Category Archives: flo

Een verjaardagfeest in cijfers

IMG_2185

2
De leeftijd van de jarige in kwestie.

3
Het aantal taarten. Om precies te zijn een dubbele chocoladetaart (de lievelings van de jarige), een frambozentaart en een citroentaart. Zo goed als allemaal op. Veel met behulp van de jarige in kwestie zelf.

IMG_2195

4
Het aantal ontplofte ballons en hartstilstanden bij Flo.

12
Aantal keren dat de jarige in kwestie in aanloop naar het feest van schoenen veranderde.

17
Het aantal aanwezigen. Bakske vol. En er waren volgens mij nog meer cadeautjes dan aanwezigen.

37
Het aantal woedeaanvallen van Flo. Dat is ongeveer drie vierden van gisteren, dus zeker en vast een geslaagde dag.

Deze post maakt deel uit van de 40 dagen bloggen-challenge. Dit is dag 19/40. 

On this day, twee jaar geleden

IMG_6406

Op de foto: mijn zwangere buik, mijn zoon van toen bijna vier die geen idee had wat binnen twee dagen op hem af zou komen, mijn man die hoopte dat alles goed kwam. Met ons. Met de baby. Met iedereen.

Niet op de foto: hoe ik toch weer bang was dat het een huilbaby zou zijn. Mijn last minute angst over hoe ik dat vast niet nog eens aan zou kunnen. Mijn nieuwsgierigheid naar mijn dochter. Die Flo zou heten, maar dat wisten toen alleen Youri en ik. Mijn hoop dat ze zou blijven zitten tot na 29 februari, want zo’n schrikkelkind zijn, dat leek me toch minder leuk. De stress over hoe Dexter het allemaal zou ervaren.

Mijn kind wordt bijna twee.
Emo is keihard toegelaten.

Deze post maakt deel uit van de 40 dagen bloggen-challenge. Dit is dag 14/40. 

Flo spreekt #1

flo spreektJullie kijken er al maanden naar uit, en eindelijk is de dag gekomen: Flo spreekt! Dat is al een tijdje zo, maar nu is het voldoende om de eerste aflevering van haar eigen te krijgen.

Ik ben eens gaan zoeken naar de leeftijd van Dexter toen hij zijn eerste Dexter spreekt kreeg.
En kijk: bijna exact op hetzelfde moment als waarop ik dacht dat het voor Flo ook de moment was. Een maand voor hun tweede verjaardag.

Het ding is: Dexter was extreem snel met praten. Hij praatte ook onmiddellijk goed. Geen gebrabbel, wel direct zinnen met moeilijke woorden en bijzonder weinig fouten.

Zijn zus is wat trager.
Dat is niet altijd slecht, want ze was ook minder gefrustreerd dan haar broer, die soms zot werd omdat we hem niet snapten.
Flo was initieel minder overtuigd van het gegeven “woordjes die geen random klanken achter elkaar zijn”.
Flo deed maar wat.
Wij snapten er weinig van.
Keken niet begrijpend naar elkaar en vonden opluchting in het feit dat de andere ouder er ook geen snars van begreep.

IMG_1831

Maar een tijdje geleden begon het.
Hier en daar een woordje dat we snapten.
En dan ineens zinnen. Van twee woorden. Drie, daarna zelfs vier.
Met vervoegingen, al dan niet correcte.

Drie weken geleden moest ik met haar op controle naar Kind & Gezin, en bleek madam keihard voor te zitten in taalgebruik. Zowel de madamkes van het wegen als de dokter keken hun ogen uit. Wat wil zeggen dat Dexter echt wel zot hard voor moet hebben gezeten.

Niet dat het er allemaal geweldig toe doet. Flo is boven al een grappig, aandoenlijk tettergat.

Deze uitspraken schreef ik de afgelopen dagen neer in mijn Bullet Journal:

  • Papa beetje werken in Boei?” (met hoog stemmetje en scheef hoofd). Wij gaan wonen in een wijk die “De Vloei” heet. De afgelopen weekends was Youri daar een vals plafond aan het steken, waardoor ze nu telkens hij terug komt van zijn werk polst naar de werkzaamheden.
  • Po sien.” Kan ook zijn: “Kindjes sien”.  Ze wil naar zichzelf kijken op de telefoon, of naar foto’s van de kindjes van in de crèche. Met prachtige namen als Ananies, (Anaïs), Leejom (Leon) en Abbabel. (Annabel)
  • Oojeniet”. Ik hoor je niet. Als ik roep om te zeggen dat we haar pyjama gaan aandoen, bijvoorbeeld. Ze kan niet komen als ze mij niet hoor, ah neen.
  • Ikke oppepuimt.” Flo heeft opgeruimd.
  • Tuutje voor toosje”. Flo mag haar tutje niet hebben als ze niet slaapt, maar probeert ons wijs te maken dat ze het nodig heeft voor haar pop, Roosje. Het is geen dwaze, die Flo.
  • Soenen aaaaaan”. Zeker tien keer per dag. Ze kan al alleen haar sokken en schoenen aandoen, omdat ze geobsedeerd is door het veranderen van schoenen.
  • Buiten joejoe!“. Flo heeft ergens “happy birthday to you” opgepikt.
  • “Flo srokken e badje“. Ze is eens heel hard geschrokken in bad en sindsdien is er een licht trauma. Als we aan de deur van de badkamer passeren wil ze het daar altijd nog eens over hebben.
  • Nietje wam“. Hetzelfde met haar fles: die vond ze ooit eens te warm, waardoor ze nu elke ochtend voor ze van haar fles drinkt “nietje wam” zegt.
  • Ikke voetjeballen“. Like a boss, trouwens.
  • Feefoon aan mama“. Flo komt mijn telefoon brengen die ergens lag rond te slingeren.
  • Chocolade“. Er is geen woord dat ze mooier uitspreekt dan dat. Er is ook geen eten dat ze met meer smaak binnenspeelt dan dat.
  • Ditje zammen in de babas“. Dexter gaat zwemmen in het zwembad. Als Dexter naar de zwemles moet, dus.

