Category Archives: Nice-o

babyteentjes

baby-girl-balloon-150.jpgWe waren echt helemaal overtuigd dat onze nieuwste tante en nonkel-experience er eentje zou zijn met een jongetje in de hoofdrol, maar onze paranormale gaves zijn duidelijk nog niet volledig ontwikkeld. Youri en ik hebben er sinds vanmorgen nog een nichtje bij, dat Denika heet en waarvan ik nog geen lengte of gewicht ken omdat nonkels zo’n dingen nu eenmaal vergeten te vragen aan de telefoon.

Vanavond gaan we babyteentjes tellen.

Proficiat, Bjorn en Severine!

*schrapt twee namen van de barbecue-lijst*

marktvakantie

07. markt.jpgGeen leukere manier van wakkerworden dan op zaterdagmorgen naar de markt gaan, vind ik sinds kort.

Nu we er te voet heen kunnen begint het zelfs al een gewoonte te worden (voor zover je van een gewoonte kunt spreken na vier weken): rond een uur of tien trekken wij hier de deur achter ons dicht om in het zonnetje om vers voedsel te wandelen. Youri met een rugzak om alle zakjes in te steken, ik met een schoudertas die zo vol brol zit dat ik een excuus heb om niet met zakjes te moeten sleuren.

Het mag dan wel een verzamelplaats voor bejaarde klootzakken zijn, toch heeft de markt mijn hartjen gestolen. Ik vind het leuk om marktkramers te horen vragen of er een beetje appelmoes bij dat gebraden kippetje (dat goed ruikt maat) moet. Hoe attent en meelevend! Ik voel me op een franse markt als ik langs het kraampje van de olijvenman slenter en dat zo traag mogelijk doe om zoveel mogelijk knoflookgeuren op te snuiven. Soms krijg je out of the blue een hompje paterskaas onder je neus geduwd van de kaasboer waarbij je camembert gaat kopen, en in het viskraam is er zodanig veel keuze dat je hoofd ervan gaat duizelen. Gelukkig heb je nummertje 78 en zitten ze nog maar aan 46. Aan het fruit-en groentenkraam verbazen wij ons dan weer over het volume waarmee groentenboeren allerhande vreemde praat uitslaan. “Ier se madamtje: twee kilo ceriezen all inclusief!” bijvoorbeeld. Tegen niemand in het bijzonder: “Mien framboozetjes, mien freesjes, mien abrikoosjes!”, en bij het bestellen van vier tomaten steevast “wadde, vier kiloos tomatn? Oe es da nu meuglik dakik da were verkeerd verstonne” *vette marktkramerswink*
Ge moet er toch maar opkomen!

Eens thuis ben ik helemaal in de sfeer om allemaal lekkere dingen te maken met de verse producten die we ons net hebben aangeschaft.

De markt van Ieper is altijd een beetje vakantie, zowaar.
En het beats de Delhaize every time.

motiverend

lastforsports.jpgVerhuizen en in dezelfde periode een serieuze operatie moeten ondergaan mag dan wel niet altijd de ideale situatie zijn, toch zorgt het voor leuke combinaties. Toen ik deze namiddag al mijn kleren in de versgemaakte kleerkast aan het leggen was, bijvoorbeeld. Meer dan twintig broeken in zes verschillende maten, een massa truien en t-shirts in wel honderd kleurtjes liggen ondertussen in drie mooie stapeltjes te wachten: nu, heel binnenkort en volgend jaar.

never has there been a greater dance

Ondanks het feit dat ik het te druk heb voor zotte folietjes werd ik vanmorgen wakker met de allesoverheersende behoefte om het meest geweldige dansje of all time te zien.

Ik heb het gezocht en gevonden, en ik wil het dan ook erg graag delen.
En daar is nu eens geen enkele andere reden of aanleiding voor, zie.

Het is geen slecht idee om het filmpje eerst even te laten laden tot aan de helft voor hij helemaal loos gaat.
Aah, zie fresh prince, aglijk.

deze week in knack

knek_kl.jpg

En wat nog veel fijner is: het verschijnen in de nationale media van mijn geliefkoosde uitdrukking “halve wiewies”.

Vanaf dit weekend dan ook hoogstwaarschijnlijk de hoogste nieuwkomer in de zevende dag: “laten we elkaar geen halve wiewies noemen“.

spaak

kommil foo.jpgHet heeft jaren geduurd voor ik ze ¸berhaupt een kans wilde geven. Want Kommil Foo, waren dat niet die vreemde broertjes Walschaerts die in niet nadergenoemde Woestijnvis-programma’s aantraden en daar eigenlijk een beetje het tempo uithaalden? Waren dat niet die half-humoristische sketches die nergens heen gingen, in mijn toen nog zeer jeugdige ogen? Neen, Kommil Foo was niks voor mij.

