Monthly Archives: juni 2004

David Beckham

beckham.jpg

Om de zoveel tijd, als ÈÈn of ander vrouwenblad mij hun obligatoire kanjer top-10 presenteert, stel ik mij de vraag wat vrouwen in godsnaam zien in David Beckham. Dat het hem om zijn uiterlijk gaat lijkt mij vrij duidelijk. Niet omdat ik vind dat Beckham een hunk is, maar omdat ik hem ooit tijdens een reportage een ongelooflijk stomme opmerking hoorde uitkramen, die er samen met zijn backstreetboykapsel van dat moment voor zorgde dat mijn stempel vliegensvlug neerkwam: DAVID BECKHAM IS DOM. De opmerking ben ik ondertussen vergeten, het kapsel nooit meer. Het was het soort kapsel dat je jezelf aanmeet op de dag dat je je als jonge homo wilt gaan outen bij je nietsvermoedende vrienden.
Nietsvermoedende vrienden: ‘Crap, moet je David zien! Wat the fuck is er met zijn haar gebeurd?!’
David: ‘Ik hou van mannen, en dan?’
Dat soort kapsel dus. Een poos later liet hij zijn blonde manen kortwieken met een tondeuse + kapper die hij speciaal liet overvliegen naar een ver land waar op dat moment een W of EK werd gehouden. Samen met Victoria Beckham, zijn anorectisch bewijs dat hij de herenliefde niet is toegenegen, probeerde hij vanaf dat moment zowat alle stijlen uit. En ik moet toegeven dat ze niet allemaal even verkeerd waren. Ik was bijvoorbeeld wel wild van zijn mini hanekam. Mijn respect kelderde dan weer volledig toen hij zijn haar als een palmboom op zijn hoofd bond en er vrouwenjurken bij ging dragen, die hij sarong noemde. De fans gingen ervoor door het lint als nooit tevoren. Er was duidelijk iets dat ik miste, maar ik kon het niet plaatsen.

Gisterenavond was er een Telefactsreportage over de Beckhams op tv. Als het ruikt naar reality tv dan ben ik erbij, dus ging ik in de zetel zitten met de woorden: ‘Gawd, wat is die Beckham toch dom! Kijk naar zijn stom hoofd!’ Vijf minuten later had de man mij al helemaal gecharmeerd. Tijdens een persconferentie vertelde hij glunderend hoe een 97-jarig vrouwtje hem een brief had gestuurd om een gehandtekend t-shirt te krijgen. ‘That was my mum!’ riep een journalist grappend. ‘Je mag haar geruststellen, het is op de post!’ glimlachte Beckham innemend.

Echt dom kan iemand die erin slaagt om het publiek te geven wat het wil niet zijn. Tijdens de rest van de reportage kwam hij vooral over als een lieve, simpele jongen die graag voetbalt. Een fan heeft hij er niet echt bij, maar ik beloof dat ik hem nooit meer dom zal noemen. Dat heeft die jongen niet verdiend.

Bahlsen SÈlection Gourmande

bahlsenzak.jpg

Overheerlijk zijn ze, de nieuwe cakejes van Bahlsen. Toen ik ze proefde wist ik het zeker: daarover viel gewoon niet te discussÔeren. Waarom zou je ook? Ze zitten in ¸berschattige kleine zakjes, ze zijn zodanig klein dat je je niet schuldig moet voelen als je er eentje eet, en ze smaken naar ongelooflijk lekkere chocolade, waaraan niemand kan weerstaan. Behalve hij. Hij beweert dat ze naar veel te geconcentreerde cacao smaken. Hij valt dan wel weer voor de afschuwelijk onsmakelijke versie met citroen. Het moge duidelijk zijn: hij heeft enkel smaak als het op vrouwen aankomt.

Nederland – Duitsland

‘De witte hebben de bal, ze stampen en jaaaaaaaa! De oranjes hebben de bal!’
‘Rrrrrrrrrrrrroedie Vˆller!’
‘De oranjes lopen en lopen, ze hebben nog altijd de bal en ooooooh, de wittekes pakken hem af en stampen naar Oliver Kahn.’
De scheidrechter fluit af en iemand neemt de bal..
Beiden: ‘Hands!!’

Lilith: ‘Ik vind jou de beste commentator’
Youri: ‘Ik vind dat jij heel mooi Oliver Kahn kan zeggen.’

Nederland – Duitsland was een supermatch.

Push it

Als ik knopjes zie, dan wil ik er op duwen,” zei ze ooit tegen mij.

