Category Archives: dieet

week 2: lilith plant zich een breuk

Vrijdag weegdag bracht de stand op 1,9 kilogram minder lilith. Hoera! Het is waarlijks heel lief van jullie om al eens te zeggen dat ik er op foto’s helemaal niet dik uitzie, maar we moeten daar eerlijk in zijn: dikke foto’s posten van mezelf, ik doe daar eigenlijk niet aan. Ik post altijd de slankste. Lucky shots, ja, want ik ben echt helemaal niet slank. Toch niet slanker dan iemand met een BMI van dertig kan zijn.

Maar goed, ik ben best tevreden over mijn week, want het was gene gemakkelijken, y’all. Er was een trouwfeest op vrijdagavond, waarop ik in de wijn vloog, want zo ben ik. Er was een interviewtrip naar Amsterdam op woensdag, die me deed beseffen hoe essentieel plannen is als je gewicht wil verliezen. Om toch te kunnen sporten betekende dat spinnen op zondagmorgen en bodypump om half negen op maandagavond.

postworkouttronie.jpg

Maak kennis met mijn trotse “het is zondagochtend en ik heb net gesport!”-tronie.

Wat nog veel meer moest gepland worden was mijn eten, want ik ken dat, over en weer naar Amsterdam. Hoe gezond ze ook lijken, belegde broodjes van de Panos zijn duizend punten per stuk, en die kan ik mij echt niet veroorloven. Ik wilde ook het risico niet lopen dat ik ergens halverwege zo veel honger kreeg dat ik niet anders kon dan een Snickers uit de automaat halen, en dus werd er gepland.

En stond ik de avond ervoor potjes met kerstomaten te vullen, aardappelslaatjes met yoghurtdressing in elkaar te flansen en fruitsla weg te steken.

amsterdamzak.jpg

Op dat vlak dank ik de Albert Heijn trouwens uit de grond van mijn hart: hun assortiment voorgesneden wokgroenten en fruit bleek ook deze week weer een gigantische lifesaver voor deze fulltime werkende moeder die soms niet weet waar haar hoofd staat.

Weekmenu’s blijken nu nog essentiëler dan anders, omdat ik ook mijn middagmalen wil plannen. Anders is dat brood, maar ik probeer daar iets aan te doen, en dus worden er nu soepjes gekookt en slaatjes gepimpt.

slaatjeamsterdam.jpg

Behoorlijk veel werk, ja, maar door gewoon te blijven doen wat ik altijd deed gaat het ook niet lukken, dus hupla.

Het goede nieuws: ik ben twee kilo kwijt, en ik heb geen honger geleden. Ik zie het zitten om verder te doen. Alles is goed.

Vanavond vertrek ik naar Londen voor een weekend Blogcademy, waar ik trouwens geweldig benieuwd naar ben. Aangezien ik wel zot ben, maar niet zo zot om een hele lading fruit en groenten naar Londen te verslepen heb ik beslist dat ik gezonde keuzes zal proberen te maken, maar twee dagen geen punten zal tellen. En maandag begin ik gewoon weer opnieuw. Goed? Goed!

Week 1: lilith stopt met zichzelf dingen wijs te maken

Zo. Week één is achter de kiezen. First things first: ik ben back on the Weight Watchers wagon. Meteen het laatste dat ik had verwacht toen ik mijn maag liet verkleinen, dat ik van mijn leven nog punten zou tellen. Ook al is Weight Watchers het enige eetplan in zijn soort waarvan ik oprecht geloof dat het werkt. Ik kan dat geloof onderbouwen: ik ben er ooit vijfendertig kilo mee afgevallen, in mijn jonge jaren. Ik geloof niet in diëten, maar ik geloof wel in Weight Watchers. (en neen, ik word echt niet gesponsord, al mogen ze mij altijd bellen als ze mijn online dink terug willen betalen in ruil voor foto’s van ik die de volgende maanden fenomenaal retestrak word)

Ge wilt weten waarom? Ik ben een mens van schema’s en grafiekjes. Daarom staat mijn telefoon vol apps. Ik moet het zien. Het moet concreet zijn. Ik moet het kunnen tracken. Wat nog belangrijker is: doe ik dat niet, dan ben ik de meester in het mezelf dingen wijsmaken.

