Monthly Archives: december 2004

De clandestiene kat

‘Voer jij maar het woord’ zei ik. Ik vraag niet veel aan iemand anders om woorden te voeren, maar nu moest het maar even, want ik was zenuwachtig. Als ik het woord zou moeten voeren zou ik het verklappen, zoals de laatste keer. Wij leven namelijk al een paar maanden met een groot ende stiekem geheim in de crib: een steeds groter wordend en harig geheim, genaamd Bill.

Hoe gemeend knikten wij toen de huisbaas ‘Geen huisdieren op het appartement’ zei? Heel gemeend, dat kan ik vertellen. Maar het vlees is zwak en een contractbreuk gauw gepleegd, en dus besloten wij om op uitermate illegale wijze onderdak te bieden aan een hoopje pluis.
Wij vergaten daarbij na te denken over het feit dat sommige hoopjes pluis ’s morgens heel luidruchtig uit de hoek kunnen komen, en tijdens de dag heel parmantig voor het raam durven plaatsnemen, alwaar iedereen ze kan zien. ‘Bill’ sprak ik dan ‘het is niet de bedoeling dat je hier eigenlijk bent, gedraag je daar dan ook naar, wil je!’ maar Bill, die is daar allemaal redelijk gerust in. Ook daar hadden we tijdens het beslissen over wel kat of niet kat niet echt heel goed bij stilgestaan, maar je moet het leven nemen zoals het komt.

‘DING DONG’ ging de bel. ‘Jaja, ik voer het woord’ ging Youri. ‘Okeej, dan doe ik alsof ik de krant lees!’ Zenuwachtig deed ik alsof ik de krant las. Wat moest gebeuren gebeurde: onze huisbazen betraden de crib, die voor de gelegenheid ontdaan was van alles dat naar Bill kon verwijzen. Onze huisbazen kwamen langs onder het voorwendsel ‘ramen meten om jaloezieÎn te laten maken’ maar ik wist wel beter. Ze kwamen controleren of we een kat hadden of niet, en of we hun appartement niet omver aan het wonen waren, dat kwamen ze doen!

‘Hallo!’ zei ik vrolijk, zoals je dat zou doen als je geen kat hebt. (Gelukkig zijn er momenten in mijn leven geweest dat ik geen kat had, en dus wist ik hoe dat klonk.) ‘Hallo, alles goed?’ zei huisbaas 1. ‘Uhuhuh!’ deed ik overenthousiast. Ik wierp Youri een blik toe van ‘woordvoeren, nu!’ en ik begon opnieuw met het imiteren van iemand die een krant las. ‘We komen de ramen meten’ zei huisbaas 2. ‘Jaja’ mompelde ik van achter mijn krant. Niets aan mij gaf aan dat ik zat na te denken over een clandestiene kat. Niets!

Daarna gingen we keuvelen. Over de kerstboom en het plafond, en over de oven die dringend moet hersteld. Ik toonde de oven. En daarna de badkamer. En de slaapkamer. Ik gloeide van trots: nergens een kat. De huisbazen werden misleid, in hun eigen crib, moeha! Niks in de huisbazen wees erop dat ze op de hoogte waren van een kat, en dat was een uitermate goed begin van een zondagmorgen in december, vond ik.

‘Jullie moeten nog niet bang zijn dat wij hier snel willen intrekken’ sprak huisbaas 1. ‘Binnen een jaar of vier, ten vroegste’ glimlachte hij met zijn ene oog op mij en het andere op de kerstboom (huisbaas 1 kijkt altijd alle windrichtingen uit, ik verdenk hem ervan ooit gestampt te zijn door een paard ofzo). ‘Oke, dan zien we wel weer’ lachtte ik gemaakt terug, waarna de huisbazen het pand verlieten. Mijn maag kromp samen bij de gedachte aan de proporties die Bill zich binnen vier jaar zal hebben eigengemaakt. Desnoods vermommen we hem dan in een driezit, ofzo. Weetikveel.

Lilith haat de aldi

Ik wilde hier heel graag een mooie link plaatsen naar het blije stukje dat Youri ooit schreef over de nieuwe aldi-kassa’s. Dat zou leuk zijn geweest. Een beetje nostalgie enzo. Het probleem is dat ik er gewoon te f*cking opgefokt voor ben. Want sinds ze bij de aldi die nieuwe kassa’s hebben geÔnstalleerd haat ik de aldi. Voor altijd.

Toen ze die nieuwe kassa’s hadden geÔnstalleerd dacht ik, in al mijn naÔeve naÔeve consumentendomheid, dat het om een all new and improved dienstverlening ging. Ik dacht zelfs dat het leuker winkelen zou worden: nieuwe, frisruikende kassa’s waarvan de rolbanden niet enkel langer maar ook breder waren. ZeeÎn van plaats en ruimte waren het. In de aldi! Ik had nooit echt stilgestaan bij de vorige rolbanden van de aldi, maar dat deze gewoon beter waren, dat zag je al van aan het fruit. Alsof het nog niet leuk genoeg was, was iemand van het bestuur van de aldi op het fantastische idee gekomen om een grijze tekening van een winkelkarretje op de vloer naast de kassa te zetten, zodat elke aldishopper gewoon wist waar het karretje moest. Een beetje zoals waar het kruisje staat op een theaterpodium. Simpel, yet geniaal!