Deze post maakt deel uit van de 40 dagen bloggen-challenge. Dit is dag 5/40. 

Lieve Flo, (deel 3)

IMG_0667

Ik weet het, meisje, jouw nieuwsbrieven zijn dun gezaaid.
Een jaar en acht maanden ben je ondertussen, en nog steeds vallen ze op de vingers van een hand te tellen.

Ik voel me daar niet ambetant over, en ik hoop jij later ook niet. Ik ben niet zo’n aanhanger van het “als je het voor de ene doet dan moet het ook voor de andere”-principe. Ik probeer niet te tellen. Zolang er liefde op overschot is doen al die statistieken er niet zo toe. Dat wil ik jou ook graag leren: sommige dingen zijn belangrijk, en andere minder. Dat alles altijd voor iedereen gelijk moet zijn is een verhaal dat je jezelf al dan niet vertelt, en dat de dingen soms gecompliceerder maakt dan ze hoeven te zijn.

IMG_0680

Nog zo’n verhaal dat je vader en ik onszelf lang hebben verteld is dat een tweede kindje in ons geval echt geen goed idee was.
Niet voor je broer, die het graag rustig en stil heeft.
Vast ook niet voor je moeder en vader, die het al zwaar genoeg hadden gehad voor jij er was.
Die het ook graag rustig en stil hebben.
En niet te gecompliceerd.

Maar toen was je er, op de eerste dag van maart van vorig jaar, en sindsdien lach ik weer veel vaker dan in de jaren ervoor. Dat heeft niet enkel met jou te maken, ook met een belangrijk herstel. Maar het is een feit dat ik er zo weinig rekening mee had gehouden dat ik het ook wel eens leuk zou kunnen vinden, dat dat ervoor zorgde dat de warmte van de zon extra veel deugd deed.

Daar was je, de zotte dochter waarvan ik niet eens wist dat ik haar zo graag had gewild, en sindsdien zijn we met vier en dat loopt zoveel vlotter dan wij gedacht hadden. Gevreesd hadden, zelfs.

IMG_0343

Oké, oké, je woedeaanvallen zijn nu al legendarisch, en dat vond ik van die van Dexter ook al, maar toen had ik die van jou dus nog niet gezien.
De ene dag kan ik er beter mee om dan de andere, maar ik kan er zo ongeveer duizend keer beter mee om dan toen Dexter zijn eerste woedeaanvallen kreeg. En ik ernaar stond te kijken en me afvroeg hoe ik dit nu weer zou overleven.
Ondertussen ben ik al wat meer de moeder die ik bij Dexter had willen zijn.
En ik weet dat alles makkelijk is als je erop terugkijkt, en dat de wegen geplaveid liggen met had-ik-maars. Die geen enkele zin hebben.
Maar ik ben boven al blij dat ik die tweede kans heb gekregen.

IMG_0425Jij doet me deugd, Flo.

Je bent een vat vol deugnieterij.
Zo’n kind met oogjes die altijd blinken.
Dat niks leuker vindt dan nieuwe kleren en schoenen en accessoires, geen idee van wie je dat hebt.
Zo’n peuter die enthousiast meedanst met Kinderen voor Kinderen op filmpjes uit de crèche, wat mij dan weer veertien vuiltjes per oog oplevert.

Je bent een showmadam, een deugniet, een lachtaart en een dramaqueen.
Je bent overal graag bij, en nog het liefst bij ons.
Het is zot dat ik er op voorhand toch mee ingezeten heb dat jouw komst dingen zou veranderen waar we misschien niet goed mee om zouden kunnen, en dat dan bleek dat jij het clichématige stukje was dat onze puzzel compleet maakte.
IMG_0729

En of ik het nu zo sentimenteel wil uitdrukken of niet, lieve Flokie, je maakt mijn wereld en die van de mensen die je kennen tot een leutigere plek. Waar het gelach als geklater klinkt dat eerst als een rochel opborrelt uit je “buit”. Waar mensen “bapu” zeggen tegen elkaar, terwijl ze “danku” bedoelen. En waar de grootste idolen de broers zijn, die de allerleukste mopjes vertellen. Waar die broers het feit dat het rustig en stil is met plezier hebben ingeruild voor de leukste speelkameraad die ze zich konden inbeelden. Wat er dan weer voor zorgt dat de moeders er nog het allerdankbaarst zijn, omdat ze erbij mogen staan en ernaar kijken.

Geweldige Flo, je bent onze poppemie, onze bozemie, onze huisclown en ons kakkernestje. Je bent het beste slechte idee dat we ooit hebben gehad, en we zien je allemaal zo graag dat het belachelijk is.

Dikke zoen,

je mama

Flo is 1! (moeten worden om eindelijk ook eens een nieuwsbrief te krijgen)

IMG_5951

Lieve Flo,

ik weet het, als je ooit bij een psycholoog belandt kun je uitpakken met een stevige binnenkomer. Je moeder schreef elke maand een nieuwsbrief voor je broer op haar blog, en voor jou… niet. Je mag er ineens bij vertellen dat je ouders honderden boekjes met je broer hadden gelezen voor zijn eerste verjaardag aanbrak, en met jou.. wat minder. Ze hebben ook ongeveer honderd keer minder videofilmpjes van je eerste jaar.