Dan doe ik vanalles. Met de beste bedoelingen. Brood schrappen, en pasta. Drie dagen volgehouden. Geen wijn meer drinken tijdens de week. Behalve die ene keer, op dat feestje op donderdagavond. En toen moest ik gaan eten voor mijn verjaardag. En toen was het toch naar de vaantjes. Terug naar af. Dan mag ik ineens enkel nog fruit eten in de voormiddag, of helemaal geen vlees meer, of iets anders van moetens. En dat doe ik dan een paar dagen, en dan sta ik op de weegschaal, en dan ben ik zo teleurgesteld dat ik wel kan janken. Ik snap er niks van. Dit kan toch niet?! IK EET GEEN BROOD, GODVER. EN GEEN VLEES. IK LEEF ALS EEN FUCKING KONIJN.

konijn.jpg

Maar ik maak mezelf dus één ding wijs: dat calorieën alleen door het lichaam worden opgenomen als je aan tafel eet, en niet als je, zoals ik vaak, snelsnel iets in je mond propt terwijl je aan de frigo of de kast blijft staan. Jullie willen niet weten hoeveel koeken ik al snelsnel bij het thuiskomen heb opgegeten, maar het was snel, en niemand zag het, dus dat telt niet. Kaas, in de rapte, terwijl ik aan de frigo blijf staan. Telt niet. Dat handjevol chips? Niet gebeurd, jongen.

Raar maar waar: als ik punten tel, dan ben ik wel eerlijk met mezelf. Omdat ik die kaas ook gewoon mag eten, als ik er genoeg punten voor over heb. Omdat ik een glas witte wijn mag drinken, op mijn gemak, met smaak, als ik er vier punten voor wil neertellen. Weight Watchers is een beetje een spelletje, met geven en nemen, en na een week back on track besef ik dat het voor mij weer werkt. Ik hou het al een week vol, immers. Dat is een gigantisch succes, believe you me. Plus: ze hebben nu ook een app, in tegenstelling tot jaren geleden, toen ik het moest doen met een notitieboekje. En echt waar: hun app is best nogal de max.

Ik heb mijn best gedaan, de afgelopen week. Ik heb gezond gegeten. Ik ben zelfs een uur gaan spinnen, voor het eerst in mijn leven. Vanmorgen ben ik op zoek gegaan naar mijn loopschoenen, die ik al meer dan twee jaar niet meer had gezien, en heb ik me twintig minuten afgevraagd wie er in godsnaam de sportbh’s van andere mensen zou willen stelen. En dan nog die van mij. Maar ik heb alles teruggevonden, en ik ben vertrokken. Heel traag, met een paars hoofd, en het zag er vast allemaal niet uit ook niet. Maar ik ben vertrokken, langs hetzelfde weggetje waar ik al liep toen mijn mama ziek was, en later toen ik begon na te denken over een baby. Ik loop daar al zo lang, en kijk, nu loop ik daar opnieuw.

loperd.jpg

Ik heb vanmorgen meer kilometers afgelegd dan als ik in mijn zetel was blijven zitten. Daar alleen al ben ik vreselijk trots op.

En dan zijn er altijd weer mijn old ways. Vanmorgen mocht ik mezelf wegen, na een week, en natuurlijk had ik stiekem verwacht dat ik na al mijn inspanningen al minstens zeven kilo zou afgevallen zijn. Dat is wie ik ben. Het was uiteindelijk één kilo. Ik ben van mijn weegschaal gesprongen, heb mijn pruilende onderlip opgerold en mezelf een geweldige schouderklop gegeven. Vanaf nu is het hier lange termijn.

Niet in het minst omdat ik het afgelopen jaar nogal wat dingen over mezelf en de manier waarop ik dingen aanpak heb geleerd. Met dank aan in therapie gaan. Dat ik mezelf met mijn alles of niets-aanpak compleet de dieperik in aan het kegelen was, bijvoorbeeld. Dat ik de lat altijd weer veel te hoog leg, net als mijn verwachtingen, waardoor ik vol vuur aan iets begin, na twee dagen al wonderen verwacht, superteleurgesteld raak omdat die niet gebeuren en altijd weer vol verwijten naar mezelf wijs met een “Zie je wel dat je het niet kan?”. Ik heb het laatste jaar beseft dat ik afschuwelijk hard ben voor mezelf. Dat klinkt vreemd, komende van een vrouw die zichzelf ooit toeliet om een stuk meer dan honderd kilo te wegen, maar tegelijk maakt het ook geweldig veel sense.

