Ik ben zes, ik heb nog maar net mijn voortanden ingewisseld voor een groot gapend gat ergens ter hoogte van mijn mond, en ik zit triest op een stoel. Naast mij ligt een zwart met paarse breitas van het illustere merk “Boys and Girls”(er bestonden ook mappen van, herinner ik mij, en kaftpapier). Rondom mij het getik van breinaalden. Tik-tik. Tik-tik.
Twee uur per week moest ik breien. Niemand wist precies waarom. Ik durf wedden dat het met hopeloos verouderde rollenpatronen te maken heeft die nog helemaal the next best thing waren in mijn kindertijd in het dorpje V., alwaar ik opgroeide. De jongens zaagden figuur, de meisjes deden iets aan de haard. En als de meisjes een steek lieten vallen sloegen de jongetjes met de figuurzaag op hun hoofd, waarna de jongetjes ‘haal mij liever een pint, vrouw’ richting de meisjes riepen. Volgens de eindtermen van eind 1986 dienden de meisjes daarna een pint te halen en slaafs aan het denkbeeldige avondeten te beginnen.
In elk geval: ik haatte breien. Dat kwam doordat ik het niet kon. Een vlindertje naaien in kruisjessteek wilde nog net lukken, en een babysokje haken ook(ik was nogal gespecialiseerd in het haken van sokjes voor baby’s met klompvoetjes. Ik wist toen al hoe belangrijke niche-markten zijn, namelijk). Maar breien, dat was mijn number one marteling. En het ergste was: het bleef niet bij die twee uur klassikaal breien per week. Het allerergste was dat je een soort breihuiswerk meekreeg in je breitasje. ‘Meiskens, breit mij tegen komende week 40 rijen rechts bij! Jongens, figuurzaagt gij mij een aap!’, ja hoor want zo klonk dat toen in die tijd.
Ik spande dus mijn breiwerk te erg op, dat was het hele probleem. Ik trok tijdens het breien zodanig hard aan mijn wol (ik meen van opgekropte breifrustratie) dat je een baby kon doodslaan met de roze sokjes die daar het resultaat van waren. En dus zat ik de avond voor mijn breideadline steevast keihard te huilen boven een keiharde reep wol waar ik al geen kanten nog mijn naald tussenkreeg. Ik huilde steeds harder en harder, tot mijn moeder mij kwam redden met moederlijke breibijstand. Vaak breide zijn zestig rijen in plaats van veertig. Mijn moeder is the beste. Zij was zo goed dat zij het jaar dat volgde op mijn jaar zes werd uitgenodigd door mijn lagere school om klassikale breibijstand te geven, wat zij dan ook deed. ‘Juffrouw brigitte’, noemden mijn klasgenootjes haar. Maar ik, ik mocht dus gewoon mama zeggen. Juffrouw mama brigitte.
Maar waar dit verhaal naartoe gaat. Sinds deze namiddag ben ik weer aan de breinaald. Helemaal los uit de pols heb ik al een vijftiende van een supercoole roze sjaal gebreeÎn. Een zachte losse sjaal, en geen keiharde zoals vroeger.
Ik denk dat breien iets is waarmee je best wacht tot je er helemaal klaar voor bent.
Je moet met alles wachten tot je er klaar voor bent, lilith. Of het nu je ontslag, je sollicitatie, je verhuis, je vriendje, je blog, je vakantie, …
Trouwens, als je zelf breit, heb je unieke haute-couture. En dan kan je zelf je hippe kleuren kiezen ;)
Ik ben benieuwd naar het resultaat. Keep us posted!
*Krijgt weeral visioen met babies en sokjes en kloppen*
:)
En nu hebt ge Youri weer ’n excuus gegeven om ‘Haal mij een pint, vrouw’ te roepen. En om met zijn figuurzaag op uw hoofd te kloppen, natuurlijk.
jammer genoeg wordt het nu weer warmer :)
Ben je lid van zo’n breiclub? Naar het schijnt wordt het dÈ rage van 2005!
Je wordt oud…
:p
Ik weet nog geeneens hoe ik een breiwerkje moet opzetten. Figuurzagen was altijd meer mijn ding. Toen al in het tweede leerjaar, nu nog.
Figuurzagen mijn kloten. Wij moesten ook breien. Van absolute humiliation gesproken, om nog maar te zwijgen wat voor schade het berokkent heeft aan mijn gevoel van mannelijkheid :-) .
Mijn moeder en mijn zus zitten trouwens ook in een brei-fase. Ik denk dat ze nu aan hun 3e of 4e trui zitten in een maand of 2 …
Je schrijft supervlot, leuk om te lezen. Deze
site gaat bij mijn favorieten.
Foxy x
As for the Giants, their own happiness was short-lived as they lost to – who else?
KUTHOEEEEEEEEEEEEEEEER