Het was de eerste morgen van het nieuwe jaar. Vredig lagen wij naast elkaar in het logeerbed dat wij voorheen zo vaak beslapen hadden. Voorheen, toen we nog niet samenwoonden en steevast aangewezen waren op de mensen die ons een tweepersoonsbed konden aanbieden voor de nacht die nog moest komen.
Ik knipperde met mijn ogen en ademde met volle teugen mijn eerste bewuste zuurstof van 2005 in. Het was pikdonker en naast mij kon ik Youri met zijn ogen horen rollen. ‘Huh?’ deed ik, onschuldig als ik ben, en ik ondersteunde mijn kreet met een verbaasde blik die volledig opging in het donker van de kamer. ‘Ik heb gisterenavond bijna niet gerookt! Toch?! Je weet het goed genoeg!’
Hij wist het goed genoeg. Want wie had er drie keer in de vrieskou moeten gaan staan op oudejaarsnacht? HÈ? HÈ? Om toch nog een beetje nicotine binnen te krijgen? Ik! Evenwel samen met hem, want hij houdt van mij en ik van hem, maar dat met zijn ogen rollen, daar mag hij toch mee stoppen als hij wil dat dat zo blijft. Ik hoeste. Maar goed… Wie doet dat niet, het jaar inhoesten? Hij hoeste niet.
‘OKEEJ OKEEJ OKEEHEEJ!’ sprak ik mezelf toe. Ik zag beelden met yours truly in de hoofdrol die met de top van een roze naaldhakschoen een pakje marlboro vertrapte. De beelden leken geweldig geÔnspireerd op die scËne uit Grease, als Olivia Newton John haar sigaret uitduwt met haar voet en met een ultracool kickje John Travolta luchtwegtrapt. Bij mijn beelden was de boodschap belangrijker dan de uitwerking, en dus deed ik geen trapje. Ik keek enkel heel serieus in de camera, en de hele Fagerstrˆm test ten spijt zei ik het gewoon. Evenwel enkel in mijn hoofd, zodat niemand me erop kon wijzen dat ik het echt gezegd had: ik stop met roken, nu!
Op weg naar huis viel ik al door de mand. Ik ben een hele slechte verzwijger, namelijk. En hij ziet zo’n dingen natuurlijk ook nooit. Dan stap ik met een getormenteerde blik vol nicotinetekort in de auto, en dan krijg ik een glimlach. Ik doorspek mijn zinnen met overduidelijke boodschappen en ik verstuur subtiele anti-kankersignalen, maar niks dringt door. En dus koos ik een goed moment om het hem gewoon te zeggen. ‘Ow ja.’ zei ik beheerst, en tegelijk overlopend van gepaste trots, terwijl we de afrit Wervik aan ons voorbij lieten gaan ‘Ik ben dus gestopt met roken, lieveling.‘
*Wordt vervolgd*