Het is best confronterend, op je tweeëndertigste beseffen dat je nog vreselijk veel moet leren, maar het is tegelijk ook verrijkend. Jezelf graag zien. Hulp leren aanvaarden. Tijd nemen om dingen gedaan te krijgen. Fouten maken en opnieuw beginnen, zonder dat je er duizend ellendige conclusies aan vast hangt.

Niet te streng. Op het gemak. Zonder deadlines. Gewoon verder doen. En beseffen dat er avonden gaan zijn dat ik ga thuiskomen met een lastige dag in mijn maag, en dat ik erop zal reageren als de emo-eter die ik ben. Dat ik in mijn hoofd wel zal weten dat het geen goed idee is om me op een zak paprika chips te storten, maar dat het in mijn hart de allerbeste oplossing OOIT zal lijken. Op die avonden zal ik op die zak chips vliegen, daar moet ik me na tweeëndertig jaar in dit lichaam en in dit hoofd niet eens illusies over maken. Maar ik hoop dat ik, als de chips binnen is en het kwaad geschied, eindelijk zal beseffen dat het eigenlijk niet eens gaat om die avonden. Wel om de dag erna, en hoe ik mezelf dan zal zien. Als een gigantische mislukkeling die niks kan en beter gewoon overal mee zou stoppen, omdat het toch geen zin heeft, of als iemand die af en toe een steek laat vallen, dat ook mag, maar ook altijd weer gewoon mag herbeginnen.

Ik denk dat het daarover gaat.

Op naar week twee!

Doel

‘Hoe is het geweest?’ vroeg Coach, terwijl ze snel nog even haar tekst stond door te nemen. ‘Ba ja’ zei ik, ‘Negenhonderd gram minder dan vorige week’. ‘Goede start!’ riep ze met haar duimen in de lucht.

Bwa, zo goed vond ik die start nu ook weer niet, want op mijn weegschaal thuis (waar ik eigenlijk niet mocht gaan opstaan van Coach omdat ik mezelf anders zou demotiveren) was ik bijna twee kilo afgevallen. En terecht ook, want ik had me overal aan gehouden en gesport enzo. Maar bij weight watchers word je ’s avonds gewogen, en sorry, maar dan heb ik al twee liter water binnen en een dikke trui aan des winters, en dan weeg ik gewoon meer. De weegma’ams vulden een miezerige net-geen-kilo in op mijn kaartje, en deden alsof ze me enorm bewonderden voor mijn heldenmoed. Na mij kwam een man die meer dan drie kilo was afgevallen deze week. Ook hem bewonderden ze enorm voor zijn heldenmoed.

Ik ging aan mijn tafeltje zitten, en onderging wel tien keer de vraag hoe het geweest was. Iedereen bewonderde mij voor mijn heldenmoed, dat zag ik zo. Naast mij zat een vrouw die maar honderd gram was afgevallen en er een beetje sip om was. Ik probeerde haar te troosten door te zeggen dat honderd gram toch honderd gram was (en dat is wiskundig ook zo) en ik schaamde me een beetje toen ze vroeg hoe het bij mij was geweest. ‘Negen keer beter dan bij jou’ dacht ik, terwijl ik ‘redelijk’ zei.

‘Iedereen moet zich deze week een doel stellen, en proberen om zich eraan te houden!’ riep Coach plots. Ik dacht er even over na, want dat was waarschijnlijk de bedoeling van haar korte ingelaste stilte. Ik ga deze week minder Pepsi Max drinken, en meer water. En blij proberen te zijn met elke honderd gram minder lilith op deze wereld.

Noteren

punten.jpg

‘Zevenentwintig kilo op een jaar tijd’ zei ze, ‘maar dat is wel al meer dan een jaar geleden.’
‘Wow!’ zei ik, en ik rekende snel uit dat mijn collega en ik samen al eens bijna zestig kilo afgevallen waren. Ik ken mensen die zestig kilo wegen en zichzelf te dik vinden, dus die wow was helemaal geen overstatement, als je het mij vroeg.