Ik heb wel iets met knopjes. Als ik een nieuwe digitale camera koop dan wil ik weten waarvoor alle knopjes dienen, en wil ik alle functies kunnen gebruiken die er in zitten. Knopjes om de flits af te zetten, knopjes om de iso-waarde in te stellen, knopjes om alles te wissen, ronde knopjes, driehoekige knopjes, vanalleswat. Tegenwoordig heb je zelfs meestal een knopje, om alle andere knopjes af te zetten. Een knopje voor mensen die bang zijn voor knopjes. Mensen die eerst de handleiding van hun nieuwe DVD-speler helemaal doorlezen in alle talen voor ze hem durven uit de doos te halen. Mensen die tegen iedereen, die zich binnen een straal van 2 meter van de DVD-speler durft te begeven, zeggen dat je alleen op de “play” knop mag duwen, anders zou de timerfunctie wel eens ontregeld kunnen worden.

Het zijn diezelfde mensen die panikeren als hun computer opeens de boodschap “Er is een nieuwe update voor programma X gevonden, klik op OK om deze te installeren” op het scherm laat verschijnen. Met in hun achterhoofd de gedachte dat iemand in Chernobyl ooit op een verkeerd knopje moet geduwd hebben, bellen ze radeloos naar zoon of dochter die voor de zoveelste keer “gewoon op OK klikken” zuchten.

Zij niet. Ze kijkt enthousiast naar de binenkomende berichten in haar pas geÔnstalleerde RSS-reader. Ze draait aan het scrollwieltje van de Canon om het diafragma te veranderen. Ze speelt level na level uit in Super Mario en ze kan tot een gat in de nacht proberen om die 100.000 punten combo te pakken in Tony Hawk Pro Skater 4. Ze heeft moeiteloos geswitcht van taakbalk naar dock en ze staat samen met mij op de foto op een internet-frigo in het Londense Harrod’s.

Nee, lilith is niet bang voor knopjes.

OriÎntatieblind

íKun je me nog een paar referenties uit Zuid-Limburg doorfaxen? Bedankt!’ Het gesprek eindigt met een doffe klik. Referenties opzoeken kan ik. Met een paar klikken tover ik een hele lijst op mijn scherm. Faxen kan ik ook: blaadje erin, faxnummer tikken met een nulletje voor, en dan wachten. Ik vermeld het even omdat ik dat een jaar geleden nog niet kon.

Wat het probleem dan is? Zuid-Limburg. Niet echt Zuid-Limburg in het bijzonder, want ik vind Limburgers zeer aimabele mensen en in het zuiden zullen ze waarschijnlijk nog aimabeler zijn, en alles nog meer op het gemak doen en leven van de liefde en de visvangst. Het probleem is dat ik oriÎntatieblind ben. Als ik een winkel uitloop loop ik gegarandeerd de richting uit waar ik net vandaan kwam. Als iemand mij de weg uitlegt kan ik me na twee seconden al helemaal geen voorstelling meer maken van waar ik me in theorie zou moeten bevinden. íAllez, jeweetwel, er is daar toch een tankstation? Links aan die scherpe draai. Naast die electrowinkel!í Als ik er dan een paar dagen later langskom blijkt dat effectief zo te zijn, maar gedurende de duizenden keren dat ik er daarvoor ben langsgekomen vielen die dingen mijn gewoon niet op.

Zo ook met Zuid-Limburg. Ik weet vaag waar Limburg ligt. Daar ergens rechts in de hoek. Maar ik kan met de beste wil van de wereld geen enkele stad of gemeente opnoemen die in het Zuiden van die provincie ligt. Of in het Noorden. Vraag me om Mechelen aan te duiden op een blinde kaart: same thing. Toen mijn collega vorige week vertelde dat ze naar Egypte ging durfde ik bijna niks zeggen, want ik weet wel dat het bestaat, en ik ken ook wel iets van het land af, geschiedeniswise dan, maar op een paar drieduizend kilometer na kan ik niet zeggen waar het ligt.

Twee dagen geleden verwarde Youri een waterpas met een kompas. Ik hou mijn hart vast voor de overvloed aan smalle straatjes in VenetiÎ.

Dag rakker

Ik moest niet heel lang nadenken. Terwijl mijn klasgenoten hun hoofd braken over een onderwerp voor hun website in spÈ, zag ik het al helemaal voor me: de snorkels, Teddy Ruxpin, misschien zelfs Jakobus en Korneel. ’s Avonds ging ik onmiddellijk aan de slag. Op onze antieke kotcomputer tikte ik de namen van al mijn favoriete kinderserie’s in in Google, ik wachtte een kwartier tot elke foto was binnengehaald en control savede dat het geen naam had. Soms vond ik ook helemaal niks terug. Jakobus en Korneel bleken het nooit gehaald te hebben tot op het wereldwijde web, en noch Karolientje, noch bootje zorgden voor het beoogde resultaat.