DACHT IK! Want er zat natuurlijk weer een addertje onder het gras. Altijd altijd weer addertjes, en ik zie ze nooit komen in al mijn goedgelovigheid. Want net toen ik een ‘heeeey aldi!’-chear wilde inzetten omwille van de superkassa’s zag ik het. Samen met de oude kassa’s en de opgebruikte rolbanden had aldi gewoon het gezellig winkelen buitengekegeld. Het is zodanig erg geworden dat ik bijna mijn boodschappen niet meer op de band durf leggen in de aldi. Want sinds de nieuwe kassa’s is al het aldi-personeel knettergek geworden. Ik zweer het je.

Je legt je aldi-boodschappen rustig op de band. In dezelfde halve seconde grijpt zo’n geschifte aldi-kassier je boodschappen vast, om ze in het karretje te gooien dat je er nog niet hebt kunnen zetten, omdat je nu eenmaal geen wereldrecordhouder op de honderd meter sprint bent. Terwijl je zo snel mogelijk met je karretje aan het einde van de kassa probeert te geraken blijft de aldimedewerker (die duidelijk helemaal aan de pillen zit) al je producten vliegensvlug opstapelen op het einde van de band. Net als ze er bijna vanaf kletsen bereik je hijgend het einde van de kassa. Je grijpt met al je overblijvende krachten naar een pak tomaten, waarop de aldimedewerker met een blik van ‘Gaat dat ier nog vooruitgaan?’ 27 euro zegt. Als je niet in drie seconden al je boodschappen in je kar hebt geladen, je portefeuille hebt bovengehaald en je bancontactkaart in de terminal hebt gestoken kijkt de manische aldi-kassier je aan alsof je een nekschot verdient. Maar dan heel snel, want er staat nog volk te wachten.

De rijen in mijn buurt-aldi zijn nimmer zo lang geweest als sinds de invoering van de kassa’s from hell. En daarom komt die link naar dat opgewekte stukje er dus niet. En ook omdat ik gewoon te opgefokt ben om ernaar te zoeken. Ware het niet van hun delicieuze American Chocolate Chip Cookies, ik ging godverdorie naar de Lidl!

Lilith luistervinkt

‘Ga maar even zitten hoor!’ riep het meisje over het bureau heen. ‘Ik moet nog even iemand bellen, en dan kom ik direct bij jou. Kun je je sim-kaart en je paspoort klaarleggen?’

Ik ging zitten op de stoel, die duidelijk op hipheid uitgekozen was, en niet op gemak. Ik hoorde hoe het meisje begon te bellen. Aan de andere kant van het kantoor begon een ander meisje ook te bellen. Ik switchte van het ene interimbureau-telefoontje naar het andere, terwijl ik mijn sim-kaart maar niet kon vinden. ‘Hoofdhostessen verdienen 13 euro per uur’ zei het blonde meisje aan de ene kant. ‘Jaja, het is echt een heel leuke job, met leuke collega’s en een fantastische bedrijfssfeer’ hoorde ik het meisje vertellen waarmee ik een afspraak had. ‘Je moet een wit bloesje aan, en een zwart rokje, liefst niet te lang, net zoals de andere hostessen.’
‘Je verleent technische assistentie aan mensen die een probleem hebben met hun betaalterminal enzo. Het is echt een heel leuke, interessante job tussen een hoop jonge collega’s’.

Ik spitste mijn oren. Zei ze het echt? Betaalterminals? ‘ Iedereen gaat er heel ongedwongen met elkaar om, ow ja, en je moet ook in het weekend werken, maar dat valt allemaal wel mee’. Ik hoorde hoe er een afspraak werd gemaakt voor morgenochtend. Het meisje haakte in. Ik keek haar grijnzend aan. Ze keek een beetje dwaas terug.

‘Ik ben lilith. Ik heb net mijn job opgegeven in het meest fantastische bedrijf ooit, met de tofste sfeer en de leukste collega’s. Het was er super. Iets met betaalterminals enzo’ zei ik zo droog als ik kon. Ze keek me nog dwazer aan, terwijl haar frank begon te vallen. ‘Waarom ben je dan weggegaan?’ vroeg het meisje. ‘Omdat de sfeer ongelooflijk suckte’. Ik keek haar beschuldigend aan.

‘Ow…’ zei het meisje, terwijl ze blozend mijn rijksregisternummer begon over te tikken en ik haar zo argwanend mogelijk bleef aankijken. Ik vertrouwde het meisje voor geen haar, en dat mocht het meisje gerust weten. Dit meisje en ik, het zou nooit meer wat worden. Gegeneerd schoof ze de vacature zo ver mogelijk van zich weg, wanhopig zoekend naar een manier om het gesprek weer interimbureau-vrolijk te krijgen.