Category Archives: Shopaholic

lilith wil een kruidenrekje

Youri en ik, wij zijn nogal bezeten van kruiden. Nu is bezeten een groot woord, natuurlijk, maar kruiden, daar hebben we het dus wel voor. En dus dacht ik: zou het niet leuk zijn om onze kruidenverzameling uit te stallen in een kek kruidenrekje?

Maahaar, in de GIFi hadden ze dus gewoon geen enkel kruidenrekje in voorraad. In de Blokker trouwens ook niet. Je zou bijna denken dat het een beetje een tegenvallende namiddag geworden is. Maar neen hoor, toen vonden we plots een doek aan de helft van de prijs. Een doek! En toen, toen heeft Youri het aan de muur in de gang gehangen. Het werd al bij al een leuke namiddag.

EINDE

Must

muts.jpg

EÈn jaar, negen maanden en twintig dagen heeft hij erover moeten doen om me ervan te overtuigen: een muts is niet nutteloos, een muts is niet per definitie belachelijk en als het koud is is je muts je beste vriend.

Om hem een plezier te doen droeg ik vandaag voor het eerst in zeker vijftien jaar een muts. Het was even gigantisch wennen, maar mijn oren, die hadden een reuzenlol. Net als ik, toen ik bij thuiskomst in de spiegel keek en even in de waan was dat ik mijn rood haar terughad.

Ici Paris XL

‘We moeten nog naar Ici Paris XL’ zei ik, mezelf en Youri een weg sleurend door een stroom vrijdagnamiddagshoppers. Voor ons wandelde een gigantische neger die gekleed was volgens de Von Bikkembergscurve. ***Trui: Von Dutch. Heuptas: Bikkembergs. Broek: Von Dutch. Schoenen: Bikkembergs.*** En hij wandelde niet eens, hij cruisde.

‘Vraag jij je dan ook altijd af welke onderbroek hij draagt?’ wees ik. Neen, dat deed Youri per definitie niet, wat ik kon opmaken uit zijn verbaasde hoofdschudding. Zijn goed recht, hoor. Van mij moet hij niet nadenken over negers en hun ondergoed, integendeel, en even was ik zelfs trots dat hij zo eigenzinnig niet nadacht over negerondergoed. Ik zie Youri graag zoals hij is, en ik heb hem niet gekozen om hem te veranderen. Maar toch.. We zouden zoveel inside fun kunnen beleven als hij eens in de zoveel tijd met een kwinkslag naar een negerkont zou wijzen. En het hoeft niet eens een neger te zijn (ik ben daar gelukkig heel los in) , een notaris of een dakwerker kan ook interessant zijn, mits de juiste context. (kontekst, mahaa!)
Oh, those mental views!

Met het beeld van een negerachterwerk in OF een Von Dutch-boxer, OF een retro Bikkembergs spanÈe onderbroek op mijn netvlies geprojecteerd en met een vage glimlach op mijn lippen stapte ik verward maar tevreden de Ici Paris XL in. We leven per slot van rekening ook maar ÈÈn keer, niewaar?

Aan de kassa stond een rijtje vrouwen aan te schuiven. Ze zagen er stuk voor stuk uit alsof ze zelf een boetiekje hadden en in het dagelijks leven om de tien minuten ‘Kaaaan ik u helpen, ostjeblief?’ naar een opschrikkende klant riepen. Er ging een rilling langs mijn rug. Ik haat mensen die mij in een winkel willen helpen. Ik mag dan wel geen universitair zijn, maar de nobele kunst van het winkelen heb ik al jaren onder de knie, en als ik ooit hulp zou nodig hebben dan enkel in de Gamma of de Brico, noteer het alvast.

Als opgejaagde konijntjes liepen Youri en ik snel door naar achteren, weg van helpende handen, naar een koopjestafel zo far far away als enigzins mogelijk was. Aan desbetreffende koopjestafel begon ik als een gek merken, prijzen en kortingen voor me uit te roepen. EstÈe Lauder, min veertig %, 17,25 euro! Gucci Rush, min 35 %, maar 24,25 euro! Ik graaide een paar dozen samen en wilde net gaan zuchten dat ik niet zou kunnen kiezen op deze manier, te gek allemaal zeg, al die doosjes!

