Het komt dichterbij.
Het onderweg zijn, en proberen om zo weinig mogelijk mensen voor dood te irriteren met mijn semi-gespeelde “voor minder dan een eerste plaats gaan we niet hé hastn!”.
Toekomen en een goede plaats proberen te veroveren vanwaar we het bord en de diaprojector goed kunnen zien, desalniettemin zonder al te fanatiek over te komen.
Knikken en joviaal doen tegen de tegenspelers, maar ook weer niet te joviaal. Proberen om niemand de indruk te geven dat onze vriendschapsband zo sterk is dat ze tijdens cruciale momenten mogen afkijken.
Kwissen. Keihard. En al na drie minuten beseffen dat ik het misschien toch net iets te hard meen.
Zenuwachtig worden als de eerste scores op het bord verschijnen, en mezelf wel kunnen doodslaan omdat ik niet op de schrijver van James Bond kan komen.
Beseffen dat ik weer in die roes ben terechtgekomen waarin NIET WINNEN GEEN OPTIE IS.
Met mijn ogen rollen als blijkt dat de helft van de zaal niet weet dat Filip Meirhaeghe een mountainbiker is.
Mijn bloeddruk voelen omhoog gaan telkens de volgende ronde begint.
Ruzie maken met mijn teamleden omdat ik het juist antwoord had gezegd en ze het last minute nog veranderd hebben. Welke dingen zijn DAT NU?
Naar het toilet moeten maar niet willen, want deze ronde is gewoon veuls te cruciaal, mannen.
Zelfs bij winst maar naar huis gaan met een buitenthermometer en een fleecen dekentje van de Blokker.
Ik vind kwissen zo geweldig dat ik het dertig keer per jaar zou willen doen, maar elk jaar bedenk ik me tijdens de grote kazernequiz dat ik het toch maar beter bij eentje per jaar hou.
Ik gisteren ook!
Zelfde symptomen. Depressief omdat we maar de 8e plaats haalden, weliswaar in een nationale finale. Van Leuven tot Gent gesakkerd en geklaagd over gemiste kansen, stomme fouten en slordigheden. En gestoeft op ons eigen. (Dat we wisten welke Rus in ’86 drie keer scoorde tegen de Belgen! Man! Dat wij dat wìsten!)
Die schrijver is Ian Flemming, by the way.
@ De Baas: mijn ouders zaten vermoedelijk in dezelfde nationale finale, en zij waren “maar” 16 van de 59ste. Achtste is dus zeker niet slecht… :-)
Ik hou ook van quizzen! Maar alleen zijn er zo weinig quizzen in de buurt, van mijn niveau toch…
Ik quiz ook graag hoewel het weeral een tijdje geleden is, maar heb toch net iets minder dat ‘moeten winnen’syndroom. Meedoen is belangrijker dan… is het niet?
Nee, winnen.
De roes van de meet in zicht.
Het beter zijn dan al de rest.
Hoger springen dan Tia, snellere benen dan Kim, … waar doen zij het anders voor?
Tis Belanov. En schandalig dat ik dat weet, ik ben geboren in 82..
Lilith, succes. Ik presenteer er vnv eentje. Het zal zogezegd weer te moeilijk zijn…