Youri en ik waren net druk bezig toen de bel rinkelde.
Ik zwaaide de deur open en stond oog in oog met wel twaalf jonge springers die me met een zwaar Limburgs accent uitlegden dat ze Fata Morgana aan het spelen waren en klusjes uitvoerden in ruil voor hapjes.
Hey, wij hadden klusjes, en heel veel hapjesoverschot, dus dat leek ons een fijne deal.
Even later vulde ons koertje zich met Limburgs gekakel van de bovenste plank, werd Youri aangesproken met “meneer” en werd ons barbecuestel schoongemaakt in ruil voor twee zakken chips en een pak tuc-koekjes voor op hun feestje vanavond. En het zouden geen Limburgers zijn mocht er niet eentje met het ijzersponsje in haar vinger hebben gesneden, waarna wij ons ontpopten tot ware verplegers en alles.
Na afloop sprak elk van de Kim Clijstersen dat we “ech heel fel bedang” waren.
En de barbecue, die is spotless ende clean.
Achteraf bekeken had ik er beter een paar aan de strijk gezet.
Kunnen ze ook lampjes ophangen? Want wij hebben nog wel ergens een zak pinda’s liggen.
gas…arbeiders bedoel je.
Da’s waar, van die strijk. Strijken, bleurgh, en zeker in dit weer.
Ik wil hen aanwerven als waaierwuiver.
Hela, is dat hier bijna gedaan met met DE Limburgers te lachen, jaø Barbecues laten afwassen, dat kunt ge, ja°
hoi ik haat dit we zoeken wat voor onze spreekbeurt over gastarbeiders kan iemand mij wat vertellen daarover? doei doei