Doosjes dus. Gesloten doosjes, en een blaadje waarop stond dat openen gelijk was aan kopen. ‘Vraag hulp aan een verkoopster’ riep ik panikerend naar Youri. Ik las het af van een A4-tje dat op de koopjestafel lag. In tegenstelling tot wat velen denken ben ik geen tiran in onze relatie ofzo. De verkoopsters stonden met zijn allen far far away af te rekenen met de vrouwen die op verkoopsters leken, en ik wilde gewoon ruiken aan EstÈe Lauder zonder dat iemand mij uitlegde welke ingrediÎnten erin zaten. (‘Ruik die zeste van citroen! Het is… verfrissend! En jong ook.’) Een blik op de rest van de winkel bevestigde mijn vermoeden dat deze Ici Paris XL gewoon suckte: je kon aan geen enkel flesje ruiken zonder de confrontatie met een verkoopster aan te gaan, gewoon!

Een beetje verslagen trok ik een doosje Gucci Rush naar me toe en rook aan de verpakking. ‘Mmmmmm!’ zei ik, want ik rook dus echt iets, waarvan ik oprecht hoopte dat het Gucci was en geen uitgelopen parfum uit een ander flesje. Ik duwde het doosje onder de neus van Youri, die verveeld naar de andere doosjes stond te kijken, en na drie seconden antwoordde dat Gucci Rush naar plastiek rook. Alsof ik het nog niet lastig genoeg had, ja. Met rollende ogen en grote, dramatische passen beende ik de kut-Ici Paris XL uit zonder parfum, wanhopig proberend om het beeld van de negeronderbroek terug op te roepen. De humor bleek er nog eens volledig van af ook, ineens.

Lilith haat de aldi

Ik wilde hier heel graag een mooie link plaatsen naar het blije stukje dat Youri ooit schreef over de nieuwe aldi-kassa’s. Dat zou leuk zijn geweest. Een beetje nostalgie enzo. Het probleem is dat ik er gewoon te f*cking opgefokt voor ben. Want sinds ze bij de aldi die nieuwe kassa’s hebben geÔnstalleerd haat ik de aldi. Voor altijd.

Toen ze die nieuwe kassa’s hadden geÔnstalleerd dacht ik, in al mijn naÔeve naÔeve consumentendomheid, dat het om een all new and improved dienstverlening ging. Ik dacht zelfs dat het leuker winkelen zou worden: nieuwe, frisruikende kassa’s waarvan de rolbanden niet enkel langer maar ook breder waren. ZeeÎn van plaats en ruimte waren het. In de aldi! Ik had nooit echt stilgestaan bij de vorige rolbanden van de aldi, maar dat deze gewoon beter waren, dat zag je al van aan het fruit. Alsof het nog niet leuk genoeg was, was iemand van het bestuur van de aldi op het fantastische idee gekomen om een grijze tekening van een winkelkarretje op de vloer naast de kassa te zetten, zodat elke aldishopper gewoon wist waar het karretje moest. Een beetje zoals waar het kruisje staat op een theaterpodium. Simpel, yet geniaal!

DACHT IK! Want er zat natuurlijk weer een addertje onder het gras. Altijd altijd weer addertjes, en ik zie ze nooit komen in al mijn goedgelovigheid. Want net toen ik een ‘heeeey aldi!’-chear wilde inzetten omwille van de superkassa’s zag ik het. Samen met de oude kassa’s en de opgebruikte rolbanden had aldi gewoon het gezellig winkelen buitengekegeld. Het is zodanig erg geworden dat ik bijna mijn boodschappen niet meer op de band durf leggen in de aldi. Want sinds de nieuwe kassa’s is al het aldi-personeel knettergek geworden. Ik zweer het je.

Je legt je aldi-boodschappen rustig op de band. In dezelfde halve seconde grijpt zo’n geschifte aldi-kassier je boodschappen vast, om ze in het karretje te gooien dat je er nog niet hebt kunnen zetten, omdat je nu eenmaal geen wereldrecordhouder op de honderd meter sprint bent. Terwijl je zo snel mogelijk met je karretje aan het einde van de kassa probeert te geraken blijft de aldimedewerker (die duidelijk helemaal aan de pillen zit) al je producten vliegensvlug opstapelen op het einde van de band. Net als ze er bijna vanaf kletsen bereik je hijgend het einde van de kassa. Je grijpt met al je overblijvende krachten naar een pak tomaten, waarop de aldimedewerker met een blik van ‘Gaat dat ier nog vooruitgaan?’ 27 euro zegt. Als je niet in drie seconden al je boodschappen in je kar hebt geladen, je portefeuille hebt bovengehaald en je bancontactkaart in de terminal hebt gestoken kijkt de manische aldi-kassier je aan alsof je een nekschot verdient. Maar dan heel snel, want er staat nog volk te wachten.