Het verbaasde me, maar eigenlijk ook weer niet, want het Weight Watchersdieet is met voorsprong het meest makkelijk vol te houden dieet dat er bestaat. Ik viel er heel wat kilo’s mee af, en toch at ik elke week een grote spaghetti en ging er geen dag voorbij zonder dat ik een Leo of iets anders zondigs naar binnenspeelde. En het mocht allemaal. Ook nu gaat het me weer verbazingwekkend goed af. Het enige nadeel is dat ik bij elke maaltijd al mijn punten in een boekje moet noteren, om mezelf te controleren. Gelukkig heb ik een trouwe vriend die er alles aan doet om me daarin bij te staan. En een andere nog trouwere vriend die elke morgen iets bemoedigends in mijn boekje tekent.

En! Morgen mag ik weer naar mijn dikke vrienden, ma’am!

Pump it!

Gisteren zei ik met de grote manieren mij eigen tegen Youri dat ik me vandaag helemaal zou smijten op de hometrainer. Ik was dan ook gewapend met een zelfgebrand ceedeetje vol echte in-het-zweet-smijters als daar zijn:

* Pump up the Jam van Technotronic
* Eye of the Tiger van Survivor
* het Footloose-liedje
* T. Raumschmiere goes Monstertruck Driver
* Where’s your head at van Basement Jaxx

Dat en nog een hoop meer van dat lekkers. En het werkte. Ik ging helemaal mee in de beat en ik fietste alsof ik echt wel heel erg dringend ergens ver moest zijn. En toen ik er was besefte ik plots dat ik thuis iets was vergeten, dus keerde ik gewoon terug. Ik bleef fietsen en fietsen, ook toen Youri er met een zwak excuus (‘Mijn toestel is kapot’) de brui aan gaf.

Na ongeveer een half uur vlammen op mijn vlokke voelde ik een steek in mijn rechterknie. ‘Hoe komt dat nu?’ vroeg ik me met een lichte frons af. Na een korte bestudering van mijn fietsende benen zag ik waar het probleem zat: ik ben een rechtse fietser. Ik duw twee keer zoveel met mijn rechterbeen dan met mijn linker. ‘Fuck!’ dacht ik, ‘Als ik dit nog lang blijf doen ga ik een toekomst tegemoet met ÈÈn gespierd been, en ÈÈn dun beentje, zoals je ze ziet bij rolstoelpatiÎnten.’

Ik begon te duwen met mijn linkerbeen. Ik duwde en ik duwde om de spierontwikkeling van mijn rechterbeen tegen te houden, maar het leek nergens op. Ik heb een verontrustend zwak linkerbeen. Pijnlijk om te beseffen als je er al 23 jaar op rondloopt. Ik moet gewoon twee keer zo hard moeite doen om de pedalen rond te duwen als ik me concentreer op links. En een keer links en dan een keer rechts lukt al helemaal niet, want dan begin ik rare schommelbewegingen te maken en ben ik bang dat ik van de hometrainer ga robbelen.

Ik ben aan het overwegen om een brief te schrijven naar Flair weet raad.

Op de weight watcherscursus

Daar zat ik dan, aan een tafeltje bedekt met een witter-dan-wit tafelkleed te staren naar de cola light die ik net overhandigd had gekregen. ‘Dat is dan één euro vijftig, ma’am’. De griezelig magere dame die tot weight watchers-serveerster was gebombardeerd sprak madam uit zoals ik mam uitspreek. Blijkbaar vond ze van zichzelf dat ze dat heel goed deed ook, want ze bleef er tot in het ridicule mee doorgaan: ‘Dankuwel ma’am, dat is dan 3 euro en half terug ma’am, bedankt ma’am’.

Terwijl de zaal zich in steeds sneller tempo begon te vullen met vrouwen die naast kilo’s teveel ook nog eens een serieus overschot aan stemvolume met zich meedroegen verdiepte ik me in het welkomstpakketje dat me net door mijn ‘coach’ in handen was gedrukt tijdens de drie seconden die werden genomen om mij in te schrijven. Ik had me verwacht aan een gezellig gesprek over dikke buiken en ronde billen, maar in de realiteit bleek daar weinig tijd voor.

