Ik was al even met mijn Doodgewone Dingen-rubriek in De Standaard Magazine bezig toen ik voor het eerst met een wolkenliefhebber te maken kreeg. Ik wist van het bestaan ervan, ik had dit boekje al eens vastgenomen in de boekhandel (zei me niet bijzonder veel), en had wel eens gehoord van de Cloud Appreciation Society. Daarmee leek die kous af.
Toen, een paar weken later, nog een.
Daarna nog iemand, die het daarnaast ook wreed had voor verschillende soorten regen. Slagregen. Dat het zeikt. Smuuk.
Dan weer iemand die elke dag een foto van de lucht nam, voor eigen gebruik, en daarover kon blijven vertellen.
Altijd mannen, toeval of niet.
Mannen van wie ik dat om de een of andere reden niet onmiddellijk had verwacht.
Vaak vertelden ze me dat een mooie op- of ondergang van de zon ervoor kon zorgen dat ze hun auto aan de kant gooiden om er echt tijd voor te nemen. Of hoe ze ervoor kozen om in het moment te genieten van een welgemikte lenticularis of nimbostratus. (geleerd van acteur Wim Willaert, die me het verschil tussen de twee formaties uitlegde en tussen neus en lippen zei dat de hemel een groot schilderij is dat je gratis krijgt)
De zanger van Noordkaap kon me dan weer exact vertellen welke ochtenden in welke periode de allerbeste van het jaar waren (dat had hij bestudeerd), en hoe dat te maken had met de stand van de zon en nog een en ander. Ik weet niet waarom, maar dat ontroert me steeds meer.
Misschien is het omdat ik sinds deze zomer in een huis woon met zicht op de beste wolken ooit.
En dat plots mijn grootste rijkdom blijkt te zijn.
Zelfs op een ochtend met een gemiddelde zonsopgang voelt het alsof iemand een ice bucket met hoerenchance over mijn hoofd uitkapt.
Sindsdien blijf ik veel vaker staan tijdens ochtendwandelingen.
Kijk ik langer.
Wandel ik vaker.
Denk ik: als ik daar geen tijd voor heb, dan is het teken dat ik hier minstens drie keer zo lang zou moeten blijven staan.
Gun ik mezelf tijd voor verwondering.
Geen filter, ksweertu.
Die kleuren, hoe komen ze er zelfs op?
Het is zot hoeveel moois je ziet als je bereid bent om wat langer te blijven kijken.
Alsof het een groot schilderij is dat je gratis en voor niks krijgt.
Oh wait.