En toch probeerde tomadde mij te overtuigen van het tegendeel. Hoewel ik besef dat tomadde mijn muzieksmaak wel enigzins kent, en weet waar ik van hou en waar helemaal niet van, was ik ervan overtuigd dat hij met Kommil Foo de bal compleet mis sloeg. Kommil Foo, dat was echt niks voor mij, dus. Na maanden van verwoede pogingen van zijn kant om de wereld van de schoonheid van enkele van hun nummers te overtuigen ben ik uiteindelijk toch gezwicht, en heb ik ÈÈn nummer aan een luistersessie onderworpen. Dat nummer was “Madrid”. Het bleek een wondermooi stukje muziek te zijn met dezelfde stemmen van toen, die plots heel warm en mooi klonken, in plaats van vreemd en een tikje irritant. Een tekst over een verloren liefde en hoe die gevoelens niet altijd snel genoeg weer overgaan. Of toch niet zo snel als je zelf zou willen.

Ik was verkocht, en beluisterde via hun website wat andere nummers. Ik nam ze mee in mijn iPod en in de wagen, en toen was youri ook plots helemaal mee in de hype. De volumeknop ging steevast hoger telkens er in de auto een liedje van Kommil Foo langskwam. En na een paar maanden is het zeer vertrouwd geworden: de autostrade tussen Ieper en Kortrijk, en daar de stemmen van Mich en Raf op. Perfection.

Gisterenavond eindelijk de kans gekregen om ze live aan het werk te zien, en om het met de woorden van Johnny Logan te zeggen: completely blown away! Ik had al heel wat goede recencies gelezen over “Spaak”, en het feit dat ze er de Poelifinario-prijs mee hebben gewonnen in Olland schept natuurlijk verwachtingen, maar hastn: zelden zo genoten van twee uur show als gisteren.

Alles klopte, ik heb gelachen en geknikt, geluisterd en bij momenten zelfs geslikt van ontroering. Als ge dat al amaal kunt!

Bij deze: leve Kommil Foo! Hoe ik daar ooit aan heb durven twijfelen.

Gedichtendag

deconinck.jpgPoëzie

Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt:
mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt
verdrietje, en het helpt niet;
zoals je een hand op haar hete voorhoofdje
legt, zo dun als sneeuw gaat liggen,
en het helpt niet:

zo helpt poÎzie.

(Herman de Coninck)

Bewaren

where everybody knows your name

cheers.jpgMaaj oow maaj lurkers, wat zijn jullie met veel! En wat zijn jullie aangenaam! En proper op jullie eigen!

Het de-lurken was een hele openbaring, want plots kreeg ik het inzicht dat niet alle lezers van tftc mensen zijn die ik enigzins ken. Dat jullie ook dolende zielen zijn in de schemering van het internet, met eigen nicknames en eigen e-mailadressen, en perhaps ook eigen hang-outs met eigen dresscodes en eigen smilies enzo. Net als ik.

Ik ben er altijd een beetje van blijven uitgaan dat jullie of real-life familie en vriendjes waren, of mensen die mij kenden van Het Forum. U leest het goed ja: Het Forum, de plaats op het internet waarop ik al meer dan vijf jaar mijn dagen slijt, 14000 posts heb en meer kostbare tijd heb verprutst dan u en ik zich enigzins kunnen inbeelden. Het is geen makkelijke plek om als hang-out te hebben, dat forum van mij, maar het is zeker wel een interessante, vol gekke personages in hoofd- en bijrollen, sommigen betrekkelijk nieuw, anderen al vijf jaar even verslaafd als ik. En vijf jaar is lang.

Zo lang dat de gemiddelde forummer er Limp Bizkit-pubermeisjes van 12 heeft zien uitgroeien tot mooie intelligente madammen van zeventien, en zichzelf niet van de indruk kan ontdoen enigzins mee te hebben geholpen aan hun geslaagde opvoeding. Zo lang dat die-hard forummers (zoals ikzelf) elkaar beetje bij beetje vijf jaar ouder hebben zien worden, en dag na dag de evolutie van bijna-student naar student naar gebuisde student naar opnieuwproberende student naar afgestudeerde werkloze hebben kunnen volgen.