Er zijn factoren die in ons nadeel speelden. Je broer moest destijds tot in het oneindige geëntertaind worden. Een uitputtingsslag waarbij boekjes een soort magische knoppen vormden waarmee we de tijd iets sneller konden laten gaan. Hoera! Weer vijf minuten waarop hij niet hysterisch weende! Nog twee uur en hij kon naar bed!

IMG_6070

Ook jij houdt ervan om geëntertaind te worden, maar het is vele niveaus minder uitputtend. Als we een balletje gooien, moet je daar zeer hard om lachen. Terecht. Als we je leren hoe je dat balletje in een kommetje kunt doen dan krijgen we daar de grootste glimlach voor terug. Soms vermaak je jezelf een half uur in stilte. Dan weten je vader en ik even niet waar we het hebben. Dus ja, ik hoop dat je het ons zult vergeven dat al die boekjes net iets minder vaak uit de mand komen. We kennen ze nog altijd uit ons hoofd. Vooral je vader. Soms vrees ik dat hij nog maar één imitatie van een varken of bij verwijderd is van een laattijdige zenuwinzinking.

IMG_5946

Vergelijken is tegen alle regels van het ouderschap, maar sta me toe het toch te doen. Je bent er veel geruster in dan je broer. Terwijl hij al zoveel kilometers aflegde aan het handje dat we hem ervan verdachten stiekem plannen te smeden voor de babydodentocht, doe jij soms iets dat op een funny walk van John Cleese lijkt. Al moet die gekkigheid met die benen en dat rechtstaan ook niet te lang duren. Dexter had op 1 jaar al een serieus repertoire aan woordjes in zijn mouw zitten (“Baltje” <3) en kon de juiste geluiden produceren bij het juiste dier, lezen we hier ter bewijs. Als jij een dierengeluid produceert is het volledig per ongeluk en je hebt ontdekt dat wijzen ook werkt en minder inspanning vergt dan leren praten. Alles is een p-klank. Vond ik je nog half briljant toen je “p” zei tegen Dikkie Dik want een Poes, toen bleek dat je het ook zegt tegen Dexter zijn auto’s waarvan het merk niet eens met een P begint en tegen verdwaalde sokken was dat weer wat minder.

IMG_5823

Het blijft gek om de nieuwsbrief te herlezen die ik schreef voor de eerste verjaardag van je broer. Ik lees tussen alle lijnen door hoe zwaar alles nog was. Hoe we hadden gehoopt dat het rond een jaar zou beginnen beteren, maar hoe intensief het bleef en nog lang zou blijven.

Een jaar zeg“, zeiden je vader en ik deze week tegen elkaar, waarop hij “Amai, dat is eigenlijk toch wel goed meegevallen“. Dat is zo, lieve Flo. Je werd met gemak geboren, fietste zonder noemenswaardige problemen je eerste weken door, bleef een zonnetje onder de mensen en bent dat op de meeste dagen nog steeds. Je doet ons zo vaak lachen, zo hard dat ik er dierengeluiden van begin te produceren als ik dan toch uit de biecht klap. Niet in het minst omdat je qua tandheelkundige ontwikkeling maar niet verder komt dan twee ondertanden. Die in combinatie met je schalks opgetrokken neus de beste aanblik ooit geven, al helemaal als je iets hebt gedaan waarvan je weet dat het grappig is.

IMG_5532

Ik ben een andere moeder dan de eerste keer. Dat is een klein cadeautje dat jij me zonder het te weten hebt gegeven. De kans om het nog eens opnieuw te doen. Jouw moeder zijn voelt soms als een subtiel schouderklopje dat zegt: “zie je wel mama, je kan het wel“. Het is geen verantwoordelijkheid die in jouw handjes lag, mij een beter moedergevoel geven, en het lag ook niet in de handjes van je broer, maar elke dag dat je zonder verpinken je snot aan mijn trui wrijft en zo zalig en fantastisch jezelf bent, ben ik dankbaar dat we nog eens gedurfd hebben. Dat ik daardoor kan zien wat voor een lieve, zorgzame grote broer mijn kleine jongen kan zijn. Dat ik mag meemaken hoe jij schatert om elk dom dansje dat hij voor je uitvoert. Dat het allemaal zo vanzelf is gegaan ook, ondanks mijn bezorgdheden. Dat ik je op je gemak niks minder dan je geweldige zelf zie worden.

Lieve Flo, poppie, Flokie, zottemie. Je hebt me geleerd om wat meer vertrouwen te hebben, het allemaal wat minder serieus te nemen, te geloven in dingen waar ik misschien niet meer in durfde te geloven.

Als ik telkens een stukje had gegeten als ik dacht dat ik me niet meer kon inhouden, dan was er al lang niks meer van je over geweest.

Een heel gelukkige verjaardag, Flootje cadeautje,

je mama

Zes maanden Flo

flozesmaanden4U heeft toch niet echt gedacht dat het aan u lag?“.
Natuurlijk heb ik dat gedacht. U wilt niet weten wat ik allemaal heb gedacht“.
De kinderarts keek me aan met een mooi afgemixte mengeling van begrip en compassie.
“Wat jammer dat u dat heeft moeten denken.”

