Category Archives: food-a-licious

[gastbrief] Thomas Siffer leert u iets bij over olijfolie

thomassifferolijfolie2

Hey Kelly,

Die blog van jou, ik volg die dus zoals een man van over de vijftig geen blogs van jonge moeders zou mogen volgen zonder het in zijn broek te doen, niet vanwege zijn incontinentie, maar van de angst omdat vroeg of laat de zedenpolitie hem in de boeien komt slaan. Ik zie de kop al in Het Laatste Nieuws: ‘Ex-baas wurgt ex-werkneemster ‘, met daaronder in kleine letters ‘met aandacht en alleen virtueel, maar dat telt ook’. Werkelijk, ik ben de Spiderman onder jouw lezers, zo hard plak ik aan je blog.

Ik schrok me dan ook een ongeluk toen ik las dat ik zou gastblogposten. Zotcontent ben ik.

Want kijk. Jij geeft je lezers soms culinaire tips en zelfs dat vreet ik op zonder lang genoeg te kauwen. Maar ik bleef een beetje op mijn honger zitten. Want waar je het in je mooie kruistocht voor gezond en lekker eten nog nooit over had was over olijfolie. Ongelooflijk lekker en gezond voor ongeveer alle mankementen. Duizendmiljoen keer beter dan boter of margarine.

De miserie is dat veel mensen zich bij het kopen van olijfolie laten verblinden door dure flesjes en sierlijke etiketten, terwijl er in geen sector meer gesjoemeld wordt, en dat ze dus dikwijls olie op hun eten doen waarmee ze evengoed hun fietsketting kunnen smeren.

thomassifferolijfolie4

Kijk. Jij bent hier al geweest. Je hebt Vincenzo al ontmoet. Onze hippe rastaboer. Toen je zijn allereerste olijfolie van het jaar proefde, de olie die hij voor zichzelf aan de kant zet, zei je verbaasd dat je blijkbaar nooit eerder echte, eerlijke extra vergine had geproefd. Niet waar? Want ja, het is alsof de natuur in eigen persoon over je tong komt glijden en je dan bij je keel grijpt. Een hemelse mengeling van zacht en stevig.

Wel, Vincenzo en ikzelf hebben nu een bedrijfje opgericht. Yup, uw ex-baas waagt zich in de olie-industrie.

Mag ik je rap, voordat ik je een gerechtje of twee geef die een bejaarde boerendochter ons heeft geleerd, enkele tips geven waar mensen op moeten letten als ze olijfolie kopen?

1) ‘Koud geperst’ en ‘Eerste persing’. Klinkt mooi. Maar dat staat er voor niets. Alle olijfolie van redelijke kwaliteit wordt tegenwoordig koud geperst, en in één keer. Vroeger werd de pulp van olijven na een eerste persing opgewarmd en nog een keer geperst, om het laatste beetje olie eruit te krijgen. Nu zijn de persen en de centrifuges zo krachtig dat één koude persing volstaat.

2) ‘Italiaanse olijfolie’. De ellende is dat je je olie Italiaans (of Spaans, of Grieks) mag noemen zodra een deel van de olijven uit dat land komt en/of als de olie in dat land wordt geproduceerd en/of op flessen getrokken. Vrachtschepen vol minderwaardige olijven uit Egypte en Lybië worden aangevoerd voor ‘Italiaanse olijfolie’.

3) ‘Extra vergine’. De beste olijfolie is de olie van 1) vroegrijpe olijven die 2) van de takken geplukt worden en die 3) dezelfde dag geperst en gebotteld worden. Die olie heeft een zeer laag zuurgehalte. (Met een zuurpercentage onder de 0,8% mag je je olie ‘extra vergine’ noemen.) De meeste olie echter wordt gemaakt van olijven die later in het seizoen geplukt worden (omdat er dan meer olie in zit) en vooral van olijven die gevallen zijn en van de grond worden opgeveegd (waar ze soms weken hebben liggen fermenteren). Van die olie is het zuurgehalte veel hoger. Mààr! Grote producenten trekken met wat chemische hocus-pocus het zuur van die minderwaardige olie terug omlaag. Zodat ze opnieuw uitkomen bij… extra vergine olijfolie (die in feite helemaal geen extra vergine olijfolie is).

4) ‘Gefilterd’. Ongefilterde olie is een beetje troebel en na een tijdje zakt wat residu naar de bodem. Mensen hebben liever heldere olie zonder bezinksel. Maar hier dénken boeren er niet aan hun olie te filteren. Ongefilterd is veel beter, zeggen ze.

5) Wat op etiketten staat moet je dus wantrouwen. ‘Van 100% Italiaanse olijven’? Werden ze netjes geplukt of eerder van de grond opgeveegd? ‘Van de bomen geplukt’. Oké, wanneer? Ook op het einde van het seizoen? ‘Extra vergine’. Dat kan dus betekenen dat het zuur omlaag getrokken werd.

De moeilijkheid is dus: je kunt alleen zeker zijn van wat je koopt als je koopt in vertrouwen, of recht van de boer.

