“Allemaal goed en wel, maar zijn er al resultaten bekend van mensen die tien jaar verder zijn? Hoe zal ze zich voelen over vijftien jaar? En nog later?“. Ook toen ik 130 kilo woog en mezelf alles behalve lovable vond zat Youri naast me, bij elke stap die gezet moest worden. Toen ik stilletjes overwoog om iemand van een obesitascentrum te gaan interviewen over maagverkleiningen, en stiekem hoopte dat ik die dag de moed zou hebben om aan het einde van het interview aan te geven dat ik misschien eventueel ook wel op intakegesprek wou komen. Toen ik voor de eerste keer bij de chirurg mocht komen die misschien de operatie zou uitvoeren was hij diegene die alle slimme vragen stelde, zoals die hierboven. Niet omdat hij niet wilde dat ik me liet opereren, en ook niet omdat hij dat wel wilde. Wel omdat hij me verzekerde dat hij me zou volgen in elk verhaal dat ik koos. Maar dan wilde hij wel zeker weten dat ik in goede handen was. Ik natuurlijk ook, maar wanhoop is een slechte raadgever, en dus was ik vreselijk dankbaar voor elke vraag die hij stelde.
In 2006 waren er wel wat resultaten bekend van mensen die jaren eerder een gastric bypass hadden laten uitvoeren, al was de operatie toen relatief nieuw in België en kwamen die resultaten dus meestal uit het buitenland. We kregen te horen dat in de toekomst kijken moeilijk was, maar dat de chirurg er met zijn expertise van uit ging dat mijn levenskwaliteit met gastric bypass tien jaar later drastisch beter zou zijn dan als ik alles op zijn beloop liet. De kans dat ik mijn overgewicht blijvend zelf naar beneden kreeg was miniem, en dus was dit mijn beste optie als ik niet ten prooi wilde vallen aan hoge bloeddruk, diabetes, problemen met mijn gewrichten en andere ziektes die mensen met morbide obesitas kunnen krijgen. Ik weet nog dat ik vroeg of ik ooit nog zwanger zou kunnen worden (“nog beter dan je kansen nu, overgewicht is vaak een drama voor de vruchtbaarheid”) en dat toen zag als iets voor de verre, verre toekomst. Ik moest toen immers nog vijfentwintig worden. We kregen alle mogelijke complicaties uitgelegd, en namen de beslissing om ervoor te gaan. Ook al wilden we toen niks liever dan tien jaar verder kunnen kijken, dat kon niet.
Vandaag kan ik dat wel.
Tien jaar verder, en ik ben tevreden met wat ik zie.
Dat heeft deels te maken met de nuchterheid van mijn chirurg, en het feit dat hij me nooit gouden bergen heeft beloofd. “Als je weet af te vallen tot 90 kilo dan zal ik de operatie zien als geslaagd“, zei hij steeds. “Ik denk niet in termen als ‘maat 38’, dat is een esthetische norm die in mijn vakgebied niet belangrijk is. Ik wil jou richting een zo gezond mogelijk BMI krijgen, maar verwacht asjeblieft geen wonderen. Wil je graag minder dan 90 wegen, dan zul je daar zelf extra inspanningen voor moeten leveren, en zoals je weet is dat niet altijd makkelijk“. Daarna werd me ook uitgelegd dat patiënten doorgaans zakken tot een laagste gewicht en daarna tien procent van het afgevallen gewicht weer bijkomen.
Toen ik 130 kilo woog leek 90 kilo me een droom. Mijn gewicht zakte tot 90, en uiteindelijk zelfs tot 75 kilo. Plus die tien procent werd dat uiteindelijk tachtig kilo. Daar was ik zeer tevreden mee. Nog steeds een BMI van 29, en dus niet binnen de normale range, maar laat ons vooral niet vergeten dat ik van 47 en morbide obesitas kwam. Ik kan dat trouwens uitleggen. Al weet ik nog niet of ik dat hier ook zal doen. In elk geval: mijn chirurg was zeer tevreden over het resultaat, en ik ook.
