Ragdolletjes zijn liev! (deel twee)

We wilden dus een ragdoll. Niet dat gewone straatkatjes niet mooi of lief genoeg zijn, maar het is ons eerste kindje en we wilden gewoon het mooiste. En het leukste. En het is mijn verjaardagscadeau, dus er mag al eens zot gedaan worden.
Zoals meestal in dit soort willen-maar-niet-weten-waar-zoeken-situaties bood Google hulp. Gisterenavond verdiepte ik me volledig in het zoeken naar een raskat. Ik leerde bij dat:

* een kattenkwekerij geen kattenkwekerij heet maar ‘cattery’ (bij voorkeur uit te spreken met een brandend hete aardappel in de mond, veronderstel ik)

* catteries de meest belachelijke, mellow namen hebben, die wel geÔnspireerd lijken te zijn door messengernicks van meisjes van veertien. Wat dacht u van ‘Silverstars’, ‘Vlokske’, ‘The Lion King’, ‘To my dreams’ of ‘Falling in to you’? Wij dachten er vooral het onze van.

* catteries evenwel volledig meegaan met hun tijd en meestal een website hebben. Eigenaars van catteries zijn dol op animated GIF’s en midi’s, en zweren bij Frontpage. Bij ailuros spelen ze in op het sentiment, bij Saphira’s Place kiezen ze voor het betere gefonkel, en bij annakat apprecieren ze nog de betere background.

*catteries hun hand niet omdraaien om internationaal te gaan. Bij voorkeur drukken de eigenaars zich uit in redelijk belabberd Engels: ‘We live in Belgium in a very little village up only a 15 km from Brussels.’

Uiteindelijk vonden we een cattery die zich de grootste van de benelux noemde, en na een telefoontje mochten we vandaag even langsgaan om te kijken. Na meer dan een uur in een kokend hete wagen te hebben gezeten waren we er niet meer helemaal gerust in: we hadden gisteren ook al een paar keer de prijs gezien die men durft te vragen voor een raskat, en we durfden niet nadenken over wat de grootste cattery van de benelux zou vragen voor een ragdoll. Maar we gingen ervoor, potverdorie! De grootste cattery van de benelux bleek inderdaad erg groot: wij telden meer dan 60 raskittens, allemaal even mooi en lief en om op te eten. Maar geen ragdoll.

‘Ne ragdoll? Oeioeioei, da vinde nie veel zenne’, sprak de eigenares van al het kittenmoois. En als je er al ÈÈn vond kwam je er niet vanaf met 1200 euro. Twaalfhonderd euro?! Ik zou geen twaalfhonderd euro geven voor een olifant, laat staan voor een kat met blauwe ogen en veel haar. Maar geen probleem, we zouden wel even naar al de andere mooie raskatjes kijken. We zagen overschattige Heilige Birmaantjes, Britse kortharen waarmee je direct een miljoen kon winnen op een kattenshow, en toen, als vanuit het niets, de allermooiste katjes die we ooit zagen. ‘Welk ras is dat?’ vroeg ik, proberend om mijn ademhaling onder controle te houden. Het was een Perzische Chinchilla. Alle andere katten werden plots onbelangrijk, dit zou het gaan worden. Onze eigenste Perzische Chinchilla!

Een kwartier later stonden we weer buiten in de blakende zon, zonder Perzische Chinchilla. Ja, we waren op slag verliefd, en we hebben zelfs even, al was het maar twee seconden staan twijfelen, maar 550 euro voor een kat was net iets teveel van het goede.

En dus deden we een paar telefoontjes vanuit de wagen, waarna we weer begonnen rondrijden, en uiteindelijk aanbelden bij een gewoon huis waar er nog gewone Perzen te vinden zouden zijn. De mevrouw was veel liever dan de mevrouw van de grootste cattery van de benelux, en de poezen zaten met zijn vijven schattig te zijn in de zetel. En weer werd ik een beetje verliefd, nu op een wit met grijs perzisch katertje dat heel intelligent naar ons zat te staren. Het mocht nog niet onmiddellijk weg bij de moederkat, dus we mochten nog eventjes nadenken. Dat deden we, en op de terugweg sprongen we nog even binnen in een huis gevuld met kitsch en porseleinen beeldjes, waar er ook nog een nest perzische kittens te vinden was volgens de koopjeskrant. De kittens waren te vinden onder een hele kolonie vlooien, en ze zagen er allemaal heel erg ziek en verwaarloosd uit. ‘We gaan nog even nadenken!’ namen we snel afscheid. Ik heb net een telefoontje gedaan, en als alles verloopt volgens plan gaan we hem dit weekend halen: ons klein lief haarballetje.

We zijn nog op zoek naar een statige, mannelijke naam. Vuur maar af!

(voor de duidelijkheid, de foto van het haarballetje is de meest gelijkende die we op internet konden vinden, de echte volgen vaneigens later)

Reacties

  1. Joeri

    Hah! ‘Ome Willem’ natuurlijk… Dan heb je altijd iemand om tegen te vertellen dat je nieuwe schoenen hebt of dat je moet gaan plassen…

  2. droopy

    badjas of mutse 2.
    alhoewel je ze ook vorte katte kunt noemen want als een trotse kattenhouder ben ik er zeker van dat da beestje zal denken dat het zijn naam is na een paar misverstandjes ( gordijnen kapot,nageltjes testen op de muur of je kleren,een kattebak die daar staat te verkommeren aangezien ze liever eens naar de douche wandelt)
    maar geloof me zelfs met al die dingen kun je een schattig poezekopje niet negeren en wil je ze meteen “aaitje poesje” noemen

  3. annemarie

    Kat? Boris? Popol? JeanMarie? Toet (van toetanchamon)? Zeus? Ik zou het niet weten…

  4. geesje

    Ga jij je eens even snel beter verdiepen in Cattery’s!! Je loopt hier gewoon even keihard werkenden mensen af te kraken, en dan nog iets 400-500euro is een heel normale prijs voor een raskat, enig idee wat alle testen kosten die bij de ouders gedaan worden om bv kattenaids uit te sluiten?

Reageer zelf

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>