‘Naam? Geboortedatum? Adres? Dat is dan negen euro.’ sprak de mevrouw die vanaf dat moment voor mijn coach moest doorgaan in ijltempo, terwijl ze me zenuwachtig rondkijkend richting weegschaal duwde. ‘WAAR IS MIJN STYLO?’ hoorde ik haar nog roepen, ‘EN KAN IEMAND DIE BLAZER UITZETTEN, HIJ WERKT OP MIJN SYSTEEM!’ Lichtjes geimponeerd door zoveel lawaai schuifelde ik met mijn kaartje naar een tafeltje waaraan twee vrouwen zaten: dat moesten de weegma’ams zijn.

‘Het is mijn eerste keer’ zei ik ietwat verontschuldigend. ‘Dan gaan we je aan een spervuur van vragen moeten onderwerpen’ lachtte de jongste van de twee. Aha! Net toen ik wilde beginnen vertellen dat ik al wel vaker had weightgewatched en dat ik het systeem dus wel kende maar het nu gecontroleerd wilde gaan doen vroeg de mevrouw mijn gsm-nummer. Ik dicteerde het gedwee, en toen mocht ik op de weegschaal en onder de meetlat plaatsnemen. Op een nieuw kaartje werden mijn lengte en mijn startgewicht genoteerd, samen met mijn streefgewicht waarover ik blijkbaar ook al niet te veel in de pap te brokken had. ‘Je mag aan een tafeltje gaan zitten’ zei de oudere mevrouw die er blijkbaar bijzat om te zeggen dat de mensen aan de tafeltjes mochten gaan zitten. ‘En mijn spervuur dan? Waar is het spervuur, ma’am?!’ Ach, de avond was nog jong.

Naarmate de avond verouderde bleef het volk de zaal binnenstromen. Ik zag oudere vrouwen met een paar kilootjes teveel, en ik vroeg me af wat ze in godsnaam bij de Weight Watchers kwamen doen: oudere vrouwen hebben per definitie een paar kilootjes teveel en dat mag. Ikzelf verlang hevig naar het moment dat ik vijftig ben en mijn leeftijd en levenservaring kan gebruiken als excuus: ‘Ja, die kilo’s komen met de jaren hé, ma’am, hoe gaat dat? Ik ben vijftig namelijk, en dan mag dat!’ Ik hoorde de oudere vrouwen vragen aan de andere oudere vrouwen hoe het was geweest. Bij Weight Watchers vraagt men namelijk niet hoe het is, wel hoe het geweest is.

Er waren ook meisjes van mijn leeftijd bij, en heel af en toe zag ik iemand langswaggelen die in mijn ogen echt te dik was, problematisch dik dan. Het overgrote deel van de aanwezigen behoorde echter tot de categorie ‘Okeej, zo dik ben ik nu ook weer niet, maar ik heb toch niks te doen op donderdagavond en ik dacht allez kom‘. Of misschien waren ze allemaal samen al meer dan drieduizend kilo vet verloren, dat kan ook maar ik had er het raden naar aan mijn witter-dan-wit tafelkleed, en dus deed ik dat ook.

Ondertussen had ik mijn welkomstpakketje al drie keer doorgelezen en bij de vierde keer diende ik de handdoek in de ring te gooien wegens te veel lawaai. Ik concentreerde me keihard om mezelf nog te horen ademen, en zelfs dat lukte niet meer. Het leek alsof duizenden vrouwen tegelijk om het hardst aan het roepen en lachen waren, in de hoop op die manier nog een paar calorieën extra te verbranden.

‘MAG IK?!’ bulderde iemand plots ergens vooraan de zaal. Onze coach! Ineens werd het muisstil. Drie kwartier aan een stuk ratelde Coach een ingestudeerd stukje af over Flexipoints, Kilokicks en FitFormules. Achteraf mochten de nieuwelingen in groep nog een half uur extra geratel tot zich nemen om heel het programma, dat ik al jaren ken, uitgelegd te krijgen. Ik wilde nog eens zeggen dat ik het al kende maar niemand vroeg mij iets. Tijdens de uitleg bladerde ik nog even verveeld door mijn folders.