En ik weet het best. Sinds Flo er is weet ik het allemaal nog veel beter, dat er geen twee kinderen gelijk zijn en dat een ander zijn ouderschapservaring met die van jou vergelijken nergens op slaat. Elke keer als ik iemand hoorde zeggen dat ze de babytijd ge-wel-dig vond gingen er messen door mij heen, ooit. Ik vond de babytijd van Dexter een van de ergste ervaringen uit mijn leven. Omdat mensen me verzekerden dat alle baby’s nu eenmaal huilden en ik daardoor ging geloven dat ik simpelweg niet opgebouwd was uit materiaal dat moederen mogelijk maakte. Dat ik misschien minder goed tegen huilende baby’s kon. Dat ik zwakker was dan andere moeders die het wel aankonden en glimlachend met hun baby’s in de buggy over straat liepen, in plaats van dat ze zin hadden om in foetushouding op de grond te liggen wachten tot het voorbij was, dat eeuwige en steeds opnieuw beginnende gekrijs waarvoor geen oorzaak werd gevonden.

Een kennis met een hele makkelijke baby zei ooit dat ze heel goed tegen huilende baby’s kon, dat dat haar nu eens echt niks deed. En daar stond ik dan weer, met mijn amper verwerkte postnatale depressie als een bewijs van teergevoeligheid op mijn CV. Me in stilte af te vragen of het gewoon dat was, dat ik simpelweg niet goed tegen huilende baby’s kon en er dus gewoon misschien beter geen had gekregen. Waardoor ik me dan weer schuldig begon te voelen omdat ik zo lichtvoetig en naïef aan het hele babyavontuur was begonnen. Ondertussen weet ik dat er huilende baby’s zijn en huilende baby’s. Dat wist ik toen ook, maar die avond was het gewoon niet wat ik wilde horen.

flozesmaanden2

En nu is Flo er. Volgende week al zes behoorlijk fantastische maanden. Zes maanden die voorbij zijn gevlogen, terwijl de eerste zes maanden van Dexter jaren leken te duren.

flozesmaanden3

Flo, die sinds de dag dat ze er ineens was opgetrokken lijkt uit zonnestralen. Ze had even wat last van krampjes, wat me deed beseffen dat er een groot misverstand bestaat over ouders van huilbaby’s. Een misverstand dat ik de laatste maanden regelmatig op mijn pad vond: “Jullie hebben al zoveel meegemaakt, nu wordt alles een makkie“. Wel. Tijdens de paar moeilijke dagen (en het waren zelfs geen dagen maar namiddagen, als ik eerlijk ben) besefte ik dat het net het tegenovergestelde is. Ik heb minder draagkracht dan andere ouders. Ik heb in de eerste maanden met Dexter zoveel gehuil doorstaan dat mijn emmer nog steeds vol zit. Misschien wel voor altijd.

Een huiluurtje van Flo bracht direct weer paniek met zich mee die niet evenredig was met de situatie die zich aandiende. Dat ik het niet zou kunnen stoppen. Dat het weer begonnen was. Dat ik er zo geen zin meer in had, ook. Een posttraumatische stress-stoornis, zei mijn psychologe ooit. En ik denk echt dat ik reageer op een huilende baby als een Vietnamveteraan flipt op onverwachte geluiden. Alle alarmen aan. Code rood. Wat een ongelooflijk geluk dus, dat Flo zo goed als nooit niet vrolijk is.

Ik moet daar niet onnozel over doen, en ik wil het ook niet met de mantel der liefde bedekken en doen alsof je zo’n dingen vergeet: tot nu toe was voor Flo zorgen zowat honderd keer simpeler als voor Dexter zorgen, destijds. Alles is makkelijker. Flo’s aanwezigheid en de manieren waarop ze het een walk in the park voor ons maakt doet ons nu nog een keer beseffen hoe vreselijk dat eerste jaar met Dexter was. Ik hou niet zo van terugkijken, maar als ik terugkijk, dan is dat met nog grotere ogen dan voor Flo. Dat wij dat overleefd hebben. Als koppel, als mens. Dat ik er niet met meer blutsen en builen ben uitgekomen. Dat we zoveel pech gehad hebben ook. Natuurlijk niet in vergelijking met mensen met een kindje dat echt ziek is. Dat was tegelijk mijn grootste frustratie dat eerste jaar en het grootste cadeau: Dexter had niks, dus kon er niks aan gedaan worden. Nu ben ik blij dat hij, behalve dat hij zeer gevoelig is, “niks heeft”. Zelfs geen lactose-intolerantie. Helemaal niks dat kan verklaren waarom hij non-stop moord en brand heeft gekrijst in zijn eerste maanden.

Net zoals niks kan verklaren waarom Flo altijd blij is. Het ligt niet aan ons, dat weet ik na zes maanden Flo nog beter dan ervoor. Wij maken geen malcontente kindjes (zoals ik in de eerste maanden met Dexter dacht), en ook geen altijd contente (zoals ik had kunnen denken als Flo mijn eerste was geweest). Ze kunnen niet meer van elkaar verschillen, die twee van ons, op het eerste zicht. Maar ze vinden elkaar wel geweldig, en dat maakt mij dan weer geweldig content.

flozesmaanden1

De komst van Dexter gaf me het gevoel dat ik niet gemaakt was om een kindje te hebben, de komst van Flo geeft me het gevoel dat er niet veel dingen simpeler zijn dan dat. De waarheid ligt ergens in het midden, zoals dat altijd gaat. Maar ik ben zo blij dat ik nog eens de kans heb gekregen om mezelf tegen te spreken. Ik heb alles gedacht, toen Dexter er net was, maar geen enkel moment dat ik een bijzonder geschikte moeder was.