Nog één iets om goeie olijfolie te herkennen: eerlijke extra vergine kan niet zo goedkoop zijn als hij in de supermarkten wordt verpatst, en hoeft niet zo duur te zijn als hij in delicatessenzaken wordt verkocht.

En dan nu twee gerechtjes van Bellina. Zij heeft leren koken zoals haar grootmoeder van haar grootmoeder heeft geleerd.

Dit zomerse bijgerechtje is super simpel, maar je krijgt tranen in je ogen als je het proeft. thomas siffer olijfolie

Fave con menta e olio

Voor twee personen

° Doe een afgestreken koffielepeltje zout in 200ml water en breng dat aan de kook. ° Voeg er 300gr verse gepelde tuinbonen aan toe. ° Laat op laag vuurtje een tiental minuten koken. ° Giet niet alle kookvocht af. ° Voeg beetje peper en zout toe. En dan flink wat extra vergine olijfolie en helemaal op het einde wat muntblaadjes. ° Klaar is Antonio.

Deze is al iets moeilijker, maar een klassieker bij moeders die truukjes zoeken om hun kinderen groenten te laten eten.

thomassifferolijfolie3

Finocchi grattinati

Voor vier personen

° Vier, vijf venkelknollen ° Peper, zout, en een ferme scheut extra vergine olijfolie ° Wat peterselie ° Teentje look ° Wat kappertjes ° Drie hoge soeplepels geraspte kaas ° Een ei ° Drie hoge soeplepels broodkruim

° Maak de venkel schoon. Snij in schijfjes. Kook ongeveer zeven minuten in water met wat zout. Haal de venkel eruit wanneer de schijfjes gaar zijn, niet slapgekookt.
° Schik de venkelschijven in een ovenschotel op een filmpje olijfolie.
° Vermeng in een kom je broodkruim, wat peper, zout, fijngemalen peterselie, de geraspte kaas, de kapperjtes, een beetje look en het ei.
° Bedek daarmee je venkel. Doe daar een geut extra vergine olijfolie overheen. En twee, drie lepeltjes water.
° Plaats ongeveer 20 minuten in een voorverwarmde oven van 180° , en dan vijf minuten onder de grill om een mooie gouden korst te krijgen.
° Warm opdienen. Lekker!

Kuch, kuch. Mocht iemand van je lezers goesting hebben om onze eigen eco-biologische, bloedeerlijke extra vergine olijfolie te bestellen, dan kan dat via de site van Thomas&Vincenzo.

De oogst van november leveren we vanaf december in een afleverpunt in ieders buurt.

Ciao bella!

Disclaimer: Thomas Siffer was zo vrij om deze blogpost te schrijven. Wil je meer? Dan moet je zijn blog ook eens bezoeken, want die is de max. Ik zou het niet zeggen als het niet waar was.

Over gastposts en de beste olijfolie ter wereld volgens Thomas Siffer

Fave con menta e olio.

Fave con menta e olio.

Even wat duiding: in de geschiedenis van Tales from the Crib heb ik nog maar één keer gastposts gepubliceerd. Dat was met Blogpop, in de week dat ik op vakantie was in Venetië en internet enkel onder de toog van groezelige internetcafé’s te verkrijgen was in ruil voor je ziel. Internetcafés die altijd een naam hadden waar ergens compleet ongepast een @ instond. Intern@cafe. Never forget. Toen vond ik het dus behoorlijk handig dat andere mensen het vullen van mijn blog voor zich namen. Maar daarna deed ik het vullen dus altijd helemaal zelf.

Terwijl ik mijn Blogboek aan het schrijven was begon ik evenwel het nut in te zien van posts geschreven door anderen. Sommige mensen hebben iets te vertellen over een onderwerp dat best interessant kan zijn voor jouw lezers, maar waar je zelf weinig kennis over hebt. En als anderen het in jouw plaats vertellen, dan heb jij meer tijd om op je gemak koffie te drinken en na te denken over een volgende blogpost.

Enter Thomas Siffer, de u welbekende biobloggerboer uit Puglië. Thomas beweert aan al wie het horen wil dat hij vanaf dit najaar de beste olijfolie ter wereld verdeelt, samen met Vincenzo, de rastaboer die ik leerde kennen toen ik een tijdje geleden bij Thomas en Els was. Ik heb geen idee of dat klopt, van die beste olie ter wereld, maar ik heb wel instant een fles besteld om volgende redenen:

  •  ik geloofde nooit in de ophemeling van olijfolie tot ik ergens in de hak op een hete dag echte goede Italiaanse kreeg voorgeschoteld met wat brood, en niet meer wist of mijn smaakpapillen aan het flippen waren van de hitte of de smaak die niet eens in de buurt kwam van wat ze hier olijfolie noemen
  • ik heb zelden zo lekker en tegelijk zo simpel gegeten als die keer dat ik bij Thomas en Els op bezoek was in Puglië, (home of het lelijkste plein van Italië) en als de kwaliteit van het eten ook maar iets met hun olie te maken heeft dan kook ik vanaf november, als Thomas zijn olie er is, met niets anders meer
  • Thomas en ik go back a long way en hij kent veel mafiosi naar mijn goesting, waardoor ik snel moest handelen
  •  Thomas is razend enthousiast en trots en blij over zijn product, dat hij tegelijk vloeibaar goud als ecologische extra vergine olijfolie van uitzonderlijke kwaliteit noemt

En omdat ik dat enthousiasme niet wilde laten wegzinken in een linkpost zei ik: “schrijf anders eens een gastpostje. Leer mijn lezers iets over olijfolie, misschien met een recept bij.”

