandagmorgen zat ik op mijn kot, telefoonnummer in de ene hand, bandopnemer in de andere, starend naar mijn telefoon. ‘Als ik dit nummer bel neemt Ome Willem op.’ Ik deed mijn uiterste best om mijn hartslag onder controle te krijgen en een goede openingszin te bedenken. Ik draaide het nummer. ‘Met Rutten!’ klonk het vrolijk. ‘Met Kelly, ik bel u even voor het interv..’. ‘Goeiemorgeuh rakker! Wat leuwk dat je me eejven belt!’ Het werd een heel leuk, mooi interview vol grappige anekdotes en herinneringen aan de tijd dat hij nog iedereen’s favoriete oom was. Op het einde informeerde hij naar mijn herinneringen en mijn studies. ‘Wil je dat ik nog even het Ome Willemlied voor je zing?’ vroeg hij. Ja, dat wilde ik eigenlijk wel.
Door de telefoon klonk de stem die me als kind altijd had begeleid toen ik keihard meezong. ‘Weet je wat ik vragen wil?? Zit er hier een kroowkoowdil?’ Ik was te erg onder de indruk om ‘NEEEEEEEEEEE!!!’ te gillen.
Toen ik de hoorn neerlegde knipperde ik zeker twintig keer met mijn ogen. Ik was wakker. En Ome Willem had een liedje gezongen, speciaal voor mij.
Ah, hÈÈrlijk, zat ik als kind ook urenlang voor de buis mee te zingen.
Nog zo een programma waar ik destijds niet genoeg van kon krijgen: “Ren je rot !”
Heb jij ook last van een : “vroeger was alles leuker op tv” – week …. :-)
By the way : een groepje 25-jarigen ????
Hij begon toch in de jaren zeventig, de kleuters van toen zijn al oude mensen, jos. ;)
En ik zie net dat hij bezig is aan een jubileumtour, en dat je op zijn sites t-shirts kunt bestellen! Wat ik dus ook zal doen. :)
wat een geweldig verhaal :-)
Wat liev!
heb laatst ‘Ome Rutten’ geinterviewd en toen moest ik gelijk aan jou denken!
en aan dit verhaal :)
Geweldig inderdaad. Er is bijvoorbeeld ook heel weinig over het Liegebeest te vinden. Tot voor kort ;) Zou ik die ook kunnen interviewen? Voor op mijn saait dan
@ bart : het liegebeest is uitgevonden door de ouders van een vriendin (die ondertussen reeds een verre kennis geworden is) van mij … als je wil kan ik wel eens polsen wat mogelijk is ;-)
Tomadde: HÈÈl graag, mail maar ;) Het is een goed bewaard geheim dat het Liegebeest niet Frank Dingenen is. Wie het dan wel is, weet ik niet zeker, hoewel ik de stem ooit al eens herkend heb bij een acteur waarvan ik ook al niet weet hoe ie heet. Een mysterieus beest!