Om dat te geloven moest ik nog eens durven springen, en ik ben elke dag ongelooflijk dankbaar dat iets in mij dat nog heeft gedurfd.

Gelukkige halve verjaardag, lieve Flo.
Het lijkt alsof je er altijd al was, en tegelijk moet ik elke dag een paar keer met mijn ogen knipperen omdat ik niet kan geloven dat je er bent.

Dikke zoen,

je mama

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Hoe Flo een Flo werd

naamkeuze

Ach, een naam kiezen voor je toekomstig kind, het is toch elke keer weer wat. Ik wist al van de vorige zwangerschap dat ik bij Youri niet zou moeten afkomen met mijn indrukwekkende namenlijstje in Evernote voor we het geslacht wisten. Op de echo op veertien weken lag kind twee met de beentjes dicht, dus neen, hij moest het niet weten. Youri is er de man niet naar om tijd te steken in een discussie over een naam voor een jongen als het dan een meisje blijkt te zijn of omgekeerd. En dus beet ik op mijn tanden tot aan de echo op twintig weken. Waarop ze gelukkig wel het geslacht konden zien, en maar goed ook, want anders hadden ze me daar vast moeten houden voor een severe case van onhoudbare nieuwsgierigheid.

“We moeten het dan maar eens over de naam hebben”, sprak ik voorzichtig bij thuiskomst.
Maar daar moest de man des huizes toen nog niet van weten. Hij zou eerst eens goed nadenken over een lijstje van vijf namen (neen, DAT HAD HIJ NOG NIET GEDAAN :aah:), en dan moest ik ook maar mijn favoriete meisjesnamen oplijsten en dan zouden we nog wel zien. Ja echt, zijt daarmee getrouwd. Maar goed, op die manier was het bij Dexter ook gelukt en ik was gewonnen, dus ik ging mee in het verhaal. Door elke avond die daarop volgde te vragen of hij zijn lijstje al had gemaakt. Nog niet, zei hij, maar hij was ermee bezig. U begrijpt dat mijn dochter ondertussen in mijn hoofd al een naam, tweede en derde naam en al wat de hemel geven kan had. En neen, dat was niet Flo, maar ik zou toch winnen. Al was het omdat ik er al zo ongeveer duizend keer langer mee bezig was geweest dan hij en dus dat recht wel mocht opeisen. Dacht ik.

“Oké, ik heb een lijstje”, zei Youri op een avond.
“Lieve hemel eindelijk!!”, riep ik.Waarna de stress me toch een beetje om het hart sloeg, want wat als we er deze keer niet uit zouden geraken?

Of neen, zei hij toen.
Ik heb eigenlijk een naam die ik al heel lang heel erg mooi vind. Er is alleen een probleem mee.
De naam bleek Flo te zijn, het probleem dat mijn ex-collega Lien -waarmee ik lang en veelvuldig bij Story en later Flair heb samengewerkt- een Flo had, die iets jonger is dan Dexter. Meteen ook de reden dat Dexter Dexter werd en geen Jack, want ik had destijds een collega bij Story die Kelly heette en al een Jack had. Waardoor Youri ervan uit ging dat een Flo nu ook out of the question zou zijn. (Kelly kreeg niet zo lang geleden trouwens een Eliott, een naam die ook al in mijn top vijf zou gestaan hebben als kind twee een jongen was geweest)

Maar Flo stond dus ook in mijn Evernote document. Al lang.
Alleen niet in mijn top vijf, door Lien haar Flo.
Maar tegelijk: Lien en ik zien elkaar maar zelden meer, door veranderende werkomstandigheden in de boekjesmakerijwereld. En zij woont in de Kempen en ik in de Westhoek.

“Lien…”, vroeg ik haar dus op een dag. “Hoe erg zou jij het vinden als mijn kind twee een Flo zou worden?”.
“Ik zou vereerd zijn”, sprak Lien.

En zo werd onze Flo een Flo.
Werd dat ook nog eens op een goede drie minuten en half beslist, zonder discussie.
En het staat haar als gegoten.

(Met als bijzonder grappig neveneffect dat Dexter even in de war was, omdat er in Cars een auto zit die Flo heet. En hij zijn zus in het begin soms aansprak met Ramone, want aja, er zit ook een auto in Cars die Ramone heet. (“Papa, ik denk dat Ramone honger heeft“. <3))

Deze blogpost werd geïnspireerd door een vraag van Kleine Atlas in de comments. Benieuwd naar jullie verhalen over de naamkeuze van jullie kindjes. Deel ze gerust hieronder of in een blogpost die ook gelinkt mag worden in de reacties, en dan komen we lezen!

de drie dingen die ik had willen weten toen ik thuiskwam met baby 1

thuiskomenbaby2

In de crib zijn we amper bekomen van de komst van Flo, of het is al aftellen naar de volgende baby. Gelukkig niet van ons, god sta me bij, maar wel de eerstgeborene van mijn kleine broer, die zich als alles goed gaat al binnen enkele weken laat zien. Mijn kleine broer zal niet kwaad zijn als ik zeg dat hij op dit moment niet ongelooflijk gespecialiseerd is in pasgeboren mensenkinderen. Hij heeft er al wel eens een gezien, maar de echte nuts en bolts zullen zich de komende maanden op natuurlijke wijze aan hem en mijn schoonzus moeten openbaren.