Het fijne is dat ik op die manier eindelijk eens aan de andere kant zit met mijn rode stiftje, zoals hij dat jaren deed als ik mijn teksten moest indienen. HA. Alleen al daarvoor.

Wordt dus later deze week verwacht: een gastpost, helemaal vanuit de hak van Italië, met twee plaatselijke recepten die er overheerlijk uitzien, foto’s, en een link naar de website van wat misschien wel de beste olijfolie ter wereld is. Ik zit al een half uur kwijlend naar de foto hierboven te kijken, dus volgens mij kan dat allemaal alleen maar meevallen.

lilith maakt overheerlijke spaghetti arrabbiata met citroenpangrattato

spaghetti pangrattato met citroenEen mond vol, ik weet het. Pangrattato is Italiaans voor broodkruim, en deze heerlijke spicy spaghetti met citroen en wat broodcrunchy uit de Delicious fleurde gisteren heel mijn avond op. Ik heb hem wel gevegetariseerd, want er kwam ansjovis aan te pas en daar doen wij hier ten huize niet aan. Plus: ik had ook geen tijm, en ik eet dat niet graag, dus ook dat werd eruit gezwierd. In het echt ben ik best een lieve, maar in mijn keuken ben ik on-ver-bid-de-lijk.

I give you: mijn aangepaste versie van het origineel, machtig lekker en snel klaar.

Spaghetti arrabbiata met citroenpangrattato voor twee

– 6 el extra vergine olijfolie
– 50 gram pijnboompitten
– 50 gram panko of vers broodkruim (ik had nog panko staan, een gemak!)
– rasp van 1 citroen, ik had nog een liggen van op de bioboerderij, en dat bleek chance <3
– (volkoren)spaghetti voor twee
– 4 tenen knoflook, fijngesneden
– 1 rode peper, fijngesneden
– 350 gram kerstomaatjes
– wat Tapatio hot sauce (als je dat in huis hebt. You should)
– 3 eetlepels fijngesneden bladpeterselie
– peper en zout
– geraspte parmezaanse kaas

Verhit voor de pangrattato 1 el olie in een koekenpan op laag vuur. Bak de pijnboompitten tot ze licht kleuren. Schep ze met een schuimspaan in een kom. Verhit nog 4 el olijfolie in de pan, draai het vuur halfhoog en roerbak het broodkruim tot het goudbruin en krokant is, een minuut of drie. Schep in een kom en voeg de citroenrasp en wat zout en peper toe. Doe de pijnboompitten erbij.

Kook de pasta gaar in gezouten water. Zet intussen de koekenpan op laag vuur, verhit de rest van de olijfolie en bak de rode peper met de knoflook een minuutje of vijf.

Schep de tomaatjes erdoor en bak ze tot ze zacht zijn. Doe er wat Tapatio door als je zin hebt in extra spicy. (ik heb altijd zin in extra spicy, maar het pepertje alleen kan voor de meeste mensen al meer dan voldoende zijn)

Giet de pasta af, vang wat kookwater op, en doe de pasta terug in de pan. Schep het tomatenmengsel en de peterselie erdoor en zoveel kookwater als nodig. Eventueel wat bijkruiden met peper en zout. Schep op een bord, strooi er wat pangrattato over en serveer met geraspte Parmezaan.

Zet het op uw weekmenu, ge zult het u echt niet beklagen.

lilith tipt: Bia Mara, de lekkerste fish and chips van Brussel

Bia Mara Brussel

Fish and chips bij Bia Mara in Brussel.

Het fijne aan journalist zijn is dat je jezelf op plaatsen begeeft waar je als administratief bediende (ik zeg maar wat) niet snel naartoe zou gestuurd worden. Naar een fish and chips restaurant in Brussel, bijvoorbeeld. Ik was in Londen al wel een keer in een traditionele chippie geweest, en wat ze me daar voorschotelden vond ik lekker maar vooral ook vreselijk vettig. Mijn maag kan helemaal niet meer goed tegen vettig, en dus was ik van plan om het hoofdstuk vis in bierbeslag met slappe frietjes voor de rest van mijn dagen af te sluiten. Maar toen kreeg ik een mail van Lieve van de redactie van De Standaard Magazine, of ik zin had om er een stuk over te maken. Zoals wel vaker dacht ik: waarom ook niet?