De rijen in mijn buurt-aldi zijn nimmer zo lang geweest als sinds de invoering van de kassa’s from hell. En daarom komt die link naar dat opgewekte stukje er dus niet. En ook omdat ik gewoon te opgefokt ben om ernaar te zoeken. Ware het niet van hun delicieuze American Chocolate Chip Cookies, ik ging godverdorie naar de Lidl!

lilith en de variabele concepten

Als iemand me drie dagen geleden had gevraagd hoe mijn kerstboom er zou uitzien dan zou die persoon een heel duidelijk en klaar antwoord hebben gekregen. Over hoe het concept ineenzat enzo. Zwarte ballen, witte boa’s en zilveren accenten, dat was het kerstconcept 2004 in een notendop. (als ik een idee in mijn hoofd heb ben ik altijd zo trots dat ik het ‘een concept’ noem, namelijk. Dat kan dan evengoed een idee over kaas zijn. Het ‘kaasconcept’ noem ik het dan, voor het gemak.)

Natuurlijk vroeg niemand mij drie dagen geleden iets. Waarschijnlijk omdat men ervan uitgaat dat mijn concepten maanden meegaan en er nog tijd genoeg was om ernaar te informeren. Het was drie dagen geleden per slot van rekening nog niet eens november, godbetert. En ja, normale concepten doorstaan de tand des tijds met glans, daar zijn het ook concepten voor. Maar als ik een concept bedenk, dan is het na gemiddeld drie dagen kapot. Ik noem het ‘het concept van mijn concepten’. Want ook minder leuke dingen moeten een naam krijgen.

Het deel in mijn hoofd dat beslist of ik iets echt echt leuk vind of helemaal niet leuk is kapot. En niet alleen als het over kerstmis gaat, o nee. Ook als het over badkamers gaat, of politiek, of het degusteren van een aardappel. Dat komt doordat ik op een heel erg vage manier denk. Het lijkt alsof ik heel concreet denk, tot ik er dieper over ga nadenken. Dan lijkt het dus allemaal nergens meer op.

Mijn concept was eigenlijk al ten dode opgeschreven toen ik de luxueuze kerstwinkel binnenstapte om zwarte ballen te gaan zoeken. Voor je zwarte ballen tegenkomt kom je namelijk meestal ook rode ballen tegen, en witte, en groene, en ook soms blauwe. En dan dus plots de zwarte. Maar niet helemaal de zwarte van in het concept. En dus ga je verder wandelen door de luxueuze kerstwinkel.

De mensen van de kerstwinkel proberen je altijd te verleiden met allerlei andere kerstconcepten: gouden slingers met rode ballen en groene accenten bijvoorbeeld. Of witte sneeuw met bruine denappeltjes en duifjes met lieve kopjes. Of wat te denken van bordeaux engelenvleugeltjes en paarse strikjes? Na drie fantastisch gedecoreerde kerstbomen was ik niet alleen het noorden, maar ook nog eens mijn concept kwijt.

En ook Youri, die nota bene de medebedenker van het concept was geweest, straalde nog weinig zekerheid uit. En trouwens, wat was er mis met rood? Rood is gezellig, en kersterig, en het was bij nader inzien verschrikkelijk onterecht om rood niet in het kerstconcept 2004 op te nemen. En nu we toch voor rood gingen konden we de bruine, adorabele gingerbreadmannetjes toch ook niet laten liggen?

Terwijl we naar de kassa liepen met een mandje gevuld met rood met witte lolliehangertjes, handgeschilderde blauw met witte kerstballen en kleine rode balletjes betrapte ik mezelf erop dat ik kwijlend voor een badkamer in wit hout bleef staan. Daar, in de luxueuze kerst/badkamerwinkel, vermoordde ik koelbloedig twee van mijn meest sublieme concepten. Als iemand mij drie dagen geleden had gevraagd wat ik van badkamers in wit hout vond, dan had ik luid gelachen en met mijn hoofd geschud. Gelukkig bleef het ook toen stil in alle talen. Men notere: tot woensdagavond deze tijd vind ik badkamers in wit hout the bomb.

Kerst in de crib

kerst.jpg

EÈn van de leuke dingen aan gaan samenwonen is dat je helemaal van nul begint. Zo ook bij de kerstversiering. Ten huize tales from the crib staan geen dozen vol lelijke oude kerstballen die je toch niet gewoon kan weggooien en dus toch maar in je boom hangt. We hebben ook geen kerstlichtjes waarvan de helft het niet meer doet en de andere helft hopeloos verstrengeld is. Onze kerstversieringscollectie werd vandaag officiÎel een feit met de aankoop van:

* vier spiraalballen
* engelvleugeltjes
* twee witte boa’s
* een doosje mini mini zilveren balletjes
* witte lichtjes
* valse sneeuw

Nu nog op zoek naar zwarte kerstballen (heel moeilijk te vinden, dunkt ons), een boom en een manier om Bill uit die boom te houden. Tips zijn van harte welgekomen.

