Category Archives: Hoe, wat, waar en waarom?

Schrimps

Gisteren heb ik voor het eerst in mijn leven garnalen gepeld. Ik had er nooit echt bij stilgestaan maar garnalen pellen is niet zo simpel. Zelfs na een intensieve opleiding lukte het me niet. De helft ervan trok ik gewoon in twee. Het is waarschijnlijk ÈÈn van die dingen waar je mee geboren bent. Ofwel kan je garnalen pellen, ofwel kan je het niet. Ik zou mijzelf in de kan-geen-garnalen-pellen schuif steken.

Terwijl ik mij aan het concentreren was op de kraken-draaien-trekken methode besefte ik dat de niet gepelde garnalen die je kan kopen ook ooit een hoofd en pootjes gehad hebben. Iemand heeft die dus allemaal voor mij gepeld. Ik dacht eerst aan garnaalpelmachines, maar die bestaan niet volgens lilith. Professionele garnaalpellers dus.

Zouden er ook professionele pindanootpellers bestaan? Of druifontpitters? En hoe zouden ze bananechips maken?

BeÔnvloedbaar, moi?

Vorig jaar, toen iedereen rondliep in saaie beige-achtige kleren en schoenen ging ik op zoek naar roze. Om de ÈÈn of andere reden vond ik roze toen namelijk grappig. Zo komt het dat er in mijn kleerkast een knalroze cookiemonster t-shirt ligt, een zachtroze fluffy trui met rits en nog wel tien andere roze-geÔnspireerde dingetjes. Ik vond het gewoon mooi. En het zoeken waard, want een jaar geleden was het helemaal niet zo simpel om roze dingen te vinden tussen de overdosis aan beige en Ècru in de winkels.
Deze zomer vindt iedereen roze plots leuk. Dat blijkt uit de honderden knalroze t-shirts die in de rekken van grote kledingketens hangen. De kleur roze is niet veranderd, mijn ogen ook niet, en toch vind ik roze plots niet meer mooi. Komt dat omdat er nu ook heel veel lelijke roze versies gemaakt worden van dingen die al foeilelijk waren in het beige? Of wordt mijn smaak onbewust heel erg beÔnvloed door het modebeeld? Ik vrees voor het laatste.
Hoe is het anders te verklaren dat ik deze week bijna begon te kotsen toen ik een werkman zag rondlopen in het soort fleecetrui met gordijnmotief dat een jaar of tien geleden door iedereen werd gedragen, mezelf inclusief? En wedden dat het feit dat ik nu helemaal into geel ben iets te maken heeft met ene Uma uit de US of A, die tijdens een filmrol een geel catsuit droeg?
En ik maar denken dat ik een eigen mening had.

En waar ga jij naar toe?

Net als een klein kind dat zich afvraagt aan welke boom fishsticks groeien vraag ik mij ook af en toe dingen af. Zoals nu.

Als ik naar buiten kijk zie ik voortdurend mensen passeren. En dan zou ik wel eens willen weten waar iedereen naar toe gaat. Zouden ze rap nog naar Delhaize moeten omdat ze gemerkt hebben dat ze geen citroen mee hebben voor de citroencake die ze willen bakken? Of zouden ze naar de training van hun waterpolo-team gaan? Of naar de muziekschool? Misschien gaan ze wel naar een optreden van Frank Valentino in het plaatselijk cultureel centrum. Ze kunnen ook gewoon naar het zonnebankcentrum wat verder in de straat gaan. Of ze gaan een hondje kopen. Een chocoladebruine labrador. Ze kunnen ook gewoon thuiskomen van het werk. Het kan ook zijn dat ze een testrit maken met hun nieuwe auto. Een Toyota Yaris Verso. Of misschien vertrekken ze wel naar het station waar ze afgesproken hebben met iemand die ze enkel kennen van op internet. Spannend! Het zou natuurlijk ook kunnen dat ze citroencake gaan eten bij kenissen.

En jij? Waar ga jij naar toe?