De kans bestond immers dat ik nog nooit echt goede fish and chips had gegeten. En zou dat niet jammer zijn? Het duurde even van researchen en rondbellen voor ik via een paar omwegen bij Barry van Bia Mara arriveerde, maar van zodra ik hem en zijn authentieke Ierse enthousiasme aan de lijn kreeg wist ik dat ik naar Brussel wilde. Hoe sneller hoe liever. “Let me blow you away, Kelly”, zei hij. Dus ik naar de Marché aux Poulets.

Bia Mara bleek een kleine maar heerlijke zaak te zijn waar ze erg begaan zijn met de kwaliteit en versheid van hun producten (de eerste maanden stuurden ze elke dag hele bakken vis terug naar hun leveranciers omdat ze niet content waren) en waar ze erop staan dat ze alles zelf maken: van het beslag voor de vis (dat veel lichter is en veel minder vet opneemt dan bij de traditionele fish and chips, en dus een minder grote aanslag op de ingewanden is) tot de mushy peas die ik bij elke maaltijd zou willen serveren en het uitgebreide en hemelse assortiment sausjes.

mushy peas en kool bij bia mara

Mushy peas en cole slaw.

De kaart verandert constant, en je eet er gerechten die gebaseerd zijn op de wereldkaart: van Italiaanse tot Ethiopische en Argentijnse variaties op witte visfilet met een korstje. Ik at de klassieke versie met kabeljauw en een beslag met basilicum en citroen en was een kwartier lang in fish and chips heaven.

Het artikel staat dit weekend in De Standaard Magazine, en ik moet dringend nog eens naar Brussel om daar samen met mijn vent fish and chips te gaan eten. Mochten jullie daar eerder in slagen: doe Barry mijn groeten!

Disclaimer: En omdat ik elke keer dat ik een foto post waarop vlees of vis staat de vraag krijg of wij geen vegetariërs meer zijn: wij zijn nooit vegetariërs geweest. Wel mensen die thuis volledig vegetarisch leven, en op locatie al eens een stukje vlees of vis bestellen. Daar is al jaren niks aan veranderd, en ook geen plannen.

lilith doet nog eens van weekmenu

weekmenu, hoera!

Sommige dingen sluipen uw leven binnen en nestelen zich daar op zo’n overtuigende wijze dat ge u niet eens meer kunt inbeelden dat ze er niet meer zouden zijn. Bij mij is dat zo met het weekmenu. Ik kan ondertussen nochtans een half kerkhof vullen met alle systeempjes die ik in de loop der jaren heb proberen invoeren om de chaos van mijn huishouden te bezweren. Allemaal stierven ze een even stille en gewisse dood. Omdat ik mijn vent niet meekreeg, omdat ze toch niet zo praktisch bleken als je doorheen de leuke labeltjes en stickertjes en tabbladen uit de HEMA keek, of omdat ik ze even snel weer beu raakte als ik er enthousiast van werd.

Maar niet zo met het weekmenu, o neen! Daarover schreef ik in 2010 al dat ik het toen al drie jaar met erg veel enthousiasme deed. Tel maar mee: dat wil zeggen dat ik ondertussen al zeven jaar elke week een menu maak. Valt daar eigenlijk geen lintje voor verdienstelijke huismoeder mee te verdienen?

In elk geval: het weekmenu is de cornerstone van mijn menage geworden. Het is voor mij zelfs een van de grootste mysteries van deze tijd: dat er mensen zijn die kunnen functioneren zonder. Nogal wat, zo bleek uit het gesprek in onze top secret moedergroep waarover i. hier heeft gepost. (superinteressante post over efficiënt koken trouwens, allen daarheen!) Als ik voel dat iemand verzuipt is het altijd een van mijn eerste vragen: “Maar werkt gij al met een weekmenu?”.  (Jep, ze zien mij graag komen, mijn verzuipende vriendinnen. In de plaats dat ik een kom soep binnensteek ofzo)

Dit wordt het hier voor de week die komt:

weekmenuut

Jullie wisten al dat wij door omstandigheden veel tomaten eten, right?

De pasta al forno is deze (poepsimpel en lekker), dit zijn de gevulde tomaten.

In deze drukke tijden waarin ik vooral schrijf en weinig energie heb voor andere dingen is het een godsgeschenk dat ik ’s avonds niet moet beslissen wat er gegeten wordt. Dat ligt immers al vast. Op een kwartiertje door kookboeken bladeren ben ik klaar voor een hele week. Ik weet dat ik op zondag voor twee dagen kook en dus op maandagavond vrij ben van kookduty. Ik weet dat ik woensdag leesclub heb en daar ga eten. Rust jong, rust.

Inspiratie nodig?

Dit is een weekmenu van in de tijd dat ik thuis nog dode dieren at.
Dit ook.
En Zsa Zsa kan dat ook goed.
Net als ninfita.

Geen tijd en toch gezond eten: meal prepping voor beginners

frietjes van zoete aardappel in the making

Hebt gij zin om in de week frietjes van zoete aardappel te snijden?