Bruin-beige winter

Rampzalig, dat was het! Zeker veertig t-shirtjes telde ik, en drie wintertruien. Twee lelijke en ÈÈn redelijke, maar die paste dan weer bij geen enkele van mijn broeken (die ook al niet meer enorm dikgezaaid zijn). Voor onze nieuwe kleerkast voltrok zich een kleine depressie in mijn hoofd. Terwijl de supermarkten zich beginnen te vullen met marsepein en sinterklaaschocolade heeft mijn kleerkast er nog geen idee van hoe koud het soms al kan zijn.

Met een beteuterde blik en een trui die uit de mode is verscheen ik vanmorgen aan de ontbijttafel. Ik had dringend nieuwe kleren nodig. Maar dan ook echt heeeeel dringend. Youri ook, zo bleek. ‘Het probleem is dat ik weer nergens iets ga vinden dat ik leuk vind’ sprak ik nog beteurerder. ‘Dan heb jij een tamelijk groot probleem’ zei Youri, en gelijk had hij. Er zijn namelijk maar heel weinig kleren die ik leuk vind, en als ik ze dan leuk vind dan hebben ze ze enkel in maatje 32 of XS, en daar past mijn pols nog niet eens in. Niet dat ik zo’n gigantische polsen heb, maar XS, dat is toch echt wel smal.

Het werd Rijsel. Het werd winkels binnenstappen en al na een halve seconde ‘beige’ zuchten en met onze ogen rollen, om dan weer buiten te stappen. Beige kleren moeten ze afschaffen, want beige kleren zijn lelijk en saai. In een andere winkel was de hoofdkleur bruin. Ik haat bruin. Winkelen in een bruine omgeving maakt mij simpelweg triest. En dan, plots, vonden we een winkel naar ons hart. Leuke kleurtjes, hippe topjes en truien, en pashokjes die vermomd waren in surfplanken. Dat kon niet anders dan goed zijn!
Ik verzamelde een paar leuke dingen en ÈÈn opperleuke trui en na een kwartier aanschuiven mocht ik beseffen in het paskotje dat mijn borsten simpelweg niet onder de noemer ‘medium’ vallen en dat een poging om dat te vergeten ervoor zorgt dat om het even welk logo wordt uitgerokken. Dan maar geen kleurrijk hip truitje.

Na nog twintig winkels te hebben afgelopen vreesden we dat het een trip voor niks zou worden: alles is deze winter weer even saai en kleurloos als vorige winter, en de winter daarvoor. In de wachtrijen van de H&M zagen we hoe iedere vrouw ook dit jaar weer voor de combinatie bruinwitbeige gaat. En ze leken er met zijn allen nog gelukkig mee ook.

Op de valreep kwam het toch nog goed met het winkelnamiddagje: mijn kleerkast is een zwarte en een zuurstokroze trui met strepen rijker. Het leven is niet makkelijk als je er liever uitziet als een aardbeiensnoepje dan als een werther’s echte.

Hip!

We staan voor een schoenwinkel, en worden bijna weggeslingerd door het zenuwachtige geroep en gekwetter van een groepje veertienjarigen. De overenthousiastste van de vijf steekt haar vinger zo cool mogelijk uit richting etalage en gilt dat er daar wel heel hippe schoenen staan. De anderen storten zich tegen de ruit en knikken hyperactief mee, zoals enkel veertienjarige meisjes dat kunnen. Net op het moment dat ik denk dat ze in een gezamelijke yell zullen uitbarsten om zoveel cools hoor ik ÈÈn van de meisjes vragen wat dat eigenlijk betekent, ‘hip’.

Ik draai me om, want dit genante moment wil ik echt niet missen. Even is het stil, maar dan ook echt maar heel even. ‘Hip is met heel veel kleurtjes en al!!!’ roept het overenthousiaste meisje nu nog veel luider, ook al staat het domme meisje dat niet weet wat hip is vlak naast haar. De andere meisjes beginnen allemaal door elkaar te roepen en te lachen en hun hippe (want veelkleurige) armverwarmers goed te trekken. Na drie minuten kijken naar het shopgebeuren van de vijf meisjes ben ik op van de zenuwen. Ik zucht en vraag me af hoe het komt dat veertienjarigen nooit een hartaanval krijgen als ze aan het winkelen zijn.