‘Bij ons staat u centraal!’ riep een titel me toe. ‘Ow, dat is leuk, niemand heeft me zelfs ook maar opgemerkt!’ antwoordde ik terug in mijn hoofd. Ik werd wakkergeschud door een ‘ALLEZ! SUCCES MET DE NIEUWE START!’ en toen was het voorbij.

Even dikke vrienden, dat spreekt.

Nietjes

Alsof ze met een bulldozer een leiding hebben geraakt, zo voel ik me de laatste dagen. Ik huil, ik jank er nog een beetje bij en nadat ik heb gecheckt hoe erg mijn make-up is uitgelopen begin ik gewoon opnieuw. Ik doe werk dat niet gewaardeerd wordt en ook nog eens volledig onder mijn niveau ligt, ik ben te dik en er staan strepen op mijn ramen. Maar te dik, dat ben ik vooral.

‘Boehoehoe’ klonk het dan ook vannacht van aan mijn kant van het bed. En dat ik dit jaar al minstens honderd keer ben begonnen met een dieet en dat ik het niet meer onder controle krijg, en dat ik me slecht voel omdat dingen niet meer lukken en dus weer begin te eten, waarna ik me nog slechter voel en weer begin te diÎten. Wat dan om de ÈÈn of andere reden weer grandioos mislukt. De cirkel is haast zo rond als ikzelf.

‘Ik wil dit leven niet tot ik tachtig en nog dikker ben’ hoorde ik mezelf snikken. Neen, dat wil ik helemaal niet, en na een theorie over dat ik gewoon geen garantie heb dat, zelfs als ik mijn kilo’s verlies, ik het voor de rest van mijn leven zal volhouden om wortels te eten begon het snikken opnieuw. En toen hoorde ik mezelf het woord uitspreken dat ik zo verafschuw. Het woord waar ik al jaren laagdunkend over doe: een maagverkleining, zou dat het niet zijn? Of een ring, of nietjes, whatever ze tegenwoordig doen om van dikke mensen normale mensen te maken.

Ik vind het toegeven aan dingen waar ik me al jaren tegen verzet, laat dat duidelijk zijn, maar het vooruitzicht op nog tweehonderd dieetpogingen waarbij er misschien wel ÈÈntje zal lukken voor een jaar, misschien twee, waarna ik weer begin uit te zetten tot proporties die mijn traanklieren in werking zetten, ik ken er betere.

Het snikken hield op. ‘What the fuck are you talking about?’ dacht ik plots, ‘kies je nu echt voor de gemakkelijkheidsoplossing?’
Ja, misschien deed ik dat wel. Ik zou in me laten snijden en nieten dat het geen naam had, en ik zou normaal zijn, niet eens slank, en ik zou uit mijn cirkel stappen met toegeniete ingewanden, dat was het! ‘Je doet belachelijk, je geeft het gewoon op!’ sprak het stemmetje in mijn hoofd. Ik en mijn stemmetje discussiÎerden nog tot een stuk in de nacht. Eerst won ik, toen weer het stemmetje (het stemmetje in mijn hoofd is om de ÈÈn of andere reden de stem van Martine Tanghe, en die kan best streng zijn) en uiteindelijk kwamen we tot een compromis: ik schrijf me zo snel mogelijk in voor een weight watcherscursus waar ik me met mijn new found dikke vrienden elke week laat wegen en waar ik sterretjes krijg als ik kilo’s verlies. Ik zal de cursus trouw bijwonen en alles doen dat ze me vragen en iedereen zal in awe zijn over dat gekke meisje met haar tongpiercing dat maar blijft afvallen. Ik probeer het nog ÈÈn keer, dit keer onder controle van iemand die me staalhard aankijkt als blijkt dat er driehonderd gram is bijgekomen.

Ik en mijn nieuwe dikke vrienden, we gaan het helemaal maken. Martine had zoals steeds gelijk vannacht: nietjes zijn voor mietjes.

Barbeque geweigerd te G.