Je kunt jezelf dan wel wat sussen met lijstjes afvinken en geboortelijsten leggen, als puntje bij paaltje komt is er een voor en een na de komst van de baby, en dat krijg je pas uitgelegd aan iemand die die transitie zelf heeft doorgemaakt. Life can only be understood backwards but must be lived forwards en andere Pinterestspreuken, ik weet het, maar toch zijn er een paar zaken die ik ondertussen heb geleerd die de eerste weken met een kersverse baby wat makkelijker kunnen maken. Wat werkt is voor iedereen anders, dat besef ik wel. “Slaap als je baby slaapt” werkt bijvoorbeeld niet voor mij, maar andere zaken hebben wel een en ander vergemakkelijkt. Je weet maar nooit dat ze iemand helpen die met de handen in het haar zit.

Drie dingen die ik had willen weten toen ik thuiskwam met mijn eerste baby:

– hoe goed het nachtelijke shiftensysteem werkt:

Ik weet het, uw man moet gaan werken den duts, en gij moet niet anders doen dan wat in de zetel lummelen met uw pasgeboren baby, dus is het maar normaal dat gij elke nacht opstaat terwijl hij blijft liggen. Gelukkig zijn de jaren vijftig gepasseerd, en mogen mannen ook gerust eens een hand toesteken als het lastig wordt. Zelfs als het niet lastig wordt. Waarom hebben we anders onze bustehouders verbrand, eigenlijk? Youri en ik werken met het systeem van opgesplitste nachtelijke verantwoordelijkheid. Mede omdat er weinig dingen irritanter zijn dan ’s nachts niet weten aan wie het is om op te staan voor een huilende baby of voeding. Als wij uit een diepe slaap komen zijn wij allebei soms zo cranky dat we elkaar zouden kunnen slaan, en om dat te voorkomen doen wij van afspraak. De ene nacht geef ik de laatste voeding (meestal rond tien uur) en ben ik vanaf dan van dienst tot aan de volgende voeding. In het begin was dat een shift van een uur of vier, en als ze in die shift niet wilde slapen dan was het aan mij om dat op te lossen.

Ondertussen slaapt Flo al blokken van een uur of zeven na elkaar (wij zijn dankbaar en hopen het niet gejinxt te hebben nu), dus begint de shift van Youri in dit geval om vijf uur ’s morgens met een voeding. De volgende nacht is het dan omgekeerd. Op die manier weet je altijd dat je toch zeker vier uur kunt slapen, ook al zorgt het kind voor een zware nacht. Helemaal in het begin lieten we Flo de eerste shift beneden slapen en sliep de verantwoordelijke van dienst in de zetel tot aan de aflossing, maar nu loopt alles zo vlot dat we al weer met zijn allen samen slapen. Zij in haar bedje naast ons bed, evenwel. En dat werkt perfect. (ik weet het: als je borstvoeding geeft dan kan de man niet veel doen bij honger, maar een baby is lang niet altijd wakker van de honger. En voor vrouwen die kolven kan dit natuurlijk wel perfect, al is het om wat rust te hebben)

thuiskomenbaby1

dat je het zo klein mogelijk moet maken:

Een gouden raad uit de tijd dat we compleet kapot bij de kinderarts zaten met Dexter de kleine huilbaby. Ook al kun je soms weinig doen om krampen weg te nemen bij een baby, toch kun je het voor hem of haar wel zo klein mogelijk maken. Dat was toen nieuw voor mij, maar ondertussen heb ik al zoveel gelezen dat die theorie bevestigt (zie het werk van de geweldige Harvey Karp, over inbakeren en sussen en wiegen en andere tovermiddeltjes) dat het eigenlijk logisch is: een baby heeft negen maanden krap behuisd in je buik gezeten, en als hij het zwaar heeft, dan is dat meestal omdat zijn omgeving plots te groot is, te imposant en te veel impulsen op hem afvuurt. De oplossing is dan om het weer klein en knus te maken. Inbakeren helpt bij ons geweldig (Flo wordt elke nacht ingebakerd en ondergaat dat ook veel makkelijker dan Dexter destijds, die zich elke nacht als een Houdini los wist te maken. De kans bestaat evenwel ook dat wij toen nog niet zo goed konden inbakeren, maar kom), en een draagdoek waarin de baby dicht tegen je hartslag aanzit is ook fantastisch. Iemand raadde het me aan in de reacties van de vorige post, maar Flo wordt dus al eens gedragen.

Ik volgde deze keer een draagconsult aan huis bij Bieke van Draaggraag (en kan dat iedereen aanraden). Flo wordt of in mijn tricot slen (een rekbare doek zoals deze) gehesen als ze het lastig heeft, of als ik het lastig heb dan kies ik voor de fantastische Bondolino die ik heb van bij Babybij, de draagdoekenshop van Webkim. Het grote voordeel aan die Bondolino is dat je hem niet hoeft te knopen, en je baby dus nog veel sneller in de juiste houding in de drager krijgt. Lees: echt waar op een paar seconden. Ik zou iedereen die wat bang is voor het knopen maar toch wil kiezen voor een ergonomische drager waarin de baby perfect in kikvorshouding zit (en dus niet zoals in de Baby Bjorn carrier die je vaak ziet wat hangt te hangen) de Bondolino aanraden. Fantastisch geboortegeschenk ook, volgens mij, en Webkim is de perfecte vrouw om je alles uit te leggen, zo bewijzen ook haar geweldig populaire filmpjes op Youtube die mij alles geleerd hebben dat je maar over dragen wilt leren.

thuiskomenbaby3

dat vergelijken alle pret wegneemt.

