Ach jongens, hoe gaat dat? Ik had dinsdag al op een redelijk vroeg uur een ongelooflijk koddige Flo op de gevoelige plaat weten vast te leggen en dacht, lichtjes overmoedig: wat als ik nog eens een plogje maak? Weten jullie nog, plogjes? Photologjes, met heel de dag door foto’s? Ik heb ze al heel lang niet meer gedaan, ik weet dat josie er nog soms een doet, en tot mijn enorme verbazing is Luna nog altijd bezig. Onwaarschijnlijk! Maar goed, ik zag dat dus nog zitten, dinsdag om iets na zeven, toen Flo belachelijk koddig naar mij zwaaide in de muts die ik ergens uit een doos wist op te diepen en “Daaaaaa!” zei. Toen had ik nog geen idee dat de komende dagen hier weer zo’n zottekot zouden worden dat ik pas vandaag, vrijdag, de tijd zou vinden om mijn al weer gedateerde plog online te zetten.
Youri brengt Flo elke dag naar de crèche, ik breng Dexter naar school.
Dexter was dinsdagochtend evenwel nog heel erg moe, wist hij te zeggen. Ik heb hem gelukkig nog in de badkamer gekregen. Met het nodige duw- en trekwerk. Kindjes die heel moe zijn geven namelijk niet altijd even goed mee.
Hier sta ik in de badkamer te wachten tot hij zichzelf heeft aangekleed. Zichzelf aankledende kindjes zijn geweldig gemakkelijk, maar ge moet wel wat geduld hebben.
Daarna begon het al mis te lopen. Ik vergat een foto te nemen van de autorit. Ook van het afzetten aan school. Het thuis nog snel een kop koffie drinken. Ik dacht maar weer aan mijn plog toen ik al onderweg was naar het station. Te voet, want ik wist dat ik deze week ten vroegste vandaag tijd zou vinden om nog eens te gaan lopen en ik zit veel te veel stil. Plus ook: kijk wat voor schone cadeautjes ge krijgt van moeder natuur als ge eens te voet naar het station gaat!
Ge krijgt zelfs een trip down memory lane, in de vorm van een passage langs het eerste appartement dat Youri en ik deelden. Waar medebewoners in de herfst van hun leven onze vuilnisbakken verstopten en het laatste segment van hun leven vulden met nadenken over hoe ze ons nog meer konden terroriseren. Een beetje zoals Hotel Römantiek, maar dan met erg akelige, gefrustreerde deelnemers die nooit van hun leven een lief zouden vinden. Quoth the raven, nevermore.
Ik had allemaal plannen om te werken op de trein, tot ik bij het opstappen een gezicht zag dat ik al veel te veel jaren niet meer had gezien. Theun maat, een van de drie mannen die toen nog jongens waren waarmee ik ooit een huis heb gedeeld in het exotische Ledeberg. De zaligheid van iemand uit je verleden tegenkomen en alle vormen van sociaal ongemak kunnen overslaan om al na drie minuten weer bijna van je treinstoel te rollen van het lachen. Echt, sommige vriendschappen die je al lang niet meer zo zou durven noemen omdat er zoveel ongebruikte jaren tussenzitten, ze voelen zo snel weer als warme dekens die nog altijd perfect rond je passen. Om maar te zeggen: ik heb niks van werk verzet en het was een heerlijke treinreis.
De reden van mijn trip was dat ik een date had met twee van de drie dames achter de fijne boekenblog This is how we read. Het verhaal is een beetje gek. Blogboek 1 betekende voor hen het zetje om met hun blog te beginnen, ik vond hun blog zo leuk dat ik hen interviewde voor Blogboek 2, en zij interviewden mij nu voor een stuk over dat vernieuwde Blogboek, dat eind maart in de winkel ligt.
Dat hebben we gevierd met een zeer fijn en inspirerend etentje in The Duke of Antwerp. Praten over bloggen, ik doe dat zelden of nooit in mijn dagelijks leven maar vind het meestal wel zeer fijn.
Op de terugweg zag ik op Facebook dat de Dexmeister in de bib zat voor de Jeugdboekenweek. Ik begin een lichtrode draad te ontwaren doorheen dit plogje. (het is trouwens dat pixelkindje met zijn blauwomrande muts tegen de muur)
Daarna heb ik geen beelden van ik die me super heb gehaast om Dexter toch maar niet als laatste uit de avondopvang op te pikken. Ook niet van ik die verwachtte dat hij als een zielig hoopje eenzaamheid op me zou zitten wachten, en ook niet van mijn verbaasde blik toen hij op een bankje zat te gieren van het lachen tussen een hoop andere kinders en mij zelfs bijna niet zag staan.
Ondertussen kwam Youri ook thuis met Flo die een gigantische buil op haar hoofd had na een valpartij in de crèche en er daardoor minder voor openstond om met mij te duckfacen. Jammer.
Ze kon wel nog lachen, hoor.
Zelfs een klein beetje stappen. Dat loopwagentje komt wel een keer terug, i. Trouwens. Wij hebben geen plannen meer voor nog kinders.
Ik hoop dat jullie een goede week hebben gehad. De zon schijnt, ik ben net gaan lopen en omdat het stiekem Cherokee Friday is ga ik niet onder stoelen of banken steken dat ik moest denken aan een rijmelarijtje dat de afgelopen week op mijn pad kwam.
Geluk
Geluk is geen kathedraal,
misschien een klein kapelletje.
Geen kermis luid en kolossaal,
misschien een carrouselletje.
Geluk is geen zomer van smetteloos blauw,
maar nu en dan een zonnetje.
Geluk dat is geen zeppelin,
’t is hooguit ’n ballonnetje.
–Toon Hermans
Een rijmelarijtje, maar wel een schoon.
Op Cherokee Friday moet dat eigenlijk niet meer zijn.