Toen ik vertrok uit het ouderlijke huis kreeg mijn broer eindelijk de grotere kamer die hij verdiende. Hij had de voorgaande jaren in een iets te kleine ruimte gebivakeerd, wachtend tot ik aankondigde dat ik alleen/samen zou gaan wonen, en toen ik dat ook effectief deed ging het heel snel: een kleine week later was mijn oude kamer al helemaal de zijne. Ik kon dus niet meer terug, of ik zou in een te kleine ruimte moeten bivakeren. Gelukkig heb ik nooit de drang gehad om terug te keren.

Bij Youri ging het allemaal iets trager. Zijn oude kamer zag er na een paar maanden nog redelijk zijn kamer uit, en als hij had gewild kon hij er nog op elk moment opnieuw intrekken. Hij heeft dus zijn kans gehad, maar sinds een paar weken is die helemaal verkeken. Wat ooit zijn slaapkamer was is nu een heuse fitnessruimte geworden, waar iedereen met een teveel aan energie zich kan komen afbeulen. Op de step, op een flitsende hometrainer of op een vreemdsoortig apparaat dat je spieren de indruk moet geven dat je aan het roeien bent op een meanderende stroom, het kan allemaal.
Het was daar dat wij ons deze morgen bevonden, toen de geur van barbeque plots binnenwaaide.

Ik ben al heel de zomer aan het zagen dat ik nog niet heb aangezeten aan een met barbequevlees bedekte tafel, en de kans was dus klein dat ik neen zou zeggen toen superpa ons uitnodigde. En toch deed ik het. Vanop de hometrainer pufte ik dat het heel vriendelijk was, maar dat ik thuis wel een slaatje zou eten. Ik vermoed dat iedereen op dat moment nog dacht dat het een schijnbeweging was, zoals drie keer met een droge mond zeggen dat je geen dorst hebt, om dan uiteindelijk ‘omdat je aandringt’ te grijnzen. Alle vriendelijke pogingen om me van gedacht te doen veranderen ten spijt hield ik voet bij stuk.

Natuurlijk had ik zin in bbq. In elke andere situatie zouden ze me er gat in de nacht voor mogen wakkermaken, maar ik ken mezelf. Ik heb in de loop der jaren al genoeg dieetervaring opgedaan om te weten dat ja zeggen het allerdomste was dat ik kon doen. Ik kon natuurlijk ook gewoon een slaatje eten, klonk het. Dat had ik gekund, maar dan zou ik boos en teleurgesteld met mijn vork in een tomaatje hebben geprikt, jaloers kijkend naar de met vlees gevulde borden van mijn buren. En ik had me niet net vijfenveertig minuten in het zweet gewerkt om met een slecht gevoel naar huis te gaan.

Thuis maakte ik een overheerlijk slaatje klaar met een waarde van vijf weightwatcherspunten, in plaats van de 30 die een bbq zou betekend hebben. Ik had heel veel honger, en ik had het gevoel dat niks me op dat moment meer had kunnen smaken. En straks eet ik nog een hele kom verse aardbeien, als beloning voor mijn volhardendheid.

Ik heb een barbeque geweigerd, en ik ben er behoorlijk trots op.

Lilith begint opnieuw

U durfde het me waarschijnlijk niet vragen, en dat snap ik best. Hoe het komt dat het deeltje waarin staat dat ik kill bill-schoenen ga kopen als ik nog anderhalve kilo afval niet meer wordt besproken. Waarom ik doe alsof dat deel niet meer bestaat. U kent het antwoord waarschijnlijk zelf al, en dus vraagt u het niet. Maar het geeft niet, ik vertel het u zelf wel.

Die 18.7 kg, die trouwens ooit een stuk meer was, is nu al weer een stuk minder. Toch volgens de weegschaal, die mij vanmorgen het slechte nieuws meldde na meer dan een maand genegeerd te zijn. Alsof hij me wilde straffen voor mijn totale gebrek aan interesse: ‘Goeiemorgen, trut. Wil je weten hoeveel je weegt? Ben je zeker? VEEL!’ *weegschaal grijnst en verdwijnt uit beeld*