Op naar de .nl’s dan maar, want iemand moest toch iets hebben geschreven over ome Willem en broodjes poep? Wonder boven wonder bleek edwin rutten zijn eigen website te bezitten. Mijn ome willem, op het internet, met foto’s en al! Hij was oud geworden, en bleek nu iets te doen in de seminariewereld. Wie hem nodig had kon hem gewoon mailen, schreef hij. ‘Dat zal wel’, dacht ik, ‘ Alsof het allemaal zo simpel is en Ome Willem je zelf een mailtje terugstuurt.’ Ome Willem zou wel een hoop secretaressen hebben die alle fanmail voor hem behandelden. Maar wat als Ome Willem gewoon een weemoedige oude man was geworden die thuis zat te wachten tot er een groepje 25-jarigen nerveus zou aanbellen voor een handtekening? Ik besloot het erop te wagen.

Zou ik hem aanspreken met meneer Rutten? Hij zou het vast leuker vinden om ‘Beste Ome Willem’ te zien staan.. Of was dat belachelijk voor iemand van mijn leeftijd? Ome Rutten dan maar? Ik nam het onzekere voor het zekere en schreef hem aan met de aanspreking die ik als kleuter zou hebben gebruikt. Ik vertelde hem hoe ik als kind uit volle borst meezong met ‘deze vuist op deze vuist’, dat mijn broer elk jaar drie drumstelletjes versleet om hem na te doen, en dat ik bij wijze van puur jeugdsentiment een deeltje van mijn site aan hem wilde wijden. Of hij toevallig nog fotomateriaal had? Opgelaten klikte ik op ‘verstuur’.

De dagen erna waren te spannend voor woorden. Stel je voor dat Ome Willem zelf mijn mailtje onder ogen had gekregen. Misschien had ik me wel onsterfelijk belachelijk gemaakt bij mijn kinderidool. Maar er kwam geen antwoord. Natuurlijk niet, wat had ik wel gedacht? Zo simpel kon het nu eenmaal echt niet zijn.

En toch! Drie dagen later kreeg ik wel antwoord, van Edwin Rutten zelf. Hij had het een heel leuke mail gevonden, was blij dat we hem nog niet waren vergeten en hij had me per post een verrassing toegestuurd. ‘Als het je leuk lijkt kun je me misschien eventjes bellen voor een interview voor op je site’, schreef hij. Ik voelde mijn moed in mijn schoenen kletsen. Dat durfde ik helemaal niet. ‘Doen! Je bent toch niet bang voor Ome Willem, zeker?’ zei mijn moeder. Ik mailde hem terug dat dat me wel leuk leek. Hij mailde me zijn telefoonnummer en een tijdstip door. Maandagmorgen om elf uur. Ik werd gek.

Die maandagmorgen zat ik op mijn kot, telefoonnummer in de ene hand, bandopnemer in de andere, starend naar mijn telefoon. ‘Als ik dit nummer bel neemt Ome Willem op.’ Ik deed mijn uiterste best om mijn hartslag onder controle te krijgen en een goede openingszin te bedenken. Ik draaide het nummer. ‘Met Rutten!’ klonk het vrolijk. ‘Met Kelly, ik bel u even voor het interv..’. ‘Goeiemorgeuh rakker! Wat leuwk dat je me eejven belt!’ Het werd een heel leuk, mooi interview vol grappige anekdotes en herinneringen aan de tijd dat hij nog iedereen’s favoriete oom was. Op het einde informeerde hij naar mijn herinneringen en mijn studies. ‘Wil je dat ik nog even het Ome Willemlied voor je zing?’ vroeg hij. Ja, dat wilde ik eigenlijk wel.

Door de telefoon klonk de stem die me als kind altijd had begeleid toen ik keihard meezong. ‘Weet je wat ik vragen wil?? Zit er hier een kroowkoowdil?’ Ik was te erg onder de indruk om ‘NEEEEEEEEEEE!!!’ te gillen.

Toen ik de hoorn neerlegde knipperde ik zeker twintig keer met mijn ogen. Ik was wakker. En Ome Willem had een liedje gezongen, speciaal voor mij.

Stemmen

Het is allemaal een beetje aan me voorbijgegaan. Om eerlijk te zijn heb ik vandaag maar twee keer aan de verkiezingen gedacht: toen ik wakkerwerd en ‘Fuck, we moeten gaan stemmen!’ dacht, en toen ik in een rij vol zwetende mensen stond te wachten om het hokje binnen te gaan. Het aanschuiven duurde hooguit drie minuutjes, net lang genoeg om me af te vragen hoe sommige mensen er in godsnaam in slagen om al om elf uur ’s ochtends naar zweet te ruiken.

De tv staat al een tijdje op de verkiezingsshow, en er is maar ÈÈn uitspraak echt blijven hangen in mijn hoofd dat gewoon niet naar verkiezingen staat.

Yves Leterme (op zowat elke vraag die hem gesteld werd): ‘Dat doet er vanavond niet toe, vanavond gaan we feesten, en morgen gaan we met een fris hoofd aan de slag.’

Dat zegt heel veel over Leterme’s definitie van feesten. Yves Leterme is iemand die zou weigeren om mee te doen aan een polonaise omdat hij nog moet rijden.