Het is maar hoe je de dingen bekijkt. Het getal in de linkerbalk, bijvoorbeeld. Daaruit blijkt dat ik veertien kilo afgevallen ben in minder dan twee maanden, zeventien kilo sinds mijn hoogste gewicht. Mensen spreken me erover aan, dat dat wel zeer snel is, en dat is het ook als je weet dat ik ooit negen maand heb gedaan over het dubbele. Maar dat was met bloed, zweet en een paar tranen, deze keer is het met magen doorsnijden en darmen binnenstebuiten koppelen geweest. Als je dat weet, dan is het een feit dat ik betrekkelijk traag afval. In vergelijking met de meeste GBP-ers die de eerste maanden razendsnel afvallen hobbel ik maar een beetje achter het peloton aan.
Ik ken de cijfers en ik zie de grafieken, en hoewel ik mezelf had beloofd om de weegschaal mijn humeur niet meer te laten bepalen had ik het toch even moeilijk toen er deze week met moeite vijfhonderd gram af was. Als ik het omdraai is het goed, want weer afgevallen, wahei! Maar rond mij hoor ik hoe mensen die twee weken na mij geopereerd werden al bijna vijfentwintig kilogram zijn afgevallen, en het steekt soms. Het verschil tussen vijfentwintig kilo en veertien is het verschil tussen winkelen in de Brooklyn en winkelen in de MS. Tussen winkelen in de gewone H&M of enkel in de drie rekken van de “Big is Beautiful” (my ass!). Ik weet dat het nog wel komt, maar als je al vijfentwintig jaar wacht dan kunnen een paar maanden er soms teveel aan zijn.
Maar het is maar hoe je het bekijkt, natuurlijk. In vergelijking met de GBP-ers die zeer snel afvallen ben ik door de operatie en de herstelperiode gesparteld. Ik ging na twee weken al weer werken, terwijl sommigen maanden thuis zijn wegens compleet verzwakt. Ik heb nog geen enkele keer overgegeven, anderen kunnen de eerste maanden niets binnenhouden, zelfs geen glas water. Ik heb vorige week zelfs al chinees gegeten, en ook al had ik genoeg na twee kippenblokjes en drie lepeltjes rijst, het heeft me gesmaakt en ik had achteraf nergens last van.
Hoe zwaarder je bent, hoe langer het duurt voor gewichtsverlies opvalt, maar nu ben ik zover dat iedereen die ik ontmoet het opmerkt. Dat is fijn, maar soms weet ik niet goed hoe ik ermee moet omgaan. Ja inderdaad, ik ben afgevallen, maar ik weet niet of ik daar wel de credits voor verdien zoals dat vroeger het geval was en ik echt trots kon zijn over elke kilo minder. Feliciteer mijn chirurg ervoor, denk ik dan. Onzin, volgens Youri. Ik moet er wel mijn hoofd bijhouden en beseffen dat ik geen suiker of vet meer mag eten. Jahaa, maar ik kan niet meer anders, zeg ik dan. En daar heb ik zelf voor gekozen, en dus verdien ik credits, vindt Youri. Youri is oke.
Voor de rest niks dan positieve gevoelens en gewaarwordingen, trouwens: mijn broeken van voor de operatie vallen van mijn gat, ik pas weer in de broeken van meer dan een jaar terug, ik heb opvallend veel plaats over in de cinemazeteltjes en nog een kilo of drie en ik pas weer in de grootste maat in de Mexx. Toch wat truitjes en t-shirts betreft, over broeken maak ik me nog lang geen illusies. Maar als je weet dat ik een half jaar geleden de wanhoop nabij was omdat ik geen oplossing meer zag voor mijn probleem dan kun je je wel voorstellen dat zo’n dingen deugd doen.
Toen we vanmorgen aan het wakkerworden waren vroeg Youri of ik er nog steeds geen spijt van had, en mijn “neen” kon niet volmondiger zijn. Hij vond het ook fantastisch, dat ik de triestheid over mijn gewicht al van me had afgeschud en dat wanhopige van een paar maanden voor de operatie kwijt was. En meer moet dat eigenlijk niet zijn. Op naar de min vijftien, dan maar weer.