Category Archives: Shopaholic

Afscheid

gshock.jpg

Ik zit een beetje in een afscheidsfase. Mijn roze baby-G en ik, wij gaan namelijk binnenkort uit elkaar. No hard feelings, dat zeker niet, maar gewoon een beetje op elkaar uitgekeken. Het komt voor in de beste relaties, naar men zegt.

Mijn roze baby-G en ik, wij hadden nochtans een goede, pure relatie. Dat kwam door kleine simpele dingetjes: toen ik hem jaren geleden kreeg van mijn moeder voor mijn verjaardag stelden we voor de grap het alarm in. Op zeventien uur vier. Jaja, mijn moeder en ik, wij grappen wat af op mijn verjaardag. Sinds die dag heeft hij zeventien uur vier nog nooit overgeslagen: biebiep biebiep biebiep. Daar moeten mijn roze baby-G en ik dan stilletjes om lachen. ‘Aha ja, het is zeventien uur vier’ giechel ik dan, duim omhoog richting roze baby-G. Dan discussiÎren we nog even dollend over het feit dat het volgens hem 5:04 is, zonder zeventien. Om hem te straffen duw ik het alarmpje dan af, want ik heb altijd gelijk. Mens versus baby-G: 1-0.

Maar deze week waren de kwinkslagen ver te zoeken: het roze lichtje waar hij altijd zo trots op was is heel licht roze geworden, in plaats van dynamisch fluo. Het dansende mannetje op zijn scherm danst uit het ritme. Hij biept met minder overtuiging om zeventien uur vier, en als ik mijn duim in de lucht steek om hem op te beuren heft hij zijn horlogeschoudertjes zwakjes op. En toen ik hem daarnet aan een nadere inspectie onderwierp ontdekte ik dat hij zijn schermpje niet meer onderhoudt: het is vies en zit vol krasjes. Dan weet je genoeg.

Ik ben dus op zoek naar een hip, gemotiveerd horloge met een alarmpje, voor zeventien uur vier. Want op dat moment herinner ik me hem het liefst. Biepend en grollend.

Versleten

diesel.jpg

De nieuwe schoenentrend is gewoon perfect afgestemd op schoenverslaafden: ze zien er nieuw al zo versleten uit dat je gewoon op elk moment een excuus hebt om nog eens nieuwe schoenen te kopen. Dat heb je weer goed gezien, lilith!

Cadeautjes

Hoe graag ik ook dingen koop voor mezelf (die broek! dat t-shirtje! die jip en janneke-stempels!), ik koop nog veel liever dingen voor iemand anders. Als ik in een winkel sta en plots bij een voorwerp glimlachend aan iemand moet denken, dan neem ik het gewoon mee. Vervuld van ‘wat zullen ze dit leuk vinden!’

Het wat-zullen-ze-dit-leuk-vinden gevoel vind ik veel leuker dan het heb-ik-dit-echt-wel-nodig gevoel, en youri weet perfect waarover ik het heb. Zo kwam het dat we vorig jaar uit Londen terugkeerden met zakken vol cadeautjes. Een gigantische knuffelzachte Winnie De Pooh met kerstmuts waarmee ik een half uur had staan draaien in de Disney Store en uiteindelijk niet KON laten liggen. Twee t-shirts voor mijn broer die niet eens t-shirts nodig had, maar die vast heel hard zou grijnzen om zijn ‘Fonzie van Happy Days’-shirt, en heel stoer zou staan met zijn knaloranje ‘A Clockwork Orange’-omhulsel. En dat deed hij, met glans. Samen met nog tientallen andere zakken vol hebbedingetjes staken we het kanaal over.

Het uitdelen van de cadeautjes was zelfs nog leuker dan het kopen. Telkens als het leek dat iedereen nu echt wel alles had gekregen werd er nog een zakje bovengehaald, en nog eentje. Ja, we hadden overdreven, maar wat een lol hadden we beleefd aan het uitkiezen, het vergelijken en het giechelen in ons vuistje, omdat we wisten dat de krijgers het leuk zouden vinden. En wat een lol hadden we bij het zien van alle verbaasde/ontroerde/grijnzende blikken van de cadeau-ontvangers. En het was nog niet eens kerst. Het was allemaal zo leuk geweest dat we vergeten waren om iets voor onszelf te kopen.

Vorige week kreeg ik weer hetzelfde gevoel. Ik zag iets dat leuk zou zijn voor mezelf, maar eigenlijk nog veel leuker voor iemand anders. Het ligt al een paar dagen klaar om te geven, en dit weekend maak ik er werk van om het cadeautje ter plekke te krijgen. Ik ben nog niet eens halverwege het proces, en ik vind het nu al weer fantastisch.

Powerplate-wiskunde

Met mijn ‘die moet ik gewoon hebben!’-trui stapte ik naar de kassa. Nu is moeten misschien een groot woord, want ik had deze week al een trui gekocht, maar het zou gewoon aangenaam zijn om deze winter mijn kast open te trekken en die trui te zien liggen, en dat was een heel goede reden om hem gewoon mee te nemen.

Op twee meter van de plaats waar ik stond aan te schuiven stond een koppel te babbelen met een soort fitness-instructeurachtig type. Ze stonden bij een powerplate, en uit het hyper gekwebbel van de vrouwelijke helft van de twee kon ik opmaken dat ze serieus aan het overwegen waren om het ding mee naar huis te nemen. Vooral zij overwoog het serieus, want in haar Passage fitnesscentrum had haar instructeur het er al vaak over gehad.