Ik heb een zeer drukke week in mijn agenda staan. Een waarin ik zo goed als elke dag onderweg ben naar Mechelen, wat ver is, waardoor ik vroeg vertrek en laat thuiskom. Het textbook voorbeeld van het soort weken waarin ik brol begin te eten. Bij mij heeft hoe gezond ik eet immers gigantisch te maken met hoe veel of hoe weinig tijd ik heb om te koken. Goesting equals tijd, in deze vergelijking. Als ik ’s avonds thuis kom en nog dingen moet bedenken en schoonmaken en versnijden en opzetten en bakken en ik ben moe, dan heb ik de neiging tot afhaalmaaltijden of diepvriespizza. Hoe zijt ge zelf?

Als ik me heb voorbereid dan gaat dat allemaal wel, dat gezond eten. En dus doe ik al een tijd van #zondagkookdag, en aan wat ze in Amerika “meal prepping” noemen. Op zondag de kookvoorbereidingen doen voor de rest van de week, zodat je frigo vol staat met vanalles dat doordeweeks samen kan gegooid worden tot een gezond maal. Klinkt overgeorganiseerd? Kan goed zijn, maar dat zei iedereen vroeger ook over mijn weekmenu’s en ik zie dat heel wat mensen die ondertussen ook hebben overgenomen. Dit is een beetje van hetzelfde. Plus: als ik tijd heb geniet ik daarvan, van eten maken. Op zondag een uur staan koken en snijden vind ik dus helemaal niet erg, al helemaal niet als dat voor bakken minder stress tijdens de week zorgt.

Mijn ervaringen:

  •  ik eet veel meer verse groenten als ik ze allemaal in een trek schoonmaak en in stukjes snijd dan dat ik zeven keer mijn snijplank moet bovenhalen. Daar heb ik ’s avonds compleet geen zin meer in. Een potje met bleekselderij en worteltjes die al schoongemaakt zijn uit de koelkast opdiepen en bij een portie rijst met tomatensaus kappen lukt dan wel nog.
  • het zorgt ervoor dat ik ’s middags minder brood eet, wat ik al een tijd probeer te doen. Vorige week had ik een kom rijst in de frigo staan die ik had gekookt met lekkere bouillon, en dat werd ’s middags bij soep een maaltijdsoep, de dag erna een wrap (want ik had ook de tex mex bonen uit Goed Eten klaargemaakt op zondag, met zelfgeweekte bonen!), en verdween ook nog eens in een frittata en bij een slaatje met avocado.
  •  het is leuk om enkele bijgerechten te maken die overal bij passen. Dit weekend maakte ik gigantesbonen in tomatensaus met wortel en selder (en ik had tijd om ze te weken en mijn saus lang genoeg te laten opstaan, kijk eens aan), die deze week evengoed in een pasta kunnen verdwijnen als op brood of bij eitjes kunnen gedaan worden. En in de koelkast zeker een dag of drie goed blijven. In het weekend heb ik gewoon meer tijd en zin voor zo’n dingen, wat in de week gigantisch in mijn voordeel speelt.
  •  omdat ik ’s avonds nogal de neiging heb om te beginnen snaaien vind ik het ook handig om groentjes als snacks klaar te hebben staan: rauwe wortel (schillen en versnijden en dan in een bak vers water bewaren), bloemkoolroosjes, rauwe zoete aardappel, radijsjes, everything goes. Als je ook nog hummus maakt dan heb je een gezond avondsnack waarmee je een paar dagen weg kunt, en geraken ze niet op dan staan ze al klaar om in een warme maaltijd te verwerken.
  •   fruitsla. Voor in je havermout of of mee te nemen naar het werk. Werkt voor mij beter dan hele stukken fruit, die ik al eens een week durf negeren. Als ik in het weekend mijn best heb gedaan voor fruitsla, dan eet ik ook fruitsla.
  •  een paar hardgekookte eitjes hebben klaarliggen vind ik ook bijzonder handig. Die verdwijnen dan in een slaatje, of neem ik mee als tussendoortje.
  •  verse kruiden versnijden zodat je ze enkel nog op je gerecht moet gooien: magic! (en bewaren in vochtig keukenpapier in de koelkast, ook een toptip)
  • meal prepping combineren met diepvrieskoken is pas helemaal een feest voor de lifehacker. Als ik diepvriessoep opdiep en daar rijst bij kan gooien, of deze groentecurry maar moet opwarmen, er die bonen van Dorien bij kan doen en mijn rijst al had klaarstaan, dan heb ik dus gezond eten in tien minuten waar ik anders zes keer langer over zou doen. See what I’m doing here, peoples?
groentencurry met rijst

Goed voorbereide rijst met roerei en groentecurry in een handomdraai.