Leesshock

September 1987. De op dat moment zesjarige lilith leert samen met een veel te grote meute andere zesjarigen lezen. Vooraan in het klaslokaal hangt het vol met educatief verantwoord materiaal dat ons daarbij moet helpen. Op vergeelde kartonnen bladen stonden zinnen geschreven in het typische kindergeschrift waarmee leraars lager onderwijs gezegend zijn: JAN EET VIS UIT DE POT. DE REUS HEEFT EEN NEUS. Welke neus dat dan wel was deed op dat moment nog niet terzake, wegens te veel lettergrepen.

Niet zo heel veel later mochten we zelf ook zinnen schrijven. Maar niet nadat we avonden lang over ons kladschrift gebogen hadden gezeten om de precieze vorm van de letters onder de knie te krijgen. Na een hele avond tot in den treure O’s te hebben getekend, kreeg je de volgende dag je schriftje terug met als commentaar dat je ‘O’s te veel op eitjes’ leken. Op naar de P dan maar.

Het lezen en schrijven ging mij verbazingwekkend goed af, zo goed zelfs dat ik bij het niveaulezen direct mocht beginnen in niveau vijf. Sommigen schopten het nooit zo ver in hun lagere schoolcarriËre, dus dat was wel wat. Het leverde mij zelfs een artikel op in het schooltijdschriftje, dat waarschijnlijk ‘schoolkrantje’ heette, heel creatief waren ze nog niet in de Vlaanders van midden jaren 80.

Andere zesjarigen hadden het dan weer heel wat moeilijker met letters. Zo moeilijk zelfs dat ze er al tienjarigen nog steeds niet in slaagden om een zin van vijf woorden uit te spreken binnen het kwartier. Tegen de tijd dat ik tien was was ik al een tijdje ‘leesmoeder’, dus ik weet waarover ik het heb. Ik heb een stoere jongen van twaalf ooit zeventien keer laten proberen om het woord ‘wolken’ te lezen. Het is nooit foutloos gelukt. (For the record: leesmoeder zijn was een locale bezigheid voor gepensioneerde mevrouwen die niet wisten wat te doen met hun tijd. En ÈÈn uitzonderlijke keer dus ook voor kindjes die zodanig goed konden lezen dat leeslessen geen nut meer hadden.)

Soms, maar dan ook heel soms, als ik echt niks beters te doen heb, vraag ik me af wat er van die moeilijke lezertjes geworden is. En gisteren besefte ik het plots. De moeilijke lezers van toen zijn de ÈÈnentwintigjarigen van nu die zichzelf op internet SwEeTiEkEn21 noemen en dingen typen als :
elaba *vul naam in*tjeeeeuh!

Jaja, NU emmek wel al gekeken naar u site :) goe È van mij? kweet ’t ;) hËhË
moekik nu ook vertellen wadakik vandaag gedaan em? Kzal ma meedoen me de rest zeker? :)

EÈn vraag rest mij nog: als ze ooit zoveel moeite hebben gehad om door te hebben dat een o en een e samen oe vormen, waarom hebben ze dan wel de kracht om een eigen hyperirritant kwebbeltaaltje te bedenken dat ze zelf niet kunnen lezen?

Zoveel vragen, zo weinig zin in hun vermoeiende antwoorden.

Pot Pourri

In sommige auto’s hangt aan de spiegel zo’n klein kartonnen boompje dat twee maanden lang de geur van Zwitserse sparrebossen of Thaise zeelucht verspreidt. Waarom maken ze zoiets nooit met de geur van kip aan het spit, dacht ik toen ik in mijn auto kroop waar al en half uur een pasgekochte (en zeer lekkere) kip in lag. Of met de geur van barbecue, of basilicum, of misschien zelfs versgebakken cake. Een gat in de markt?

WTF?

V1~AGRA fina1ly found a t0ugh cOmpet1t0r — CI^AL1S & LE^VITRA!

the active i~ngredient found in CI^AL1S is t`a1adafil,
the active i^ngredient found in LEVITR*A is v*ardenafi1.

Het is niet omdat ik misschien een potentiele impotente ben in your book dat ik daarom ook nog eens leesblind ben, yahoo! inbox.