Ik heb geslikt, ook al had ik natuurlijk zelf al door dat er een paar kilo lilith was bijgekomen. Na het slikken heb ik even overwogen om treurig in een hoekje te gaan zitten, en te zuchten dat het allemaal niet eerlijk is. Want zij mogen alles eten, en ik niks. Als ik triest ben wil ik eten, dus ik zag de bui al een beetje hangen. Maar ik heb me verzet met alle macht die ik nog in me had, dat heb ik! Ik heb een schriftje genomen, er de datum van vandaag in geschreven en ik heb al mijn punten opgeschreven, zoals ik het vroeger meer dan een jaar aan een stuk heb gedaan. Ik heb fruit gegeten, in plaats van een chocoladekoek, en ik heb de overheerlijke kip met frietjes van Youri’s moeder laten staan voor een slaatje met appels en witlof. Ik heb gefitnesst vanmorgen, en deze namiddag heb ik mijn oude vriend de hometrainer van stal gehaald. Vergeet die min 18.7 kg, doe alsof u hem niet ziet staan. Ik kan niet blijven teren op resultaten die ik meer dan een jaar geleden heb behaald. Ik begin opnieuw, met het gewicht dat vanmorgen op de teller stond. Die kill bill-schoenen zijn ondertussen toch al een beetje passÈ.

Punten

Collega 1 (1m55 groot en 47 kg): ‘Hell, kijk eens naar mijn buik! Ik zou zo graag twee kilo vermageren voor de zomer.’
Collega 2 (al even slank en gratieus): ‘Ik ben ook twee kilo verdikt, en ik word zot als ik naar mijn billen kijk in de spiegel. Ik ga een broodje eten met enkel groenten op deze middag.’
Collega 1 (nog altijd even slank): Lilith, hoeveel punten is een broodje?

Het begint stilaan een traditie te worden. Omdat mensen weten dat ik een tijdje geleden in korte tijd 25 kilo ben vermagerd lijk ik wel een wandelende dieetgoeroe. Een wandelende dieetgoeroe die iedereen haarfijn kan uitleggen hoe het Weight Watchers puntensysteem in elkaar zit, maar die het zelf allemaal niet meer onder controle lijkt te krijgen.
Een echte kenner als het op diÎten aankomt, maar dan ook een kenner die lately heel de dag trouw punten noteert, om dan thuis te komen en zich op al het lekkers in de berging te storten. Een struisvogelgoeroe, die zichzelf wijsmaakt dat ze de perfecte afslanktruc heeft gevonden: alleen punten noteren van caloriearme dingen, hopend dat haar lichaam het de volgende dag zal vergeten zijn dat ze een hele rol Pringles heeft binnengespeeld. Uhuh, gefaald heb ik. Voor de tiende keer dit jaar. En het erge is dat dat echt geen overstatement is.

En ik word het stilaan een beetje beu om met excuses te goochelen. Ik wil wel gaan bodypumpen, maar daar lopen alleen maar blonde dellen rond in hippe fitnesskostuumtjes en ik heb geen zin om met een bezweet hoofd gay te doen met gewichten. Ik wil wel afvallen, maar ik moet dit weekend naar een trouwfeest en dan moet ik wel veel eten want hey, het is een TROUWfeest. En als je de letters van TROUW heel hard door elkaar schudt lijkt het nog niet op wortel. In mijn hoofd maakt het sense.
Tot ik de volgende dag op de weegschaal ga staan en zie dat alle kostbare grammen die eraf waren gegaan er weer bij zijn gekomen. En net op dat moment staat er een reportage in de Flair over vrouwen die like 50 kilo zijn vermagerd. En daar had ik ook best tussen mogen staan met mijn 25 kilo die ik er met bloed, zweet en veel danette mousen heb afgekregen. Het zijn er al weer maar 17 en een beetje meer. Alsof ik er twee jaar heb over gedaan om een gigantisch hoge berg te beklimmen, en op 500 meter van de top voel dat ik langzaam weer naar beneden begin te glijden.
Ik ben dan ook trots om mee te delen dat ik vandaag weer heel hard mijn best heb gedaan. In plaats van Pringles en Leo’s heb ik aardbeien en peren gegeten. En ik ben echt serieus aan het overwegen om me volgende week te gaan inschrijven in de grote gevaarlijke sportschool. Volgend jaar sta ik in die Flair, dammit.