Ik ga echt nog niet zo wild als sommige Amerikaanse foodbloggers (al vind je er wel zot veel inspiratie, dus zeker checken als je geïnteresseerd bent in het onderwerp), maar dat heeft ook te maken met het feit dat ik de kleinste frigo van de lage landen heb, want ik vind dat voorbereiden echt een gemak voor weken als de week die komt. Iemand ervaringen of ideeën? Doen jullie het ook soms?

van een lege naar een volle diepvries op een paar uur

diepvrieskoken

Weinig zaken geven mij zo veel rust als een volle diepvries. Als ik compleet geen zin meer heb om te koken, en toch zomaar iets uit het ijs vandaan kan toveren, dan voel ik me een überhuisvrouw. Ik heb dat gevoel overgehouden aan mijn kraamperiode, denk ik. Toen had ik voor De Standaard Magazine een namiddag bijzonder efficiënt gekookt, zodat mijn minidiepvries stampvol zat tegen dat het zover was. Maar goed ook, want als er een ding was waar mijn hoofd in de eerste weken met Dexter niet naar stond was het wel koken. Jongs toch.

Na een hectische periode kon ik twee weken geleden ook plots weer de achterkant van mijn diepvries zien bij het openen van de deur, wat nooit een goed teken is. Ik ging dus op een zaterdag aan de slag, met een “en nu moet ge mij eventjes allemaal gerustlaten! Kssssj! Weg!“, en enkele uren later verdwenen in mijn vriezer:

– zes liter minestronesoep volgens dit recept
– vier liter preiseldersoep volgens ik doe maar wat
– vijf zakjes van deze groentencurry
– vijf zakken aardappelpuree voor twee
– een paar liter vegetarische spaghettisaus
– enkele zakken gewone (maar superlekkere) tomatensaus om later met vanalles te tweaken

Een gemak! Dit zijn dingen die ik leerde toen ik het stuk aan het maken was:

DE BASISREGELS

Traag ontdooien is veiliger. Doordat diepvriezen bedervende factoren niet doodt maar stillegt, kunnen de micro-organismen hun werk versneld verderzetten bij het ontdooien. Je laat je maaltijden dus het best ontdooien in de koelkast.

Lucht is de vijand. Denk eraan alle lucht uit zakjes te verwijderen voor je diepvriest, anders droogt je maaltijd uit.

– Het wordt er niet beter op. Wat onsmakelijk de diepvriezer in gaat, wordt niet smakelijker na ontdooien. Bijkruiden kan helpen: ontdooide maaltijden bevatten vaak meer water, en dus iets minder smaak.

– Zorg ervoor dat je gerechten niet te gaar zijn, want door het opwarmen na het invriezen gaart je eten nog verder. Quiche en lasagna bak je beter niet op voorhand, als je geen droog eindproduct op je bord wilt.

Organisatie is alles: zorg ervoor dat je goed labelt en dateert. Op internet zijn lijsten te vinden met hoelang bepaalde producten goed blijven in de diepvriezer. Plak een lijst op je diepvriezer van alles wat erin zit, of steek er zoals ik eentje in Evernote.

diepvriesoverzicht in evernote

Organisatione über alles.

Verse gember invriezen is trouwen zo gemakkelijk. Je hebt daar nooit veel van nodig, je moet dat niet laten ontdooien om het te raspen, en je kunt dat in heel veel gerechten gebruiken. Tip voor de top! Ik heb een boven- en benedendiepvries, trouwens. Voor ge compleet in de war achterblijft.

Het internet is een goudmijn. Googel ‘freezer-friendly recipes’ en je komt al een heel eind.

NIET INVRIEZEN!

Groenten waar veel water in zit: sla, selderij en komkommer doen het niet goed in de diepvriezer, omdat het water uitzet en de structuur van de cellen kapotmaakt. Blancheer de groenten eerst in kokend water.

Zuivelproducten schiften tijdens het ontdooien.

Gekookte pasta wordt zacht en vormeloos na ontdooien.

Confituur wordt waterig bij het ontdooien omdat het vriesproces de suikers afbreekt.

– Sauzen op basis van ei schiften bij het ontdooien, hele eieren barsten. Rauw eiwit invriezen kan wel

Veggie burgers ga ik ook eens zelf maken en invriezen. Met kidneybonen ofzo. Iemand een recept, of nog fantastische invriestips?

lilith is zot van deze minestronesoep (en kiest een nieuw kookboek van de maand)

winterse minestrone

Ik weet het, twee recepten op een week is misschien wat veel van het goede, maar dat heeft te maken met de immense drukte van die week, en het feit dat de maand afloopt en ik dus mijn kookboek van de maand uitwuif. We hebben het behoorlijk goed gehad samen. Dit recept voor winterse minestrone was het laatste dat ik eruit maakte, en ik wilde dat ik een paar liter had gemaakt voor in mijn diepvries, zo heerlijk is hij. Ik plan dat dan ook te doen, binnenkort. Tien liter ofzo. Twaalf zelfs!