En ja, het was ingrijpend. Natuurlijk was het dat, maar dat wist ik op voorhand. Het woord “gemakkelijkheidsoplossing” behoort enkel tot het vocabulaire van mensen die in deze niet goed weten waarover ze het hebben, kan ik u verzekeren. Maar dat gegeven alleen is eigenlijk nog een aparte blogpost waard. In het begin kreeg ik geen half boterhammetje op. De eerste weken moest ik al mijn eten pureren, wat een behoorlijk degoutante culinaire ervaring was. Op restaurant gaan was heel lang niet simpel, omdat ik altijd borden terug moest sturen die bijna onaangeroerd leken. “Was het niet lekker?” is het zinnetje dat ik het vaakst heb gehoord. Maar ik weigerde om niet meer te gaan eten, dus het hoorde erbij. Net als het feit dat ik mijn neus ophaalde voor al wat zoet was. Van zoet en vet kreeg ik immers vreselijke dumpings, een reactie van mijn lichaam die ervoor zorgde dat ik groen en kotsmisselijk in de zetel lag. Als ik een dessert at, dan was het dus kaas. Maar meestal was er in mijn maag compleet geen plaats voor dessert, dus dat maakte de keuze nog makkelijker.
Ik ben er lang in geslaagd om mijn porties zo klein te houden. Omdat ik de verhalen kende van mensen die erin slaagden om hun maag systematisch op te rekken door altijd wat te veel te eten, met als gevolg dat een nieuwe operatie zich opdrong. Dat wilde ik koste wat het kost vermijden. Maar met het verstrijken der jaren merkte ik dat ik toch beetje per beetje meer kon eten. Soms zorgde dat voor pure paniek: het werkte niet meer, ik had het kapot gemaakt! En toen werd ik ook nog zwanger van Dexter, en kwamen er kilo’s bij en was er weer paniek. Ik wilde niet weer dik worden, en al werd me verzekerd dat ook mensen met een maagverkleining gewoon bijkwamen tijdens een zwangerschap, daar bleken toch nog enkele onverwerkte trauma’s te zitten. (ik ben trouwens gedurende heel mijn zwangerschap opgevolgd door een endocrinoloog om zeker te zijn dat ik en mijn kind voldoende voedingsstoffen binnen kregen)
De dag voor Dexter geboren werd woog ik 95 kilo, twintig kilo meer dan het laagste gewicht dat ik enkele jaren eerder had weten te bereiken. Ik ben toen gezakt tot 76 kilo in 2013, zie ik in mijn statistieken, dat was ik precies vergeten maar amai, dat vind ik wel indrukwekkend van mezelf. Volgens mij was ik toen volle bak aan het lopen. Maar toen kreeg ik last van blessures en metaalmoeheid, en langzaam maar zeker ging mijn gewicht weer omhoog tot 85 kilogram. Tot ik zwanger werd van Flo, en ik aan het einde van die zwangerschap afklokte op 97 kilogram. Gevaarlijk dicht bij de honderd, dus daar wilde ik zo snel mogelijk iets aan doen. Daar ben ik hard mee bezig, en ondertussen is er acht kilo af en staat er weer een acht vooraan. Iets waar serieuze inspanningen voor geleverd moeten worden, ik kan het u verzekeren, maar daarover later meer. En ja, ge kunt zeggen: amai, ge weegt nu vijftien kilo meer dan een paar jaar geleden. Maar ik denk dan: nog altijd veertig kilo minder dan in 2006, en ik ben niet van plan om weer die richting uit te gaan dus chill.
Zijn er complicaties geweest?
Ja, waaronder een behoorlijk grote, heb ik pas achteraf beseft. Enkele jaren geleden werd ik ’s nachts wakker met onbeschrijflijke pijn aan mijn buik. Ik dacht aan nierstenen, maar dat bleek het op spoedgevallen niet te zijn, want zelfs met superzware pijnstilling die bij een eerdere niercrisis hadden geholpen bleef ik tegen het plafond gaan van de pijn. Het bleek een darmobstructie, die werd veroorzaakt door te veel plaats in mijn buikholte waardoor de zaken op twee plaatsen waren beginnen in elkaar draaien. Achteraf hoorde ik dat ik geluk heb gehad, want dat zoiets soms dodelijke gevolgen heeft. Ik kwam er vanaf met een groot litteken en weer een stuk darm minder. En ik had al niet meer veel.
Om de twee maanden heb ik een inspuiting met vitamine B12 nodig, die ik laat zetten door een thuisverpleegster omdat er een stuk darm is weggenomen dat die B12 opneemt, en mijn lichaam het dus niet meer zelf kan. Ik zet die afspraak nog steeds trouw in mijn agenda, en dat is het. Ik wist dat trouwens op voorhand, dus geen klachten. Verder weinig of niks van miserie.
Dit was al een hele brok, besef ik.
Laat me weten in de comments of er nog vragen zijn, en dan verwerk ik de antwoorden in een volgende post.
Wil je graag meer lezen?
Lilith komt het dikke meisje tegen op maagverkleiningsdag (2011).
Hoe het voelt. (2007)
Fat chick goes zen. (de dag voor de operatie in 2006)