We wonen nog steeds boven.
Elke avond als we moe maar voldaan van ons werk thuiskomen hangt er een met potlood geschreven briefje aan de deurpost om ons op de hoogte te houden van de evolutie van ons parket. En dat evolueert blijkbaar trager dan de parketman ons een paar maanden geleden had voorspeld.
Nu pas kan ik me helemaal voorstellen hoe die kindjes van Bloemen op zolder zich gevoeld moeten hebben, daar op hun zoldertje. Wij worden al meer dan een week wakker in onze slaapkamer, ontbijten in onze slaapkamer, komen ’s avonds thuis in onze slaapkamer alwaar we televisie kijken en uiteindelijk weer slapen, om de volgende morgen op identiek dezelfde plaats wakker te worden. Aangezien we niet in onze keuken kunnen en dus ook niet aan onze koelkast leven we van broodstokjes gedipt in smeerkaas, appels en Gouda kaas, en warme maaltijden bij mensen die ons een warm hart toedragen.
Uit de laatste berichten van parketman hebben wij begrepen dat het parket vrijdag klaar zal zijn, maar we hebben geen idee of dat wil zeggen dat we vrijdag weer normaal mogen beginnen doen of niet. Ik ben nog niet zo ver dat ik briefjes begin terug te schrijven, dus tasten we volledig in het duister in deze.
EÈn ding is zeker: als ik iets ben vergeten weg te gooien uit koelkast of keuken zal het ondertussen zo’n gigantische en schimmelachtige proporties aangenomen hebben dat het met gemak de wereld kan overnemen. Ik ken mensen die voor minder hun slaap zouden laten.