Hoe ongelooflijk is het dat ik mijn blog zodanig heb verwaarloosd dat ik nog niets heb geschreven over mijn zotte garagist? Schaamtelijk. Pek ende veren. Maar kijk, ik maak alles goed.
De zotte garagist maakte ongeveer een jaar geleden zijn intrede in mijn dagelijks bestaan.
Alleen had ik dat toen nog niet door. Hij was er namelijk wel, maar ik zag hem niet. Ik ben er dan ook niet het soort vrouw naar om geweldig veel aandacht te besteden aan garagisten. Sorry, maar ik heb een diploma.
Elke morgen volg ik dezelfde weg tussen Berchem Station en Sanoma Magazines Belgium, aka mijn werk. En elke dag brengt die weg mij langs een garage. Het moet gezegd: niet de sjiekste garage van het land. Zelfs een beetje een scruffy garage, met hier en daar een kapotte ruit die maar niet gerepareerd raakt en altijd zevenendertig rondslingerende banden op het voetpad. Tssk. Zeg ik dan. Tsssk.
Op en rond de garage krioelt het altijd van de mansmensen die tegen auto’s staan te leunen, dingen staan op te krikken, ruzie maken in het Oostbloks en teken doen dat u mag binnenrijden zenne menier. Een groep mensen waar ik meestal weinig acht op sla omdat ik wanhopig probeer geen been te breken als ik me tussen de zevenendertig banden door naar mijn werk rep.
En toch ineens. Ineens werkte één bepaalde garagist zich toch wel in mijn spotlight.
Het begon met een vriendelijk knikje bij het langswandelen. Na een paar dagen werd het al een “GOEIEMORGEND, DEZE MORGEND!”. Dan een goeiemorgend met een Pim Fortuyngroet erbij. De garagist was duidelijk at my service. En toen moest het nog beginnen.
Tegenwoordig vraag ik mij elke ochtend en avond af waaraan ik me kan verwachten. Want hij is zot, die garagist. Op vrijdag zingt hij me al van ver toe met zelfuitgevonden liedjes over vrijdagen. Op andere dagen vraagt hij voor heel de straat of ik “weer veel ga waarke, vandoag?” Deze namiddag nam ik een trein vroeger dan anders, en tot mijn verbazing zag ik hem niet meteen. Tot hij vanachter een hoekje van de garage vandaan kwam gesprongen, vinger op zijn polshorloge: “jamorjamor, ties nog gin vaaf uren hé”. Priceless.
U zou denken dat ik geweldige replieken heb, maar ik geraak nooit verder dan wat idioot gegiechel tegenover de zotte garagist. En ik denk dat het hem opwindt. Het moet toch iets zijn.
ikke heb ook nen diplom. Garage.Moar ikke zen toch te min precies.
:D @ jamorjamor
Ai Lilith,
ik lees al heel lang met heel veel plezier je blog. Maar nu staat er iets in dat me wel raar deed kijken… “Ik heb wel een diploma”
Garagisten hebben ook een diploma, weliswaar niet altijd van hoger onderwijs of universitair niveau. Ze kennen hun job en wij ook. Maar als wij panne hebben met onze auto staan we daar met ons diploma van hoger onderwijs en kunnen we niets aan onze auto doen en zij wel. Vaak moeten ze het zelfs niet gezien hebben en ze weten wat er aan is.
Wellicht heb je het zo niet bedoeld in je blog, maar het komt wel zo een beetje over. Dat ze de vrijdag rare manieren hebben daar kan ik van meespreken met een garagist in huis… Maar onderschat hun werk niet!
Groetjes en nog een prettig weekend!
En is ’t een lekkere brokke of een lelijk gedrocht?
Ik vind, soorten moeten bij soorten blijven. Blanken bij blanken, en gediplomeerden bij gediplomeerden.
Ik vind dat maar normaal.
je hebt dan misschien “dit jaar godsgruwelijk weinig je blogpen ter hand genomen”, het was het wachten waard. je succes bij jongens die op eddy murphy lijken en zotte garagisten leiden tot pareltjes als deze!
Annelies, ik ken mijn zus een beetje en weet dat ze helemaal niet neerkijkt op garagisten, of ongediplomeerden, of wie dan ook.
Een beetje sarcasme of overdrijving is het zout op de patatten van een grappige tekst, en één ding dat je niet mag doen bij Lilith is haar altijd serieus nemen, dat zou je na al die tijd toch al mogen weten :)
Kenny, ik weet het dat ik het met een korrel zout moest nemen… Het was van mijn kant ook echt niet grof bedoeld hoor!
Sorry als het zo overkwam!
Zalig geschreven, echt waar!