Zo lang dat alle pertinente en genante problemen al de revue zijn gepasseerd. Van schaamhaar in je mond krijgen tot geen schaamhaar in je mond krijgen en terug. Noem mij een ziekte of vreemdsoortigheid en ik kan in het echte leven zeggen dat ik iemand ken die hem heeft (gehad). Noem mij een afgelegen boerendorp in de Limburg en ik ken iemand die er woont. Van op Het Forum, ja, maar dat hoeft eigenlijk niemand te weten.

We wonen er al zo lang dat we forummers van allerhande allooi hebben zien komen en gaan, soms zelfs blijven. We hebben de homoseksuele Betty-fan gehad. De radicale Vlaams-Blokker (ja, zo heette dat nog in die tijd). De falende tv-ster. De transseksuele werkloze met een ongezonde obsessie voor kindsterretjes en een voorkeur voor nylonkousen uit de Wibra. De doorratelende, gevoelloze pseudo-intellectueel. De zanger van een tributeband. De gehandicapte die forumt vanuit een instelling. Het nymfomane aandachtshoertje. De langharige overjaarse rocker.
En tussen dat zootje ongeregeld heb ik ook nog eens mijn lief opgedaan.
En ik ben al lang niet meer de enige.

Ik kan een forum als het mijne echt aan iedereen aanraden, bij momenten zelfs aan mijn grootste vijanden, maar u kunt er niet meer bij, jammergenoeg. Al was het maar omdat u vijf jaar schaamteloos gelilith zou terugvinden in de archieven, dat mij nu vast het extreemste schaamrood in tijden zou kunnen bezorgen mits lang genoeg zoeken. Maar laat het duidelijk zijn dat ik vind dat iedereen wel zo’n forum zou kunnen gebruiken, ergens.

Lang leve de forummers, dus. Naast de lurkers maken ook zij een groot deel van het tftc-publiek uit, en ze mogen zichzelf dan nu ook even een schouderklopje geven voor vijf jaar wicked entertainment. Yeah!

By the way: zoals u kunt zien heb ik geen naam of link naar Het Forum geplaatst, uit respect voor mezelf en andere bloggers waarvan compromiterend materiaal te vinden zou zijn. Ik zou het dan ook fijn vinden als u dat ook niet deed.

Lepeltje

moeyaert.jpgIk heb het nooit erg gehad voor gedichten op weblogs. Ik vind het een beetje gemakkelijk: ik weet niet wat schrijven, dus doe ik even een gedicht/songtekst die ik mooi vind. Vaak zijn die gedichten van een erg povere kwaliteit en doet de combinatie met een animated gifje pijn aan de ogen. Maar nu kan het dus lekker wel, want niemand minder dan Bart Moeyaert wordt de nieuwe Antwerpse stadsdichter lees ik net.

En dus doe ik even iets waar ik eigenlijk niet van hou.
Een gedicht op mijn blog posten.
Maar dan wel een erg mooi.

Lepeltje

Sinds ik met je wakkerword
als in een la die leeg is
Op ons tweeÎn na,
is wat er morgen komt
ondergeschikt aan
wat vandaag al is begonnen
We gaan met een bepaalde
logica eerst af hoe wij
vandaag weer samenhangen.
Dit is jouw been, dit is
mijn rug, mag ik hem nu
van jou terug, en wat ik
verder zou verlangen
is dat we opstaan, en
ons leven vanaf hier
hervatten, met jou dan
naast mijn hart onder
mijn arm ñik hou
je tot vanavond warm
Totdat je slaapt en daarna
wakkerwordt als in een la
leeg op ons tweeÎn na

Bart Moeyaert

we get signal

Kijk ’s aan, ik geloof dat ik vandaag (en meteen ook de rest van de week) verlof heb.

Eerst was ik nog van plan om allerlei serieuze dingen te doen als artikels voorbereiden en nadenken over mijn toekomst, maar dat is geen echt verlof, is it? Erger nog: als ik dat zou doen zou ik behoren tot de categorie mensen die de Lotto wil winnen om het geld op hun spaarboek te zetten ofzo, en zo heb ik nooit willen worden.

Ik vind het zelf ook redelijk doodzonde, maar ik krijg allerlei signalen door dat ik vandaag eigenlijk niks serieus mag doen, en dus wel helemaal loos MOET gaan in mijn scrapbookshelter.

signaal_kl.jpg

signaal2_kl.jpg

Al wie mij al enige tijd volgt weet dat ik er niet het persoontje naar ben om belangrijke signalen zomaar te gaan negeren.

Hup hup, en nu weer aan de slag, jullie!
Ik hoor een plicht roepen.