Winterse minestrone voor vier

  • 4 eetlepels olijfolie
  • 1 ui, fijngesneden
  • 1 prei, fijngesneden
  • 1 stengel bleekselderij, fijngesneden
  • 2 middelgrote wortelen, fijngehakt
  • 3 tenen knoflook, fijngehakt
  • een snuf droge chilivlokken
  • 1 blik van 400 g tomaten
  • 1 liter groentebouillon
  • 1 blik van 400 gram cannellinibonen, uitgelekt en afgespoeld
  • zout en versgemaken zwarte peper
  • versgeraspte parmezaan voor erbij

Verhit de olijfolie in een grote pan. Smoor de gesneden en gehakte groenten 10-15 minuten op een laag vuur tot ze gaar maar niet gekleurd zijn. Voeg de knoflook en de chilivlokken toe en smoor alles nog 1 minuut.

Doe de tomaten in de pan, roer de bouillon erdoor en breng aan de kook. Laat de soep op laag vuur 25 minuten koken tot de groenten gaar zijn. Roer de bonen erdoor en laat nog 2-3 minuten koken. Voeg als de soep te dik is nog wat extra bouillon toe.

Breng op smaak met peper en zout. Serveer in diepe borden, besprenkeld met olijfolie en bestrooid met parmezaan. Ik heb er ook nog wat tapatio bijgedaan. Hashtag lichte verslaving.

Mijn nieuwe kookboek van de maand viel eigenlijk een beetje uit de lucht. Youri scheurde drie recepten uit Het Nieuwsblad Magazine die uit hetzelfde kookboek bleken te komen: New York, recepten uit de Big Apple van Marc Grossman. Tof vrouwmens als ik ben ben ik het dan maar bij wijze van verrassing gaan kopen, en jongens, dat bleek een geweldig idee.

Youri zijn beste cheesecake ooit

Zo lekker dat we er alleen vage foto’s van hebben. Er zat wel een scheur in, maar daar hebben we niks van geproefd.

De cheesecake die Youri eruit maakte is nu al legendarisch bij iedereen die ervan heeft kunnen proeven, en in de rest van het boek staan makkelijk dertig recepten die we ook willen proberen. Vegetarische hamburgers die er om te smikkelen uitzien! Mac and cheese om van te kwijlen! Die huevos rancheros! En alles zo mooi gefotografeerd en uitgegeven dat het bijna lijkt of je in New York bent. Oke, dat laatste is overdreven, maar het is wel een prachtig kookboek.

Het kookboek is gekozen, kom maar af, maart!

lilith eet bij Souvenir

souvenir ieper

We moeten daar niet onnozel over doen: toen ik vernam dat er een nieuw restaurant opende in Ieper, en dat Ijslander Vilhjalmur Sigurdarson -die ik nog kende van een reportage bij In De Wulf- en zijn vrouw Joke Michiel – die ik kende van onze duizend gemeenschappelijke Facebookvrienden en media-achtergrond- daar verantwoordelijk voor waren, toen was ik een dolle mengeling van blij en benieuwd. Ieper is een fantastische plek, maar wel een beetje dorre woestijn als het gaat om gastronomisch eten. Het nieuwe restaurant, dat Souvenir bleek te heten, lag ook nog eens op wandelafstand van de crib. Lees: ik moet mij niet schuldig voelen omdat ik in de drank kan vliegen en mijn vent moet rijden.

Mijn vent, die in de dagen voor we er mochten gaan eten een beetje begon te twijfelen. Gerechten op basis van groenten, lazen we op de site. Youri lust geen groenten. “Er staat spitskool met jus van kool en boerenkool op hun voorbeeldmenu”, zei hij, met een uitdrukking van pure horror op zijn gezicht. Maar dat hij het wel wilde proberen. Mijn man is een held.

Een held die op vrijdagavond net als ik helemaal te spreken was over het strakke en toch gezellige interieur, dat aan Scandinavië doet denken en waarin wij ons direct op ons gemak voelden. Al had dat ook veel te maken met Joke, die op drie weken van haar bevallingsdatum de perfecte gastvrouw stond te wezen. Bakken vol respect. Het duurde welgeteld tien minuten voor Youri zei dat hij gerustgesteld was. In die tien minuten kreeg hij een Ijslandse Gin met tonic voorgeschoteld en twee hapjes: een schaaltje met yoghurt en hondshaai (yummers!), en een stukje knäckebrot met varkenswang. Over dat laatste zijn wij nu nog altijd aan het babbelen, zo’n hapjesperfectie was het. Vanaf toen kon er eigenlijk nog maar weinig misgaan.

Ook niet toen er een stronkje gebrande jonge prei met brokkelkaas en karnemelk voor Youri werd gezet. Youri lust geen prei, maar vond het toch heerlijk. Dan waren we al met twee. Hetzelfde met een gerechtje van tong, wortel en sesam. Smullen. Fantastische smaakcombinaties. En het bleef maar komen, met een overheerlijk bord met knolselder en hazelnootboter, aan tafel gepresenteerd door Willi (wij mogen Willi zeggen, hopen we), die bewees dat Ijslanders “knolselder” kunnen uitspreken zonder enige vorm van accent. Ofwel hebben Willi en Joke daar nachtenlang op geoefend, het zijn dingen die we niet weten. Wat we wel weten: over die knolselder is nagedacht, en het resultaat is de max.

knolselder bij souvenir

Knolselder met hazelnootboter en boekweit.