Zeker als je zo’n eeuwige piekeraar bent als biebie hier. De curves van Kind en Gezin. Het aantal voedingen en de hoeveelheden waaraan een baby al vanaf dag één moet zitten. Of de baby al doorslaapt (dat wordt tegenwoordig soms al gevraagd als het kindje twee weken oud is, merkte ik. Met een zorgelijke “ah, oei” als je ontkennend moet antwoorden). Ik kan alleen maar zeggen dat ik me al over van alles zorgen heb gemaakt en dat de meeste dingen gewoon goed komen als je het tijd geeft. Is dat niet zo, ga dan naar een goede kinderarts en ga niet te veel voort op volkswijsheden en internetfora. Allemaal goed bedoeld, maar ik heb vorige week nog meegemaakt dat een veronderstelling rond medicatie die iedereen van elkaar overneemt helemaal nergens op leek te slaan. Altijd best eens checken, dus.

Heb jij nog tips voor ouders in spé? Ik lees ze graag in de reacties hieronder!

(Het zijn dit soort blogposts die ervoor zorgen dat ik tegenwoordig vaker aangesproken word met “beste mamablogger,” dan ik op een nuchtere maag aankan hé? Dju toch.)

Acht weken Flo: over luide baby’s en nieuwsbrieven die er geen zijn

flo_achtweken

“Twee dingen”, zei ik tegen de kinderarts terwijl ik de buggy met een tukkende Flo gezwind naast haar bureau parkeerde: “U heeft ons niet van honderd meter ver horen aankomen, en ik heb het volgehouden tot ze zeven en een halve week oud was voor ik haar aan u ben komen voorstellen.” De dokter moest lachen, en ik ook. Het is een bijzonder mooie dag als het moment is aangebroken waarover je ooit radeloos huilend “MAAR OOIT GAAN WE HIERMEE KUNNEN LACHEN!!” hebt gezegd. Want zie: ook om extreme huilbaby’s en de hopeloosheid die ermee gepaard gaat kun je dus ooit lachen. Als er maar genoeg tijd en boterhammen overheen gaan dan kun je volgens mij overal om lachen.

Een bezoek aan dokter kinderarts drong zich evenwel ook deze keer op, omdat Flo last heeft van krampen, soms van bijzonder venijnige. Doordat we het bij haar broer hebben moeten uitzweten ziet ons parcours er deze keer anders uit, zonder tripjes naar osteopaten en winkels vol dingen die toch niet helpen en waarvan we dat nu dus al weten. Er is al enkele keren van voeding veranderd, maar dat haalt even veel/weinig uit als de vorige keer, en dus bracht ik voor de zekerheid toch maar eens een bezoek aan de kinderarts. Dezelfde kinderarts die ons door de eerste maanden van Dexter sleurde door te luisteren en samen met ons te wensen dat het snel zou beteren. Meer kon ook zij niet doen, maar er zijn weinig mensen die in die periode meer voor ons hebben gedaan dan zij. Eeuwig respect dus.

Ze luisterde weer, bevestigde wat ik al dacht (dat ik de afgelopen weken exact had gedaan wat zij me zou hebben aangeraden, en dus alle stappen had doorlopen die maar gezet konden worden), en ik vertrok met de wetenschap dat de tijd er weer over moet gaan en ik mezelf niet kan verwijten niet voldoende te hebben geprobeerd. Meer moet dat soms niet zijn, of kan dat soms niet zijn, weet ik ondertussen

IMG_7935

“Na Dexter is alles relatief zeker voor jullie?” vragen mensen mij soms, maar dat valt tegen. Het is niet omdat je ooit zwaar verbrand bent geweest dat een blaar geen pijn meer kan doen, zo blijkt. Als ik moe ben, en mijn kleuter is lastig, en ik krijg mijn hysterisch huilende dochter maar niet getroost omdat ze krampen heeft/ zwaar geconstipeerd is/ een sprongetje doormaakt, dan denk ik eigenlijk nooit “Chill, want het is niet zo extreem als de eerste keer”. Tegelijk blijven de paniekaanvallen die ik na enkele weken onophoudelijk huilen bij Dexter had tot op heden uit. Er blijkt een vat kalmte in mij te zitten dat ik in de tijd van Dexter maar niet aangeboord kreeg, maar de kans dat iemand mijn manier van moederen ooit met het zenboeddhisme zal vergelijken blijft bijzonder klein. Misschien heeft dat ook te maken met het feit dat ze bijzonder luid en indrukwekkend kan wenen, onze Flo. Een vermoeden dat werd bevestigd toen onze kinderarts fijntjes opmerkte dat wij wel “zeer luide baby’s maken”. Niet een wedstrijd die ik per se wilde winnen, maar kom, een medaille is een medaille.

Aandachtige lezers hebben ondertussen al opgemerkt dat ik geen maandelijkse nieuwsbrief heb geschreven toen Flo een maand oud was. Bezorgde lezers hebben zelfs al laten weten dat ze dat maar jammer vinden voor Flo, en ermee inzitten dat zij me dat ooit kwalijk zal nemen, onder de hashtag ocharmedatkiendje. Ik ben zelf niet zo van de “als uw broer dat krijgt dan gij ook”-cultuur (zie ook: borstvoeding), dus dat is al het probleem niet. Ge kunt uw kindjes allebei graag zien zonder exact hetzelfde te doen, ben ik van mening. Dus neen, er komt deze keer geen perfect getimede maandelijkse nieuwsbrief met een lieflijke aanspreking en een schoon slot, vrees ik. Mocht ze daar evenwel ooit haar beklag over doen gooi ik volgende zaken op tafel: een linkerlichaamshelft die al een week of twee pijn doet van het vele dragen, sussen en rondlopen op krampenmomentjes. Een hoofd dat wazig is van de gebroken nachten. Een kapsel dat op niks trekt omdat ik geen tijd heb om naar de kapper te gaan, laat staan om mijn uitgroei bij te kleuren. En een hart dat elke dag vol is van hoe geweldig leuk en schoon en fantastisch ik mijn dochter en haar broer vind, en dat daardoor soms ontploft van algehele dankbaarheid.