Ik zag haar man twijfelen en af en toe slikkend naar het gele bord met de prijs van de powerplate kijken. ‘Normaal betaalt u 3450 euro’ wees het fitness-instructeurachtig type, ‘maar als u hem nu koopt krijgt u hem voor 3250 euro’. ‘Fantastisch!’ zag ik de vrouw denken. De meneer wist het niet zo goed, maar hij mocht eens op het toestel plaatsnemen om te voelen waarom de powerplate zijn 3250 euro dubbel en dik waard was. Terwijl de man zich in een rare houding liet bijtrillen rekende ik uit dat mijn trui maar een honderdste koste van wat deze mensen zich hoogstwaarschijnlijk zouden laten aansmeren. ‘Wat een koopje eigenlijk!’ hoorde ik mezelf denken, terwijl ik even de nieuwigheid van de trui in me opnam.

Ondertussen was de klant voor mij aan de beurt. Ze had turnpantoffeltjes gekocht, van die witte die we vroeger in het lager moesten dragen. Er stond geen prijs op. ‘Hoeveel kosten deze pantoffeltjes?’ riep het kassameisje . Het fitness-instructeurachtig type antwoordde dat ze tien euro kostten. ‘Moeha, echte fitnessinstructeurs kennen de prijs van een paar turnpantoffels in Molecule niet, faker!’ gniffelde ik in mezelf. Het powerplate -koppel liet zich gewoon in de zak zetten door iemand die normaal de turnpantoffeltjes moest klasseren in het magazijn!

Met een glimlach op mijn gezicht legde ik mijn nieuwe trui op de kassa, samen met onze klantenkaart. Die was vol, dus kregen we tien procent korting. En niet op het bedrag van de trui ( ÈÈn honderdste van de prijs van een powerplate, nvdr.), maar op het totale gespendeerde bedrag ooit. ‘Dat is dan 2,67 euro’ zei het kassameisje. Ik betaalde het meisje nog geen duizendste van de prijs van een powerplate en keek nog eens achterom naar het koppel. ‘Je voelt echt dat het werkt’ hoorde ik de man nog net zeggen.

Youti gaat winkelen, part 37

Donderdag, spaghettidag. Niet dat we een vaste dag hebben waarop we spaghetti eten. Misschien eten we volgende week wel spaghetti op dinsdag. Of helemaal niet. Vandaag had lilith zin in spaghetti, en ik ook wel. Spaghettidag dus.

Als er in the crib spaghetti gegeten wordt dan ben ik daar meestal verantwoordelijk voor. En niet zonder reden. Mijn spaghettisaus rockt namelijk. Nergens vind je betere. Tenzij bij lilith’s mama, van wie ik het geheime basisrecept heb. Dankuwel daarvoor, trouwens.
Ik keek in de berging en zag dat enkele nodige ingrediÎnten (nee, ik ga ze niet verklappen) niet te vinden waren. Groot jolijt, ik mocht weer gaan winkelen!

Een groot kwartier later stond ik met een vol mandje aan de kassa van Delhaize. En weer kon ik het niet laten om te kijken. Naar de kassamevrouw. Naar de mensen voor en achter mij. Naar de dingen die ze kochten. Het intrigeert me. Zo had de mevrouw voor me wel een vreemde reeks op de band staan.
Een overzicht:
– 4 dozen kleenex
– 8 pakken bladerdeeg (opgerold)
– 4 doosjes Boursin
– 6 pakken peperkoek
– 8 flessen V8 groentesap
– 8 conserven met peren
– 6 flessen chocolademelk
– 3 potjes serderijzout
en dan nog een drietal afzonderlijke dingen.

Misschien krijg je de vierde doos kleenex wel gratis?” dacht ik. Of zou je korting krijgen als je ineens zes pakken peperkoek koopt? Want ze waren niet samen verpakt. Nee hoor. Mijn conclusie was dat de mevrouw gewoon zeer graag peren eet, en er altijd moet van huilen. Kan gebeuren.

Achter mij stond ook een mevrouw. Ze was zeker dubbel zo oud, en dubbel zo breed. Ze was samen met een vriendin die al even oud leek. Veertig jaar meer winkelervaring dan ik. En toch kunnen ze het niet. Kassa-efficiÎntie. Ik leg, vriendelijk als ik ben, het balkje achter mijn laatste product. De band schuift, en er komt een opening van 20 cm. Alsof hun leven ervan afhangt beginnen de twee dames de inhoud van hun karretje te verplaatsen naar het stukje vrijgekomen band. Dat het stukje al snel vol ligt maakt hun niks uit. Dan maar stapelen. Alles op alles. Als de toren van yoghurtjes, boterkoeken en radijzen dreigt om te vallen besluiten ze om zoveel mogelijk in hun handen te houden. Ongeduldig kijken ze naar de handen van de kassamevrouw. Ze weten wel dat de band zal schuiven als ze er iets van wegneemt. “Gaat de kalle vooraan nog lang treuzelen,” zie ik ze denken. Ja nu! De band schuift! Een microseconde later ligt de band alweer vol, en staan ze al met nieuwe dingen in hun handen. Weer kijken ze richting kassamevrouw. Ja! Hij schuift nog! En veel deze keer!

Ik betaal en ga naar buiten. Helemaal verward. As usual.