Daarna volgde nog een stuk buikspek to die for, met schorseneer en aardappel, en een licht maar lekker dessert van chocolade en pompoen. Terwijl de slow coffee werd opgegoten konden wij elkaar alleen maar verrukt aankijken en tot de conclusie komen dat het van begin tot einde fantastisch was geweest. En dat Ieper er een speler op een ander niveau bij heeft. Dat ik tegen ons volgende bezoek moet opzoeken hoe je “Vilhjalmur Sigurdarson, je bent een chef naar mijn hart” zegt in het Ijslands. En uitspreekt zonder accent.

Wij kozen voor het vijfgangenmenu van 55 euro per persoon en vonden dat een zeer redelijke prijs voor zoveel genieten.

lilith maakt veggie pompoencannelloni

pompoencannelloni

Ik heb afgelopen najaar in al mijn impulsiviteit een gigantische pompoen gekocht op de zelfplukboerderij en pas bij het aansnijden ervan beseft dat wij daar met gemak een week van konden eten. En daar helemaal geen zin in hadden, in elke dag pompoen met pompoen. Ik heb toen -huishoudkundig genie dat ik ben- achthonderd gram van dat beest in blokjes gesneden en ingevroren. Als ik er dan in slaag om zo’n doos waar “achthonderd gram pompoen” opstaat maanden later weer uit mijn diepvries te toveren en daar iets mee te maken dan heb ik altijd het gevoel dat er zich iets magisch heeft voltrokken. Misschien moet ik wat vaker buitenkomen.

Ik had ook nog een doos cannelloni op mijn voorraadrek staan, en geen idee wat ik daar nu weer mee zou aanvangen. Plus een blik rode bonen. En nog wat seitangehakt in mijn diepvries. Als zo’n dingen allemaal samenkomen op een zondagnamiddag tijdens de middagdut van de zoon dan onstaan er nieuwe recepten. Don’t mind if I share!

Ingrediënten voor 4 behoorlijke eters:
* 800 gram pompoen, geschild en in blokjes
* 1 blik tomatenblokjes van 400 gram
* 1 pakje seitangehakt van De Hobbit
* 1 blik rode bonen in chilisaus
* 2 rode uien
* 3 teentjes knoflook
* een theelepel Pimenton de la vera (onder andere te koop bij Dille en Kamille)
* een paar druppels Tapatio (only mijn nieuwste favoriete spicy saus van het moment) of Tabasco
* 250 ml groentebouillon
* 12 cannelloni
* geraspte kaas
* peper en zout
* olijfolie

Voor de bechamelsaus:
* 50 gram boter
* 50 gram bloem
* melk
* nootmuskaat
* peper en zout

En dan:
Hak de knoflook fijn en versnipper de ui. Fruit in een beetje olijfolie voor een minuut of twee, en voeg dan de Pimenton toe. Laat even meebakken. Voeg het gehakt en de stukjes pompoen toe en stoof een tweetal minuten aan. Kruid met peper en zout en voeg de groentenbouillon en de tomatenblokjes toe, samen met de rode bonen. Breng aan de kook en laat op laag vuur met deksel op de pan stoven voor een minuut of twintig. Proeven en afkruiden met zoveel Tapatio als je wilt. Ik koos veel.

pompoensaus

Maak de bechamelsaus door je boter te smelten, de bloem toe te voegen en er melk door te roeren, kruid af met nootmuskaat en peper en zout. Neem een ovenschotel en leg een laagje bechamelsaus. Laat dan de cannelloni vier minuten voorkoken (update: niet doen, is alleen maar miserie!) Vul de ongekookte cannelloni met de gehaktmengeling. Good luck with that, trouwens, als iemand een tip heeft om de keuken er achteraf niet te laten uitzien als een war zone is die erg welkom in de comments. De truc met de spuitzak werkte niet wegens iets te vloeibare saus en twee openingen. Dan maar met een lepel. Leg ze op elkaar en giet er de rest van de saus en de bechamelsaus over. Werk af met geraspte kaas, en zet veertig minuten in een oven van 180 graden.

kellystrooit

Als ik kaas strooi meen ik dat ook.

Het ziet er trouwens naar uit dat hier weer wat vaker een recept zal gepost worden, want ik ga mezelf vanaf heden uitdagen om elke maand één kookboek te kiezen uit mijn gigantisch kookboekenrek waar ik minstens twee recepten uit ga maken in de maand die volgt. En als ze me bevallen, dan ga ik ze hier delen ook, nondeju. In februari ga ik voor The Meat Free Monday Cookbook, een boek dat werd gepubliceerd samen met de Meat Free Monday campagne van Paul en Stella McCartney en krioelt van de leuke vegetarische recepten.

meat free monday

So there. Benieuwd wat dat gaat worden, zeg!