Ha, en gullie maar denken dat ik gevoelloos was geworden.

THINK. AGAIN.

Als Flo mijn eerste kind was geweest, dan …

flo_eerstekind
  • had ik me vast niet zo’n waardeloze moeder gevoeld. Dan hadden gedachten als “Waarom kan iedereen dit en ik helemaal niet?” waarschijnlijk niet zo vaak de kop op gestoken, net als de vraag waarom ik zo nodig kinderen wilde en of ik dan niet gelukkig genoeg was zonder. Dan zou ik me vast niet op bijzonder regelmatige basis afgevraagd hebben of er mensen zijn die nu eenmaal niet gemaakt zijn om zich voort te planten, en of ik dan zo’n mens was. Of ik er niet beter wat langer over had nagedacht, terwijl ik al de dertig gepasseerd was toen ik zwanger werd.
  • was er vast sneller een tweede gekomen, en was de vraag of die er überhaupt wel zou komen en of dat niet een gigantisch risico was voor mijn mentale gezondheid waarschijnlijk zelfs niet gevallen. Terwijl die vraag deze keer erg lang en prominent boven onze hoofden is blijven hangen. Misschien zelfs tot na de bevalling.
  • was ik veel minder geld kwijt geweest. Aan osteopaten, aan tien verschillende soorten flesjes en speentjes, aan die ene stinkend dure vibrerende kinderstoel waarover ik op internet las dat hij kolieken wegnam als sneeuw voor de zon (nog nooit zo snel een bom geld uitgegeven voor iets dat niks bleek te doen, behalve vibreren), aan homeopatische (say what Kelly, say what?) krampenwatertjes, astronautenvoeding die ook al niet hielp en herhaaldelijke bezoeken aan de kinderarts. Als Flo mijn eerste kind was geweest, dan had ik dat allemaal op mijn spaarboek kunnen zetten, maat. Het resultaat zou hetzelfde zijn gebleven.
  • was ik veel meer geld kwijt geweest. Aan kleertjes en uiterlijkheden en dingen die mij bij Dexter niet boeiden, omdat er geen tijd en energie over was en ik vooral probeerde te overleven. Het was uiteindelijk dus vast toch op een nuloperatie uitgedraaid.
  • zou ik gedacht hebben dat een huilbaby een kindje is dat drie uur per dag weent, en zou ik ook gedacht hebben dat dat verschrikkelijk moet zijn. Terwijl ik bij Dexter op mijn blote knietjes in een paar houten klompen zou hebben gezeten voor een dag met maar drie uur wenen.
  • was ik nu vast ook al met haar naar de osteopaat geweest, en had ik vast gevonden dat ze veel weende. De laatste week is de eeuwig contente baby die nooit weent er wat af, wegens op gang komende spijsvertering en al wat daar bijhoort. Nu denk ik: het gaat wel over, en ‘ze hebben allemaal krampjes’. Honderd keer kalmer dan toen ben ik nu, en ik kan ook veel meer hebben. Tegelijk moet ik niet zoveel kunnen hebben, want door wat we met Dexter hebben meegemaakt stellen een paar lastige uurtjes bijzonder weinig voor.

Maar Flo was mijn eerste kind niet, en eerlijk? Het moederschap had mij ook met een makkelijkere baby overweldigd, daar ben ik van overtuigd. Ook met Flo zou ik geschrokken zijn van hoe het krijgen van zo’n kindje je leven overhoop haalt. Hoe je van iemand die elke nacht gewoon slaapt en elke dag gewoon invult naar believen gaat naar iemand die flink wat extra werk heeft aan moederen en heel wat controle over dag- en nachtinvullingen moet opgeven. Ik zou ook geschrokken zijn van hoe vaak je zo’n klein wormpje moet verschonen, voeden en van TLC moet voorzien. Omdat ik niet zo’n moeder ben bij wie zo’n dingen compleet vanzelf gaan en zonder nadenken. Alleen zou het niet in een klimaat van constante moordende stress zijn geweest, met het eeuwige gekrijs op de achtergrond.

Als Flo mijn eerste kind was geweest, dan zou ik alles zeker niet als zo ontspannen ervaren hebben als nu, met Flo als mijn tweede kind en tien jaar extra ervaring in mijn mouw. Want zo voelt het echt: in het eerste jaar met Dexter ben ik niet alleen tien jaar ouder geworden wat rimpels en grijze haren betreft, maar ook op vlak van persoonlijke ontwikkeling. En dat is niet alleen een gigantisch cadeau gebleken voor mezelf, maar ook voor Flo en Dexter. Nooit gedacht dat ik het zou zeggen, maar ja echt, ik ben dankbaar voor hoe de dingen gegaan zijn. Hoe gek dat ook is, en hoe pikdonker het ook was. Als mensen die nog steeds op deze pagina’s stranden na het intikken van “huilbaby niet meer aankunnen” of “hoe lang tot huilbaby stopt met huilen?” zich daar ook maar een klein beetje aan kunnen optrekken, dan ben ik door het delen en blijven delen van een verhaal dat mij nog steeds pijn doet in mijn opzet geslaagd.